Voorgesteld 14 februari 2017
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat een goede uitvoering van de wet verplichte geestelijke gezondheidszorg kosten met zich mee zal brengen;
constaterende dat de Raad van State constateert dat de kosten bij het openbaar ministerie te laag worden geschat;
overwegende dat ook niet bekend is wat de kosten zijn voor:
– het regio-overleg,
– de coördinatierol van het OM
– de uitbreiding van de verzoekersrol voor de officier van justitie
– het ICT-systeem van het OM
– de kosten van gemeenten
– de Inspectie van de Gezondheidszorg.
verzoekt de regering voor, het zomerreces 2017 aan beide kamers een brief te doen toekomen waarin nauwkeurig uiteen gezet en onderbouwd is welke kosten er bij de verschillende instanties gemoeid zijn om deze Wet zorgvuldig uit te kunnen voeren
en gaat over tot de orde van de dag
Bruins Slot