De volstrekt onhoudbare situatie op vluchtelingenkampen op Lesbos |
|
Attje Kuiken (PvdA) |
|
Ankie Broekers-Knol (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD) |
|
Kent u het bericht «Kinderen die niet meer praten»?1
Ja
Deelt u de mening dat het beeld dat in het bericht geschetst wordt voor de zoveelste keer aangeeft dat de situatie in het vluchtelingenkamp op Lesbos volkomen onhoudbaar en inhumaan is? Zo nee, waarom niet?
Deze berichtgeving bevestigt eens te meer dat de situatie op Lesbos, maar ook op andere Griekse eilanden, uiterst zorgwekkend is. Het kabinet deelt dan ook uw zorgen en ongeduld. Wat het kabinet betreft is er duidelijk sprake van een dringende noodzaak om structurele verbeteringen door te voeren op het gebied van opvang en het versnellen van asiel- en terugkeerprocedures. Nederland dringt daar voortdurend op aan, op ambtelijk en politiek niveau, bilateraal en in EU-verband. Griekenland dient daarvoor zelf verantwoordelijkheid te nemen. In dat licht verwelkomt het kabinet de prioriteiten van de nieuwe Griekse regering op het terrein van migratie, waaronder het verbeteren van de opvang, het versnellen van asielprocedures, het versterken van grensbewaking en het opschalen van terugkeer. Wat Nederland betreft verdient Griekenland daar alle steun bij, zowel van de Commissie als van de EU lidstaten. Deze is Griekenland ook vaak aangeboden.
Nederland heeft de Griekse autoriteiten steun aangeboden bij het doorvoeren van hogergenoemde prioritaire verbeteringen, bijvoorbeeld door het delen van kennis, expertise en ervaring. Minister-President Rutte heeft dit ook in zijn recente gesprek met zijn Griekse counterpart nogmaals benadrukt. De uitspraken van de nieuwe Griekse regering bieden vertrouwen dat reeds lang benodigde stappen nu daadwerkelijk worden gezet. Op welk termijn dat tot resultaat leidt is afhankelijk van de inspanningen van de Griekse autoriteiten en de steun die zij daarbij ontvangen van Europese partners.
Deelt u de mening dat in dit vluchtelingenkamp op grove wijze tal van kinderrechten worden geschonden? Zo ja, aan welke kinderrechten denkt u zoal? Zo nee, waarom niet?
Het is duidelijk dat de opvang op de Griekse eilanden niet voldoet aan de Europese en internationale standaarden. Dit zorgt voor schrijnende omstandigheden, met name voor de meest kwetsbaren, waaronder kinderen. Het is van belang dat de geldende internationale en nationale normen worden gehandhaafd en Griekenland hier de nodige stappen in zet. Daarom dringt Nederland al langer aan op het doorvoeren van structurele verbeteringen. Voorts biedt Nederland via EASO experts aan die zijn gespecialiseerd in de opvang van kwetsbare groepen zoals alleenstaande minderjarigen. Momenteel zijn Nederlandse experts gedetacheerd bij EASO die zich inzetten voor onder andere de begeleiding en opvang van alleenstaande minderjarigen op Samos en het doorvoeren van structurele verbeteringen in de opvang.
Deelt u de mening dat niet alleen Griekenland verantwoordelijk kan worden gehouden voor het oplossen van de problemen met de vluchtelingen op Lesbos en met name de kinderen daaronder? Zo ja, hoe gaan de EU en Nederland concreet op korte termijn voor de oplossing zorgen? Zo nee, waarom niet?
Zie antwoord vraag 2.
Deelt u de mening dat de situatie in het vluchtelingenkamp voor met name kinderen zodanig is, dat de tijd van op Europees niveau praten en onderhandelen voorbij is en dat er snel gehandeld moet worden? Zo ja, hoe gaat u het initiatief hiertoe nemen? Zo nee, waarom niet?
Het kabinet deelt uw ongeduld. Zoals vaak met uw Kamer gewisseld, vraagt Nederland doorlopend aandacht voor de schrijnende situatie op de Griekse eilanden. Ook heeft Nederland meermaals het aanbod gedaan om de Griekse autoriteiten te ondersteunen om structurele verbeteringen door te voeren op het gebied van opvang en het versnellen van asiel- en terugkeerprocedures. Daarbij wordt bij voorkeur in Europees verband samengewerkt met de Commissie, EASO, Frontex en andere EU lidstaten.
Nu de nieuwe Griekse regering maatregelen heeft aangekondigd die hier nauw op aansluiten, verwacht het kabinet dat er nu ook, met Europese steun, stappen zullen worden gezet. Een van de acute maatregelen die de Griekse regering heeft getroffen is het overplaatsen van kwetsbare groepen, waaronder minderjarigen naar het vasteland.
