35570-VIII | 154 |
35300-VIII | 145 |
32500-XIII | 144 |
35000-VIII | 140 |
35570-XVI | 132 |
33000-VIII | 129 |
33000-XIII | 121 |
32123-XIV | 118 |
33000-XVI | 115 |
35925-XVI | 105 |
34300-XIII | 103 |
35300-XVI | 102 |
32500-V | 101 |
34000-XIII | 100 |
34775-XIII | 100 |
35925-VIII | 100 |
36200-VII | 100 |
34300-XVI | 97 |
32500-VIII | 95 |
34775-XVI | 94 |
Carla Dik-Faber | 552 |
Esther Ouwehand | 531 |
Joël Voordewind | 493 |
Jasper van Dijk | 486 |
Kees van der Staaij | 445 |
Chris Stoffer | 381 |
Liesbeth van Tongeren | 374 |
Linda Voortman | 374 |
Stientje van Veldhoven | 372 |
Lisa Westerveld | 347 |
Renske Leijten | 341 |
Dion Graus | 335 |
Roelof Bisschop | 321 |
Lammert van Raan | 309 |
Pieter Omtzigt | 299 |
Sandra Beckerman | 296 |
Michiel van Nispen | 280 |
Henk van Gerven | 271 |
Sadet Karabulut | 263 |
Boris van der Ham | 258 |
35570-VIII | 154 |
35300-VIII | 145 |
32500-XIII | 144 |
35000-VIII | 140 |
35570-XVI | 132 |
33000-VIII | 129 |
33000-XIII | 121 |
32123-XIV | 118 |
33000-XVI | 115 |
35925-XVI | 105 |
34300-XIII | 103 |
35300-XVI | 102 |
32500-V | 101 |
34000-XIII | 100 |
34775-XIII | 100 |
35925-VIII | 100 |
36200-VII | 100 |
34300-XVI | 97 |
32500-VIII | 95 |
34775-XVI | 94 |
Carla Dik-Faber | 552 |
Esther Ouwehand | 531 |
Joël Voordewind | 493 |
Jasper van Dijk | 486 |
Kees van der Staaij | 445 |
Chris Stoffer | 381 |
Liesbeth van Tongeren | 374 |
Linda Voortman | 374 |
Stientje van Veldhoven | 372 |
Lisa Westerveld | 347 |
Renske Leijten | 341 |
Dion Graus | 335 |
Roelof Bisschop | 321 |
Lammert van Raan | 309 |
Pieter Omtzigt | 299 |
Sandra Beckerman | 296 |
Michiel van Nispen | 280 |
Henk van Gerven | 271 |
Sadet Karabulut | 263 |
Boris van der Ham | 258 |
Motie van het lid Helder c.s. over het ruim voor de inwerkingtreding van de wet ter beschikking stellen van structurele gelden aan de politieorganisatie
(Dossier 36222)
Motie van het lid Helder c.s. over het ruim voor de inwerkingtreding van de wet ter beschikking stellen van structurele gelden aan de politieorganisatie
Motie
recht
strafrecht
Nr. 34
MOTIE VAN HET LID HELDER C.S.
...
Motie van het lid Van der Staaij over onderzoek naar het opnemen van alle artikelen uit de zedenwetgeving in artikel 67 Wetboek van Strafvordering
(Dossier 36222)
Motie van het lid Van der Staaij over onderzoek naar het opnemen van alle artikelen uit de zedenwetgeving in artikel 67 Wetboek van Strafvordering
Motie
recht
strafrecht
Nr. 35
MOTIE VAN HET LID VAN DER STAAIJ
Voorgesteld 28 juni 2023
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de Nationaal Rapporteur Mensenhandel heeft aangegeven dat het belangrijk
is dat bij alle zedendelicten computers in beslag genomen kunnen worden;
constaterende dat voor inbeslagname vereist is dat de verdachte op heterdaad is aangehouden
of dat er een redelijk vermoeden van schuld bestaat voor een misdrijf waarvoor voorlopige
hechtenis is toegelaten;
overwegende dat zedendelinquenten vaak buiten heterdaad worden aangehouden en dat
niet voor ieder zedendelict voorlopige hechtenis conform artikel 67 Wetboek van Strafvordering
is toegelaten;
constaterende dat de wetgever in enkele gevallen de artikelen met betrekking tot zedendelicten
wel heeft opgenomen in artikel 67 Wetboek van Strafvordering;
verzoekt de regering te onderzoeken of alle artikelen uit de zedenwetgeving moeten
worden opgenomen in artikel 67 Wetboek van Strafvordering teneinde aanhouding buiten
heterdaad en het in beslagnemen van gegevensdragers mogelijk te maken,
en gaat over tot de orde van de dag.
