Uitzettingen naar Irak |
|
Naïma Azough (GL) |
|
Kent u de brief van VluchtelingenWerk Nederland van 4 juni 2010 over een groepsuitzetting van 35 ex-asielzoekers naar Irak op 30 maart 2010? Zo ja, is het waar dat bij deze groepsuitzetting een aantal Irakezen na aankomst in Bagdad is gedetineerd en/of mishandeld?
De brief van VluchtelingenWerk is mij bekend. De uitvoeringsdiensten (Koninklijke Marechaussee en de Dienst Terugkeer en Vertrek) die bij de overdracht van deze Iraakse vreemdelingen aan de Iraakse autoriteiten waren betrokken, hebben geen onregelmatigheden vastgesteld. Mede naar aanleiding van de signalen die VluchtelingenWerk heeft ontvangen over de bejegening van deze groep na aankomst in Irak, heb ik ook de Commissie Integraal Toezicht Terugkeer (CITT) gevraagd naar hun bevindingen. Een lid van de CITT is meegereisd op de vlucht. De CITT heeft bevestigd dat de overdracht van deze groep aan de Iraakse autoriteiten op de luchthaven van Bagdad correct is verlopen. Er is tijdens de overdracht geen geweld van Iraakse ambtenaren geconstateerd ten aanzien van deze Iraakse vreemdelingen. Ook zijn mij overigens verder geen verifieerbare signalen bekend over onregelmatigheden bij de terugkeer van de betrokken Iraakse vreemdelingen.
Heeft u kennisgenomen van uitzettingen door andere EU-lidstaten? Hebben u ook berichten bereikt van mishandelingen van degenen die door andere EU-lidstaten zijn uitgezet?
Ik heb kennisgenomen van uitzettingen door andere EU-lidstaten. Er zijn mij geen feiten of signalen bekend dat bij uitzettingen naar Irak door andere EU-lidstaten, de overdracht niet correct is verlopen of dat door de Irakese ambtenaren geweld is gebruikt. Naar aanleiding van berichten over de detentie van Iraakse vreemdelingen die gedwongen zijn teruggekeerd uit het Verenigd Koninkrijk, heb ik informatie ingewonnen bij de Britse autoriteiten. Uit deze informatie blijkt dat teruggekeerde Iraakse vreemdelingen voor korte duur zijn gedetineerd in het kader van een standaardprocedure voor de controle van hun nationaliteit. De Britse autoriteiten hebben een aantal van deze Iraakse vreemdelingen gezien na hun vrijlating en stelden vast dat geen enkele Iraakse vreemdeling heeft geklaagd over de behandeling tijdens deze kortdurende detentie.
Is het u bekend of (een aantal van) de vreemdelingen die op 30 maart 2010 zijn uitgezet, na aankomst in Bagdad zijn vastgehouden door de autoriteiten? Zo ja, om welke reden zijn deze vreemdelingen gedetineerd in Bagdad en hoe lang? Zijn er op dit moment nog vreemdelingen van deze groep die vastgehouden worden door de Irakese autoriteiten? Zo nee, bent u bereid om via uw Irakese collega dan wel via andere kanalen (organisaties en NGO’s ter plekke, ambassade) duidelijkheid over deze signalen te verkrijgen? Zo nee, waarom niet?
Ik heb geen signalen ontvangen dat de vreemdelingen die op 30 maart 2010 zijn uitgezet na aankomst in Bagdad zijn gedetineerd door de autoriteiten. Wel is mij bekend dat de Iraakse autoriteiten Iraakse burgers die gedwongen terugkeren, standaard onderwerpen aan een kort veiligheidsonderzoek dat ongeveer drie uur in beslag neemt.
Is het u bekend of (een aantal van) de vreemdelingen die op 30 maart 2010 zijn uitgezet, in Bagdad zijn mishandeld door de autoriteiten? Zo ja, om welke reden zijn deze vreemdelingen mishandeld, waaruit bestond de mishandeling en hoe vaak kwam dit voor? Zo nee, bent u bereid om via uw Irakese collega dan wel via andere kanalen (organisaties en NGO’s ter plekke) duidelijkheid over deze signalen te verkrijgen? Zo nee, waarom niet?
