De Chinese cyberaanvallen op Nederlandse Kamerleden |
|
Joost Sneller (D66), Femke Zeedijk-Raeven (D66) |
|
Hugo de Jonge (minister zonder portefeuille binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA), Hanke Bruins Slot (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA) |
|
Bent u bekend met het bericht «Seven Hackers Associated with Chinese Government Charged with Computer Intrusions Targeting Perceived Critics of China and U.S. Businesses and Politicians»?1
Ja.
Wat is uw reactie op de aantijgingen van de Verenigde Staten (VS) en het Verenigd Koninkrijk (VK) tegen deze zeven hackers, die volgens hen in opdracht van de Chinese Staat cyberaanvallen uitvoerden tegen journalisten, politici, activisten en bedrijven?
De verklaringen van de VS en het VK passen in het algemene beeld van de cyberdreiging die uitgaat van China, dat al langer wordt geschetst door de AIVD, de MIVD en de NCTV.2 Na publicatie van de Britse verklaring op 28 februari jl. heeft Nederland, zowel nationaal als via de Europese Unie (EU), solidariteit uitgesproken met het VK. De verklaringen van de VS en het VK onderstrepen de noodzaak om de groeiende cyberdreiging, samen met de EU, VS, VK en andere partners, strategischer en proactiever tegen te gaan, zoals ook beschreven in de Internationale Cyberstrategie 2023–2028.3
Deelt u de grote zorgen over de gevolgen van mogelijke Chinese cyberaanvallen?
Wij delen de zorgen over de gevolgen van Chinese cyberaanvallen. Die zorgen zijn overgebracht door de Minister-President en de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking aan de Chinese autoriteiten tijdens hun gezamenlijke bezoek aan Beijing op 26 en 27 maart jl. Daarbij is specifiek verwezen naar de recente attributie door het kabinet van een Chinese cyberaanval op het Ministerie van Defensie.
Is de hackgroep Advanced Persistent Threat Group 31 (APT31) bekend bij de Nederlandse inlichtingen-en veiligheidsdiensten? Wat kunt u delen over de werkwijze van deze groep en de dreiging daarvan voor Nederland?
Er wordt in het openbaar niet ingegaan op de werkwijze en het kennisniveau van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten.
Zoals vermeld in het Cyber Security Beeld Nederland 2022, heeft de Chinese digitale spionage actor APT31 op grote schaal en langdurig politieke doelwitten in Europa en Noord-Amerika aangevallen. Ook in Nederland waren er doelwitten van aanvallen en verkenningsactiviteiten door deze actor.4 De interesse vanuit statelijke actoren in deze doelwitten illustreert het belang van goede beveiligingsmaatregelen en netwerkdetectiemogelijkheden voor Nederlandse overheidsnetwerken om aanvallen te detecteren, af te slaan en nader onderzoek te verrichten.
Kunt u bevestigen dat deze groep wordt aangestuurd door het Chinese Ministerie van Staatsveiligheid?
Zie antwoord vraag 4.
Kunt u bevestigen dat deze groep gerichte aanvallen uitvoert op journalisten, politici (o.a. van de Inter-Parliamentary Alliance on China), activisten en bedrijven? Zo ja, hoe lang gebeurt dat al?
Zie antwoord vraag 4.
Klopt het voor zover bij u bekend dat APT31 zich ook richtte op Nederlandse Kamerleden? Zo ja, sinds wanneer en welke zijn dit?
Zie antwoord vraag 4.
In hoeverre kan er via deze hackaanvallen staatsgeheime informatie zijn verkregen? Kunt u daarbij specifiek ingaan op informatie die eventueel van/via Nederlandse politici is verkregen?
Zie antwoord vraag 4.
Bent u tevens bekend met het bericht «New Zealand accuses China of hacking parliament, condemns activity»?2
Ja.
Is de hackgroep ATP40 bekend bij de Nederlandse inlichtingen- en veiligheidsdiensten? Wat kunt u delen over de werkwijze van deze groep en de gevolgen daarvan?
Zie beantwoording vraag 4 t/m 8.
Het artikel ‘Intrekken exportvergunning nieuwe tegenslag ASML’ |
|
Femke Zeedijk-Raeven (D66) |
|
Gerrit van Leeuwen |
|
Bent u bekend met het artikel in Het Financiële Dagblad van 3 januari 2024 «Intrekken exportvergunning nieuwe tegenslag ASML»?1
Ja.
Is de informatie in het artikel juist dat verschillende exportvergunningen zijn ingetrokken?
Het kabinet doet geen uitspraken over individuele vergunningen. In algemene zin kan gesteld worden dat bij de beoordeling van een exportvergunningaanvraag per geval een specifieke afweging wordt gemaakt, waarbij gekeken wordt naar het risico van ongewenst eindgebruik. De overheid maakt deze risicoanalyse in het kader van de (inter)nationale veiligheid op basis van de daarvoor geldende criteria, zoals de eigenschappen van het te exporteren product, de toepasbaarheid van het product, de eindgebruiker en het land van bestemming. Dit kan ertoe leiden dat export wordt toegestaan, afgewezen of een eerdere afweging wordt herzien.
Wat is er aan de situatie veranderd, sinds de vergunningen waren afgegeven en wat zijn de afwegingen geweest om de vergunningen in te trekken?
Zie antwoord vraag 2.
Is de informatie in het artikel juist dat het om een type lithografie machine gaat dat al vaker aan klanten van ASML in China is geleverd?
Zie antwoord vraag 2.
Kunt u een indicatie geven van het aantal exportvergunningen (enkelen, tientallen, meer dan honderd) dat in het verleden afgegeven is voor het leveren van dit type machine aan Chinese bedrijven in China?
