Voorgesteld 3 juni 2015
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende:
• dat ondergetekenden de behandeling van het onderhavig ontwerp van rijkswet als bijzonder gedelegeerden uit hoofde van artikel 17 van het Statuut bijwonen;
• dat in verband met de geografische ligging der landen, de Staten der landen in het Caribische deel van het Koninkrijk niet vaak bijzonder gedelegeerden kunnen afvaardigen;
• dat er dan ook ruim vijf jaar is verstreken sedert er voor het laatst bijzonder gedelegeerden zijn afgevaardigd voor de behandeling van een ontwerp van een rijkswet als bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Statuut;
• dat de bijdrage van de bijzonder gedelegeerden bij de behandeling van een zodanig ontwerp van rijkswet veel concrete gezamenlijke resultaten heeft opgeleverd, waaronder, doch niet beperkt tot, de schepping van een wettelijke grondslag voor cassatie in belastingzaken ex artikel 15a van de rijkswet cassatierechtspraak en nadere uitwerking en invulling van een geschillenregeling ex artikel 12a van het Statuut;
• dat het, gelet op het voorgaande, wenselijk is om jaarlijks een inspanning te doen opdat de plenaire behandeling van rijkswetten zo veel mogelijk zou kunnen worden gekoppeld aan hetzij het Interparlementair Koninkrijksoverleg, dan wel geclusterd kan plaatsvinden in een andere specifieke samenhangende periode;
besluit, zich te zullen inspannen om het daarheen te leiden dat de plenaire behandeling van rijkswetten zo veel mogelijk zal worden gekoppeld aan hetzij het Interparlementair Koninkrijksoverleg, dan wel geclusterd zal plaatsvinden in een andere specifieke periode;
verzoekt de Koninkrijksregering, waar nodig medewerking aan gemeld doel te verlenen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Bikker
Dammers
Sneek
Ruiz-Maduro
Thijsen