Op 10 september jl. heeft de Griekse regering via de Europese Commissie de lidstaten verzocht om maximaal 2.500 alleenstaande minderjarige asielzoekers te herplaatsen. Dit verzoek wordt momenteel bestudeerd.
Hierbij wordt wel aangetekend dat het kabinet in principe geen voorstander is van een nieuwe herplaatsingsronde. Zoals vaker met uw Kamer gewisseld, draagt herplaatsing niet bij aan een structurele oplossing. Het is bovenal zaak dat structurele verbeteringen worden doorgevoerd in de opvang om onder andere adequate zorg te kunnen bieden aan kwetsbare groepen als alleenstaande minderjarige asielzoekers.
Deelt u de mening dat «om blijvende psychologische schade te voorkomen, deze kinderen onmiddellijk uit het Moria-kamp, van Lesbos af, [moeten] worden weggehaald.»? Zo ja, hoe gaat u hiervoor zorgen en op welke zeer korte termijn? Hoeveel kinderen is Nederland bereid op te nemen? Zo nee, waarom niet?
Zie antwoord vraag 5.
De opvang van Venezolaanse migranten |
|
Nevin Özütok (GL) |
|
Ankie Broekers-Knol (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD), Raymond Knops (staatssecretaris binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA) |
|
Kent u het bericht dat Human Rights Caribbean zeer teleurgesteld is over de besteding van 23,8 miljoen euro die Nederland beschikbaar stelt aan Curaçao en Aruba voor de opvang van Venezolaanse migranten?1
Ja.
Klopt het dat zo’n beetje het hele bedrag bestemd is voor het tegenhouden en het detineren van Venezolaanse migranten? Zo nee, kunt u aangeven waaraan het beschikbare bedrag wél wordt besteed? Hoeveel van het beschikbaar gestelde bedrag komt ten goede aan de versterking van de asielprocedure en de verbetering van opvangvoorzieningen?
In de brief van 6 september jl. (Kamerstuk 29 653, nr. 58) is uw Kamer geïnformeerd over de besteding van de 23,8 miljoen euro die het kabinet bij Voorjaarsnota heeft vrijgemaakt voor enerzijds de respons op de bijstandsverzoeken van Aruba en Curaçao en anderzijds maatregelen in het kader van crisisbeheersing in de regio. In nauwe afstemming met Aruba en Curaçao is een samenhangend pakket aan ondersteuningsmaatregelen uitgewerkt dat in het komende jaar in gezamenlijkheid uitgevoerd zal worden. In het ondersteuningspakket is onder meer aandacht voor de versterking van de maritieme grenzen en het optimaliseren van de vreemdelingenketen, maar ook voor diverse sociaal-maatschappelijke projecten op het gebied van onderwijs, opvang van kwetsbare groepen, gezondheidszorg en bejegening van migranten. Van de 23,8 miljoen euro is 7,2 miljoen gereserveerd voor het optimaliseren van de vreemdelingenketen. Uitgangspunt voor de Nederlandse ondersteuning aan de landen is dat conform de staatsrechtelijke verhoudingen binnen het Koninkrijk de verantwoordelijkheid voor het migratiebeleid een autonome aangelegenheid betreft. De landen bepalen zelf of en, zo ja, welke voorzieningen zij willen treffen voor migranten die om bescherming vragen. Er is geen algemene verplichting tot het geven van opvang en andere vormen van bijstand. Wel kan in uitzonderlijke gevallen – wanneer de vreemdeling volkomen afhankelijk is van de Staat – de noodzaak bestaan enige vorm van opvang te bieden. Dit zal per geval bekeken moeten worden en vraagt een individuele beoordeling.
Zowel Aruba als Curaçao geven aan dat voor bepaalde kwetsbare groepen gekeken wordt naar mogelijke vormen van tijdelijke opvang. Op Curaçao wordt in individuele opvang voorzien in gevallen van slachtoffers van mensenhandel. Om deze personen te beschermen is in samenwerking met het Ministerie van Sociale ontwikkeling, Arbeid en Welzijn, voor woongelegenheid gezorgd. In het kader van de door Nederland te leveren bijstand wordt een deel van de 7,2 miljoen euro voor de vreemdelingenketen beschikbaar gesteld voor de inrichting van circa 36 opvangplekken voor kwetsbare groepen op Curaçao. Op Aruba biedt de stichting Fundacion pa Hende Muher den Dificultad opvang aan slachtoffers van onder andere mensenhandel, mensensmokkel en huiselijk geweld. Het kabinet heeft op verzoek van de regering van Aruba 255.000 euro beschikbaar gesteld aan de stichting voor de uitbreiding van de opvangcapaciteit met circa 30 extra plekken.
