Ontvangen 18 januari 2016
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
Artikel I, onderdeel B, wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste onderdeel vervalt het vierde lid en komt de aanhef te luiden: Onder vernummering van het derde en vierde lid tot het vierde en vijfde lid wordt na het tweede lid een lid ingevoegd:.
2. In het tweede onderdeel wordt in de aanhef «zesde lid» vervangen door «vijfde lid» en wordt het zesde lid vernummerd tot vijfde lid.
II
In artikel II, onderdeel B, vervalt in het vierde lid en komt de aanhef te luiden: In artikel 28i wordt onder vernummering van het derde lid tot het vierde lid een lid ingevoegd, luidende:.
III
Artikel III, onderdeel B, wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste onderdeel vervalt het vierde lid en komt de aanhef te luiden: Onder vernummering van het derde en vierde lid tot het vierde en vijfde lid wordt na het tweede lid een lid ingevoegd:.
2. In het tweede onderdeel wordt in de aanhef «zesde lid» vervangen door «vijfde lid» en wordt het zesde lid vernummerd tot vijfde lid.
IV
In artikel IV, onderdeel D, vervalt in onderdeel 2 het negende lid en komt de aanhef te luiden: Toegevoegd wordt een lid, luidende:.
V
Artikel V, onderdeel C, vervalt.
VI
Artikel V, onderdeel H, vervalt.
VII
In artikel V, onderdeel K, vervalt het tweede onderdeel.
VIII
Artikel V, onderdeel O, vervalt.
IX
Artikel VII, onderdeel B, wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste onderdeel vervalt het vierde lid en komt de aanhef te luiden: Onder vernummering van het derde lid tot vierde lid wordt na het tweede lid een lid ingevoegd, luidende:.
2. In het tweede onderdeel wordt in de aanhef «vijfde lid» vervangen door «vierde lid» en wordt «met vierde lid» vervangen door: met derde lid.
X
Artikel VIII, onderdeel B, wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste onderdeel vervalt het vierde lid en komt de aanhef te luiden: Onder vernummering van het derde lid tot vierde lid wordt na het tweede lid een lid ingevoegd, luidende:.
2. In het tweede onderdeel wordt in de aanhef «vijfde lid» vervangen door «vierde lid» en wordt «met vierde lid» vervangen door: met derde lid.
Met dit amendement vervalt de meldplicht aan de inspectie, voor de interne toezichthouder in alle onderwijssoorten. De indieners zijn van mening dat een meldplicht onnodig en onwenselijk is. Ook de Raad van State adviseert om af te zien van de voorgestelde meldplicht. Ten eerste past de meldplicht niet bij de taak en verantwoordelijkheid van de interne toezichthouder binnen de rechtspersoon. Volgens de Raad van State kan de meldplicht het functioneren zelfs ernstig bemoeilijken. Ten tweede is het wenselijk om eerst de bestaande wettelijke mogelijkheden optimaal toe te passen.
Bruins Rog