Voorgesteld 8 oktober 2009
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat in deze economische tijden vele Nederlanders de broekriem moeten aanhalen;
overwegende, dat het niet valt te rechtvaardigen dat het inkomen van de leden van het Koninklijk Huis dan zal stijgen;
overwegende, dat het Koninklijk Huis een politiek instituut is en tevens kan voldoen aan de taakstelling van de rijksoverheid van 20% bezuinigingen;
verzoekt de regering met 20% te bezuinigen op de begroting van de Koning en op de uitkeringen van de Koningin en de kroonprins en zijn echtgenote,
en gaat over tot de orde van de dag.
Brinkman
Wilders