Ontvangen 5 februari 2016
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel V wordt na onderdeel A een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:
Aa
Na artikel 9.3 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. Aan een universiteit is een studentassessor verbonden, die in elk geval het bevorderen van onderling overleg in de universiteit tot taak heeft. In het bestuurs- en beheersreglement wordt bepaald op welke wijze de studentassessor wordt benoemd.
2. De studentassessor wordt in de gelegenheid gesteld om de vergaderingen van het college van bestuur bij te wonen. In deze vergaderingen heeft hij een adviserende rol.
3. In het bestuurs- en beheersreglement kan worden afgeweken van het eerste en tweede lid.
II
In artikel V worden na onderdeel C twee onderdelen ingevoegd, luidende, luidende:
Ca
In artikel 9.12, tweede lid, vervallen de derde en vierde volzin.
Cb
Na artikel 9.16 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. Aan een faculteit is een studentassessor verbonden, die in elk geval het bevorderen van onderling overleg in de faculteit tot taak heeft. In het faculteitsreglement wordt bepaald op welke wijze de studentassessor wordt benoemd.
2. De studentassessor wordt in de gelegenheid gesteld om de vergaderingen van het bestuur van de faculteit bij te wonen. In deze vergaderingen heeft hij een adviserende rol. Indien het bestuur van de faculteit uit slechts een decaan bestaat, overlegt de studentassessor regelmatig met de decaan.
3. In het faculteitsreglement kan worden afgeweken van het eerste en tweede lid.
III
In artikel V worden na onderdeel I twee onderdelen ingevoegd, luidende:
Ia
Na artikel 10.2 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. Aan een hogeschool is een studentassessor verbonden, die in elk geval het bevorderen van onderling overleg in de hogeschool tot taak heeft. In het bestuurs- en beheersreglement wordt bepaald op welke wijze de studentassessor wordt benoemd.
2. De studentassessor wordt in de gelegenheid gesteld om de vergaderingen van het college van bestuur bij te wonen. In deze vergaderingen heeft hij een adviserende rol.
3. In het bestuurs- en beheersreglement kan worden afgeweken van het eerste en tweede lid.
Ib
Aan artikel 10.3b, derde lid, wordt, onder vervanging van «, en» aan het slot van onderdeel c door een komma en van de punt aan het slot van onderdeel d door «, en», een onderdeel toegevoegd, luidende:
e. de wijze waarop, op het niveau van de faculteit, uitvoering wordt gegeven aan het bepaalde in artikel 10.2a.
IV
In artikel V wordt na onderdeel N een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:
Na
Na artikel 11.2 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. Aan de Open Universiteit is een studentassessor verbonden, die in elk geval het bevorderen van onderling overleg in de Open Universiteit tot taak heeft. In het bestuurs- en beheersreglement wordt bepaald op welke wijze de studentassessor wordt benoemd.
2. De studentassessor wordt in de gelegenheid gesteld om de vergaderingen van het college van bestuur bij te wonen. In deze vergaderingen heeft hij een adviserende rol.
3. In het bestuurs- en beheersreglement kan worden afgeweken van het eerste en tweede lid.
Het voorgestelde amendement introduceert de studentassessor op instellingsniveau bij hoger onderwijsinstellingen. Het sluit aan bij de reeds bestaande studentassessor in het faculteitsbestuur en in het opleidingsbestuur. Het uitgangspunt dat een studentassessor een adviseur is van het bestuur en daar geen lid van is, blijft geborgd. Om het college van bestuur en de medezeggenschap optimaal in positie te brengen, is een goede en tijdige informatievoorziening noodzakelijk. De studentassessor bevordert als intermediair de informatieoverdracht en samenwerking tussen beide organen. Doordat beide organen beter en eerder van elkaar weten wat er leeft, kan dit tot soepelere en betere besluitvorming leiden. Dit is in het belang van de hele universiteit of hogeschool.
Het voorgestelde amendement stelt de studentassessor als norm, maar niet verplicht. Het bevat tevens ruimte om binnen de universiteit of hogeschool afspraken te maken over de precieze taak en de wijze van benoeming van de studentassessor. Daarmee wordt geborgd dat de studentassessor past binnen de cultuur van de instelling en draagvlak heeft binnen de instelling. Zo kan de assessor bij de ene instelling een specifieke portefeuille tot zijn aandachtsgebied krijgen, terwijl de assessor bij een andere instelling contacten onderhoudt met alle studentenorganisaties.
Van Meenen Mohandis