Stemming

Amendement van het lid Irrgang over het vaststellen van de schadevergoeding

11,3 %
88,7 %


PvdA

GL

SP

CDA

CU

D66

VVD

PvdD

PVV

SGP


Nr. 13 AMENDEMENT VAN HET LID IRRGANG

Ontvangen 6 februari 2012

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel AB, komen de artikelen 6:10 tot en met 6:12 te luiden:

Artikel 6:10

  • 1. Onze Minister stelt zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk zeven dagen nadat het besluit tot onteigening onherroepelijk is geworden, de schadeloosstelling vast.

  • 2. De vaststelling van de schadeloosstelling wordt bekendgemaakt aan degene aan wie ingevolge artikel 6:8, eerste of vierde lid, het recht op schadeloosstelling toekomt. In daarvoor in aanmerking komende gevallen geschiedt de bekendmaking overeenkomstig artikel 5:25m, eerste en tweede lid.

  • 3. De vaststelling, bedoeld in het eerste lid, is geen besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 6:11

  • 1. De ondernemingskamer van het Gerechtshof te Amsterdam kan op verzoek van degene aan wie ingevolge artikel 6:8, eerste of vierde lid, een recht op schadeloosstelling toekomt, een schadeloosstelling vaststellen waarbij wordt afgeweken van de door Onze Minister vastgestelde schadeloosstelling.

  • 2. Een verzoek als bedoeld in het eerste lid is met redenen omkleed en vermeldt in welk opzicht de schadeloosstelling moet worden aangepast. De termijn voor het indienen van het verzoekschrift bedraagt twee maanden, gerekend vanaf de dag waarop het aanbod tot schadeloosstelling is gedaan.

  • 3. De ondernemingskamer kan het verzoek alleen toewijzen, indien de verzoeker aantoont dat het aanbod tot schadeloosstelling geen volledige vergoeding biedt voor de door hem geleden schade.

Artikel 6:12

  • 1. Na afloop van de termijn, genoemd in artikel 6:11, tweede lid, stelt de Staat der Nederlanden voor de rechthebbenden op schadeloosstelling die geen verzoek bij de ondernemingskamer hebben ingediend, het aan hen toekomende bedrag aan schadeloosstelling onverwijld betaalbaar.

  • 2. De dag en plaats van betaalbaarstelling worden schriftelijk meegedeeld aan de rechthebbenden op schadeloosstelling van wie het adres bekend is. De dag en plaats van betaalbaarstelling worden tevens aangekondigd in een landelijk verspreid dagblad, tenzij van alle rechthebbenden het adres bekend is.

  • 3. Zo lang en voor zover het in het eerste lid bedoelde bedrag niet is betaald, wordt het bedrag verhoogd met rente, gelijk aan de wettelijke rente, vanaf de dag van onteigening tot aan de dag van betaling.

  • 4. Het eerste tot en met derde lid vinden ten aanzien van rechthebbenden op schadeloosstelling die wel een verzoek bij de ondernemingskamer hebben ingediend, overeenkomstige toepassing, nadat de beschikking van de ondernemingskamer tot vaststelling van de schadeloosstelling in kracht van gewijsde is gegaan.

  • 5. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de betaalbaarstelling van de schadeloosstelling.

Toelichting

Voor het geval waarin de minister op grond van artikel 6.2 overgaat tot onteigening, regelt dit amendement dat de hoogte van de schadeloosstelling door de minister wordt vastgesteld in plaats van door de rechter. Dit was zo bepaald in het oorspronkelijke wetsvoorstel.

Irrgang


Amendement van het lid Irrgang over het vaststellen van de schadevergoeding

2012-02-06
Dossier: 33059
Indiener(s): Ewout Irrgang
Onderwerpen: financieel toezicht financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33059-13.html