Voorgesteld 25 maart 2010
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, dat de invoering van een raadgevend correctief referendum een zo belangrijke staatsrechtelijke verandering inhoudt, dat het aanbeveling verdient daartoe niet over te gaan voordat de Grondwet heeft geregeld over welke onderwerpen een dergelijk referendum kan worden gehouden en onder welke omstandigheden een afwijzende uitslag «geldig» is;
verzoekt de indieners het wetsvoorstel aan te houden totdat beide Kamers zich hebben uitgesproken over hun initiatiefvoorstel houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot opneming van bepalingen inzake het correctief referendum,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van der Staaij
Schinkelshoek
Griffith
Anker