Ontvangen 1 juni 2009
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Artikel I, onderdeel B, artikel 2j, onderdeel a, komt te luiden:
a. de jeugdige is gemeld aan het advies- en meldpunt kindermishandeling;
Artikel I, onderdeel B, artikel 2j, onderdeel c, vervalt.
Aan artikel I, onderdeel B, artikel 2j, onderdeel e, komt te luiden:
e. de jeugdige verzuimt veelvuldig van school of andere onderwijsinstelling, de jeugdige wisselt vaak van school of de jeugdige verlaat de school of andere onderwijsinstelling voortijdig of dreigt die te verlaten;
Artikel I, onderdeel B, artikel 2j, onderdeel f, komt te luiden:
f. de jeugdige voorziet niet in zijn levensonderhoud door middel van legale arbeid;
Artikel I, onderdeel B, artikel 2j, onderdeel g, komt te luiden:
g. de jeugdige heeft schulden en neemt deel aan een schuldsaneringstraject;
Artikel I, onderdeel B, artikel 2j, onderdeel k, komt te luiden:
k. de jeugdige is onder toezicht gesteld of uit huis geplaatst als bedoeld in artikel 261 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek;
De risico’s op basis waarvan een melding plaatsvindt moeten eenduidig zijn, meetbaar en te herleiden.
Onderdeel a: indien een jeugdige blootstaat aan geestelijk of lichamelijk geweld of enige andere vernederende behandeling, of verwaarlozing dan zal een professional altijd een melding moeten doen bij het algemeen meldpunt kindermishandeling (AMK). Het AMK is dan dus de aangewezen instantie om een melding te doen aan de verwijsindex. Het AMK moet namelijk een melding van kindermishandeling eerst onderzoeken op rechtmatigheid.
Onderdeel c: is absoluut niet te meten en totaal niet objectief. Indien een jongere bovendien een opgroeiprobleem heeft, dan valt dit bijna altijd onder één van de andere genoemde risico’s in Art. 2j. Het risico moet helder benoemt zijn en er moet dan ook zeer terughoudend om worden gegaan met subjectieve formuleringen.
De toevoeging bij onderdeel e is belangrijk omdat er jongeren zijn die regelmatig van school worden verwijderd door wangedrag of waarvan de ouders een nomaden bestaan hebben. Meervoudige schoolwisselingen duiden duidelijk op een risico.
In onderdeel f is het woord «gemotiveerd» zeer ongelukkig gekozen want dat is zeer subjectief. Er zijn genoeg jongeren die geen zin hebben in legale arbeid of die überhaupt nergens zin in hebben.
Onderdeel g is eveneens te subjectief en niet meetbaar. Wat zijn normale financiële problemen? Ook dit moet duidelijk worden geformuleerd; zodoende de voorgestelde wijziging.
Tot slot onderdeel k, dit onderdeel is ook onduidelijk. Wat de één een tekort vindt is voor de ander voldoende, dus ook dit is niet helder en duidelijk te herleiden. Indien een jeugdige onder toezicht is gesteld of uit huis is geplaatst dan moet dat altijd aan de index vermeld worden.
Dezentjé Hamming-Bluemink