Ontvangen 28 september 2016
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Artikel 7.24 wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel a wordt als volgt gewijzigd:
a. De dubbele punt aan het slot van de aanhef vervalt.
b. De aanduiding «1°.» voor subonderdeel 1° vervalt.
c. Subonderdeel 2° vervalt.
2. Onderdeel c vervalt.
II
In artikel 7.25, eerste lid, wordt «onderdeel a tot en met c» telkens vervangen door: onderdelen a en b.
III
In artikel 9.30, onderdeel B, wordt «van rechtspersonen met een wettelijke taak als bedoeld in artikel 7.24, eerste lid, onderdeel c, van die wet» vervangen door: rechtspersonen die een bij of krachtens de wet geregelde taak uitoefenen en daartoe geheel of gedeeltelijk worden bekostigd uit de opbrengst van bij of krachtens de wet ingestelde heffingen,.
De Raad van State is kritisch over de uitbreiding van de bevoegdheden van de Algemene Rekenkamer ten aanzien van personen en instantie die niet tot het Rijk behoren en ontraadt de uitbreiding van deze activiteiten.
Dit amendement regelt dat er geen uitbreiding van de onderzoeksbevoegdheid van de Algemene Rekenkamer komt ten aanzien van rechtspersonen, commanditaire vennootschappen, vennootschappen onder firma en natuurlijke personen die een beroep of bedrijf uitoefenen, voor zover zij goederen of diensten leveren die met begrotingsgeld worden betaald, en ten aanzien van de fiscale tegemoetkomingen voor speur- en ontwikkelingswerk, een energie-investering, een milieu-investering of een investering in huurwoningen.
Op dit moment heeft de Algemene Rekenkamer al uitgebreide bevoegdheden. Zo is er in het verleden ook al onderzoek gedaan naar grote projecten als de Betuweroute en vervanging F16 en de belastinguitgaven gericht op verbetering van het milieu. De meerwaarde van de uitbreiding is daarmee niet duidelijk. Bovendien kan er sprake zijn van een glijdende schaal, en wordt de grens richting de private sector overschreden.
Aukje de Vries