Vanaf 1 september 2023 is bepaalde geavanceerde halfgeleiderproductieapparatuur vergunningplichtig in Nederland. Voorafgaand aan deze datum gold er geen vergunningplicht voor apparatuur vallende onder de regeling en zijn er derhalve geen vergunningen verleend. In de ministeriële regeling geavanceerde productieapparatuur voor halfgeleiders is als verwachting opgenomen dat door de introductie van de vergunningplicht eenmalig 24 vergunningen en daarna op jaarbasis 20 vergunningen worden aangevraagd. Inmiddels zijn enkele vergunningen voor de export van geavanceerde halfgeleiderapparatuur naar China verleend. Een exportvergunning geeft de mogelijkheid om gedurende de looptijd van een vergunning meerdere exporten plaats te laten vinden.
Is er een verzoek van de Amerikaanse autoriteiten geweest om de exportvergunnigen in te trekken, zoals het artikel suggereert? Zo ja, wat was de motivatie van hen om een dergelijk verzoek aan de Nederlandse regering te doen?
Er is geregeld contact met partners en bondgenoten in Europa, de VS en Azië over exportcontrolemaatregelen op geavanceerde productieapparatuur voor halfgeleiders. Over de inhoud van deze gesprekken doet het kabinet geen uitspraken.
Zijn er toezeggingen van de Amerikaanse autoriteiten gedaan aan de Nederlandse regering in ruil voor het intrekken van de exportvergunningen? Zo ja, welke?
Zie antwoord vraag 6.
Acht u het mogelijk dat China eerder geleverde machines van het type waar het hier om gaat inzet voor het vervaardigen van defensie materieel?
De vergunningplichtige machines en technologie zijn geschikt voor de ontwikkeling en productie van geavanceerde halfgeleiders. Deze geavanceerde halfgeleiders kunnen naast civiele toepassingen ook een cruciale bijdrage leveren aan militaire toepassingen en worden aangewend voor de ontwikkeling van hoogwaardige militaire (wapen)systemen en massavernietigingswapens.2 Zoals ook bevestigd door de MIVD3 richt China ten behoeve van de eigenstandige militair-technologische ontwikkeling de aandacht op buitenlandse expertise, waaronder op Nederlandse kennis op het gebied van lithografie. In algemene zin kan gesteld worden dat bij de beoordeling van (eerdere) exportvergunningaanvragen per geval een specifieke afweging wordt gemaakt, waarbij gekeken wordt naar het risico van ongewenst eindgebruik. Zie ook het antwoord op de vragen 2, 3 en 4.
Schat u in dat het niet leveren van de eind 2023 geplande machines een extra belemmering vormt voor de Chinese defensie industrie? Waarom wel/niet?
Zie antwoord vraag 8.
Overwegende dat geavanceerde computerchips (<14nm) wereldwijd volop verkrijgbaar zijn en de Amerikaanse regering moeite heeft de export vanuit de VS naar China te beperken2, 3, wa t is naar uw inzicht het voordeel voor Nederland en Europa om China te beletten zelf geavanceerde chips te ontwikkelen?
Nederland heeft eigenstandig een vergunningplicht ingesteld omdat de ongecontroleerde uitvoer van geavanceerde productieapparatuur voor halfgeleiders risico’s voor de nationale veiligheid kan meebrengen. Dit betreft een landenneutrale maatregel en is niet specifiek gericht op China. Bij elke beoordeling wordt individueel, dus per geval, gekeken of een exportvergunning kan worden verleend. Er wordt dan gekeken naar het risico van ongewenst eindgebruik. Uiteraard bespreekt Nederland deze maatregel met Europese partners en de VS en vindt ook een exportcontrole dialoog plaats met China.
De Nederlandse deelname aan de IPCEI-regeling voor cloudtechnologie |
|
Femke Zeedijk-Raeven (D66), Jesse Six Dijkstra (NSC) |
|
Micky Adriaansens (minister economische zaken) (VVD) |
|
Kunt u in algemene zin een toelichting geven op de beoogde Nederlandse deelname aan de IPCEI-regeling voor cloudtechnologie?1 2
Het kabinet heeft op 21 september 2021 (Prinsjesdag) uw Kamer geïnformeerd over de voorgenomen Nederlandse deelname aan het Important Project of Common European Interest Next Generation Cloud Infrastructure and Services (IPCEI CIS) en de beslissing hiervoor 70 miljoen euro ten behoeve van Nederlandse projecten beschikbaar te stellen. Het kabinet vindt Europese innovatie op dit terrein van groot belang voor het bedrijfsleven en met name de maakindustrie die, ook in Nederland, voor processen en productie een steeds grotere behoefte heeft aan nieuwe, concurrerende en veilige Europese cloudtoepassingen.
Een IPCEI is een geïntegreerd Europees project dat bestaat uit meerdere nationale projecten van bedrijven en/of onderzoeksinstellingen uit deelnemende lidstaten, dat beoogt een belangrijke Europese waardeketen te realiseren of in stand te houden. Hierdoor wordt de Europese autonomie verstevigd. De IPCEI CIS is het eerste belangrijke project van gemeenschappelijk Europees belang op het gebied van cloud- en edge-computing. Het betreft de ontwikkeling van het eerste interoperabele en vrij toegankelijke Europese ecosysteem voor gegevensverwerking.
Het project moet zorgen voor de Europese ontwikkeling van gegevensverwerkingscapaciteit, software en instrumenten voor het delen van gegevens waarmee onderling verbonden, energie-efficiënte en betrouwbare cloud- en edge-technologie en samenhangende diensten voor het verwerken van gedistribueerde gegevens kunnen worden ontwikkeld. De innovatie in het kader van IPCEI CIS zal een nieuw spectrum van mogelijkheden voor Europese bedrijven en burgers bieden en zo de digitale en groene transitie in Europa bevorderen.
Hiermee past onze inzet binnen de IPCEI CIS bij bestaand beleid, zoals de kabinetsvisie op datadelen tussen bedrijven3, de Europese datastrategie4 de Strategie Digitale Economie5 en de Europese verklaring voor een nieuwe generatie edge en cloud6. Ook wordt met de IPCEI CIS een aantal marktfalens geadresseerd. Deze economische problematiek is onder andere door de Autoriteit Consument en Markt (ACM) onderzocht en beschreven in een uitgebreide marktstudie7. De Nederlandse IPCEI CIS-projecten worden inhoudelijk in de Kamerbrief die gelijktijdig met deze beantwoording wordt verzonden verder beschreven.
