Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 12 december 2011
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat op grond van de huidige regelgeving het DNA-profiel van iemand die is vrijgesproken wordt vernietigd;
overwegende, dat de regelgeving ten behoeve van het wetsvoorstel ten nadele zal worden aangepast zodat het mogelijk wordt om DNA-materiaal van vrijgesprokenen op te slaan;
overwegende, dat dit op gespannen voet staat, zo niet in strijd is met, artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens;
overwegende, dat het wetsvoorstel herziening ten nadele voorziet in een mogelijkheid om opnieuw DNA-materiaal af te nemen volgens de procedure in artikel 482c, tweede lid;
overwegende, dat dit minder vergaand is dan het aanleggen van een databank met DNA van onschuldig vrijgesprokenen;
verzoekt de regering af te zien van de plannen om het mogelijk te maken DNA-materiaal dat ten behoeve van een strafzaak is afgenomen van de vrijgesprokene op te slaan en te hergebruiken voor een onderzoek naar een novum dat een herziening ten nadele mogelijk zou kunnen maken,
en gaat over tot de orde van de dag.
Schouw