Wat vindt u van het pleidooi van Human Rights Caribbean om een gedeelte van het budget beschikbaar te stellen voor een eerlijke en fatsoenlijke behandeling van Venezolaanse vluchtelingen en hen in staat te stellen zichzelf in hun minimumbehoeften te voorzien?
Zie antwoord vraag 2.
Bent u bereid om een substantieel gedeelte van het beschikbaar gestelde bedrag ten goede te laten komen aan de verbetering van de asielprocedure en opvang? Zo nee, waarom niet?
Zie antwoord vraag 2.
Illegalen die panden kraken |
|
Sietse Fritsma (PVV), Emiel van Dijk (PVV), Geert Wilders (PVV) |
|
Ferdinand Grapperhaus (minister justitie en veiligheid) (CDA), Ankie Broekers-Knol (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD) |
|
Hoe is het mogelijk dat de club krakende illegalen «We are here» al jarenlang ongestraft huizen en gebouwen kan kraken?1 Waarom wordt de anti-kraakwet niet gehandhaafd?
Door het Openbaar Ministerie wordt geen registratie bijgehouden van strafbare feiten die gepleegd zijn door personen die zich rekenen tot de «We are here» groep. De groepering bestaat overigens niet uit één vaste groep personen, maar heeft een wisselende samenstelling. Het OM en de Raad voor de rechtspraak beschikken dan ook niet over cijfers met betrekking tot het aantal vervolgingen c.q. veroordelingen van personen van de «We are here» groep wegens het misdrijf kraken.
Zoals ik in mijn brief van 29 januari 2019 (Kamerstukken 2018–2019, 31 560, nr. 51) heb opgemerkt lost een aanhouding van een kraker een onrechtmatige kraaksituatie nog niet op. Het huisrecht van krakers wordt pas beëindigd indien wordt overgegaan tot ontruiming van een gekraakt pand. Effectief optreden tegen krakers bestaat dan ook eerder uit het toepassen van de ontruimingsbevoegdheid dan uit de aanhouding en vervolging van krakers.
Zijn er weleens krakers van deze bende vervolgd c.q. veroordeeld wegens het kraken, wat toch echt een misdrijf is? Zo ja, hoeveel? Zo nee, waarom niet?
Zie antwoord vraag 1.
Zijn er (daarna) weleens krakers van deze bende uit Nederland verwijderd? Zo ja, hoeveel? Zo nee, waarom niet?
De DT&V beschikt niet over cijfers met betrekking tot het aantal personen uit deze groep dat (gedwongen) uit Nederland is vertrokken.
Bent u bereid per direct al deze krakende illegalen uit de door hen bezette kraakpanden te verwijderen en, belangrijker nog, ook uit Nederland te verwijderen? Zo nee, waarom niet?
Artikel 551a van het Wetboek van Strafvordering geeft het OM de bevoegdheid om een gekraakt pand te ontruimen. Het OM past het (reguliere) beleid toe conform de beleidsbrief van het College van procureurs-generaal uit 2010.
De DT&V, de gemeente Amsterdam en de politie hebben de afgelopen jaren veelvuldig gesproken over de problematiek omtrent illegaal verblijvenden. Steeds is gebleken dat de overgrote meerderheid van deze groep niet mee wil werken aan terugkeer en ook niet met de DT&V in gesprek wil.
Niet-rechtmatig verblijvende vreemdelingen hebben altijd de mogelijkheid om zelfstandig terug te keren naar het land van herkomst. Indien zij actief willen werken aan hun terugkeer, kunnen ze zich wenden tot de DT&V om hierbij ondersteund te worden. De opstelling en terugkeerbereidheid van de vreemdeling zijn van doorslaggevende betekenis, zeker in het geval gedwongen terugkeer (op korte termijn) niet mogelijk is.
De hoogte van leges voor een Kinderpardon-aanvraag |
|
Bram van Ojik (GL) |
|
Ankie Broekers-Knol (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD) |
|
Kent u het bericht «Deze families hebben recht op kinderpardon, maar geen geld voor de aanvraag»?1
Ja.
Deelt u de mening dat de persoonlijke financiële situatie van een aanvrager niet van doorslaggevende betekenis mag zijn bij het bepalen of hij/zij recht heeft op verblijf op grond van de Afsluitingsregeling Langdurig Verblijvende Kinderen? Zo nee, waarom niet?
