Ontvangen 9 oktober 2009
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Het in artikel I, onderdeel B, opgenomen artikel 1a wordt als volgt gewijzigd:
1. In het zesde lid wordt «onder bij ministeriële regeling te stellen voorwaarden» vervangen door: onder bij algemene maatregel van bestuur te stellen voorwaarden.
2. Aan het zesde lid wordt een volzin toegevoegd, luidende: De voordracht voor de krachtens de eerste volzin vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
In het voorgestelde artikel 1a, zesde lid, van de Successiewet 1956 is bepaald dat ongehuwden die partner waren ook nadat de gezamenlijke huishouding tegen de wil van de betrokkenen is geëindigd onder voorwaarden als partner kunnen blijven worden aangemerkt. Daarbij kan worden gedacht aan de situatie dat een van de partners in een verzorgingshuis moet worden opgenomen. In het wetsvoorstel wordt voorgesteld de voorwaarden daarvoor te bepalen bij ministeriële regeling. De wijziging in dit amendement strekt ertoe de voorwaarden te bepalen bij algemene maatregel van bestuur, zodat de uitgewerkte voorwaarden in de ministerraad worden besproken en vervolgens worden voorgelegd aan de Raad van State alvorens ingevoerd te worden. Tevens wordt voorgesteld de voordracht van die algemene maatregel van bestuur via een zogenoemde voorhangprocedure te laten verlopen.
Remkes