...
Motie van de leden Bikker en Kuik over bij alle partijen in de keten helder laten zijn dat dat de Wet seksuele misdrijven ook geldt in de prostitutie en de porno-industrie
(Dossier 36222)
Motie van de leden Bikker en Kuik over bij alle partijen in de keten helder laten zijn dat dat de Wet seksuele misdrijven ook geldt in de prostitutie en de porno-industrie
Motie
recht
strafrecht
Nr. 28
MOTIE VAN DE LEDEN BIKKER EN KUIK
Voorgesteld 28 juni 2023
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Wet seksuele misdrijven seks strafbaar stelt wanneer er geen
toestemming is en dat beide individuen zich derhalve rekenschap moeten geven van verbale
en non-verbale signalen die de ander geeft, die erop kunnen wijzen dat de ander niet
of niet meer wil;
overwegende dat in de prostitutie en in de porno-industrie mensen weliswaar worden
betaald voor seksuele handelingen, maar dat ook dan iemand altijd het recht heeft
om nee te zeggen;
verzoekt de regering bij de implementatie van de wet erop toe te zien dat bij alle
partijen in de keten helder is dat deze wet ook geldt in de prostitutie en porno-industrie
en ervoor zorg te dragen dat juist mensen in deze branche hun rechten op basis van
deze wet kennen,
en gaat over tot de orde van de dag.
...
Motie van de leden Eerdmans en Michon-Derkzen over een pilot met lokagenten in burger om seksuele straatintimidatie tegen te gaan
(Dossier 36222)
Motie van de leden Eerdmans en Michon-Derkzen over een pilot met lokagenten in burger om seksuele straatintimidatie tegen te gaan
Motie
recht
strafrecht
Nr. 38
MOTIE VAN DE LEDEN EERDMANS EN MICHON-DERKZEN
Voorgesteld 28 juni 2023
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de nieuwe Wet seksuele misdrijven inzet op het zelfstandig strafbaar
stellen van seksuele straatintimidatie;
constaterende dat seksuele straatintimidatie alleen bestraft kan worden bij een heterdaad;
overwegende dat de inzet van lokagenten de kans kan vergroten om daders van seksuele
straatintimidatie op heterdaad te betrappen en in het verlengde daarvan te kunnen
straffen;
verzoekt de regering een pilot te starten met de inzet van lokagenten (in burger)
om seksuele straatintimidatie tegen te gaan,
en gaat over tot de orde van de dag.
...
Motie van het lid Van der Werf over een onderzoek naar de meerwaarde van een periodieke check-up van minderjarige slachtoffers van seksueel misbruik
(Dossier 36222)
Motie van het lid Van der Werf over een onderzoek naar de meerwaarde van een periodieke check-up van minderjarige slachtoffers van seksueel misbruik
Motie
recht
strafrecht
Nr. 33
MOTIE VAN HET LID VAN DER WERF
Voorgesteld 28 juni 2023
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat het strafrecht slechts een onderdeel is van de bestrijding van seksuele
misdrijven;
van mening dat in het bijzonder voor kinderen, die zelf niet kunnen overzien welke
hulp zij nodig hebben, verbeterde slachtofferzorg van belang is;
constaterende dat kinderen die seksueel misbruikt zijn op de lange termijn te maken
kunnen krijgen met zowel fysieke als psychologische klachten, waaronder bekkenbodemproblemen,
gedragsproblemen, verslaving en suïcidaliteit;
overwegende dat veel van deze problemen beperkt kunnen worden als slachtoffers zo
vroeg mogelijk na vaststelling van het misbruik geholpen worden;
verzoekt de regering te onderzoeken welke meerwaarde een periodieke check-up van minderjarige
slachtoffers van seksueel misbruik kan hebben voor hun fysieke en mentale gezondheid
op de lange termijn, te verkennen hoe die monitoring zou kunnen worden vormgegeven
(eventueel in combinatie met longitudinaal onderzoek) en de Kamer daarover te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
...
