Ontvangen 3 september 2008
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel I wordt na onderdeel H een onderdeel ingevoegd, luidende:
Na artikel 27 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Ten minste zes maanden en ten hoogste twaalf maanden voor het verstrijken van de termijn van uitgifte van een algemeen graf doet de houder van de begraafplaats daarvan schriftelijk mededeling aan de belanghebbende bij dat graf wiens adres hem bekend is.
Zorgvuldig beheer van een begraafplaats vereist onder meer zorgvuldige communicatie met nabestaanden. Ten aanzien van de zorgvuldige communicatie met nabestaanden behoort er geen onderscheid te zijn tussen een graf waarop een uitsluitend recht berust en een algemeen graf. Daarom beoogt dit amendement in de wet vast te leggen, dat nabestaanden op de hoogte worden gesteld van het vervallen van de termijn van uitgifte van een algemeen graf, waarna het graf geruimd kan worden.
De belanghebbende bij het algemene graf zal veelal de nabestaande zijn die de opdracht tot de begrafenis heeft gegeven. Daarvan is het adres de houder in ieder geval bekend op het moment van begraven. Het is geen bezwaar als op enig moment gedurende de termijn van uitgifte van het desbetreffende graf een ander als belanghebbende in de administratie van de begraafplaats wordt opgenomen, bijvoorbeeld als de opdrachtgever is overleden en iemand anders de zorg voor het graf op zich heeft genomen. Dit is de verantwoordelijkheid voor de betrokkenen: de houder van de begraafplaats verzendt de mededeling aan het adres dat hij in zijn administratie heeft.
Knops