Stemming

Gewijzigd amendement van het lid Schouten ter vervanging van nr. 19 dat regelt dat met betrekking tot een bestuurlijke boete onder voorwaarden kan worden meegewerkt aan een schuldregeling

62,7 %
37,3 %


GrBvK

Houwers

GrKÖ

CU

PvdD

VVD

PvdA

50PLUS

SGP

Van Vliet

D66

PVV

CDA

GL

SP

Klein


Nr. 22 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID SCHOUTEN TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 19

Ontvangen 30 mei 2016

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

Aan artikel I wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

5. Er wordt twee leden toegevoegd, luidende:

  • 13. Indien ten aanzien van een overtreding waarvoor een bestuurlijke boete is opgelegd geen sprake is geweest van opzet of grove schuld, en voorts is gebleken dat binnen een jaar nadat de bestuurlijke boete is opgelegd niet nogmaals een overtreding wegens eenzelfde gedraging als bedoeld in het zesde lid is begaan, is het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen bevoegd op verzoek van degene aan wie de bestuurlijke boete is opgelegd, de bestuurlijke boete geheel of gedeeltelijk kwijt te schelden bij medewerking aan een schuldregeling. Artikel 21, eerste, derde en vierde lid, is van overeenkomstige toepassing.

  • 14. Het besluit tot kwijtschelding, bedoeld in het dertiende lid, wordt ingetrokken of ten nadele van degene aan wie de bestuurlijke boete is opgelegd herzien indien binnen vijf jaar na het besluit tot kwijtschelding wederom een overtreding is begaan wegens eenzelfde gedraging als bedoeld in het zesde lid.

II

Aan artikel II wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

5. Er wordt twee leden toegevoegd, luidende:

  • 13. Indien ten aanzien van een overtreding waarvoor een bestuurlijke boete is opgelegd geen sprake is geweest van opzet of grove schuld, en voorts is gebleken dat binnen een jaar nadat de bestuurlijke boete is opgelegd niet nogmaals een overtreding wegens eenzelfde gedraging als bedoeld in het zesde lid is begaan, is het UWV bevoegd op verzoek van degene aan wie de bestuurlijke boete is opgelegd, de bestuurlijke boete geheel of gedeeltelijk kwijt te schelden bij medewerking aan een schuldregeling. Artikel 36c, eerste, derde en vierde lid, is van overeenkomstige toepassing.

  • 14. Het besluit tot kwijtschelding, bedoeld in het dertiende lid, wordt ingetrokken of ten nadele van degene aan wie de bestuurlijke boete is opgelegd herzien indien binnen vijf jaar na het besluit tot kwijtschelding wederom een overtreding is begaan wegens eenzelfde gedraging als bedoeld in het zesde lid.

III

Aan artikel III wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

5. Er wordt twee leden toegevoegd, luidende:

  • 13. Indien ten aanzien van een overtreding waarvoor een bestuurlijke boete is opgelegd geen sprake is geweest van opzet of grove schuld, en voorts is gebleken dat binnen een jaar nadat de bestuurlijke boete is opgelegd niet nogmaals een overtreding wegens eenzelfde gedraging als bedoeld in het zesde lid is begaan, is het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen bevoegd op verzoek van degene aan wie de bestuurlijke boete is opgelegd, de bestuurlijke boete geheel of gedeeltelijk kwijt te schelden bij medewerking aan een schuldregeling. Artikel 65a, eerste, derde en vierde lid, is van overeenkomstige toepassing.

  • 14. Het besluit tot kwijtschelding, bedoeld in het dertiende lid, wordt ingetrokken of ten nadele van degene aan wie de bestuurlijke boete is opgelegd herzien indien binnen vijf jaar na het besluit tot kwijtschelding wederom een overtreding is begaan wegens eenzelfde gedraging als bedoeld in het zesde lid.

IV

Artikel IV wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan onderdeel A wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

5. Er wordt twee leden toegevoegd, luidende:

  • 14. Indien ten aanzien van een overtreding waarvoor een bestuurlijke boete is opgelegd geen sprake is geweest van opzet of grove schuld, en voorts is gebleken dat binnen een jaar nadat de bestuurlijke boete is opgelegd niet nogmaals een overtreding wegens eenzelfde gedraging als bedoeld in het zesde lid is begaan, is het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen bevoegd op verzoek van degene aan wie de bestuurlijke boete is opgelegd, de bestuurlijke boete geheel of gedeeltelijk kwijt te schelden bij medewerking aan een schuldregeling. Artikel 2:62, eerste, derde en vierde lid, is van overeenkomstige toepassing.