Motie van het lid Mutluer c.s. over het structureel inzetten van jongerenrechtbanken bij seksueel grensoverschrijdend gedrag op scholen
(Dossier 36222)
Motie van het lid Mutluer c.s. over het structureel inzetten van jongerenrechtbanken bij seksueel grensoverschrijdend gedrag op scholen
Motie
recht
strafrecht
Nr. 36
MOTIE VAN HET LID MUTLUER C.S.
...
Motie van de leden Bikker en Mutluer over in kaart brengen welke maatregelen Europese landen nemen om te voorkomen dat jongeren toegang krijgen tot extreem pornografische content
(Dossier 36222)
Motie van de leden Bikker en Mutluer over in kaart brengen welke maatregelen Europese landen nemen om te voorkomen dat jongeren toegang krijgen tot extreem pornografische content
Motie
recht
strafrecht
Nr. 30
MOTIE VAN DE LEDEN BIKKER EN MUTLUER
Voorgesteld 28 juni 2023
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat voor het verankeren van de norm dat seks enkel dient plaats te vinden
bij wederzijds goedvinden, maatschappelijke verandering noodzakelijk is;
overwegende dat het van belang is dat juist jongeren deze norm meekrijgen en naleven;
overwegende dat extreem pornografische content in veel gevallen haaks staat op die
norm en daarmee averechts werkt voor het bereiken van die benodigde maatschappelijke
verandering;
overwegende dat ook andere landen, zoals Spanje, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk,
op zoek zijn naar manieren om kinderen beter te beschermen tegen onbegrensde toegang
tot extreme pornografische content;
verzoekt de regering in kaart te brengen welke maatregelen Europese landen nemen om
te voorkomen dat jongeren toegang krijgen tot extreem pornografische content en te
bezien welke maatregelen in nationaal en Europees verband kunnen worden getroffen,
en gaat over tot de orde van de dag.
...
Motie van het lid Kuik over een ruime uitleg van de term "dat beroep" in artikel 254, tweede lid, Wetboek van Strafrecht
(Dossier 36222)
Motie van het lid Kuik over een ruime uitleg van de term "dat beroep" in artikel 254, tweede lid, Wetboek van Strafrecht
Motie
recht
strafrecht
Nr. 32
MOTIE VAN HET LID KUIK
Voorgesteld 28 juni 2023
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat op grond van het voorgestelde artikel 254a Wetboek van Strafrecht
bij een veroordeling wegens een van de misdrijven opgenomen in de artikelen 240 tot
252 door de rechter ook de ontzetting van een aantal rechten kan worden uitgesproken,
waaronder ontzetting uit «de uitoefening van dat beroep»;
constaterende dat de rechtspraak een ruime invulling aan de term «dat beroep» geeft,
die inhoudt dat het gaat om beroepen die in voldoende verband staan met het beroep
waarin het stafbare feit is begaan;
overwegende dat het met name in het nieuwe artikel 254a van belang is dat van een
ruime uitleg van «dat beroep» wordt uitgegaan, omdat de ernst van het seksuele misdrijf
in sommige gevallen zo groot is dat de veroordeelde ook uit de uitoefening van soortgelijke
beroepen zou moeten worden ontzet;
verzoekt de regering om de term «dat beroep» in het kader van de ontzetting van het
uitoefenen van dat beroep, zoals onder andere gebruikt in artikel 254, lid 2, Wetboek
van Strafrecht ruim uit te leggen, zodat het in lijn is met de uitleg van de rechtspraak,
en gaat over tot de orde van de dag.
...