Het legesvereiste gold alleen voor personen die niet door de ambtshalve herbeoordeling van een eerder ingediende aanvraag onder de Afsluitingsregeling Langdurig Verblijvende Kinderen (hierna: Afsluitingsregeling) vielen. Personen die niet in aanmerking kwamen voor een ambtshalve herbeoordeling, maar van oordeel waren toch in aanmerking te komen voor een verblijfsvergunning op grond van de Afsluitingsregeling, konden tot 25 februari 2019 op eigen initiatief een aanvraag indienen. Voor deze aanvragen dienden leges betaald te worden. In een aantal gevallen, waarbij personen niet direct de leges konden betalen, heeft de IND meermaals de gelegenheid geboden om alsnog tot betaling over te gaan. Hierin werd maatwerk geleverd.
Normaal gesproken geldt voor niet-tijdelijke humanitaire verblijfsvergunningen, de categorie waar de verblijfsvergunning op grond van de Afsluitingsregeling in valt, een legesbedrag van € 1.033. Het bedrag van € 164 is een substantieel lager bedrag. Dit legestarief van € 164 gold ook voor de Definitieve Regeling Langdurig Verblijvende Kinderen (hierna: Definitieve Regeling) uit 2013. Daarbij is aansluiting gezocht.
Een aanvraag op grond van de Definitieve Regeling was in eerste instantie gratis. Dit leidde echter tot een aanzienlijk aantal aanvragen waarbij evident niet aan de voorwaarden werd voldaan. In 2014 is door mijn ambtsvoorganger besloten om dergelijke aanvragen te ontmoedigen door onder meer het invoeren van een legestarief van € 152. Uw Kamer is hierover op 14 april 2014 geïnformeerd.2 Door jaarlijkse indexering van de leges, is het tarief inmiddels € 164.
In dit licht bezien, vind ik het legesbedrag van € 164 redelijk en proportioneel.
Kunt u aangeven waarom het heffen van € 164 per persoon aan leges, in het geval van de Afsluitingsregeling, proportioneel en redelijk is? Bent u bereid de hoogte van dit bedrag te herzien, of een uitzonderingsmogelijkheid te treffen voor aanvragers die een dergelijk bedrag redelijkerwijs niet kunnen betalen voor een aanvraag? Zo nee, waarom niet?
Zie antwoord vraag 2.
Is bij het bepalen van de hoogte van leges voor aanvragen in brede zin de betaalbaarheid voor minder vermogende aanvragers een factor van betekenis? Zo ja, kunt u dit aantonen?
Bij het bepalen van de hoogte van de leges is, gelet op het antwoord op vragen 2 en 3, de betaalbaarheid van een aanvraag een factor van betekenis geweest. Ik ben niet voornemens verder onderzoek in te stellen naar de betaalbaarheid van de leges.
Bent u bereid te onderzoeken in welke mate de hoogte van leges een belemmering vormt voor het kunnen indienen van een aanvraag voor een verblijfsvergunning voor minder vermogenden? Zo nee, waarom niet?
Zie antwoord vraag 4.
De garantstelling voor sprekers De Balie |
|
Bram van Ojik (GL), Kathalijne Buitenweg (GL) |
|
Ankie Broekers-Knol (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD), Ferdinand Grapperhaus (minister justitie en veiligheid) (CDA) |
|
Kent u het bericht dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) een garantstelling eist voor Turkse en Sri Lankese gastsprekers bij Debatcentrum De Balie?1 Zo ja, klopt dit bericht?
Ik ben met het bericht bekend. Ik kan evenwel niet op de individuele casus ingaan, ook om redenen van bescherming van persoonsgegevens. In algemene zin kan ik melden dat een aanvrager van een Schengenvisum voor kort verblijf op grond van EU-wetgeving – de zgn. Visumcode – over voldoende middelen moet beschikken voor de reis en het verblijf naar het Schengengebied. Dit kan ook worden ondervangen met een financiële garantstelling van de uitnodigende partij.
Wat is de reden om een garantstelling te verlangen? Herinnert u zich uw afdoening van de motie-Buitenweg2, waarin u heeft benadrukt dat een vrij maatschappelijk debat moet kunnen worden gevoerd en indien nodig beschermd? Zo ja, deelt u de mening dat een dergelijke garantstelling een vrij maatschappelijk debat hindert? Zo nee, waarom niet?
Zoals uit het bovenstaande antwoord mag blijken, is het niet vereist om een garantverklaring te overleggen als de visumaanvrager kan aantonen zelf de kosten voor de reis en het verblijf te kunnen voldoen in relatie tot de beoogde verblijfsduur. Het staat een persoon of organisatie in Nederland in alle gevallen vrij om zich al dan niet garant te stellen. De motie Buitenweg, die ziet op o.m. beveiliging van evenementen, vormt mijns inziens geen grondslag voor niet-nakoming van de EU-wetgeving op het gebied van Schengenvisa voor kort verblijf.