Op basis van een rangschikking zijn drie Nederlandse projecten in aanmerking voor subsidie gekomen. De Nederlandse projecten maken deel uit van het IPCEI CIS ecosysteem8. Hier is ook door de Europese Commissie over gecommuniceerd bij de aankondiging van de goedkeuringsbesluiten voor steun aan bedrijven op basis van het IPCEI-steunkader. Dit is een proces geweest waar door de deelnemende bedrijven, de Nederlandse overheid en de Europese Commissie zorgvuldig gedurende een periode van twee jaar aan is gewerkt. Deze subsidie is inmiddels door EZK verstrekt.
Kunt u een overzicht geven van de waardeketen voor cloudtechnologie van datacenters, inclusief toeleveranciers, via clouddienstverleners, tot aan gebruikers hiervan?
Het gaat bij cloudtechnologie om IT-diensten die via het internet worden aangeboden waarbij de gebruiker geen hardware en software aanschaft, maar betaalt voor het daadwerkelijke gebruik van één of meerdere diensten die op de infrastructuur van een cloudaanbieder draaien. Deze infrastructuur is in de regel in een datacenter gehuisvest. Door deze opzet kan de gebruiker zijn of haar gebruik makkelijk op- en afschalen.
Clouddiensten worden grofweg in drie categorieën verdeeld: (1) Infrastructuur as a Service (IaaS), (2) Platform as a service (PaaS) en (3) Software as a Service (SaaS), waarbij de scheidslijnen tussen die drie niet altijd even scherp te trekken zijn. Onderstaande afbeelding geeft schematisch weer hoe deze algemene waardeketen van clouddiensten eruit ziet en wat de verschillende categorieën inhouden. Het is niet mogelijk een uitputtende beschrijving te geven van de waardeketen van cloud in Nederland.
Figuur 1: Een schematische weergave van de verschillende lagen in cloudtechnologie. Bron: ACM
Wat zijn de grootste bedrijven in deze keten in Nederland, Europa en wereldwijd?
Clouddiensten worden aangeboden door een aantal van de grootste bedrijven ter wereld, zoals Amazon, Microsoft en Google. Andere actieve spelers op de Europese en Nederlandse markt voor clouddiensten zijn bijvoorbeeld IBM, Oracle, VMware, OVHcloud, Scaleway en het Nederlandse Leaseweb. De grootste cloudaanbieders zijn actief op zowel de IaaS-, PaaS- en SaaS-laag, en zijn dus verticaal geïntegreerd. De ACM9 stelt vast dat de clouddiensten van de twee grootste partijen, Microsoft Azure en Amazon Web Services (AWS), in zowel Nederland als Europa, op de IaaS- en PaaS-laag over een groot marktaandeel beschikken (beide 35 à 40 procent). Google is de sterke derde speler op de Nederlandse en Europese markt. Er is sprake van een hoge mate van concentratie op de markt voor clouddiensten. Daarbij leveren Nederlandse bedrijven vaak diensten gebaseerd op infrastructuur die door derden worden geleverd.
Op welke control points in de keten heeft Nederland een goede concurrentiepositie en op welke zouden we die kunnen ontwikkelen?
Over het algemeen hebben Nederlandse cloudbedrijven een klein marktaandeel in alle lagen van de waardeketen, hoewel Nederlandse bedrijven op het gebied van IaaS een relatief sterkere positie hebben. Daarmee zijn de strategische controlepunten in de waardeketen van cloudbedrijven, voor zover die er zijn, niet direct de basis voor de Nederlandse concurrentiepositie. De IPCEI CIS is gericht op het stimuleren van een nieuwe generatie innovatie edge- en cloudoplossingen, waarbij beoogd wordt dat de concurrentiepositie van deelnemende Europese bedrijven verbetert. Zo kunnen deze bedrijven op het gebied van bijvoorbeeld federatieve cloudoplossingen, dus het kunnen verbinden van clouddiensten van verschillende aanbieders met elkaar, en nieuwe edge-technologieën een sterkere marktpositie krijgen. Hierbij wordt niet direct een focus gelegd op het creëren van een sterke positie van specifiek Nederlandse bedrijven, maar wordt gewerkt aan het creëren van een sterke Europese waardeketen over de verschillende lagen heen. Europese integratie is ook een voorwaarde om staatssteun onder het IPCEI steunkader te mogen verlenen.
Bent u voornemens om (een deel van) de door de Nederlandse regering gereserveerde € 70 miljoen in te zetten om een soevereine Nederlandse clouddienst te realiseren?
Digitale infrastructuur zoals cloud bestaat uit wereldwijde toepassingen en verbindingen waarin een uitsluitend Nederlandse (toonaangevende of soevereine) dienst op dit moment niet voor de hand ligt. Het gaat bij de IPCEI CIS om het behalen van Europese doelstellingen op het gebied van cloudinnovatie waarbij Nederlandse deelname op basis van kennis, innovatie en financiering geen vanzelfsprekendheid vooraf is. Het kabinet vindt Nederlandse deelname echter van groot belang vanuit innovatieoogpunt, maar ook voor het toekomstig gebruik van te ontwikkelen Europese clouddiensten door Nederlandse (maakindustrie)bedrijven. Daarom heeft mijn ministerie zich samen met betrokkenen uit de Nederlandse cloudsector, actief ingezet voor deelname en financiering gereserveerd.
De IPCEI CIS draagt rechtstreeks bij aan de verwezenlijking van verschillende doelstellingen op het gebied van een digitale, groenere, veiligere, veerkrachtigere en soevereine economie. De middelen worden ingezet om Nederlandse bedrijven en onderzoeksinstellingen een bijdrage te laten leveren aan een nieuwe generatie innovatieve cloudoplossingen, zoals ook beschreven staat in de IPCEI subsidieregeling10. Hiervan kunnen zowel Nederlandse bedrijven als overheden straks gebruik maken.
