Ontvangen 11 november 2014
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Artikel I, onderdeel BI, wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef wordt «wordt een artikel» vervangen door: worden twee artikelen.
2. Na artikel 6.2a wordt een artikel toegevoegd, luidende:
1. Aan de debiteur wordt gelijktijdig met de omzetting, bedoeld in artikel 5.7, eenmalig een deel van de lening hoger onderwijs kwijtgescholden indien een masteropleiding, bedoeld in artikel 7.4a, derde tot en met zevende lid, van de WHW, met goed gevolg is afgerond binnen de diplomatermijn hoger onderwijs.
2. De kwijtschelding wordt verleend voor de lening hoger onderwijs of een gedeelte daarvan, die is verleend gedurende het aantal maanden waarop de studielast van die masteropleiding is gebaseerd, verminderd met twaalf maanden.
3. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld voor een goede uitvoering van dit artikel.
II
In artikel I, onderdeel BT, wordt in artikel 6.19, eerste lid, na «6.2a,» ingevoegd: 6.2b,.
III
In artikel I, onderdeel CV, wordt in artikel 12.14, derde lid, «Artikel 6.2a is» vervangen door: De artikelen 6.2a en 6.2b zijn.
Met dit amendement wordt de ongelijke situatie tussen studenten die een eenjarige masteropleiding volgen en studenten die een meerjarige masteropleiding volgen gelijkgetrokken. Dit amendement regelt dat deze studenten voor de extra jaren die hun masteropleiding duurt, effectief niet onder het leenstelsel vallen, en dus alleen voor het eerste studiejaar onder het leenstelsel vallen. Uiteraard wordt er hierbij vanuit gegaan dat zij binnen hun langere studieduur afstuderen binnen de tijd die voor de betreffende masteropleiding staat. Een student die een meerjarige masteropleiding volgt moet niet worden bestraft voor zijn ambitie met een hogere schuld dan studenten die een eenjarige masteropleiding volgen. Dit zijn bijvoorbeeld studenten geneeskunde en bètastudenten.
J. van Dijk