Zie mijn antwoord op vraag 1.
Is het waar dat op 9 juni wederom afgewezen Irakese asielzoekers naar Bagdad zijn uitgezet? Zou het uit oogpunt van zorgvuldigheid en veiligheid niet beter zijn om uitzettingen naar Irak onmiddellijk op te schorten, zolang er geen duidelijkheid is over het lot van de groep Irakezen die op 30 maart is uitgezet? Wat is uw reactie op de brief van UNHCR van 29 april 2010 waarin deze organisatie zich nog steeds verzet tegen uitzetting naar de vijf centrale provincies?
Op 9 juni zijn inderdaad Iraakse vreemdelingen gedwongen teruggekeerd naar Bagdad. Gelet op de bevindingen van de CITT over het verloop van het terugkeerproces van de 35 Iraakse vreemdelingen op 30 maart jl., het feit dat verder geen verifieerbare informatie bekend is over onregelmatigheden bij de terugkeer van de betrokken Iraakse vreemdelingen en de informatie van de Britse autoriteiten, zie ik geen aanleiding om uitzettingen naar Irak op te schorten. Zoals ik in de brief aan de UNHCR heb geschreven zijn de aard en intensiviteit van het geweld in Irak naar mijn opvatting niet dusdanig dat elke uitzetting naar dit land een schending van het Vluchtelingenverdrag of artikel 3 EVRM oplevert. De volledige beantwoording van de brief van UNHCR van 29 april 2010 treft u in bijlage.1
Bent u bereid in afwachting van een uitspraak van het EHRM in de bodemprocedure af te zien van onomkeerbare stappen in het geval van deze groep?
Door het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (het Hof) zijn geen uitspraken gedaan die aanleiding geven om de terugkeer naar Irak op te schorten. In dit verband wijs ik u op een arrest van het Hof van 20 januari 2009 in zaak nr. 32621/06, F.H. tegen Zweden. In dit arrest heeft het Hof geoordeeld dat hoewel de algemene situatie in Irak, en in Bagdad, onzeker en problematisch is, deze niet zo uitzonderlijk ernstig is dat deze op zichzelf bezien een schending van artikel 3 van het EVRM oplevert bij (gedwongen) terugkeer. Van een zodanige situatie is immers slechts sprake in de meest extreme gevallen van algemeen geweld. Zoals blijkt uit de ambtsberichten van de Minister van Buitenlandse Zaken over Irak blijkt, is de situatie in Irak nog steeds zorgelijk maar is deze sinds de beoordeling door het Hof niet dusdanig verslechterd dat thans wel sprake is van een uitzonderlijke situatie.
Staatloze Roma |
|
Naïma Azough (GL) |
|
Kent u het bericht dat er in Nederland zo’n duizend Roma problemen ondervinden door hun staatloosheid? Zo ja, zijn dit bericht en de daarin geschetste problemen waar?1
Ja, ik ben bekend met het desbetreffende krantenbericht.
Ik herken het beeld zoals geschetst in het artikel niet. In het in de vraag aangehaalde artikel wordt gesteld dat zo’n duizend Roma door hun staatloosheid in de problemen zitten. Voor staatloze vreemdelingen bestaat speciaal beleid, het zogenoemde «buitenschuldbeleid». Dit beleid blijkt in de praktijk echter in de meeste gevallen niet van toepassing op Roma. Over het algemeen kunnen vreemdelingen van Roma afkomst terugkeren naar een herkomstland. Een vergunning op grond van het buitenschuldbeleid is in dat geval niet geïndiceerd.