  • 15. Het besluit tot kwijtschelding, bedoeld in het veertiende lid, wordt ingetrokken of ten nadele van degene aan wie de bestuurlijke boete is opgelegd herzien indien binnen vijf jaar na het besluit tot kwijtschelding wederom een overtreding is begaan wegens eenzelfde gedraging als bedoeld in het zesde lid.

2. Aan onderdeel B wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

5. Er wordt twee leden toegevoegd, luidende:

  • 13. Indien ten aanzien van een overtreding waarvoor een bestuurlijke boete is opgelegd geen sprake is geweest van opzet of grove schuld, en voorts is gebleken dat binnen een jaar nadat de bestuurlijke boete is opgelegd niet nogmaals een overtreding wegens eenzelfde gedraging als bedoeld in het zesde lid is begaan, is het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen bevoegd op verzoek van degene aan wie de bestuurlijke boete is opgelegd, de bestuurlijke boete geheel of gedeeltelijk kwijt te schelden bij medewerking aan een schuldregeling. Artikel 3:59, eerste, derde en vierde lid, is van overeenkomstige toepassing.

  • 14. Het besluit tot kwijtschelding, bedoeld in het dertiende lid, wordt ingetrokken of ten nadele van degene aan wie de bestuurlijke boete is opgelegd herzien indien binnen vijf jaar na het besluit tot kwijtschelding wederom een overtreding is begaan wegens eenzelfde gedraging als bedoeld in het zesde lid.

V

Aan artikel V wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

5. Er wordt twee leden toegevoegd, luidende:

  • 13. Indien ten aanzien van een overtreding waarvoor een bestuurlijke boete is opgelegd geen sprake is geweest van opzet of grove schuld, en voorts is gebleken dat binnen een jaar nadat de bestuurlijke boete is opgelegd niet nogmaals een overtreding wegens eenzelfde gedraging als bedoeld in het zesde lid is begaan, is het UWV bevoegd op verzoek van degene aan wie de bestuurlijke boete is opgelegd, de bestuurlijke boete geheel of gedeeltelijk kwijt te schelden bij medewerking aan een schuldregeling. Artikel 35a, eerste, derde en vierde lid, is van overeenkomstige toepassing.

  • 14. Het besluit tot kwijtschelding, bedoeld in het dertiende lid, wordt ingetrokken of ten nadele van degene aan wie de bestuurlijke boete is opgelegd herzien indien binnen vijf jaar na het besluit tot kwijtschelding wederom een overtreding is begaan wegens eenzelfde gedraging als bedoeld in het zesde lid.

VI

Aan artikel VI wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

5. Er wordt twee leden toegevoegd, luidende:

  • 13. Indien ten aanzien van een overtreding waarvoor een bestuurlijke boete is opgelegd geen sprake is geweest van opzet of grove schuld, en voorts is gebleken dat binnen een jaar nadat de bestuurlijke boete is opgelegd niet nogmaals een overtreding wegens eenzelfde gedraging als bedoeld in het zesde lid is begaan, is het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen bevoegd op verzoek van degene aan wie de bestuurlijke boete is opgelegd, de bestuurlijke boete geheel of gedeeltelijk kwijt te schelden bij medewerking aan een schuldregeling. Artikel 58, eerste, derde en vierde lid, is van overeenkomstige toepassing.

  • 14. Het besluit tot kwijtschelding, bedoeld in het dertiende lid, wordt ingetrokken of ten nadele van degene aan wie de bestuurlijke boete is opgelegd herzien indien binnen vijf jaar na het besluit tot kwijtschelding wederom een overtreding is begaan wegens eenzelfde gedraging als bedoeld in het zesde lid.