Motie van de leden Kuik en Bikker over erkennen dat klanten een van de kernoorzaken vormen van mensenhandel
(Dossier 36222)
Motie van de leden Kuik en Bikker over erkennen dat klanten een van de kernoorzaken vormen van mensenhandel
Motie
recht
strafrecht
Nr. 31
MOTIE VAN DE LEDEN KUIK EN BIKKER
Voorgesteld 28 juni 2023
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat artikel 6b van het Verdrag van Warschau spreekt over klanten als
«een van de kernoorzaken van mensenhandel» en dat de Europese Richtlijn mensenhandel
2011 lidstaten de verplichting geeft om de vraagzijde te ontmoedigen en te doen afnemen;
constaterende dat de wijze waarop de regering de rol van de klant beoordeelt in relatie
tot mensenhandel, gelet op de internationale verdragen, vragen oproept;
verzoekt de regering in lijn met het Verdrag van Warschau en de Europese Richtlijn
mensenhandel 2011 te erkennen dat klanten een van de kernoorzaken vormen van mensenhandel,
en het aanpakken en ontmoedigen van de klant te betrekken bij de herijking van het
programma Samen tegen mensenhandel,
en gaat over tot de orde van de dag.
...
Gewijzigde motie van de leden Michon-Derkzen en Eerdmans over monitoren in hoeverre handhaving van seksuele intimidatie effectief is in de praktijk (t.v.v. 36222-37)
(Dossier 36222)
Gewijzigde motie van de leden Michon-Derkzen en Eerdmans over monitoren in hoeverre handhaving van seksuele intimidatie effectief is in de praktijk (t.v.v. 36222-37)
Motie (gewijzigd/nader)
recht
strafrecht
Nr. 39
GEWIJZIGDE MOTIE VAN DE LEDEN MICHON-DERKZEN EN EERDMANS TER VERVANGING VAN DIE GEDRUKT
ONDER NR. 37
Voorgesteld 4 juli 2023
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de regering in het voorontwerp van de Wet Seksuele Misdrijven aanvankelijk
had gekozen om seksuele intimidatie te kwalificeren als misdrijf tegen de openbare
orde met een maximale straf van zes maanden gevangenisstraf;
constaterende dat de regering in het voorliggende wetsvoorstel kiest om seksuele intimidatie
te kwalificeren als overtreding met een maximale straf van drie maanden gevangenisstraf;
overwegende dat deze keuze een aanzienlijke beperking met zich meebrengt voor wat
betreft de opsporingsmogelijkheden, omdat zowel in de openbare ruimte als online geen
gebruik kan worden gemaakt van het vorderen van camerabeelden van derden of identificerende
persoonsgegevens;
van mening dat met de strafbaarstelling van seksuele intimidatie niet alleen een norm
wordt gesteld, maar dat er ook effectief moet worden gehandhaafd om te bevorderen
dat iedereen vrij en veilig over straat kan;
overwegende dat naast de Politie, via pilots, BOA’s worden voorbereid om seksuele
intimidatie te handhaven;
verzoekt de regering in overleg met Politie, OM en gemeenten te monitoren in hoeverre
handhaving van seksuele intimidatie effectief is in de praktijk, bezien in het licht
van verregaande handhavingsmogelijkheden, en de Kamer hierover te informeren twee
jaar na inwerkingtreding van de Wet Seksuele Misdrijven,
en gaat over tot de orde van de dag,
Michon-Derkzen
Eerdmans
...
Motie van de leden Michon-Derkzen en Eerdmans over monitoren in hoeverre handhaving van seksuele intimidatie effectief is in de praktijk
(Dossier 36222)
Motie van de leden Michon-Derkzen en Eerdmans over monitoren in hoeverre handhaving van seksuele intimidatie effectief is in de praktijk
Motie
recht
strafrecht
Nr. 37
MOTIE VAN DE LEDEN MICHON-DERKZEN EN EERDMANS
Voorgesteld 28 juni 2023
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de regering in het voorontwerp van de Wet seksuele misdrijven aanvankelijk
had gekozen om seksuele intimidatie te kwalificeren als misdrijf tegen de openbare
orde met een maximale straf van zes maanden gevangenisstraf;
constaterende dat de regering in het voorliggende wetsvoorstel kiest om seksuele intimidatie
te kwalificeren als overtreding met een maximale straf van drie maanden gevangenisstraf;
overwegende dat deze keuze een aanzienlijke beperking met zich meebrengt voor wat
betreft de opsporingsmogelijkheden, omdat zowel in de openbare ruimte als online geen
gebruik kan worden gemaakt van het vorderen van camerabeelden van derden of identificerende
persoonsgegevens;
van mening dat met de strafbaarstelling van seksuele intimidatie niet alleen een norm
wordt gesteld, maar dat er ook effectief moet worden gehandhaafd om te bevorderen
dat iedereen vrij en veilig over straat kan;
overwegende dat naast de politie, via pilots, nu ook boa's worden voorbereid om seksuele
intimidatie te handhaven;
verzoekt de regering in overleg met politie, OM en gemeenten te monitoren in hoeverre
handhaving van seksuele intimidatie effectief is in de praktijk, bezien in het licht
van verregaande mogelijkheden zoals het vorderen van camerabeelden van derden en identificerende
persoonsgegevens, en de Kamer hierover te informeren twee jaar na inwerkingtreding
van de Wet seksuele misdrijven,
en gaat over tot de orde van de dag.