Bent u bereid af te zien van het stellen van een garantie-eis als het gaat om door debatcentra uitgenodigde opinievormers en activisten? Zo nee, waarom niet?
Het vereiste op grond van EU-wetgeving voor Schengenvisa voor kort verblijf – dat een visumaanvrager in zijn of haar reis- en verblijfskosten kan voorzien, eventueel aan de hand van een garantverklaring – staat los van de door u geschetste aard van het voorgenomen bezoek. Ook in uitzonderlijke gevallen, bijvoorbeeld als een persoon naar Nederland komt onder de voorwaarden van het Shelter City programma, wordt erop toegezien dat de reis, accommodatie en kosten voor levensonderhoud zijn geborgd.
Welke andere mogelijkheden ziet u om te voorkomen dat de garantstelling een rol speelt bij de beslissingen van Debatcentrum De Balie (en eventuele andere centra) over welk maatschappelijk debat dringend gevoerd moet worden?
Hiervoor verwijs ik u naar de bovenstaande antwoorden.
De situatie op Curaçao |
|
Antje Diertens (D66), Sjoerd Sjoerdsma (D66), Maarten Groothuizen (D66) |
|
Raymond Knops (staatssecretaris binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA), Ferdinand Grapperhaus (minister justitie en veiligheid) (CDA), Ankie Broekers-Knol (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD) |
|
Hoe beoordeelt u de nieuwe Procedure voor bescherming op grond van artikel 3 EVRM van Curaçao? Is de Procedure afdoende bekend bij relevante overheidsbeambten en bij de mensen die potentieel aanspraak kunnen maken op deze procedure? Zo nee, welke stappen zouden moeten worden gezet om deze situatie te verbeteren? Bent u bereid daarbij te helpen?
In mijn brief van 27 september jl.1 aan de leden van de Eerste Kamer heb ik laten weten dat het Ministerie van Justitie en Veiligheid dit voorjaar op verzoek van Curaçao de aanvraagprocedure om bescherming op basis van artikel 3 EVRM heeft doorgenomen. De Curaçaose autoriteiten zijn vervolgens voorzien van advies. De aanvraagprocedure is daarop deze zomer aangepast en door de Raad van Ministers van Curaçao aangenomen en online gepubliceerd. De aanvraagprocedure voldoet daarmee aan de internationale vereisten waar Curaçao aan is gehouden. De Curaçaose autoriteiten hebben laten weten dat de nieuwe procedure ook is verstuurd naar alle gemachtigden en advocaten die zich met betreffende zaken bezighouden. Het document wordt nog vertaald, aangezien het document momenteel alleen in het Nederlands beschikbaar is. Als onderdeel van de ondersteuning die Nederland binnen de vreemdelingenketen levert, zijn ook middelen gereserveerd voor meer bekendmaking en vertaling van dit beleid.
Hoeveel verzoeken tot bescherming op basis van deze procedure zijn er tot op heden ingediend? Hoeveel verzoeken zijn reeds afgehandeld, met welk resultaat?
Zoals gemeld in mijn brief van 27 september jl.2 aan de leden van de Eerste Kamer, hebben de autoriteiten van Curaçao medegedeeld dat momenteel 16 aanvragen om bescherming op basis van artikel 3 EVRM in behandeling zijn. Rond de 30 aanvragen zijn na het indienen weer ingetrokken. De Curaçaose autoriteiten laten weten dat verschillende migranten een beroep doen op artikel 3 EVRM, na in bewaring te zijn gesteld, met de hoop hierdoor vrijgelaten te worden. Wanneer dit niet meteen het geval is, geven ze de voorkeur om naar Venezuela terug te gaan en trekken hun verzoek in.
Welke steun geeft Nederland met betrekking tot de implementatie van deze beschermingsprocedure? Geeft Nederland hulp en ondersteuning, bijvoorbeeld in de vorm van trainingen, bij de uitvoering van deze procedure? Zo nee, is het kabinet voornemens dat te gaan doen?
Bij brief van 6 september jl.3 heeft uw Kamer een nader overzicht gekregen van de ondersteuning die door Nederland wordt geleverd in relatie tot de uitdagingen die Aruba en Curaçao ondervinden als gevolg van de situatie in Venezuela. Nederland levert technische bijstand ten behoeve van de implementatie van de beschermingsprocedure op basis van artikel 3 EVRM door het geven van opleidingen en trainingen voor lokaal personeel door de Immigratie en Naturalisatiedienst (IND), de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) en de Koninklijke Marechaussee (KMar). Daarnaast wordt waar mogelijk ook ondersteuning geleverd voor het wegwerken van eventuele achterstanden.
