Ontvangen 26 april 2016
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel 18a wordt aan lid 13 een volzin toegevoegd, luidende: Indien van een regeling als bedoeld in de vorige volzin gebruik wordt gemaakt, ontvangt de werknemer bij de aanvang van de tussenpozen, bedoeld in lid 1, telkens een bedrag ter hoogte van een derde van het gemiddelde loon per kalendermaand van die werknemer gedurende die arbeidsovereenkomst.
De Wet werk en zekerheid beoogt werknemers eerder recht te geven op een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Door de voorgestelde aanpassingen van de wet komt de wetgever tegemoet aan bezwaren die in een klein aantal sectoren bestaan tegen het verlengen van de tussenpoos naar 6 maanden. Het gevolg kan zijn dat werknemers die seizoenswerk verrichten hierdoor steeds opnieuw met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd te maken krijgen. Dit amendement voorziet in een compensatie voor de onzekerheid van werknemers en maakt het aantrekkelijk voor werkgevers om werknemers voor onbepaalde tijd in dienst te nemen. Om dit mogelijk te maken krijgen werknemers in sectoren die gebruik maken van een kortere tussenpoos bij aanvang van elke tussenpoos een bedrag ter hoogte van een derde van hun gebruikelijk maandloon.
Ulenbelt