Ontvangen 28 april 2016
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In het opschrift wordt «nationale veiligheid» vervangen door: nationale veiligheid of de veiligheid van andere staten.
II
In de beweegreden wordt «nationale veiligheid» vervangen door: nationale veiligheid of de veiligheid van andere staten.
III
Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «nationale veiligheid» vervangen door: nationale veiligheid of de veiligheid van andere staten.
2. In het tweede lid wordt een onderdeel toegevoegd:
d. een verbod om naar een of meer andere staten te reizen, indien dit met het oog op de bescherming van de veiligheid van die staten noodzakelijk is.
IV
In artikel 2a wordt «artikel 2, tweede lid, onderdeel b,» telkens vervangen door «artikel 2, tweede lid, onderdelen b en d.
V
In artikel 3 wordt «nationale veiligheid» vervangen door: nationale veiligheid of de veiligheid van andere staten.
VI
In artikel 4 wordt «nationale veiligheid» vervangen door: nationale veiligheid of de veiligheid van andere staten.
De strijd tegen terrorisme dient zoveel mogelijk in gezamenlijkheid gevoerd te worden met andere staten. Het wetsvoorstel beperkt de mogelijkheden om bestuurlijke maatregelen op te leggen tot de nationale veiligheid. De indiener is van mening dat het ook gewenst is dezelfde maatregelen te nemen indien er sprake is van dreiging voor de nationale veiligheid van andere staten. Bijvoorbeeld indien bij de veiligheidsdiensten van België of Duitsland bekend is dat een in Nederland gevestigde persoon gedragingen doet die in verband kunnen worden gebracht met terroristische activiteiten gericht op een buurland. In dat geval is niet rechtstreeks de nationale veiligheid in Nederland in het geding, terwijl het om een vergelijkbare dreiging gaat.
Dit amendement maakt het mogelijk om de meldplicht en het verbod om zich te bevinden in de nabijheid van een of meer bepaalde personen ook in die gevallen toe te passen. Bij het verbod om zich te bevinden in de omgeving van bepaalde objecten ligt het naar de mening van de indiener niet voor de hand om te veronderstellen dat de nationale veiligheid van andere staten in het geding is. In dat geval ligt het voor de hand om juist een specifiek verbod op te leggen om naar dat land te reizen en hier, indien noodzakelijk, toezicht op te houden met een technische voorziening
Bisschop Van der Staaij