...
Motie van de leden Bikker en Van der Werf over vernieuwing van de zedewetgeving op de BES-eilanden in lijn met de Wet seksuele misdrijven
(Dossier 36222)
Motie van de leden Bikker en Van der Werf over vernieuwing van de zedewetgeving op de BES-eilanden in lijn met de Wet seksuele misdrijven
Motie
recht
strafrecht
Nr. 29
MOTIE VAN DE LEDEN BIKKER EN VAN DER WERF
Voorgesteld 28 juni 2023
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Wet seksuele misdrijven voorziet in belangrijke wetgeving waarin
consent de norm wordt en bredere maatregelen worden getroffen om de positie van slachtoffers
en kwetsbare groepen te verbeteren en dat ook een breed Nationaal Actieprogramma Aanpak
seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld is ontwikkeld;
overwegende dat het wetsvoorstel en het nationaal actieprogramma enkel van toepassing
zijn op Europees Nederland;
verzoekt de regering in overleg met de BES-eilanden tot vernieuwing van de zedenwetgeving
op de BES te komen langs de lijnen van voorliggend voorstel en langs de lijnen van
het nationaal actieprogramma met een brede aanpak van seksueel grensoverschrijdend
gedrag en seksueel geweld voor de BES te komen;
verzoekt de regering bij de andere landen in het Caribisch deel van het Koninkrijk
het aanbod te doen om wanneer zij dit wensen te ondersteunen bij verdere strafrechtelijke
en maatschappelijke maatregelen om seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel
geweld te voorkomen,
en gaat over tot de orde van de dag.
...
Motie van het lid El Abassi over alle aanbevelingen van de Raad van State en de Autoriteit Persoonsgegevens aangaande de waarborging van privacy en persoonsgegevens overnemen in een wetswijziging
(Dossier 36225)
Motie van het lid El Abassi over alle aanbevelingen van de Raad van State en de Autoriteit Persoonsgegevens aangaande de waarborging van privacy en persoonsgegevens overnemen in een wetswijziging
Motie
openbare orde en veiligheid
terrorisme
Nr. 28
MOTIE VAN HET LID EL ABASSI
Voorgesteld 21 maart 2024
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat zowel de Raad van State als de Autoriteit Persoonsgegevens forse
kritiek en zorgen hebben geuit over de waarborging van privacy en persoonsgegevens;
overwegende dat het voor de bescherming van opgenomen individuen in de persoonsgerichte
aanpakken van belang is om deze aanbevelingen te verwerken in de voorgestelde wet;
verzoekt de regering om alle aanbevelingen van de Raad van State en de Autoriteit
Persoonsgegevens over te nemen en te komen met een wijziging van de Wet gegevensverwerking
persoonsgerichte aanpak radicalisering en terroristische activiteiten,
en gaat over tot de orde van de dag.
...
Motie van het lid El Abassi over onafhankelijk onderzoek verrichten naar de effectiviteit van de lokale persoonsgerichte aanpakken
(Dossier 36225)
Motie van het lid El Abassi over onafhankelijk onderzoek verrichten naar de effectiviteit van de lokale persoonsgerichte aanpakken
Motie
openbare orde en veiligheid
terrorisme
Nr. 27
MOTIE VAN HET LID EL ABASSI
Voorgesteld 21 maart 2024
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de persoonsgerichte aanpak tot dusver niet is geëvalueerd op effectiviteit;
constaterende dat er meerdere schrijnende gevallen zijn geweest waaruit is gebleken
dat de persoonsgerichte aanpak zijn doel is voorbijgeschoten;
overwegende dat de persoonsgerichte aanpak ernstige inbreuk kan maken op de persoonlijke
levenssfeer van de opgenomen subjecten, terwijl zij niet strafrechtelijk zijn veroordeeld
voor extremisme of terrorisme;
verzoekt de regering om onafhankelijk onderzoek te verrichten naar de effectiviteit
van de lokale persoonsgerichte aanpakken,
en gaat over tot de orde van de dag.
