Ontvangen 12 april 2011
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het derde lid vervalt de zinsnede: , gehoord het College, de Nationale ombudsman, de voorzitter van het College bescherming persoonsgegevens en de voorzitter van de Raad voor de rechtspraak
2. Na het derde lid wordt een lid ingevoegd, luidende;
3a. Bij de benoeming, bedoeld in het derde lid, volgen Onze Ministers van Veiligheid en Justitie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in beginsel een aanbeveling, daartoe in gezamenlijk overleg opgemaakt door het College, de Nationale ombudsman, de voorzitter van het College bescherming persoonsgegevens en de voorzitter van de Raad voor de rechtspraak en bevattende de namen van ten minste drie personen, tenzij zwaarwegende gronden aanleiding tot afwijking geven. Een afwijking wordt gemotiveerd. Bij een herbenoeming kan de eerste volzin buiten toepassing worden gelaten.
II
In artikel 39, tweede lid, wordt «15, derde lid,» vervangen door: 15, lid 3a,.
Het College voor de Rechten van de Mens heeft een raad van advies. Deze raad adviseert over het beleidsplan en over de benoeming van de leden en plaatsvervangende leden van het College.
Met dit amendement beoogt indiener te bewerkstelligen dat de wisselende leden van de raad van advies een onafhankelijke positie hebben. Een aanbeveling door – in plaats van het marginale enkel horen van – het College, de Nationale Ombudsman, de voorzitter van het College bescherming persoonsgegevens en de voorzitter van de Raad voor de rechtspraak, oftewel de vaste leden van de raad, bevordert dit.
Schouw
Heijnen
Van Raak