VII

Aan artikel VII wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

5. Er wordt twee leden toegevoegd, luidende:

  • 13. Indien ten aanzien van een overtreding waarvoor een bestuurlijke boete is opgelegd geen sprake is geweest van opzet of grove schuld, en voorts is gebleken dat binnen een jaar nadat de bestuurlijke boete is opgelegd niet nogmaals een overtreding wegens eenzelfde gedraging als bedoeld in het zesde lid is begaan, is het UWV bevoegd op verzoek van degene aan wie de bestuurlijke boete is opgelegd, de bestuurlijke boete geheel of gedeeltelijk kwijt te schelden bij medewerking aan een schuldregeling. Artikel 79, eerste, derde en vierde lid, is van overeenkomstige toepassing.

  • 14. Het besluit tot kwijtschelding, bedoeld in het dertiende lid, wordt ingetrokken of ten nadele van degene aan wie de bestuurlijke boete is opgelegd herzien indien binnen vijf jaar na het besluit tot kwijtschelding wederom een overtreding is begaan wegens eenzelfde gedraging als bedoeld in het zesde lid.

VIII

Aan artikel VIII wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

5. Er wordt twee leden toegevoegd, luidende:

  • 14. Indien ten aanzien van een overtreding waarvoor een bestuurlijke boete is opgelegd geen sprake is geweest van opzet of grove schuld, en voorts is gebleken dat binnen een jaar nadat de bestuurlijke boete is opgelegd niet nogmaals een overtreding wegens eenzelfde gedraging als bedoeld in het zesde lid is begaan, is het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen bevoegd op verzoek van degene aan wie de bestuurlijke boete is opgelegd, de bestuurlijke boete geheel of gedeeltelijk kwijt te schelden bij medewerking aan een schuldregeling. Artikel 34, eerste, derde en vierde lid, is van overeenkomstige toepassing.

  • 15. Het besluit tot kwijtschelding, bedoeld in het veertiende lid, wordt ingetrokken of ten nadele van degene aan wie de bestuurlijke boete is opgelegd herzien indien binnen vijf jaar na het besluit tot kwijtschelding wederom een overtreding is begaan wegens eenzelfde gedraging als bedoeld in het zesde lid.

IX

Aan artikel IX wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

5. Er wordt twee leden toegevoegd, luidende:

  • 11. Indien ten aanzien van een overtreding waarvoor een bestuurlijke boete is opgelegd geen sprake is geweest van opzet of grove schuld, en voorts is gebleken dat binnen een jaar nadat de bestuurlijke boete is opgelegd niet nogmaals een overtreding wegens eenzelfde gedraging is begaan, is de Sociale verzekeringsbank bevoegd op verzoek van degene aan wie de bestuurlijke boete is opgelegd, de bestuurlijke boete geheel of gedeeltelijke kwijt te schelden bij medewerking aan een schuldregeling. Artikel 24c, eerste, derde en vierde lid, is van overeenkomstige toepassing.

  • 12. Het besluit tot kwijtschelding, bedoeld in het elfde lid, wordt ingetrokken of ten nadele van degene aan wie de bestuurlijke boete is opgelegd herzien indien binnen vijf jaar na het besluit tot kwijtschelding wederom een overtreding wegens eenzelfde gedraging is begaan.

X

Aan artikel X wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

5. Er wordt twee leden toegevoegd, luidende:

  • 11. Indien ten aanzien van een overtreding waarvoor een bestuurlijke boete is opgelegd geen sprake is geweest van opzet of grove schuld, en voorts is gebleken dat binnen een jaar nadat de bestuurlijke boete is opgelegd niet nogmaals een overtreding wegens eenzelfde gedraging is begaan, is de Sociale verzekeringsbank bevoegd op verzoek van degene aan wie de bestuurlijke boete is opgelegd, de bestuurlijke boete geheel of gedeeltelijke kwijt te schelden bij medewerking aan een schuldregeling. Artikel 55a, eerste, derde en vierde lid, is van overeenkomstige toepassing.

  • 12. Het besluit tot kwijtschelding, bedoeld in het elfde lid, wordt ingetrokken of ten nadele van degene aan wie de bestuurlijke boete is opgelegd herzien indien binnen vijf jaar na het besluit tot kwijtschelding wederom een overtreding wegens eenzelfde gedraging is begaan.