Hoe beoordeelt u de capaciteiten van de overheid op Curaçao, de advocatuur en de rechtspraak om op een goede manier invulling te geven aan de procedure? Hoe beoordeelt u de reële mogelijkheid voor effectieve rechtsbescherming op grond van deze procedure in het licht van het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens?
In de beschermingsprocedure op basis van artikel 3 EVRM is aangegeven dat migranten tegen deze beslissing – binnen de termijnen en de wijze zoals vastgesteld in de Landsverordening Administratieve Rechtspraak (Lar) – bezwaar kunnen maken dan wel beroep kunnen instellen. De rechtsmiddelen worden in de beschikking vermeld. Het is primair aan het land Curaçao om erop toe te zien dat op goede wijze invulling wordt gegeven aan de procedure en zorg te dragen voor het bestaan van effectieve rechtsmiddelen en de daarbij benodigde capaciteit.
Hoe beoordeelt u de omstandigheden in de zogenaamde vreemdelingenbarakken waar mensen 23 uur per dag vastzitten in een groepsverblijf? Voldoen deze omstandigheden aan de (internationale) regels en normen voor wat betreft (vreemdelingen)detentie? Zo nee, hoe kijkt u dan aan tegen de waarborgfunctie van het Koninkrijk?
Bij brief van 6 september jl. heb ik uw Kamer nader geïnformeerd over de ondersteuning die door Nederland wordt geleverd in het kader van de verbetermaatregelen voor de vreemdelingenbewaring op Curaçao. Naar aanleiding van een verzoek om ondersteuning heb ik samen met de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid eind 2018 een financiële bijdrage geleverd van 132.000 euro voor de verbouwing en verbetering van het mannenblok in de vreemdelingenbewaring van het Sentro di Detenshon i Korekshon Kòrsou (SDKK). Curaçao heeft aangegeven dat deze verbetermaatregelen op korte termijn worden afgerond. Curaçao heeft Nederland daarnaast verzocht om aanvullende ondersteuning te leveren op het terrein van vreemdelingenbewaring. In dit kader heeft Nederland 2 miljoen euro beschikbaar gesteld voor de realisatie van de uitbreiding van de vreemdelingenbewaring bij het SDKK. De focus bij de verbouwing en uitbreiding wordt gelegd op het verbeteren van de materiele randvoorwaarden voor het regime van vreemdelingenbewaring in lijn met de internationale verplichtingen. De Dienst Justitiële Inrichtingen en het Rijksvastgoedbedrijf bieden expertise en verrichten adviserende werkzaamheden, voorafgaand aan en tijdens de fase van implementatie.
Hoe beoordeelt u de voortgang met betrekking tot de reconstructie van de vreemdelingenbarakken? Deelt u de mening dat het noodzakelijk is meer tempo te maken? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke stappen gaat u nemen om hierbij te helpen?
Zie antwoord vraag 5.
Is het waar dat vertegenwoordigers van het Venezolaanse consulaat toegang hebben tot de vreemdelingenbarakken? Is het waar dat een lid van de Venezolaanse veiligheidsdienst toegang heeft tot de vreemdelingenbarakken? Klopt het dat betreffende persoon eerst geen diplomatieke status had en deze alsnog heeft verkregen? Waarom heeft Nederland daarin bewilligd? Hoe beoordeelt u de berichten dat deze vertegenwoordigers druk uitoefenen op Venezolaanse migranten om « vrijwillig» terug te keren? Hoe beoordeelt u dergelijke druk tegen de achtergrond van het verbod op non-refoulement? Indien u van oordeel bent dat deze druk mogelijk op gespannen voet staat met het recht, hoe beziet u dat in het licht van de waarborgfunctie van het Koninkrijk? Hoe beoordeelt u het gegeven dat migranten zonder verblijfsrecht die vastzitten in de vreemdelingenbarakken in eerste instantie zelf hun ticket moeten betalen? Ziet u het risico dat mensen hierdoor onredelijk lang vast blijven zitten? Zo nee, waarom niet? Welke rol ziet u voor organisaties als de International Organization for Migration (IOM) om hierbij te helpen? Bent u bereid hierover met Curaçao in gesprek te gaan? Zo nee, waarom niet?
Op grond van het Weens verdrag inzake consulaire betrekkingen hebben enkel consulaire ambtenaren het recht om te communiceren met een onderdaan van hun land en, indien de onderdaan daarom vraagt, deze te bezoeken wanneer die wordt vastgehouden. Dit valt binnen de reguliere functies van een consulaat. Er zijn geen aanwijzingen dat de Venezolaanse veiligheidsdiensten de barakken bezocht hebben. Een lid van de consulaire staf heeft bezoeken gebracht aan de barakken. Deze persoon was weliswaar geen consulair ambtenaar van het Venezolaanse consulaat, maar wel aangemeld als lid van de consulaire missie. De autoriteiten op Curaçao hebben deze persoon verzocht de vreemdelingenbarakken niet meer te betreden.
