Ontvangen 6 juli 2016
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel I wordt na onderdeel A een onderdeel ingevoegd, luidende:
Aa
Na artikel 7 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Een vergunning wordt niet verleend voor zover de vergunning zou gelden voor activiteiten in een gebied, of een gedeelte daarvan:
a. dat is aangewezen als Natura 2000-gebied op grond van artikel 1.1, eerste lid, van de Wet natuurbescherming, of
b. dat is aangewezen op grond van de Overeenkomst inzake de bescherming van het cultureel en natuurlijk erfgoed van de wereld (Trb. 1973, 155).
II
In artikel I, onderdeel B, wordt in artikel 9, eerste lid, aanhef, «de artikelen 7 en 8» vervangen door: de artikelen 7, 7a en 8.
III
In artikel I, onderdeel C, wordt «In artikel 10,» vervangen door: Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «de artikelen 7 en 8» vervangen door: de artikelen 7, 7a en 8.
2. In het.
IV
In artikel I, onderdeel G, wordt artikel 18, eerste lid, als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel e vervalt: of.
2. Onder vervanging van de punt door een komma aan het slot van onderdeel f worden twee onderdelen toegevoegd, luidende:
g. voor zover de vergunning geldt voor een gebied, of een gedeelte daarvan, dat is aangewezen als Natura 2000-gebied op grond van artikel 1.1, eerste lid, van de Wet natuurbescherming, of
h. voor zover de vergunning geldt voor een gebied dat is aangewezen op grond van de Overeenkomst inzake de bescherming van het cultureel en natuurlijk erfgoed van de wereld (Trb. 1973, 155).
V
In artikel I, onderdeel H, wordt artikel 21, eerste lid, als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel i vervalt: of.
2. Onder vervanging van de punt door een komma aan het slot van onderdeel j worden twee onderdelen toegevoegd, luidende:
k. voor zover de vergunning geldt voor een gebied, of een gedeelte daarvan, dat is aangewezen als Natura 2000-gebied op grond van artikel 1.1, eerste lid, van de Wet natuurbescherming, of
l. voor zover de vergunning geldt voor een gebied dat is aangewezen op grond van de Overeenkomst inzake de bescherming van het cultureel en natuurlijk erfgoed van de wereld (Trb. 1973, 155).
VI
In artikel I, onderdeel Y, wordt artikel 141a, vierde lid, als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a vervalt: en.
2. Onder vervanging van de punt door een komma aan het slot van onderdeel b worden twee onderdelen toegevoegd, luidende:
c. het desbetreffende gebied niet geheel of ten dele is aangewezen als Natura 2000-gebied op grond van artikel 1.1, eerste lid, van de Wet natuurbescherming, en
d. het desbetreffende gebied niet geheel of ten dele is gelegen binnen een gebied dat is aangewezen op grond van de Overeenkomst inzake de bescherming van het cultureel en natuurlijk erfgoed van de wereld (Trb. 1973, 155).
Dit amendement regelt dat geen vergunningen voor het opsporen en winnen van delfstoffen en aardwarmte worden verleend voor gebieden die zijn aangewezen als Natura 2000-gebied en gebieden die zijn aangewezen als Werelderfgoed op grond van het Werelderfgoedverdrag.
Dit amendement zorgt ervoor dat er geen mijnbouwinstallaties kunnen worden geplaatst in Natura2000 gebieden of in gebieden met een Unesco Werelderfgoed status, waaronder de Waddenzee. Deze gebieden hebben de status van Natura2000 of Werelderfgoed gekregen om de natuur te beschermen. De indieners beogen met dit amendement om die bescherming van de natuur te waarborgen door deze gebieden uit te sluiten van industriële mijnbouwinstallaties.
Schuin gas winnen onder de genoemde gebieden door de mijnbouwinstallaties net daarbuiten te plaatsen, wordt alleen toegestaan als aan alle voorwaarden voor veilige en verantwoorde winning wordt voldaan. Per AMvB kunnen hier nadere regels over worden opgesteld.
Van Veldhoven Wassenberg Van Tongeren Dik-Faber