Indien het niet mogelijk is terug te keren naar een herkomstland, dan kan men op grond van het buitenschuldbeleid in aanmerking komen voor vergunningverlening. Daarbij wordt wel een inspanningsverplichting gevraagd van de vreemdeling. Ook het individuele gedrag van de vreemdeling, bijvoorbeeld wanneer de vreemdeling een gevaar vormt voor de openbare orde en nationale veiligheid, zich onttrekt aan het vreemdelingentoezicht of onjuiste gegevens verstrekt, kan aan vergunningverlening in de weg staan. Het geldende buitenschuldbeleid is opgenomen in paragraaf B14/3 van de Vreemdelingencirculaire 2000.
Deelt u de mening dat het ongewenst is dat dit een bijzondere categorie vreemdelingen betreft, aangezien er geen herkomstland is dat hen zou kunnen terugnemen, maar het tegelijk onmogelijk is om aan te tonen dat er geen herkomstland is? Is het daardoor niet geïndiceerd om een vergunning tot verblijf buiten schuld toe te kennen? Zo nee, waarom niet?
Zie antwoord vraag 1.
Deelt u de mening dat de in de Grondwet en de mensenrechtenverdragen geformuleerde grond- en mensenrechten ook gelden voor vreemdelingen zonder nationaliteit, waardoor Nederland een bijzondere zorgplicht zou moeten voelen om de effectuering ervan te waarborgen, bijvoorbeeld door het toekennen van studiefinanciering, toelating tot de arbeidsmarkt en het toekennen van recht op medische zorg, ook als er geen medische noodzaak bestaat? Zo nee, waarom niet?
De in de Grondwet en in mensenrechtenverdragen geformuleerde grond- en mensenrechten gelden voor iedereen. Indien een persoon volgens de Nederlandse regelgeving in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning of bepaalde voorzieningen dient dit zonder aanzien des persoons te worden verstrekt.
Welke maatregelen neemt u zich voor om te voorkomen dat deze groep in een onmogelijke situatie belandt, waarbij het verblijf in Nederland onmogelijk gemaakt wordt zonder een alternatief op een rechtmatig verblijf elders?
Het bestaande beleid, waaronder het eerdergenoemde buitenschuldbeleid, biedt voldoende waarborgen.
Uitzettingen naar Irak |
|
Naïma Azough (GL) |
|
Kent u de brief van VluchtelingenWerk Nederland van 4 juni 2010 over een groepsuitzetting van 35 ex-asielzoekers naar Irak op 30 maart 2010? Zo ja, is het waar dat bij deze groepsuitzetting een aantal Irakezen na aankomst in Bagdad is gedetineerd en/of mishandeld?
De brief van VluchtelingenWerk is mij bekend. De uitvoeringsdiensten (Koninklijke Marechaussee en de Dienst Terugkeer en Vertrek) die bij de overdracht van deze Iraakse vreemdelingen aan de Iraakse autoriteiten waren betrokken, hebben geen onregelmatigheden vastgesteld. Mede naar aanleiding van de signalen die VluchtelingenWerk heeft ontvangen over de bejegening van deze groep na aankomst in Irak, heb ik ook de Commissie Integraal Toezicht Terugkeer (CITT) gevraagd naar hun bevindingen. Een lid van de CITT is meegereisd op de vlucht. De CITT heeft bevestigd dat de overdracht van deze groep aan de Iraakse autoriteiten op de luchthaven van Bagdad correct is verlopen. Er is tijdens de overdracht geen geweld van Iraakse ambtenaren geconstateerd ten aanzien van deze Iraakse vreemdelingen. Ook zijn mij overigens verder geen verifieerbare signalen bekend over onregelmatigheden bij de terugkeer van de betrokken Iraakse vreemdelingen.
Heeft u kennisgenomen van uitzettingen door andere EU-lidstaten? Hebben u ook berichten bereikt van mishandelingen van degenen die door andere EU-lidstaten zijn uitgezet?
