Voorgesteld 4 april 2013
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende de uitgevoerde evaluatie van de Benelux Unie-samenwerking;
constaterende dat er in de interparlementaire Beneluxraad geen politieke besluitvorming en controle plaatsvindt;
overwegende de eerder in de Kamer geuite kritiek op het functioneren en de rol van het Beneluxparlement;
spreekt uit om in overleg met de Eerste Kamer en de overige betrokken parlementen de activiteiten van de Raadgevende Interparlementaire Beneluxraad te agenderen waarbij het voortbestaan van het parlement in zijn huidige vorm ter discussie gesteld zal worden alsook een open dialoog zal worden aangegaan over alternatieve flexibele vormen van samenwerking tussen de drie landen;
verzoekt de regering, de overeenkomst van 5 november 1955 nopens de instelling van de Raadgevende Interparlementaire Beneluxraad hangende deze discussie in het Benelux-parlement vooralsnog niet op te zeggen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Servaes