XI

Aan artikel XI wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

5. Er wordt twee leden toegevoegd, luidende:

  • 12. Indien ten aanzien van een overtreding waarvoor een bestuurlijke boete is opgelegd geen sprake is geweest van opzet of grove schuld, en voorts is gebleken dat binnen een jaar nadat de bestuurlijke boete is opgelegd niet nogmaals een overtreding wegens eenzelfde gedraging is begaan, is de Sociale verzekeringsbank bevoegd op verzoek van degene aan wie de bestuurlijke boete is opgelegd, de bestuurlijke boete geheel of gedeeltelijke kwijt te schelden bij medewerking aan een schuldregeling. Artikel 25, eerste, derde en vierde lid, is van overeenkomstige toepassing.

  • 13. Het besluit tot kwijtschelding, bedoeld in het twaalfde lid, wordt ingetrokken of ten nadele van degene aan wie de bestuurlijke boete is opgelegd herzien indien binnen vijf jaar na het besluit tot kwijtschelding wederom een overtreding wegens eenzelfde gedraging is begaan.

XII

Aan artikel XII wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

5. Er wordt twee leden toegevoegd, luidende:

  • 12. Indien ten aanzien van een overtreding waarvoor een bestuurlijke boete is opgelegd geen sprake is geweest van opzet of grove schuld, en voorts is gebleken dat binnen een jaar nadat de bestuurlijke boete is opgelegd niet nogmaals een overtreding wegens eenzelfde gedraging als bedoeld in het zesde lid is begaan, is het college bevoegd op verzoek van degene aan wie de bestuurlijke boete is opgelegd, de bestuurlijke boete geheel of gedeeltelijk kwijt te schelden bij medewerking aan een schuldregeling.

  • 13. Het besluit tot kwijtschelding, bedoeld in het twaalfde lid, wordt ingetrokken of ten nadele van degene aan wie de bestuurlijke boete is opgelegd herzien indien binnen vijf jaar na het besluit tot kwijtschelding wederom een overtreding wegens eenzelfde gedraging is begaan.

XIII

Aan artikel XIII wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

5. Er wordt twee leden toegevoegd, luidende:

  • 12. Indien ten aanzien van een overtreding waarvoor een bestuurlijke boete is opgelegd geen sprake is geweest van opzet of grove schuld, en voorts is gebleken dat binnen een jaar nadat de bestuurlijke boete is opgelegd niet nogmaals een overtreding wegens eenzelfde gedraging is begaan, is het college bevoegd op verzoek van degene aan wie de bestuurlijke boete is opgelegd, de bestuurlijke boete geheel of gedeeltelijk kwijt te schelden bij medewerking aan een schuldregeling.

  • 13. Het besluit tot kwijtschelding, bedoeld in het twaalfde lid, wordt ingetrokken of ten nadele van degene aan wie de bestuurlijke boete is opgelegd herzien indien binnen vijf jaar na het besluit tot kwijtschelding wederom een overtreding wegens eenzelfde gedraging is begaan.

XIV

Artikel XIV wordt als volgt gewijzigd:

a. Aan onderdeel A wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

5. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:

  • 13. Indien ten aanzien van een overtreding waarvoor een bestuurlijke boete is opgelegd geen sprake is geweest van opzet of grove schuld, en voorts is gebleken dat binnen een jaar nadat de bestuurlijke boete is opgelegd niet nogmaals een overtreding wegens eenzelfde gedraging is begaan, is het college bevoegd op verzoek van degene aan wie de bestuurlijke boete is opgelegd, de bestuurlijke boete geheel of gedeeltelijk kwijt te schelden bij medewerking aan een schuldregeling.

  • 14. Het besluit tot kwijtschelding, bedoeld in het dertiende lid, wordt ingetrokken of ten nadele van degene aan wie de bestuurlijke boete is opgelegd herzien indien binnen vijf jaar na het besluit tot kwijtschelding wederom een overtreding wegens eenzelfde gedraging is begaan.

b. Aan onderdeel B wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

5. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:

  • 13. Indien ten aanzien van een overtreding waarvoor een bestuurlijke boete is opgelegd geen sprake is geweest van opzet of grove schuld, en voorts is gebleken dat binnen een jaar nadat de bestuurlijke boete is opgelegd niet nogmaals een overtreding wegens eenzelfde gedraging is begaan, is het college bevoegd op verzoek van degene aan wie de bestuurlijke boete is opgelegd, de bestuurlijke boete geheel of gedeeltelijk kwijt te schelden bij medewerking aan een schuldregeling.

