Stemming

Amendement van het lid Dik-Faber waarmee buiten twijfel wordt gesteld dat waterschappen ook bevoegd zijn tot energieopwekking en het terugwinnen van grondstoffen

44,7 %
55,3 %


Houwers

SGP

CDA

GL

CU

VVD

PvdA

Klein

GrBvK

D66

GrKÖ

PvdD

Van Vliet

PVV

50PLUS

SP


Nr. 15 AMENDEMENT VAN HET LID DIK-FABER

Ontvangen 15 april 2015

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel 2.17 wordt na het eerste lid een lid ingevoegd, luidende:

1a. Het waterschapsbestuur is bevoegd om bij de uitoefening van de taken, bedoeld in het eerste lid, onder a, energie op te wekken en grondstoffen terug te winnen en deze energie en grondstoffen te leveren aan derden.

Toelichting

Waterschappen hebben ingevolge de Waterwet (Ww) en Waterschapswet (Wsw) als traditionele taak de zuivering van afvalwater (artikel 2.17, eerste lid, onder a, onder 2°) te verzorgen en watersystemen te beheren (artikel 2.17, eerste lid, onder a, onder 1°). Door de opkomst van de circulaire economie zijn de activiteiten van waterschappen de laatste jaren verbreed zonder dat de wetgeving hierop is aangepast. Met dit amendement wordt buiten twijfel gesteld dat het waterschapsbestuur tevens bevoegd is om energie op te wekken en grondstoffen terug te winnen.

Steeds meer waterschappen wekken energie op uit afvalwater. Zij zetten de opgewekte energie allereerst in om hun waterzuivering van energie te voorzien. In afvalwater zit – in theorie – tot acht keer meer energie dan nodig is om het water te zuiveren. Waterschappen zijn daarom in staat om de overschotten aan energie te leveren aan bedrijven of burgers. Zuiveringsinstallaties worden daarmee energiefabrieken die bijdragen aan het verwezenlijken van de doelen zoals gesteld in het in 2013 gesloten Energieakkoord.1

Ook bouwen waterschappen zuiveringsinstallaties steeds meer om tot grondstoffenfabrieken. Kostbare grondstoffen zoals fosfaat of vezels worden hierbij teruggewonnen zodat ze kunnen worden hergebruikt.2

Ook ten aanzien van de watersysteemtaak (artikel 2.17, eerste lid, onder a, onder 1°) zijn er in de toekomst mogelijkheden voor energie terugwinning.

De bevoegdheden tot energieopwekking en grondstof terugwinnen berusten echter niet op de wet. Dit is problematisch omdat waterschappen functionele openbare lichamen zijn met een gesloten huishouding. Dit betekent dat waterschappen in het leven zijn geroepen om één of meer specifiek omschreven taak te vervullen en alleen bevoegd zijn om die belangen aan te trekken die hen rechtens zijn opgedragen.

Met dit amendement wordt dit opgelost, door buiten twijfel te stellen dat waterschappen ook bevoegd zijn tot energieopwekking en het terugwinnen van grondstoffen. Hiermee wordt tevens aangesloten op een aanbeveling van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) om het huidige juridische raamwerk onder de loep te nemen om te bezien in hoeverre innovaties in de watersector juridisch zijn geborgd.3

De activiteiten energieopwekking en het terugwinnen van grondstoffen zijn in dit amendement opgenomen als bevoegdheid en niet als taak. Wanneer wettelijk zou worden vastgelegd dat deze activiteiten een taak van het waterschapsbestuur zijn, zouden deze activiteiten ook moeten worden uitgevoerd wanneer dit niet doelmatig is. Door te kiezen voor een bevoegdheid kan het waterschapsbestuur zelf een afweging maken.

Dit amendement dient niet als een beperking te worden gezien voor eventuele andere bevoegdheden die niet expliciet gecodificeerd zijn, zoals energiewinning via windmolens op een dijk ten behoeve van de energievoorziening van poldergemalen.

Dik-Faber


Amendement van het lid Dik-Faber waarmee buiten twijfel wordt gesteld dat waterschappen ook bevoegd zijn tot energieopwekking en het terugwinnen van grondstoffen

2015-04-15
Dossier: 33962
Indiener(s): Carla Dik-Faber (CU)
Onderwerpen: ruimte en infrastructuur ruimtelijke ordening
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33962-15.html