Voorgesteld 23 oktober 2012
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de startersregeling – bedoeld voor mensen die vanuit de WW als zelfstandige beginnen – een maximale duur van zes maanden heeft;
van mening dat het onwenselijk en onredelijk is dat een langdurige ziekte tijdens deelname aan de startersregeling ten koste gaat van de maximale duur van zes maanden;
overwegende dat deze situatie niet expliciet in de wet is geregeld en dat het UWV derhalve een discretionaire bevoegdheid heeft om langdurige ziekte niet ten koste te laten gaan van de termijn van zes maanden;
overwegende dat het UWV in de praktijk deze discretionaire bevoegdheid niet altijd gebruikt;
verzoekt de regering, ervoor te zorgen dat de deelname aan de startersregeling tijdens langdurige ziekte tijdelijk wordt stopgezet, zodat dit niet ten koste gaat van de termijn van zes maanden,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Weyenberg
Heerma