  • 14. Het besluit tot kwijtschelding, bedoeld in het dertiende lid, wordt ingetrokken of ten nadele van degene aan wie de bestuurlijke boete is opgelegd herzien indien binnen vijf jaar na het besluit tot kwijtschelding wederom een overtreding wegens eenzelfde gedraging is begaan.

XV

Aan artikel XV wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

5. Er wordt twee leden toegevoegd, luidende:

  • 10. Indien ten aanzien van een overtreding waarvoor een bestuurlijke boete is opgelegd geen sprake is geweest van opzet of grove schuld, en voorts is gebleken dat binnen een jaar nadat de bestuurlijke boete is opgelegd niet nogmaals een overtreding wegens eenzelfde gedraging is begaan, is de Sociale verzekeringsbank bevoegd op verzoek van degene aan wie de bestuurlijke boete is opgelegd, de bestuurlijke boete geheel of gedeeltelijke kwijt te schelden bij medewerking aan een schuldregeling.

  • 11. Het besluit tot kwijtschelding, bedoeld in het tiende lid, wordt ingetrokken of ten nadele van degene aan wie de bestuurlijke boete is opgelegd herzien indien binnen vijf jaar na het besluit tot kwijtschelding wederom een overtreding wegens eenzelfde gedraging is begaan.

Toelichting

Dit amendement regelt dat met betrekking tot een bestuurlijke boete onder voorwaarden kan worden meegewerkt aan een schuldregeling. Aan de regeling van de bestuurlijke boete in de uitkeringswetten wordt een lid toegevoegd. Daarin wordt aan de uitvoeringsinstantie de bevoegdheid verleend om de bestuurlijke boete voor het geheel of een deel kwijt te schelden wanneer de uitvoeringsinstantie meewerkt aan een schuldregeling. Dit gebeurt op verzoek van degene aan wie de bestuurlijke boete is opgelegd en indien geen sprake is geweest van opzet of grove schuld. Hierbij geldt voorts de voorwaarde dat binnen een jaar nadat de bestuurlijke boete is opgelegd niet nogmaals een overtreding van de inlichtingenverplichting is begaan. Bij overtreding van de inlichtingenverplichting gaat het niet altijd alleen om de inlichtingenverplichting op grond van dezelfde wet, maar kan het ook gaan om overtreding van de inlichtingenverplichting op grond van een andere uitkeringswet. Het betreft dan eenzelfde gedraging, volgens de bestaande regeling in het kader van de bestuurlijke boete bij recidive.

De voorwaarden voor de uitvoeringsinstantie om medewerking te kunnen verlenen aan een schuldregeling, voor zover die in de desbetreffende uitkeringswet zijn gesteld, zijn hierbij van overeenkomstige toepassing. Voorts zijn feiten en omstandigheden waarin een besluit tot het afzien van terugvordering in het kader van een schuldregeling wordt ingetrokken of herzien van overeenkomstige toepassing verklaard op de kwijtschelding. Als betrokkene zich bijvoorbeeld niet houdt aan de afspraken in het kader van een schuldregeling, kan de kwijtschelding worden ingetrokken of herzien.

Indien is gebleken dat binnen vijf jaar na het besluit tot kwijtschelding wederom een overtreding is begaan wegens eenzelfde gedraging, wordt het besluit tot kwijtschelding ingetrokken of herzien.

De onverschuldigd betaalde uitkering in verband met de overtreding van de inlichtingenverplichting, waarvoor een bestuurlijke boete is opgelegd of waarvoor aangifte is gedaan, moet wel steeds worden terugbetaald. Deze regeling is opgenomen in de artikelen over de schuldregeling en blijft onverkort van toepassing.

Schouten


Gewijzigd amendement van het lid Schouten ter vervanging van nr. 19 dat regelt dat met betrekking tot een bestuurlijke boete onder voorwaarden kan worden meegewerkt aan een schuldregeling

2016-05-30
Dossier: 34396
Indiener(s): Carola Schouten (CU)
Onderwerpen: organisatie en beleid sociale zekerheid
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34396-22.html