Voorgesteld 12 oktober 2011
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat het kabinet voornemens is de Wet werk en inkomen kunstenaars af te schaffen;
constaterende, dat gebruikers van de regeling kiezen voor een lagere bijstandsuitkering en steeds meer zelfstandig moeten gaan verdienen;
constaterende, dat 94% van de gebruikers van de regeling binnen twee jaar economisch zelfstandig is, waarvan 84% binnen de kunstensector;
constaterende, dat het kabinet ervan uitgaat dat 65% van de kunstenaars in de WWik na afschaffing van de WWik instroomt in de Wet werk en bijstand;
overwegende, dat startende ondernemer-kunstenaars die niet in hun eigen levensonderhoud kunnen voorzien, na afschaffing van de WWik aangewezen zijn op het Besluit bijstandverlening zelfstandigen;
overwegende, dat zelfstandig ondernemerschap voor kunstenaars net zo goed als andere bijstandgerechtigde mensen een oplossing kan zijn om succesvol de WWB uit te stromen;
verzoekt de regering de mogelijkheden te bekijken om de succesvolle elementen van de WWik te integreren in het Bbz,
en gaat over tot de orde van de dag.
Peters
Azmani