Welke governance is van toepassing om te garanderen dat het publieke en private geld terecht komt bij de juiste bedrijven? Welke rol zullen de regionale ontwikkelmaatschappijen hierbij spelen?
De Nederlandse bedrijven en onderzoeksinstellingen die in de IPCEI CIS subsidie krijgen zijn geselecteerd op basis van de criteria uit de IPCEI subsidieregeling11. Steun aan individuele bedrijven blijft beperkt tot wat noodzakelijk en evenredig is en niet zorgt voor marktverstoring. De Europese Commissie heeft zich er van vergewist dat de staatssteun die bedrijven mogen ontvangen in het kader van het IPCEI steunkader in overeenstemming is met de subsidiabele kosten van de projecten in relatie tot de zogenoemde «financieringskloof». Dit zijn de niet rendabele kosten van een project. De monitoring van de met publieke middelen gefinancierde projecten wordt in Nederland uitgevoerd door de RVO, hier spelen de regionale ontwikkelmaatschappijen geen rol bij. Ook op Europees niveau zijn er voor de IPCEI CIS verschillende governance mechanismes ingericht om te waarborgen dat publieke middelen op een effectieve manier worden ingezet en het geheel aan Europese projecten goed op elkaar wordt afgestemd. Ook wordt op Europees niveau ingezet op een transparant, inclusief en sneller ontwerp van belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang.
In welke mate heeft dit initiatief raakvlakken met andere initiatieven van het Ministerie van EZK, zoals de Agenda Digitale Open Strategische Autonomie en de Nationale Technologiestrategie?
De IPCEI CIS draagt rechtstreeks bij aan de verwezenlijking van verschillende doelstellingen op het gebied van een digitale, groenere, veiligere, veerkrachtigere en soevereine economie. Daarmee sluit het ook aan bij de agenda Digitale Open Strategische Autonomie (DOSA) en de Nationale Technologiestrategie. Europa is momenteel erg afhankelijk van cloudaanbieders uit derde landen, wat impact kan hebben op onze nationale veiligheid, ons verdienvermogen en andere maatschappelijke belangen. In het bijzonder is controle behouden over strategische en gevoelige gegevens een punt van toenemende aandacht. De doelstelling van het IPCEI-project van het verder ontwikkelen van Europese cloud- en edge-technologie kan bijdragen aan het verminderen van onze afhankelijkheid.
Het bericht 'Bijmengregels jagen Nederlandse kunststofindustrie naar buitenland' |
|
Femke Zeedijk-Raeven (D66), Olger van Dijk (NSC) |
|
Vivianne Heijnen (staatssecretaris infrastructuur en waterstaat) (CDA), Micky Adriaansens (minister economische zaken) (VVD) |
|
Bent u bekend met de publicatie «Bijmengregels jagen Nederlandse kunststofindustrie naar buitenland» in Link Magazine1?
Hoe staat het met de uitwerking van de verplichte bijmengnorm van recyclaat in 2027 en het voornemen om in 2030 deze norm op 25–30 procent te stellen? Kunt u per deelsector aangegeven welke Europese regelgeving wordt voorbereid en hoe dit zich tot het Nederlandse voornemen verhoudt?
Wat is uw reactie op de geuite zorgen van de kunststofindustrie dat hiermee een ongelijk speelveld in de EU ontstaat?
Kunt u een reactie geven op de quick scan van CE Delft en TNO naar de economische effecten van de plasticnorm en daarbij aangeven of u het verwachte gemiddelde productieverlies van 5–18 procent van de afzet van Nederlandse convertors acceptabel acht?
Bent u bereid nader onderzoek te doen met meer sectordetail naar deze weglekeffecten voordat overgegaan wordt tot definitieve normstelling?
Bent u het met de vertegenwoordigers uit de kunststofindustrie eens dat er in Nederland onvoldoende recyclaat beschikbaar is om aan de wetgeving te kunnen voldoen, waardoor de industrie genoodzaakt zal zijn om in het buitenland in te kopen?
Hoe kijkt u aan tegen de Nederlandse markt voor recyclaat, het aantal marktpartijen (producenten en inkopers), de investeringsmogelijkheden en de toekomstperspectieven voor de lange termijn?
Bent u het met de vertegenwoordigers eens dat Nederlands recyclaat van onvoldoende kwaliteit is voor de voedingsmiddelenindustrie, de automotive-industrie en de lucht- en ruimtevaartindustrie? Wat is voor deze industrieën de beoogde oplossing om aan de nieuwe wetgeving te voldoen?
Op welke manier kan Nederland en Europa in voldoende mate garanderen dat er geen recyclaat met onbetrouwbare certificaten op de markt wordt gebracht door Aziatische producenten, dat leidt tot oneerlijke concurrentie voor de recyclebedrijven in Nederland?
Ziet u een manier waarop kan worden voorkomen dat grote tenders van Europese bedrijven vooral naar grote partijen buiten Europa gaan?
Hoe wordt de 267 miljoen euro uit het Klimaatfonds ingezet voor een versnelde transitie van de circulaire plasticketen en welke concrete stimuleringsmaatregelen zijn voor 2024 en verder voorzien?
Het Convenant Rijk en regio investeringen in ondernemingsklimaat microchipsector |
|
Femke Zeedijk-Raeven (D66) |
|
Micky Adriaansens (minister economische zaken) (VVD) |
|
Wat is de status van dit document? Is het daadwerkelijk ondertekend op 28 maart 2024 door de partijen? Wat zal er ter besluitvorming aan de kamer worden voorgelegd?
Kunt u toelichten wat de rol is van Stichting Brainport als vertegenwoordiger van de samenwerkende partijen? In hoeverre heeft Stichting Brainport de mogelijkheid om partijen in de regio te houden aan de afspraken?
Waarom is ervoor gekozen om een vertegenwoordiging van het bedrijfsleven of grote bedrijven als ASML, NXP en Philips niet afzonderlijk te laten mee tekenen?
Waar bestond het oorspronkelijke pakket van 1,7 miljard euro uit? Kunt u de bedragen onderverdelen in talentontwikkeling, woningen en mobiliteit?
