Ontvangen 2 oktober 2014
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel I, onderdeel D, wordt na afdeling 1.7.3 een afdeling ingevoegd, luidende:
1. De vaste beloning die een financiële onderneming met zetel in Nederland toekent aan een natuurlijk persoon werkzaam onder haar verantwoordelijkheid, staat in een redelijke verhouding tot het vastgestelde beloningsbeleid binnen die financiële onderneming waarbij de vaste beloning ten tijde van de vaststelling iets beneden de mediaan van vergelijkbare functies binnen en buiten de financiële sector ligt, waarbij de relevante internationale context wordt meegewogen.
2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op in Nederland gelegen bijkantoren van financiële ondernemingen met zetel in een andere staat, niet zijnde een bank of beleggingsonderneming in de zin van de verordening kapitaalvereisten. Het toezicht op het bijkantoor wordt uitgeoefend door de toezichthouder die, indien de onderneming haar zetel in Nederland had gehad, op grond van het Deel Markttoegang tot vergunningverlening bevoegd zou zijn geweest.
3. Het eerste lid is niet van toepassing op:
a. beheerders van beleggingsinstellingen;
b. beheerders van icbe’s; en
c. beleggingsondernemingen die uitsluitend voor eigen rekening handelen met eigen middelen en kapitaal, geen externe cliënten hebben en plaatselijke onderneming zijn.
Dit amendement regelt dat de vaste beloning die een financiële onderneming met zetel in Nederland toekent aan een natuurlijk persoon werkzaam onder haar verantwoordelijkheid, in redelijke verhouding staat tot het vastgestelde beloningsbeleid binnen die financiële onderneming waarbij de vaste beloning ten tijde van de vaststelling iets beneden de mediaan van vergelijkbare functies binnen en buiten de financiële sector ligt, waarbij de relevante internationale context wordt meegewogen.
Met dit amendement sluiten we aan bij de norm uit de «code banken».
Merkies