...
Motie van het lid Michon-Derkzen over anti-institutionele extremisten expliciet betrekken bij de definitie van radicalisering
(Dossier 36225)
Motie van het lid Michon-Derkzen over anti-institutionele extremisten expliciet betrekken bij de definitie van radicalisering
Motie
openbare orde en veiligheid
terrorisme
Nr. 24
MOTIE VAN HET LID MICHON-DERKZEN
Voorgesteld 21 maart 2024
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat anti-institutioneel extremisme volgens de AIVD een fenomeen is waarbij
personen en groepen zich vanuit ideologisch motief richten tegen democratische instituties
en processen;
constaterende dat deze extremisten bereid zijn om niet-gewelddadige activiteiten te
verrichten die de democratische rechtsorde ondermijnen;
constaterende dat deze extremisten systematisch haatzaaien, angst verspreiden, doelbewust
desinformatie verspreiden, demoniseren en intimideren en pogingen ondernemen om een
parallelle samenleving tot stand te brengen, waarbij het gezag van de Nederlandse
overheid en het rechtssysteem wordt afgewezen;
verzoekt de regering anti-institutionele extremisten expliciet bij de definitie van
radicalisering te betrekken, zodat ook deze groep extremisten indien dat noodzakelijk
is, tijdig kan worden aangemeld voor een casusoverleg,
en gaat over tot de orde van de dag.
...
Motie van het lid Michon-Derkzen over het eerder betrekken van signalen van online radicalisering bij het eventueel aanmelden van een casus voor een persoonsgerichte aanpak radicalisering
(Dossier 36225)
Motie van het lid Michon-Derkzen over het eerder betrekken van signalen van online radicalisering bij het eventueel aanmelden van een casus voor een persoonsgerichte aanpak radicalisering
Motie
openbare orde en veiligheid
terrorisme
Nr. 25
MOTIE VAN HET LID MICHON-DERKZEN
Voorgesteld 21 maart 2024
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat in het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland (DTN) staat dat radicalisering
van jonge jihadisten en rechts-extremisten nu grotendeels online plaatsvindt;
constaterende dat het wenselijk is om zo vroeg mogelijk te kunnen interveniëren in
radicaliseringsprocessen en passende interventies in kaart te brengen;
constaterende dat sommige gemeenten in de praktijk een gebrek aan voldoende juridische
grondslag ervaren bij het in kaart brengen van online radicalisering;
overwegende dat de Ministers van JenV en SZW samen met gemeenten al enige tijd in
gesprek zijn om het delen van best practices te stimuleren en te faciliteren en een
effectieve lokale preventieve aanpak van online extremisme verder te ontwikkelen;
van mening dat de knelpunten die gemeenten ervaren bij het ontwikkelen van een effectieve
aanpak zo snel mogelijk moeten worden opgelost en dat aanpassing van wet- en regelgeving
daarvoor noodzakelijk kan zijn;
verzoekt de regering te bevorderen dat signalen van online radicalisering eerder kunnen
worden betrokken bij het maken van afwegingen over het aanmelden van een casus voor
een persoonsgerichte aanpak radicalisering;
verzoekt de regering te bezien hoe de ATKM, de Autoriteit Online Terroristisch en
Kinderpornografisch Materiaal, een rol kan vervullen bij vroegsignalering van online
radicalisering, en de Kamer hierover te informeren voor de zomer,
en gaat over tot de orde van de dag.
...
