Ontvangen 13 december 2016
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel II, onderdeel D, wordt in artikel 125p, eerste lid, na «ontoegankelijk te maken,» ingevoegd: waaronder het doorhalen van domeinnamen,
Het College van Procureurs-Generaal heeft in de consultatieronde geadviseerd een wettelijke bevoegdheid te creëren waardoor het mogelijk wordt te bevelen dat een domeinnaam wordt doorgehaald. De regering heeft hier geen gevolg aan gegeven. Dit amendement strekt ertoe alsnog deze bevoegdheid mogelijk te maken.
Met name in het bancaire internetverkeer kunnen criminelen misbruik maken van internetbezoekers door een domeinnaam te creëren die veel lijkt op die van een bank. Een typefout kan er dan toe leiden dat nietsvermoedend inloggegevens worden ingevuld en criminelen hiermee aan de haal gaan.
De regering geeft aan niet tot doorhaling van domeinnamen over te willen gaan omdat dit niet zal bewerkstelligen dat de website niet meer bereikbaar is. Door een ISP een domeinnaam te laten doorhalen, worden alleen de aangesloten klanten van die ISP beperkt in hun mogelijkheden om de website via die domeinnaam te bezoeken.
Indiener erkent dit, maar stelt vast dat de regering hiermee helemaal níets doet om in elk geval de klanten van de betreffende bank, te beschermen. Dat is zeer zorgelijk en onacceptabel, gelet op het grote aantal slachtoffers jaarlijks van cybercrime en de rol die dergelijke misleidende websites hierin spelen. Met deze wettelijke bevoegdheid worden in elk geval de bezoekers van banken beschermd, hetgeen naar de mening van indiener van groot belang is.
Indiener hecht waarde aan de voorzichtigheid die de overheid betracht in het ingrijpen in internetverkeer. Daarom stelt ze voor de bevoegdheid tot doorhaling te creëren enkel met betrekking tot bancaire (misleidende) domeinnamen, waarvan is af te leiden dat deze ertoe dienen bezoekers van een bepaalde bankinstelling te misleiden.
Van Toorenburg