Ontvangen 2 april 2014
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Artikel II wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid vervalt de tweede volzin.
2. Na het eerste lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
1a. Artikel 126jj van het Wetboek van Strafvordering vervalt drie jaar na inwerkingtreding van de wet, tenzij bij koninklijk besluit anders wordt bepaald. De voordracht voor een krachtens dit lid vast te stellen koninklijk besluit wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
Dit amendement voorziet in een lichte voorhangprocedure voor het koninklijk besluit dat het mogelijk maakt om dit wetsvoorstel een permanente werking te geven. Indiener is van mening dat bij het eventueel permanent maken van het wetsvoorstel, betrokkenheid van de Kamer wenselijk is.
Segers