Motie van het lid El Abassi over aandachtsfunctionarissen instellen om de bewustwording van de blinde vlek ten aanzien van het (h)erkennen van rechts-extremisme te vergroten
(Dossier 36225)
Motie van het lid El Abassi over aandachtsfunctionarissen instellen om de bewustwording van de blinde vlek ten aanzien van het (h)erkennen van rechts-extremisme te vergroten
Motie
openbare orde en veiligheid
terrorisme
Nr. 26
MOTIE VAN HET LID EL ABASSI
Voorgesteld 21 maart 2024
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat uit onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen (2022) blijkt dat
extremisme in Noord-Nederland slechts beperkt wordt (h)erkend op bestuurlijk niveau,
mede door een onevenredige focus op jihadisme;
overwegende dat zowel op bestuurlijk niveau als onder regionale en lokale praktijkmedewerkers
een sterke focus bestaat op jihadisme, waardoor andere vormen van extremisme minder
snel worden herkend en adequaat worden aangepakt;
verzoekt de regering om aandachtsfunctionarissen in te stellen zoals voorgesteld door
de Rijksuniversiteit Groningen om binnen relevante bestuurlijke domeinen en bij betrokken
partijen de bewustwording van de blinde vlek ten aanzien van het (h)erkennen van rechts-extremisme
te vergroten,
en gaat over tot de orde van de dag.
...
Motie van het lid Mutluer c.s. over een invoeringstoets die ziet op de praktische toepassing en uitwerking van de definities over radicalisering en extremisme tijdens casusoverleggen
(Dossier 36225)
Motie van het lid Mutluer c.s. over een invoeringstoets die ziet op de praktische toepassing en uitwerking van de definities over radicalisering en extremisme tijdens casusoverleggen
Motie
openbare orde en veiligheid
terrorisme
Nr. 23
MOTIE VAN HET LID MUTLUER C.S.
...
Gewijzigde motie van het lid Michon-Derkzen over het eerder betrekken van signalen van online radicalisering bij het eventueel aanmelden van een casus voor een persoonsgerichte aanpak radicalisering (t.v.v. 36225-25)
(Dossier 36225)
Gewijzigde motie van het lid Michon-Derkzen over het eerder betrekken van signalen van online radicalisering bij het eventueel aanmelden van een casus voor een persoonsgerichte aanpak radicalisering (t.v.v. 36225-25)
Motie (gewijzigd/nader)
openbare orde en veiligheid
terrorisme
Nr. 34
GEWIJZIGDE MOTIE VAN HET LID MICHON-DERKZEN TER VERVANGING VAN DIE GEDRUKT ONDER
NR. 25
Voorgesteld 26 maart 2024
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat in het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland (DTN) staat dat radicalisering
van jonge jihadisten en rechts-extremisten nu grotendeels online plaatsvindt;
constaterende dat het wenselijk is om zo vroeg mogelijk te kunnen interveniëren in
radicaliseringsprocessen en passende interventies in kaart te brengen;
constaterende dat sommige gemeenten in de praktijk een gebrek aan voldoende juridisch
grondslag ervaren bij het in kaart brengen van online radicalisering;
overwegende dat de Minister van J&V en SZW samen met gemeenten al enige tijd in gesprek
zijn om het delen van best practices te stimuleren en te faciliteren en een effectieve
lokale preventieve aanpak van online extremisme verder te ontwikkelen;
van mening dat de knelpunten die gemeenten ervaren bij het ontwikkelen van een effectieve
aanpak zo snel mogelijk moeten worden opgelost en dat aanpassing van wet- en regelgeving
daarvoor noodzakelijk kan zijn;
verzoekt de regering te bevorderen dat signalen van online radicalisering eerder kunnen
worden betrokken bij het maken van afwegingen over het aanmelden van een casus voor
een persoonsgerichte aanpak radicalisering;
en gaat over tot de orde van de dag
Michon-Derkzen
...
Motie van het lid Mutluer c.s. over onderzoeken in hoeverre de bestaande praktijk van lokale casusoverleggen effectief bijdraagt aan de bestrijding van radicalisering en terroristische activiteiten
(Dossier 36225)
Motie van het lid Mutluer c.s. over onderzoeken in hoeverre de bestaande praktijk van lokale casusoverleggen effectief bijdraagt aan de bestrijding van radicalisering en terroristische activiteiten
Motie
openbare orde en veiligheid
terrorisme
Nr. 22
MOTIE VAN HET LID MUTLUER C.S.
...