De berichten dat vertegenwoordigers van Venezuela druk uitoefenen op Venezolaanse migranten om terug te keren zijn bekend. Er zijn echter geen bewijzen dat er druk is uitgeoefend op Venezolanen. De Curaçaose autoriteiten hebben laten weten dat de geboden mogelijkheid tot terugkeer had te maken met een door Venezuela aangeboden gratis vlucht «Vuelta a la patria», waarvan Venezolanen op vrijwillige basis gebruik konden maken. Er zijn ook Venezolanen die geen gebruik hebben gemaakt van deze mogelijkheid. De Curaçaose autoriteiten laten weten dat de Venezolanen die een beroep hadden gedaan op de beschermingsprocedure op basis van artikel 3 EVRM niet zijn benaderd.
Daar waar het gaat om de procedure tot terugkeer melden de Curaçaose autoriteiten dat mede door de grenssluiting door Venezuela, men thans langer vast zit dan gebruikelijk. Ook melden zij dat de migranten zonder verblijfsrecht die hun eigen ticket kunnen betalen dit zelf kopen. In het kader van het Nederlandse terugkeerbeleid is het ook een uitgangspunt dat migranten zelf verantwoordelijk zijn voor de kosten van hun terugkeer. De betaling van de tickets door de autoriteiten van Curaçao als een migrant onvoldoende middelen heeft, heeft als gevolg dat de financiële middelen die het land heeft voor de terugkeer minder worden. Dit kan weer mogelijke gevolgen hebben voor de daadwerkelijke terugkeer van migranten. Curaçao is reeds in gesprek met IOM om te bezien wat IOM zou kunnen betekenen voor Curaçao.
Hoe beoordeelt u de situatie van illegaal op Curaçao verblijvende Venezolanen? Deelt u de mening dat deze mensen kwetsbaar zijn voor uitbuiting en voldoende medische zorg niet altijd voorhanden is? Wat kunt u doen om hierbij verlichting te bieden? Kan het COA een rol spelen in advisering over de opvang van mensen die aanspraak maken dan wel recht hebben op bescherming? Zo ja, bent u bereid hiertoe stappen te nemen? Zo nee, waarom niet?
Het illegaal verblijven in een derde land brengt risico’s met zich mee, dit geldt niet alleen voor personen van Venezolaanse nationaliteit. Dit betreft niet alleen gezondheidsrisico’s, maar ook veiligheidsrisico’s. Daarnaast bestaat het risico dat kwetsbare groepen illegalen in een uitbuitingssituatie terecht kunnen komen. In de brief van 6 september jl.4 is uw Kamer geïnformeerd dat Nederland op verzoek van Curaçao zal ondersteunen bij de inrichting van de opvang van kwetsbare groepen migranten. In dit verband zal het COA Curaçao adviseren ten behoeve van de inrichting van de opvang.
Bent u bekend met signalen dat een deel van de Venezolaanse migranten op Curaçao is besmet met HIV? Klopt het dat medicijnverstrekking aan deze mensen (in de praktijk) wordt geweigerd? Zijn er voor de mensen voldoende medicijnen beschikbaar? Wat zijn de mogelijke gevolgen voor de volksgezondheid in het hele Koninkrijk? Indien u niet op de hoogte bent van deze berichten, bent u dan bereid deze te (laten) onderzoeken?
Na overleg tussen de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en de Minister van Volksgezondheid van Curaçao, mevrouw Camelia-Römer, kan ik u als volgt berichten. We zijn bekend met de signalen dat een deel van de Venezolaanse migranten op Curaçao besmet is met HIV. HIV komt wereldwijd bij een deel van de bevolking voor. Naar ik begrijp zijn er circa 5 HIV positieve Venezolaanse ongedocumenteerden bekend in het Sehos. Daarnaast geeft Minister Römer aan dat het Sehos onlangs een intern protocol heeft gecommuniceerd waarin expliciet is opgenomen dat alle HIV-patiënten, dus ook ongedocumenteerden, volgens de algemene regels worden behandeld. Behandeling van HIV voorkomt doorontwikkeling tot AIDS en vermindert transmissierisico voor anderen, wat een volksgezondheidsrisico voorkomt. Naast het Sehos biedt de stichting Salú pa Tur voor gereduceerd tarief zorg aan ongedocumenteerden. Bij deze stichting zijn zo’n 8 HIV positieve ongedocumenteerde Venezolanen bekend. De Staatssecretaris van VWS heeft laten weten het net als zijn collega op Curaçao belangrijk te vinden dat alle personen met HIV passende zorg krijgen, dus ook ongedocumenteerde Venezolanen. Daarom beziet de Staatssecretaris van VWS samen met zijn collega op welke wijze in (technische) ondersteuning kan worden voorzien voor de Stichting Salú pa Tur.