Hoe zal de structurele bijdrage van 80,5 miljoen euro aan talentontwikkeling worden gedekt?
Is al bekend wat de bijdrage zal zijn van private partijen in de genoemde bedragen? Kunt u deze bijdrage uitsplitsen naar talentontwikkeling, woningbouw, mobiliteit en netcongestie?
Is hierbij uitgegaan van de verdeling van 1/3 van 1/3, zoals dat bij het voorgaande pakket de afspraak was? Waarom wel, of waarom niet?
Deelt de u de mening dat, gezien de winstgevendheid van de chipsector en gezien precedentwerking voor eventueel toekomstige overeenkomsten, een significante bijdrage van de sector zelf een vereiste is?
Kunt u de tekst «het zwaartepunt ligt in de regio» met betrekking tot talentontwikkeling nader toelichten? Wat zou de juiste verdeling zijn tussen de Brainport regio en andere regio’s (Twente, Delft, Groningen)?
Overwegende dat reistijden binnen Nederland relatief klein zijn en talent zich makkelijk verspreid over Nederland, deelt u de mening dat wat betreft talentontwikkeling het zwaartepunt niet noodzakelijkerwijs op de Brainport regio zou hoeven te liggen? Wat is de reden om dit wel te doen?
Is het mogelijk om concrete en bindende afspraken te maken over de stay-rate van buitenlandse studenten? En indien ja, hoe kan dat het beste?
In de media is verschillende keren een inschatting gemaakt van de extra basis- en middelbare scholen die nodig zijn in de regio. Is daar ook extra investeringsgeld voor opgenomen in deze afspraken?
Is er tijdens de gesprekken ook gesproken over zorg en culturele voorzieningen? Hoe wordt voorzien in de benodigde groei op deze punten?
Wat wordt onder mobiliteit bedoeld met «afspraken maken over risicoverdeling en omgang met risico’s»? Tussen welke partijen wordt er risico verdeeld en om welke risico gaat het?
Heeft u een beeld hoe de benodigde stikstofdeskundigheid die nodig is voor de infrastructuurprojecten kan worden vrijgemaakt?
Kunt u meer inzicht geven in de bestemming van de 425 miljoen euro voor woningbouw? Gaat het hier over garanties, financieringen van onrendabele top of bouwdepots zelf? Hoeveel van deze investering verwachten we terug bij verkoop van de woningen?
Welk deel van de grond voor deze woning is in eigendom van de gemeente? Welk deel is daarnaast al beschikbaar en bestemd en welk deel moet nog worden gevonden?
Welk deel van de woningen zullen sociale huur zijn? Welk deel betaalbare huur?
Hoe verhoudt het woonfonds van private partijen in de regio waaronder ASML zich tot de investering?
Wat zal het effect zijn van de groei van het eco-systeem op de woningtekorten in andere regio’s, zoals Twente, waar veel toeleveranciers gevestigd zijn die mee moeten groeien?
Zijn er afspraken gemaakt over een energie hub op het terrein van ASML? Is de Minister het Minister het met NSC eens dat dit een goede investering zou zijn die ASML zelf kan bijdragen?
Deelt u de mening dat elektriciteitsaansluitingen van (nieuw te bouwen) huizen en publieke voorzieningen in de regio niet in gevaar moeten komen door prioriteitstelling via de MIEK? kunt u garanderen dat in dergelijke afspraken deze doelen voorrang hebben boven groei van het bedrijfsleven?
Kunt u meer kwantitatieve duidelijkheid geven over de afspraken die zijn gemaakt over de middelen uit het klimaatfonds?
Kunt u deze vragen beantwoorden minimaal een week voor het door lid Sneller aangevraagde plenaire debat over het vestigingsklimaat van Nederland?
De Chinese cyberaanvallen op Nederlandse Kamerleden |
|
Joost Sneller (D66), Femke Zeedijk-Raeven (D66) |
|
Hugo de Jonge (minister zonder portefeuille binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA), Hanke Bruins Slot (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA) |
|
Bent u bekend met het bericht «Seven Hackers Associated with Chinese Government Charged with Computer Intrusions Targeting Perceived Critics of China and U.S. Businesses and Politicians»?1
Ja.
Wat is uw reactie op de aantijgingen van de Verenigde Staten (VS) en het Verenigd Koninkrijk (VK) tegen deze zeven hackers, die volgens hen in opdracht van de Chinese Staat cyberaanvallen uitvoerden tegen journalisten, politici, activisten en bedrijven?
De verklaringen van de VS en het VK passen in het algemene beeld van de cyberdreiging die uitgaat van China, dat al langer wordt geschetst door de AIVD, de MIVD en de NCTV.2 Na publicatie van de Britse verklaring op 28 februari jl. heeft Nederland, zowel nationaal als via de Europese Unie (EU), solidariteit uitgesproken met het VK. De verklaringen van de VS en het VK onderstrepen de noodzaak om de groeiende cyberdreiging, samen met de EU, VS, VK en andere partners, strategischer en proactiever tegen te gaan, zoals ook beschreven in de Internationale Cyberstrategie 2023–2028.3
Deelt u de grote zorgen over de gevolgen van mogelijke Chinese cyberaanvallen?
Wij delen de zorgen over de gevolgen van Chinese cyberaanvallen. Die zorgen zijn overgebracht door de Minister-President en de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking aan de Chinese autoriteiten tijdens hun gezamenlijke bezoek aan Beijing op 26 en 27 maart jl. Daarbij is specifiek verwezen naar de recente attributie door het kabinet van een Chinese cyberaanval op het Ministerie van Defensie.
Is de hackgroep Advanced Persistent Threat Group 31 (APT31) bekend bij de Nederlandse inlichtingen-en veiligheidsdiensten? Wat kunt u delen over de werkwijze van deze groep en de dreiging daarvan voor Nederland?
Er wordt in het openbaar niet ingegaan op de werkwijze en het kennisniveau van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten.
