Voorgesteld 24 juni 2015
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de regering ervoor heeft gekozen om de materiële normstelling door te schuiven naar Algemene Maatregelen van Bestuur;
overwegende dat het deels gaat om invloedrijke normen die volgens de aanwijzingen voor de regelgeving primair in de wet zelf opgenomen dienen te worden;
overwegende dat onder meer de Raad van State kritiek heeft geuit op het geheel doorschuiven van de materiële normstelling naar gedelegeerde regelgeving;
overwegende dat het opnemen van invloedrijke, materiële normen in de wet zelf meer recht doet aan de rol van de Kamer als medewetgever;
verzoekt de regering, in de periode tot indiening van de invoeringswet en de Algemene Maatregelen van Bestuur in overleg met de Kamer te bezien of er invloedrijke, materiële normen zijn die het verdienen om in de Omgevingswet zelf opgenomen te worden en hoe hier vorm aan gegeven moet worden,
en gaat over tot de orde van de dag.
Bisschop