Voorgesteld 13 september 2011
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, dat de Europese en Nederlandse toelating van glyfosaat is gebaseerd op oude, niet-onafhankelijke en niet-openbare studies en de laatste toelating dateert van 2002;
overwegende, dat uit wetenschappelijk onderzoek van na 2002 blijkt dat glyfosaat, een stof die bijvoorbeeld voorkomt in onkruidverdelgingsmiddel Roundup, geboorteafwijkingen, hormoonverstorende effecten, dode reptielen en amfibieën en verstoorde bodemsystemen veroorzaakt;
overwegende, dat glyfosaat een concrete bedreiging vormt voor de productie van drinkwater uit oppervlaktewater;
overwegende, dat de gemiddelde afzet van glyfosaat de afgelopen jaren 960 ton was;
overwegende, dat een groot deel van het glyfosaatgebruik voor niet-commerciële doeleinden is en het maatschappelijk belang van het gebruik gering;
overwegende, dat er alternatieve bestrijding van onkruid mogelijk is;
verzoekt de regering een verbod in te stellen voor gebruik van gewasbeschermingsmiddelen met glyfosaat voor niet-commerciële doeleinden,
en gaat over tot de orde van de dag.
Grashoff
Jacobi
Van Veldhoven