Zoals vermeld in het Cyber Security Beeld Nederland 2022, heeft de Chinese digitale spionage actor APT31 op grote schaal en langdurig politieke doelwitten in Europa en Noord-Amerika aangevallen. Ook in Nederland waren er doelwitten van aanvallen en verkenningsactiviteiten door deze actor.4 De interesse vanuit statelijke actoren in deze doelwitten illustreert het belang van goede beveiligingsmaatregelen en netwerkdetectiemogelijkheden voor Nederlandse overheidsnetwerken om aanvallen te detecteren, af te slaan en nader onderzoek te verrichten.
Kunt u bevestigen dat deze groep wordt aangestuurd door het Chinese Ministerie van Staatsveiligheid?
Zie antwoord vraag 4.
Kunt u bevestigen dat deze groep gerichte aanvallen uitvoert op journalisten, politici (o.a. van de Inter-Parliamentary Alliance on China), activisten en bedrijven? Zo ja, hoe lang gebeurt dat al?
Zie antwoord vraag 4.
Klopt het voor zover bij u bekend dat APT31 zich ook richtte op Nederlandse Kamerleden? Zo ja, sinds wanneer en welke zijn dit?
Zie antwoord vraag 4.
In hoeverre kan er via deze hackaanvallen staatsgeheime informatie zijn verkregen? Kunt u daarbij specifiek ingaan op informatie die eventueel van/via Nederlandse politici is verkregen?
Zie antwoord vraag 4.
Bent u tevens bekend met het bericht «New Zealand accuses China of hacking parliament, condemns activity»?2
Ja.
Is de hackgroep ATP40 bekend bij de Nederlandse inlichtingen- en veiligheidsdiensten? Wat kunt u delen over de werkwijze van deze groep en de gevolgen daarvan?
Zie beantwoording vraag 4 t/m 8.
Het artikel ‘Intrekken exportvergunning nieuwe tegenslag ASML’ |
|
Femke Zeedijk-Raeven (D66) |
|
Gerrit van Leeuwen |
|
Bent u bekend met het artikel in Het Financiële Dagblad van 3 januari 2024 «Intrekken exportvergunning nieuwe tegenslag ASML»?1
Ja.
Is de informatie in het artikel juist dat verschillende exportvergunningen zijn ingetrokken?
Het kabinet doet geen uitspraken over individuele vergunningen. In algemene zin kan gesteld worden dat bij de beoordeling van een exportvergunningaanvraag per geval een specifieke afweging wordt gemaakt, waarbij gekeken wordt naar het risico van ongewenst eindgebruik. De overheid maakt deze risicoanalyse in het kader van de (inter)nationale veiligheid op basis van de daarvoor geldende criteria, zoals de eigenschappen van het te exporteren product, de toepasbaarheid van het product, de eindgebruiker en het land van bestemming. Dit kan ertoe leiden dat export wordt toegestaan, afgewezen of een eerdere afweging wordt herzien.
Wat is er aan de situatie veranderd, sinds de vergunningen waren afgegeven en wat zijn de afwegingen geweest om de vergunningen in te trekken?
Zie antwoord vraag 2.
Is de informatie in het artikel juist dat het om een type lithografie machine gaat dat al vaker aan klanten van ASML in China is geleverd?
Zie antwoord vraag 2.
Kunt u een indicatie geven van het aantal exportvergunningen (enkelen, tientallen, meer dan honderd) dat in het verleden afgegeven is voor het leveren van dit type machine aan Chinese bedrijven in China?
Vanaf 1 september 2023 is bepaalde geavanceerde halfgeleiderproductieapparatuur vergunningplichtig in Nederland. Voorafgaand aan deze datum gold er geen vergunningplicht voor apparatuur vallende onder de regeling en zijn er derhalve geen vergunningen verleend. In de ministeriële regeling geavanceerde productieapparatuur voor halfgeleiders is als verwachting opgenomen dat door de introductie van de vergunningplicht eenmalig 24 vergunningen en daarna op jaarbasis 20 vergunningen worden aangevraagd. Inmiddels zijn enkele vergunningen voor de export van geavanceerde halfgeleiderapparatuur naar China verleend. Een exportvergunning geeft de mogelijkheid om gedurende de looptijd van een vergunning meerdere exporten plaats te laten vinden.
Is er een verzoek van de Amerikaanse autoriteiten geweest om de exportvergunnigen in te trekken, zoals het artikel suggereert? Zo ja, wat was de motivatie van hen om een dergelijk verzoek aan de Nederlandse regering te doen?
Er is geregeld contact met partners en bondgenoten in Europa, de VS en Azië over exportcontrolemaatregelen op geavanceerde productieapparatuur voor halfgeleiders. Over de inhoud van deze gesprekken doet het kabinet geen uitspraken.
Zijn er toezeggingen van de Amerikaanse autoriteiten gedaan aan de Nederlandse regering in ruil voor het intrekken van de exportvergunningen? Zo ja, welke?
Zie antwoord vraag 6.
Acht u het mogelijk dat China eerder geleverde machines van het type waar het hier om gaat inzet voor het vervaardigen van defensie materieel?
De vergunningplichtige machines en technologie zijn geschikt voor de ontwikkeling en productie van geavanceerde halfgeleiders. Deze geavanceerde halfgeleiders kunnen naast civiele toepassingen ook een cruciale bijdrage leveren aan militaire toepassingen en worden aangewend voor de ontwikkeling van hoogwaardige militaire (wapen)systemen en massavernietigingswapens.2 Zoals ook bevestigd door de MIVD3 richt China ten behoeve van de eigenstandige militair-technologische ontwikkeling de aandacht op buitenlandse expertise, waaronder op Nederlandse kennis op het gebied van lithografie. In algemene zin kan gesteld worden dat bij de beoordeling van (eerdere) exportvergunningaanvragen per geval een specifieke afweging wordt gemaakt, waarbij gekeken wordt naar het risico van ongewenst eindgebruik. Zie ook het antwoord op de vragen 2, 3 en 4.
Schat u in dat het niet leveren van de eind 2023 geplande machines een extra belemmering vormt voor de Chinese defensie industrie? Waarom wel/niet?
