Ontvangen 11 april 2017
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel II wordt in artikel 13, tweede lid, vóór «in het belang van de nationale veiligheid» ingevoegd: indien dit in een democratische samenleving noodzakelijk is.
Dit amendement regelt dat de rechterlijke machtiging als uitgangspunt voor het beperken van het brief- en telecommunicatiegeheim verstevigd wordt. Waar het regeringsvoorstel het ontbreken van rechterlijke machtiging toestaat in het belang van nationale veiligheid, acht de initiatiefnemer dit een te brede uitzondering. Net als bij artikel 8 EVRM, dat mede ziet op de eerbiediging van correspondentie, zou de inmenging in dit recht in het belang van de nationale veiligheid alleen moeten kunnen plaatsvinden indien dit noodzakelijk is in een democratische samenleving. Die noodzakelijkheid impliceert gelijk ook dat er geen lichter middel beschikbaar is (subsidiariteit) en dat het middel in verhouding staat tot het doel (proportionaliteit).
Verhoeven