Ik heb kennisgenomen van uitzettingen door andere EU-lidstaten. Er zijn mij geen feiten of signalen bekend dat bij uitzettingen naar Irak door andere EU-lidstaten, de overdracht niet correct is verlopen of dat door de Irakese ambtenaren geweld is gebruikt. Naar aanleiding van berichten over de detentie van Iraakse vreemdelingen die gedwongen zijn teruggekeerd uit het Verenigd Koninkrijk, heb ik informatie ingewonnen bij de Britse autoriteiten. Uit deze informatie blijkt dat teruggekeerde Iraakse vreemdelingen voor korte duur zijn gedetineerd in het kader van een standaardprocedure voor de controle van hun nationaliteit. De Britse autoriteiten hebben een aantal van deze Iraakse vreemdelingen gezien na hun vrijlating en stelden vast dat geen enkele Iraakse vreemdeling heeft geklaagd over de behandeling tijdens deze kortdurende detentie.
Is het u bekend of (een aantal van) de vreemdelingen die op 30 maart 2010 zijn uitgezet, na aankomst in Bagdad zijn vastgehouden door de autoriteiten? Zo ja, om welke reden zijn deze vreemdelingen gedetineerd in Bagdad en hoe lang? Zijn er op dit moment nog vreemdelingen van deze groep die vastgehouden worden door de Irakese autoriteiten? Zo nee, bent u bereid om via uw Irakese collega dan wel via andere kanalen (organisaties en NGO’s ter plekke, ambassade) duidelijkheid over deze signalen te verkrijgen? Zo nee, waarom niet?
Ik heb geen signalen ontvangen dat de vreemdelingen die op 30 maart 2010 zijn uitgezet na aankomst in Bagdad zijn gedetineerd door de autoriteiten. Wel is mij bekend dat de Iraakse autoriteiten Iraakse burgers die gedwongen terugkeren, standaard onderwerpen aan een kort veiligheidsonderzoek dat ongeveer drie uur in beslag neemt.
Is het u bekend of (een aantal van) de vreemdelingen die op 30 maart 2010 zijn uitgezet, in Bagdad zijn mishandeld door de autoriteiten? Zo ja, om welke reden zijn deze vreemdelingen mishandeld, waaruit bestond de mishandeling en hoe vaak kwam dit voor? Zo nee, bent u bereid om via uw Irakese collega dan wel via andere kanalen (organisaties en NGO’s ter plekke) duidelijkheid over deze signalen te verkrijgen? Zo nee, waarom niet?
Zie mijn antwoord op vraag 1.
Is het waar dat op 9 juni wederom afgewezen Irakese asielzoekers naar Bagdad zijn uitgezet? Zou het uit oogpunt van zorgvuldigheid en veiligheid niet beter zijn om uitzettingen naar Irak onmiddellijk op te schorten, zolang er geen duidelijkheid is over het lot van de groep Irakezen die op 30 maart is uitgezet? Wat is uw reactie op de brief van UNHCR van 29 april 2010 waarin deze organisatie zich nog steeds verzet tegen uitzetting naar de vijf centrale provincies?
Op 9 juni zijn inderdaad Iraakse vreemdelingen gedwongen teruggekeerd naar Bagdad. Gelet op de bevindingen van de CITT over het verloop van het terugkeerproces van de 35 Iraakse vreemdelingen op 30 maart jl., het feit dat verder geen verifieerbare informatie bekend is over onregelmatigheden bij de terugkeer van de betrokken Iraakse vreemdelingen en de informatie van de Britse autoriteiten, zie ik geen aanleiding om uitzettingen naar Irak op te schorten. Zoals ik in de brief aan de UNHCR heb geschreven zijn de aard en intensiviteit van het geweld in Irak naar mijn opvatting niet dusdanig dat elke uitzetting naar dit land een schending van het Vluchtelingenverdrag of artikel 3 EVRM oplevert. De volledige beantwoording van de brief van UNHCR van 29 april 2010 treft u in bijlage.1
Bent u bereid in afwachting van een uitspraak van het EHRM in de bodemprocedure af te zien van onomkeerbare stappen in het geval van deze groep?
