Ontvangen 25 januari 2016
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I wordt voor onderdeel C een onderdeel ingevoegd, luidende:
Ba
In artikel 46c wordt in het vierde en vijfde lid «de artikelen 46d en 46e» vervangen door: artikel 46d.
II
Artikel I, onderdeel C, komt te luiden:
C
Artikel 46e vervalt.
III
In artikel I, onderdeel I, onder 1, vervalt: 46e,.
IV
In artikel I, onderdeel L, wordt «De artikelen 46 tot en met 46f, 46fb tot en met 60.» vervangen door: De artikelen 46 tot en met 46d, 46f, 46fb tot en met 60.
V
Artikel II, onderdeel B, komt te luiden:
B
Aan artikel 37, eerste lid, wordt een zin toegevoegd, luidende: Indien de voorzitter of plaatsvervangend voorzitter door na aanvang van de zaak opgekomen omstandigheden is verhinderd, kan deze worden vervangen door een op grond van artikel 35, tweede lid, door Onze Minister benoemd lid of plaatsvervangend lid.
VI
In artikel II, onderdeel F, vervalt: 37, derde tot en met vijfde lid en zevende tot en met negende lid,.
VII
In artikel III vervalt onderdeel D.
VIII
In artikel III vervalt onderdeel G.
IX
Artikel V, onderdeel B, komt te luiden:
B
In artikel II wordt aan artikel 37, eerste lid, een zin toegevoegd, luidende: Indien de voorzitter of plaatsvervangend voorzitter door na aanvang van de zaak opgekomen omstandigheden is verhinderd, kan deze worden vervangen door een op grond van artikel 35, tweede lid, door Onze Minister benoemd lid of plaatsvervangend lid.
X
Artikel VI, onderdeel C, vervalt.
Dit amendement strekt ertoe het voorstel voor het invoeren van een griffierecht van € 50 bij tuchtrechtprocedures voor gerechtsdeurwaarders en notarissen te schrappen en het reeds ingevoerde griffierecht van € 50 bij tuchtrechtprocedures voor advocaten terug te draaien. Indiener is van mening dat het heffen van griffierecht een onwenselijke drempel is voor de toegang tot de tuchtrechter. Het indienen van een klacht dient niet alleen het belang van de klager, maar ook het belang van het waarborgen van een goede beroepsstandaard en dus de kwaliteit van de gerechtsdeurwaarders, de notarissen en de advocatuur. Bovendien heeft de Afdeling advisering van de Raad van State gewezen op het probleem dat onder klagers ook personen zitten die in financieel lastige situaties betrokken zijn. Met dit amendement wordt het heffen van griffierecht voor de tuchtrechter ongedaan gemaakt dan wel niet ingevoerd.
De onderdelen II, V en VII van dit amendement regelen het schrappen van het voorgestelde griffierecht dan wel het terugdraaien van het reeds ingevoerde griffierecht. De overige onderdelen zijn van louter wetstechnische aard.
Van Nispen