Ontvangen 15 december 2011
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Na artikel 3 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. In artikel 93, vierde lid, onderdeel c, vervalt de zinsnede «, voor zover deze niet bij artikel 121 zijn beperkt».
2. Artikel 121 vervalt.
De Zorg is de grootste uitgavenpost van de centrale overheid. De zorgkosten stijgen sneller dan de gemiddelde groei van het nationaal inkomen en beslaan een steeds groter aandeel van de collectieve uitgaven. Hierdoor wordt de bestedingsruimte voor collectieve voorzieningen als onderwijs en veiligheid kleiner. De Algemene Rekenkamer liet recent zien dat tussen 2002 en 2010 de overschrijding van het Budgettair Kader Zorg gemiddeld bijna 1 miljard per jaar is geweest. De systeemverantwoordelijkheid voor de betaalbaarheid van de zorg ligt bij de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De minister beoogt ervoor te zorgen dat de zorguitgaven niet sneller groeien dan afgesproken. De Kamer heeft bij de premie gefinancierde zorguitgaven geen budgetrecht, maar heeft wel de mogelijkheid om te toetsen of de minister haar systeemverantwoordelijkheid voor de betaalbaarheid van de zorg juist invult. De Kamer moet daartoe kunnen beschikken over adequate informatie om deze controlerende taak effectief te kunnen uitvoeren. Het is de verantwoordelijkheid van de minister van VWS om de Kamer van deze informatie te voorzien. Beter en sneller inzicht in de besteding van zorgpremies is van groot belang, zowel voor de controlerende functie van het parlement als kwaliteit van het regeringsbeleid.
In het curatieve deel van de zorg worden de bestedingskeuzes van de zorgpremies gemaakt door zorgverzekeraars. Deze zijn rechtspersonen met een wettelijke taak (RWT´s). De Algemene Rekenkamer heeft ingevolge artikel 91 van de Comptabiliteitswet de algemene bevoegdheid om onderzoek te doen bij RWT’s. Dit amendement regelt dat de zorgverzekeraars weer gezien worden als RWT’s waar de gebruikelijke bevoegdheden van de Algemene Rekenkamer van toepassing zijn. Dit amendement regelt derhalve dat de Algemene Rekenkamer, Hoog College van Staat en belangrijk adviseur van de Tweede Kamer, kan onderzoeken of de zorgpremies zijn uitgegeven zoals bedoeld en in hoeverre dit doelmatig en doeltreffend is gebeurd. Dit komt ten goede aan de informatiepositie van zowel de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport als de Tweede Kamer, waardoor de systeemverantwoordelijkheid voor de betaalbaarheid en de controlefunctie van het parlement beter kunnen worden ingevuld.
Van der Veen