Ontvangen 2 december 2009
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Artikel I wordt als volgt gewijzigd:
In onderdeel A wordt aan artikel 107a een lid toegevoegd, luidende:
5. Lid 3 is niet van toepassing op een vennootschap die dochtermaatschappij is van een vennootschap waarop lid 3 van toepassing is.
In onderdeel B wordt aan artikel 134a een lid toegevoegd, luidende:
3. Lid 1 is niet van toepassing op een vennootschap die dochtermaatschappij is van een vennootschap waarop lid 1 van toepassing is.
Onderdeel C, punt 2, wordt als volgt gewijzigd:
1. De aanhef komt te luiden:
2. Onder vernummering van het derde en vierde lid tot vijfde en zesde lid worden twee leden ingevoegd, luidende:.
2. Na het derde lid van artikel 135 wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. Lid 2 is niet van toepassing op een vennootschap die dochtermaatschappij is van een vennootschap waarop lid 2 van toepassing is.
In onderdeel D wordt aan artikel 144a een lid toegevoegd, luidende:
3. Lid 1 is niet van toepassing op een vennootschap die dochtermaatschappij is van een vennootschap waarop lid 1 van toepassing is.
Het wetsvoorstel leidt tot het volgende. Als een naamloze vennootschap één (of meer) dochtervennootschap(pen) heeft die ook een naamloze vennootschap zijn – dit doet zich bijvoorbeeld voor als die dochtervennootschap een bank- of een verzekeringsbedrijf is – dan is het standpuntrecht niet alleen van toepassing op de ondernemingsraad van de NV-houdstermaatschappij, doch ook op de ondernemingsraad van de NV-dochtermaatschappij. De ondernemingsraad van de NV-dochtermaatschappij en die van haar eventuele dochtervennootschappen (n.v.’s of b.v.’s) hebben dan niet alleen het standpuntrecht ten aanzien van de NV-houdstermaatschappij doch ook ten aanzien van de dochter-NV. Overigens zal dit ook het geval zijn als bij de NV-houdstermaatschappij een centrale ondernemingsraad fungeert. Dit amendement bepaalt dat de ondernemingsraad van de NV-dochtermaatschappij en die van haar eventuele dochtervennootschappen, die al standpuntrecht hebben ten aanzien van de NV-houdstermaatschappij, geen standpuntrecht hebben ten aanzien van de NV-dochtermaatschappij en haar eventuele dochtervennootschappen.
Weekers