Ontvangen 17 juni 2009
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel IV, onderdeel B, wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede punt, onder a, wordt «instemming, advies en hoorplicht» vervangen door: instemming, advies, voordracht en hoorplicht.
2. In het tweede punt, onder b, wordt onder vernummering van het zevende lid tot achtste lid een lid ingevoegd, luidende:
7. De deelnemersraad heeft de bevoegdheid om een bindende voordracht te doen voor één lid van de raad van toezicht. De vorige volzin is niet van toepassing voor zover de deelnemersraad schriftelijk aan de raad van toezicht te kennen heeft gegeven van de mogelijkheid een voordracht te doen geen gebruik te willen maken.
3. Na het tweede punt wordt een punt ingevoegd, luidende: 2a. In artikel 8a.3.1, tweede lid, onder g, komt het woord «en» te vervallen en wordt voor de puntkomma een zinsnede ingevoegd, luidende: en de termijnen binnen welke een voordracht moet worden gedaan.
Dit amendement regelt dat niet alleen de medewerkers maar ook de deelnemers het recht krijgen op de voordracht van één lid van de raad van toezicht op het moment dat het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs inzake colleges van bestuur en raden van toezicht (Kamerstukken II 2005/06, 30 599, nr. 2) tot wet is verheven. In veel andere publieke sectoren (primair onderwijs, voortgezet onderwijs, pensioenfondsen, woningcorporaties en zorginstellingen) hebben de gebruikers dit recht ook. Het versterkt de positie van de deelnemers, die immers het grootste belang hebben bij goed onderwijsbeleid.
Dibi