Ontvangen 6 februari 2012
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Aan artikel 2.80 worden, onder plaatsing van de aanduiding «1.» voor de huidige tekst, drie leden toegevoegd, luidende:
2. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de toepassing van voorwaarden die verband houden met milieuoverwegingen.
3. Indien de in het vorige lid bedoelde algemene maatregel van bestuur is vastgesteld en een aanbestedende dienst voorwaarden stelt die verband houden met milieuoverwegingen, past de aanbestedende dienst uitsluitend de in het tweede lid bedoelde voorwaarden toe.
4. De voordracht voor een krachtens het tweede lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
In het huidige artikel 2.80 wordt geregeld dat een aanbestedende dienst milieuvoorwaarden kan verbinden aan de uitvoering van een overheidsopdracht.
Dit amendement voegt twee leden aan artikel 2.80 toe. In het nieuwe tweede lid wordt aangegeven dat de bedoelde milieuvoorwaarden kunnen worden opgenomen in een AMvB. Bij het opstellen van de AMvB dienen de belangen van alle relevante partijen behoorlijk in ogenschouw te worden genomen. De milieuvoorwaarden dienen een lijst te behelzen van doelomschrijvingen, en dus geen harde productcriteria, waaruit een aanbestedende dienst of speciaal sectorbedrijf kan kiezen bij elke aanbesteding. Hierbij dient aangeknoopt te worden bij de voorzet die partijen gezamenlijk al gemaakt hebben in «Advies Duurzaam Inkopen, 11 aanbevelingen voor een ambitieuze aanpak mét de markt». De AMvB dient, indien opgesteld, in de plaats te komen van de huidige Senter Novem/PIANOo-criteria.
Het derde lid geeft aan dat als een aanbestedende dienst of speciaal sectorbedrijf milieuvoorwaarden wenst te stellen, alleen de voorwaarden uit de AMvB kunnen worden gesteld, indien die AMvB is vastgesteld uiteraard. Dit om administratieve lasten voor bedrijven te verminderen.
Van Bemmel