Ontvangen 14 april 2015
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Artikel I, onderdeel S, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel 2 wordt «vijfde categorie» vervangen door: zesde categorie.
2. Er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
3. In het derde lid, aanhef, wordt «indien:» vervangen door: indien voor de overtreding op basis van de Wet op de economische delicten een hogere geldboete kan worden opgelegd dan de in de bijlage ter zake van de overtreding voorziene bestuurlijke boete, en:.
Dit amendement beoogt de omzetafhankelijke bestuurlijke boete die de NVWA maximaal kan opleggen te verhogen van € 4.500 naar € 810.000 (het bedrag van de zesde categorie, bedoeld in artikel 23, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht).
De huidige wetswijziging verhoogt de bestuurlijke boetes die de NVWA kan uitdelen van € 4.500 tot maximaal € 81.000 (het bedrag van de vijfde categorie, bedoeld in artikel 23, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht). Het is duidelijk dat € 4.500 voor praktisch alle bedrijven goedkoper is dan voldoen aan de volksgezondheidseisen die wij in Nederland stellen. Een boete van € 81.000 is dit voor grote bedrijven echter nog steeds, afhankelijk van de overtreding. Daarom beogen wij deze boete verder te verhogen, naar de zesde categorie. Alleen op deze manier is de maximale hoogte van de boete afschrikwekkend genoeg om bedrijven te dwingen zich aan onze volksgezondheidseisen te houden.
De wijziging wordt aangebracht in artikel 32a, tweede lid, van de Warenwet. Aangezien de wijziging tot gevolg heeft dat op basis van de Warenwet een hogere bestuurlijke boete kan worden opgelegd dan een strafrechtelijke geldboete op basis van de Wet economische delicten, wordt tevens in artikel 32a, derde lid, een voorziening opgenomen op basis waarvan de mogelijkheid blijft bestaan om in de daar genoemde situaties een bestuurlijke boete op te leggen indien die hoger is dan de in de WED genoemde geldboete.
Dikkers