Ontvangen 1 december 2011
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel 1, eerste lid, wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel i, onder 3, door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:
ambtenaar van politie die, gerelateerd aan het aantal inwoners, als onderdeel van een basisteam ten behoeve van een gemeente beschikbaar is voor de uitvoering van de politietaak.
II
Artikel 37 komt te luiden:
1. De korpschef stelt jaarlijks een beheersplan en een jaarverslag op voor de politie.
2. Het beheersplan bevat in ieder geval de indeling van de eenheden als bedoeld in artikel 25, eerste lid, in districten en basisteams.
3. De burgemeesters van de gemeenten in het gebied waarin de regionale eenheid zijn politietaak uitvoert en de hoofdofficier van justitie worden door de korpschef gehoord over de indeling van de regionale eenheid en de omvang van de onderdelen ervan.
4. Het jaarverslag omvat een omschrijving van de door de regionale en landelijke eenheden gerealiseerde activiteiten ter verwezenlijking van de landelijke beleidsdoelstellingen, bedoeld in artikel 18.
5. Het beheersplan en het jaarverslag worden door Onze Minister vastgesteld.
III
Na artikel 38 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
IV
In artikel 39, eerste lid, wordt «de verdeling van de beschikbare politiesterkte» vervangen door: de verdeling van de beschikbare politiesterkte waaronder de beschikbare wijkagenten, bedoeld in artikel 38a, eerste lid.
Met dit amendement beogen de indieners de lokale uitvoering en verankering van de politietaak te versterken. Daartoe waarborgt dit amendement dat voorafgaand aan de vaststelling van het jaarlijkse beheersplan er uitdrukkelijk overleg is met de burgemeesters binnen de regio over de indeling in districten en basiseenheden en het aantal agenten dat daarvoor beschikbaar is. De burgemeester heeft op deze manier meer mogelijkheden om zijn gezagsrol concreter in te vullen.
Dit amendement regelt voorts dat een definitie van wijkagenten en een minimumnorm voor wijkagenten die voor een gemeente in ieder geval beschikbaar zijn worden opgenomen in de wet. Dit minimum biedt het gemeentebestuur duidelijkheid bij het vaststellen van een veiligheidsplan. De gekozen norm van 1 wijkagent per 5000 inwoners is op dit moment onderdeel van het referentiekader gebiedsgebonden politie. De verdeling van de wijkagenten die op basis van inwonertal aan een regionale eenheid toekomen, geschiedt in het regionaal beleidsplan door de betrokken burgemeesters en de hoofdofficier van justitie. De toepassing van deze norm gaat vooraf aan de verdere verdeling van de beschikbare capaciteit over de gemeenten binnen de regio.
Van der Staaij
Van Raak
Kuiken