Ontvangen 29 oktober 2014
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel VII, onderdeel A, onder 2, vervallen in het zesde lid de zinsnede «in ieder geval» en de tweede volzin.
Met het oog op de rechtszekerheid van onderwijsinstellingen dienen alle hoofdelementen van de bekostiging in de wet in formele zin te worden verankerd. In het wetsvoorstel zijn daarom vier concrete maatstaven opgenomen, te weten onderwijsdifferentiatie, onderwijsintensiteit, docentkwaliteit en studiesucces. Het wetsvoorstel schept desondanks toch de mogelijkheid om bij of krachtens algemene maatregel van bestuur andere maatstaven te hanteren dan die welke expliciet zijn vastgelegd. Daardoor zou alsnog rechtsonzekerheid ontstaan voor instellingen voor hoger onderwijs. De regering heeft dat kennelijk niet bedoeld (Kamerstukken II 34 035, nr. 13, p. 143). Dit amendement beperkt de maatstaven daarom tot de vier die in het wetsvoorstel worden genoemd, in overeenstemming met het wetgevingskwaliteitsbeleid van de regering.
Bisschop