Voorgesteld 26 september 2019
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er onduidelijkheid is over de handhaving van de Wet gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende kleding in het openbaar vervoer;
overwegende dat de wettelijke vervoersplicht de handhaving van het verbod op gezichtsbedekkende kleding niet mag belemmeren;
verzoekt de regering, in overleg met de vervoersbedrijven te onderzoeken of bij overtreding van het verbod op gezichtsbedekkende kleding de toegang tot het openbaar vervoer geweigerd kan worden;
verzoekt de regering tevens, de Kamer zo nodig voorstellen voor te leggen voor aanpassing van het Besluit personenvervoer 2000, en de Kamer vóór 1 december 2019 te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van der Molen
Wiersma