Voorgesteld 5 september 2013
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de onafhankelijkheid van de cliëntvertrouwenspersoon in de Wet zorg en dwang zal worden geborgd;
overwegende dat het tijd kost om de positie van een onafhankelijke cliëntvertrouwenspersoon in de ouderen- en gehandicaptenzorg in de sector te implementeren;
overwegende dat het goed functioneren van een onafhankelijke cliëntvertrouwenspersoon een voorwaarde is voor de rechtszekerheid van cliënten in de ouderen- en gehandicaptenzorg als het gaat om dwang en drang;
verzoekt de regering, ervoor te zorgen dat bij inwerkingtreding van de Wet zorg en dwang cliënten in de gehandicapten- en ouderenzorg toegang hebben tot een onafhankelijke cliëntvertrouwenspersoon,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dik-Faber
Leijten