Voorgesteld 21 juni 2016
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de Koninklijke Marechaussee volgens onderzoek van de Universiteit Leiden soms tegen de grenzen van haar bevoegdheden aanloopt;
overwegende dat leden Segers, Van Oosten, Volp, Oskam, Van Tongeren en Van der Staaij eerder vragen hebben gesteld over aanpassing van artikel 4, eerste lid, sub g, van de Politiewet om beter uitdrukking te geven aan de bevoegdheid van de Koninklijke Marechaussee met betrekking tot mensenhandel;
overwegende dat de Minister daarover met het Openbaar Ministerie, de politie en de Koninklijke Marechaussee in gesprek is gegaan, maar dat dit nog niet heeft geleid tot een oplossing;
spreekt uit dat het wenselijk is om beter tot uitdrukking te brengen dat ook de Koninklijke Marechaussee de wettelijke taak heeft om mensenhandel te bestrijden;
verzoekt de regering om te onderzoeken of daarvoor een wetswijziging nodig is en de Kamer daarover voor 1 september 2016 te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Segers
Van Toorenburg
Van der Staaij
Van Tongeren
Volp
Van Oosten