Voorgesteld 3 februari 2016
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat op dit moment het college van bestuur aanwezig kan zijn bij periodieke gesprekken tussen de centrale medezeggenschap en de raad van toezicht;
overwegende dat dit niet bevorderlijk is voor de onafhankelijkheid en de mate van vrijheid die de medezeggenschapsraad voelt om onder andere kritiek op het college van bestuur te bespreken met de raad van toezicht;
overwegende dat het derhalve wenselijk is om afspraken te maken waarbij de medezeggenschap op z'n minst tweemaal per jaar met de raad van toezicht kan overleggen zonder dat het college van bestuur hierbij aanwezig kan zijn;
verzoekt de regering om, hierover met de onderwijsinstellingen en de betreffende koepelorganisaties afspraken te maken, om deze vast te laten leggen in de betreffende governance codes en de Kamer hierover nader te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mohandis
Grashoff