Door het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (het Hof) zijn geen uitspraken gedaan die aanleiding geven om de terugkeer naar Irak op te schorten. In dit verband wijs ik u op een arrest van het Hof van 20 januari 2009 in zaak nr. 32621/06, F.H. tegen Zweden. In dit arrest heeft het Hof geoordeeld dat hoewel de algemene situatie in Irak, en in Bagdad, onzeker en problematisch is, deze niet zo uitzonderlijk ernstig is dat deze op zichzelf bezien een schending van artikel 3 van het EVRM oplevert bij (gedwongen) terugkeer. Van een zodanige situatie is immers slechts sprake in de meest extreme gevallen van algemeen geweld. Zoals blijkt uit de ambtsberichten van de Minister van Buitenlandse Zaken over Irak blijkt, is de situatie in Irak nog steeds zorgelijk maar is deze sinds de beoordeling door het Hof niet dusdanig verslechterd dat thans wel sprake is van een uitzonderlijke situatie.
Staatloze Roma |
|
Naïma Azough (GL) |
|
Kent u het bericht dat er in Nederland zo’n duizend Roma problemen ondervinden door hun staatloosheid? Zo ja, zijn dit bericht en de daarin geschetste problemen waar?1
Ja, ik ben bekend met het desbetreffende krantenbericht.
Ik herken het beeld zoals geschetst in het artikel niet. In het in de vraag aangehaalde artikel wordt gesteld dat zo’n duizend Roma door hun staatloosheid in de problemen zitten. Voor staatloze vreemdelingen bestaat speciaal beleid, het zogenoemde «buitenschuldbeleid». Dit beleid blijkt in de praktijk echter in de meeste gevallen niet van toepassing op Roma. Over het algemeen kunnen vreemdelingen van Roma afkomst terugkeren naar een herkomstland. Een vergunning op grond van het buitenschuldbeleid is in dat geval niet geïndiceerd.
Indien het niet mogelijk is terug te keren naar een herkomstland, dan kan men op grond van het buitenschuldbeleid in aanmerking komen voor vergunningverlening. Daarbij wordt wel een inspanningsverplichting gevraagd van de vreemdeling. Ook het individuele gedrag van de vreemdeling, bijvoorbeeld wanneer de vreemdeling een gevaar vormt voor de openbare orde en nationale veiligheid, zich onttrekt aan het vreemdelingentoezicht of onjuiste gegevens verstrekt, kan aan vergunningverlening in de weg staan. Het geldende buitenschuldbeleid is opgenomen in paragraaf B14/3 van de Vreemdelingencirculaire 2000.
Deelt u de mening dat het ongewenst is dat dit een bijzondere categorie vreemdelingen betreft, aangezien er geen herkomstland is dat hen zou kunnen terugnemen, maar het tegelijk onmogelijk is om aan te tonen dat er geen herkomstland is? Is het daardoor niet geïndiceerd om een vergunning tot verblijf buiten schuld toe te kennen? Zo nee, waarom niet?
Zie antwoord vraag 1.
Deelt u de mening dat de in de Grondwet en de mensenrechtenverdragen geformuleerde grond- en mensenrechten ook gelden voor vreemdelingen zonder nationaliteit, waardoor Nederland een bijzondere zorgplicht zou moeten voelen om de effectuering ervan te waarborgen, bijvoorbeeld door het toekennen van studiefinanciering, toelating tot de arbeidsmarkt en het toekennen van recht op medische zorg, ook als er geen medische noodzaak bestaat? Zo nee, waarom niet?
De in de Grondwet en in mensenrechtenverdragen geformuleerde grond- en mensenrechten gelden voor iedereen. Indien een persoon volgens de Nederlandse regelgeving in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning of bepaalde voorzieningen dient dit zonder aanzien des persoons te worden verstrekt.
Welke maatregelen neemt u zich voor om te voorkomen dat deze groep in een onmogelijke situatie belandt, waarbij het verblijf in Nederland onmogelijk gemaakt wordt zonder een alternatief op een rechtmatig verblijf elders?
Het bestaande beleid, waaronder het eerdergenoemde buitenschuldbeleid, biedt voldoende waarborgen.