Zie antwoord vraag 8.
Overwegende dat geavanceerde computerchips (<14nm) wereldwijd volop verkrijgbaar zijn en de Amerikaanse regering moeite heeft de export vanuit de VS naar China te beperken2, 3, wa t is naar uw inzicht het voordeel voor Nederland en Europa om China te beletten zelf geavanceerde chips te ontwikkelen?
Nederland heeft eigenstandig een vergunningplicht ingesteld omdat de ongecontroleerde uitvoer van geavanceerde productieapparatuur voor halfgeleiders risico’s voor de nationale veiligheid kan meebrengen. Dit betreft een landenneutrale maatregel en is niet specifiek gericht op China. Bij elke beoordeling wordt individueel, dus per geval, gekeken of een exportvergunning kan worden verleend. Er wordt dan gekeken naar het risico van ongewenst eindgebruik. Uiteraard bespreekt Nederland deze maatregel met Europese partners en de VS en vindt ook een exportcontrole dialoog plaats met China.
De Nederlandse deelname aan de IPCEI-regeling voor cloudtechnologie |
|
Femke Zeedijk-Raeven (D66), Jesse Six Dijkstra (NSC) |
|
Micky Adriaansens (minister economische zaken) (VVD) |
|
Kunt u in algemene zin een toelichting geven op de beoogde Nederlandse deelname aan de IPCEI-regeling voor cloudtechnologie?1 2
Het kabinet heeft op 21 september 2021 (Prinsjesdag) uw Kamer geïnformeerd over de voorgenomen Nederlandse deelname aan het Important Project of Common European Interest Next Generation Cloud Infrastructure and Services (IPCEI CIS) en de beslissing hiervoor 70 miljoen euro ten behoeve van Nederlandse projecten beschikbaar te stellen. Het kabinet vindt Europese innovatie op dit terrein van groot belang voor het bedrijfsleven en met name de maakindustrie die, ook in Nederland, voor processen en productie een steeds grotere behoefte heeft aan nieuwe, concurrerende en veilige Europese cloudtoepassingen.
Een IPCEI is een geïntegreerd Europees project dat bestaat uit meerdere nationale projecten van bedrijven en/of onderzoeksinstellingen uit deelnemende lidstaten, dat beoogt een belangrijke Europese waardeketen te realiseren of in stand te houden. Hierdoor wordt de Europese autonomie verstevigd. De IPCEI CIS is het eerste belangrijke project van gemeenschappelijk Europees belang op het gebied van cloud- en edge-computing. Het betreft de ontwikkeling van het eerste interoperabele en vrij toegankelijke Europese ecosysteem voor gegevensverwerking.
Het project moet zorgen voor de Europese ontwikkeling van gegevensverwerkingscapaciteit, software en instrumenten voor het delen van gegevens waarmee onderling verbonden, energie-efficiënte en betrouwbare cloud- en edge-technologie en samenhangende diensten voor het verwerken van gedistribueerde gegevens kunnen worden ontwikkeld. De innovatie in het kader van IPCEI CIS zal een nieuw spectrum van mogelijkheden voor Europese bedrijven en burgers bieden en zo de digitale en groene transitie in Europa bevorderen.
Hiermee past onze inzet binnen de IPCEI CIS bij bestaand beleid, zoals de kabinetsvisie op datadelen tussen bedrijven3, de Europese datastrategie4 de Strategie Digitale Economie5 en de Europese verklaring voor een nieuwe generatie edge en cloud6. Ook wordt met de IPCEI CIS een aantal marktfalens geadresseerd. Deze economische problematiek is onder andere door de Autoriteit Consument en Markt (ACM) onderzocht en beschreven in een uitgebreide marktstudie7. De Nederlandse IPCEI CIS-projecten worden inhoudelijk in de Kamerbrief die gelijktijdig met deze beantwoording wordt verzonden verder beschreven.
Op basis van een rangschikking zijn drie Nederlandse projecten in aanmerking voor subsidie gekomen. De Nederlandse projecten maken deel uit van het IPCEI CIS ecosysteem8. Hier is ook door de Europese Commissie over gecommuniceerd bij de aankondiging van de goedkeuringsbesluiten voor steun aan bedrijven op basis van het IPCEI-steunkader. Dit is een proces geweest waar door de deelnemende bedrijven, de Nederlandse overheid en de Europese Commissie zorgvuldig gedurende een periode van twee jaar aan is gewerkt. Deze subsidie is inmiddels door EZK verstrekt.
Kunt u een overzicht geven van de waardeketen voor cloudtechnologie van datacenters, inclusief toeleveranciers, via clouddienstverleners, tot aan gebruikers hiervan?
Het gaat bij cloudtechnologie om IT-diensten die via het internet worden aangeboden waarbij de gebruiker geen hardware en software aanschaft, maar betaalt voor het daadwerkelijke gebruik van één of meerdere diensten die op de infrastructuur van een cloudaanbieder draaien. Deze infrastructuur is in de regel in een datacenter gehuisvest. Door deze opzet kan de gebruiker zijn of haar gebruik makkelijk op- en afschalen.
Clouddiensten worden grofweg in drie categorieën verdeeld: (1) Infrastructuur as a Service (IaaS), (2) Platform as a service (PaaS) en (3) Software as a Service (SaaS), waarbij de scheidslijnen tussen die drie niet altijd even scherp te trekken zijn. Onderstaande afbeelding geeft schematisch weer hoe deze algemene waardeketen van clouddiensten eruit ziet en wat de verschillende categorieën inhouden. Het is niet mogelijk een uitputtende beschrijving te geven van de waardeketen van cloud in Nederland.
Figuur 1: Een schematische weergave van de verschillende lagen in cloudtechnologie. Bron: ACM
Wat zijn de grootste bedrijven in deze keten in Nederland, Europa en wereldwijd?
Clouddiensten worden aangeboden door een aantal van de grootste bedrijven ter wereld, zoals Amazon, Microsoft en Google. Andere actieve spelers op de Europese en Nederlandse markt voor clouddiensten zijn bijvoorbeeld IBM, Oracle, VMware, OVHcloud, Scaleway en het Nederlandse Leaseweb. De grootste cloudaanbieders zijn actief op zowel de IaaS-, PaaS- en SaaS-laag, en zijn dus verticaal geïntegreerd. De ACM9 stelt vast dat de clouddiensten van de twee grootste partijen, Microsoft Azure en Amazon Web Services (AWS), in zowel Nederland als Europa, op de IaaS- en PaaS-laag over een groot marktaandeel beschikken (beide 35 à 40 procent). Google is de sterke derde speler op de Nederlandse en Europese markt. Er is sprake van een hoge mate van concentratie op de markt voor clouddiensten. Daarbij leveren Nederlandse bedrijven vaak diensten gebaseerd op infrastructuur die door derden worden geleverd.
Op welke control points in de keten heeft Nederland een goede concurrentiepositie en op welke zouden we die kunnen ontwikkelen?
Over het algemeen hebben Nederlandse cloudbedrijven een klein marktaandeel in alle lagen van de waardeketen, hoewel Nederlandse bedrijven op het gebied van IaaS een relatief sterkere positie hebben. Daarmee zijn de strategische controlepunten in de waardeketen van cloudbedrijven, voor zover die er zijn, niet direct de basis voor de Nederlandse concurrentiepositie. De IPCEI CIS is gericht op het stimuleren van een nieuwe generatie innovatie edge- en cloudoplossingen, waarbij beoogd wordt dat de concurrentiepositie van deelnemende Europese bedrijven verbetert. Zo kunnen deze bedrijven op het gebied van bijvoorbeeld federatieve cloudoplossingen, dus het kunnen verbinden van clouddiensten van verschillende aanbieders met elkaar, en nieuwe edge-technologieën een sterkere marktpositie krijgen. Hierbij wordt niet direct een focus gelegd op het creëren van een sterke positie van specifiek Nederlandse bedrijven, maar wordt gewerkt aan het creëren van een sterke Europese waardeketen over de verschillende lagen heen. Europese integratie is ook een voorwaarde om staatssteun onder het IPCEI steunkader te mogen verlenen.
Bent u voornemens om (een deel van) de door de Nederlandse regering gereserveerde € 70 miljoen in te zetten om een soevereine Nederlandse clouddienst te realiseren?
Digitale infrastructuur zoals cloud bestaat uit wereldwijde toepassingen en verbindingen waarin een uitsluitend Nederlandse (toonaangevende of soevereine) dienst op dit moment niet voor de hand ligt. Het gaat bij de IPCEI CIS om het behalen van Europese doelstellingen op het gebied van cloudinnovatie waarbij Nederlandse deelname op basis van kennis, innovatie en financiering geen vanzelfsprekendheid vooraf is. Het kabinet vindt Nederlandse deelname echter van groot belang vanuit innovatieoogpunt, maar ook voor het toekomstig gebruik van te ontwikkelen Europese clouddiensten door Nederlandse (maakindustrie)bedrijven. Daarom heeft mijn ministerie zich samen met betrokkenen uit de Nederlandse cloudsector, actief ingezet voor deelname en financiering gereserveerd.
De IPCEI CIS draagt rechtstreeks bij aan de verwezenlijking van verschillende doelstellingen op het gebied van een digitale, groenere, veiligere, veerkrachtigere en soevereine economie. De middelen worden ingezet om Nederlandse bedrijven en onderzoeksinstellingen een bijdrage te laten leveren aan een nieuwe generatie innovatieve cloudoplossingen, zoals ook beschreven staat in de IPCEI subsidieregeling10. Hiervan kunnen zowel Nederlandse bedrijven als overheden straks gebruik maken.
Welke governance is van toepassing om te garanderen dat het publieke en private geld terecht komt bij de juiste bedrijven? Welke rol zullen de regionale ontwikkelmaatschappijen hierbij spelen?
De Nederlandse bedrijven en onderzoeksinstellingen die in de IPCEI CIS subsidie krijgen zijn geselecteerd op basis van de criteria uit de IPCEI subsidieregeling11. Steun aan individuele bedrijven blijft beperkt tot wat noodzakelijk en evenredig is en niet zorgt voor marktverstoring. De Europese Commissie heeft zich er van vergewist dat de staatssteun die bedrijven mogen ontvangen in het kader van het IPCEI steunkader in overeenstemming is met de subsidiabele kosten van de projecten in relatie tot de zogenoemde «financieringskloof». Dit zijn de niet rendabele kosten van een project. De monitoring van de met publieke middelen gefinancierde projecten wordt in Nederland uitgevoerd door de RVO, hier spelen de regionale ontwikkelmaatschappijen geen rol bij. Ook op Europees niveau zijn er voor de IPCEI CIS verschillende governance mechanismes ingericht om te waarborgen dat publieke middelen op een effectieve manier worden ingezet en het geheel aan Europese projecten goed op elkaar wordt afgestemd. Ook wordt op Europees niveau ingezet op een transparant, inclusief en sneller ontwerp van belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang.
In welke mate heeft dit initiatief raakvlakken met andere initiatieven van het Ministerie van EZK, zoals de Agenda Digitale Open Strategische Autonomie en de Nationale Technologiestrategie?
De IPCEI CIS draagt rechtstreeks bij aan de verwezenlijking van verschillende doelstellingen op het gebied van een digitale, groenere, veiligere, veerkrachtigere en soevereine economie. Daarmee sluit het ook aan bij de agenda Digitale Open Strategische Autonomie (DOSA) en de Nationale Technologiestrategie. Europa is momenteel erg afhankelijk van cloudaanbieders uit derde landen, wat impact kan hebben op onze nationale veiligheid, ons verdienvermogen en andere maatschappelijke belangen. In het bijzonder is controle behouden over strategische en gevoelige gegevens een punt van toenemende aandacht. De doelstelling van het IPCEI-project van het verder ontwikkelen van Europese cloud- en edge-technologie kan bijdragen aan het verminderen van onze afhankelijkheid.