Hoe beoordeelt u de algemene veiligheidssituatie op Curaçao?
Rechtshandhaving betreft een autonome aangelegenheid van de landen binnen het Koninkrijk. De beoordeling van de veiligheidssituatie is derhalve aan de landen zelf, in dit geval Curaçao. Curaçao (en Aruba) heeft aangegeven uitdagingen te ondervinden als gevolg van de situatie in Venezuela, ook op het terrein van veiligheid en rechtshandhaving. Het kabinet heeft daarom in samenspraak met Curaçao (en Aruba) als onderdeel van de te leveren ondersteuning in het kader van Venezuela ook gekeken hoe op deze terreinen aanvullende ondersteuning geboden kan worden. Daarnaast zet het kabinet al langere tijd in op samenwerking met de landen waar het aankomt op de aanpak van grensoverschrijdende en ondermijnende criminaliteit in de regio. Criminaliteit heeft – meer dan voorheen – een grensoverschrijdend karakter. Daardoor zijn de opsporingsdiensten genoodzaakt tot meer regionale en internationale samenwerking ten aanzien van onder andere de inzet van capaciteit en specialismen. Dit staat centraal in de nieuwe visie op (versterkte) recherchesamenwerking, waarover uw Kamer door de Minister van JenV en mij is geïnformeerd.5 In regionaal verband wordt daarnaast samengewerkt om de zee- en luchtgrenzen in het Caribische deel van het Koninkrijk te versterken via het baseline-initiatief waarover uw Kamer bij brief6 van 30 september jl. nader is geïnformeerd in het kader van de periodieke rapportage rechtshandhaving naar aanleiding van het Justitieel Vierpartijenoverleg (JVO).
Hoe beoordeelt u de impact van de veiligheidssituatie op Curaçao op Nederland, onder meer tegen de achtergrond van de talrijke verbindingen tussen Curaçao en Nederland?
Het Caribisch deel van het Koninkrijk heeft onder andere te kampen met grensoverschrijdende criminaliteit, waaronder de doorvoer van contrabande. Dit beschouw ik als zeer zorgelijk. Ook burgemeester Aboutaleb van Rotterdam heeft recentelijk nog aangegeven dit als zorgelijk te beschouwen, gezien de talrijke verbindingen tussen Curaçao en Nederland. Zoals de Minister van JenV en ik uw Kamer in de brief van 30 september jl. informeerden, wordt er in opdracht van het JVO in een Koninkrijksbreed samenwerkingsverband, middels het zogeheten implementatieteam baselines, gewerkt aan het versterken van de zee- en luchtgrenzen in het Caribische deel van het Koninkrijk (Kamerstukken II 2018/19, 35 300IV, nr.9). Het implementatieteam baselines is een voorbeeld van hoe er regionaal op het niveau van de uitvoerende diensten wordt samengewerkt om kennis te delen en gezamenlijk stappen te zetten. Tot slot merk ik op dat de veiligheidsproblemen op Curaçao als gevolg van de situatie in Venezuela vooral drukken op het land zelf. Om die reden investeert het kabinet op een tal van fronten in de aanpak van deze criminaliteit in de regio, bijvoorbeeld door de inzet van het Recherchesamenwerkingsteam (RST), de flexpool KMar en de Kustwacht voor het Caribisch gebied.
Welke controlemaatregelen worden genomen op het personen- en goederenverkeer tussen Curaçao en Nederland? Hoe zit dat tussen Nederland en de andere eilanden?
De Douane is verantwoordelijk voor het toezicht op het goederenverkeer dat de EU-buitengrens overschrijdt. Omdat het douanegebied van de Unie alleen het grondgebied van het Koninkrijk der Nederlanden in Europa omvat (artikel 4 van de Verordening (EU) Nr. 952/2013 van het Europees parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie) valt het goederenverkeer vanuit Curaçao bij aankomst in Nederland en bij vertrek vanuit Nederland naar Curaçao onder douanetoezicht van de Nederlandse Douane. Hetzelfde geldt voor het goederenverkeer met de andere eilanden. Het douanetoezicht vindt plaats op de goederen in het maritieme en het luchtverkeer, zowel ten aanzien van de goederen in het personenverkeer als het handelsverkeer. Dit douanetoezicht vindt informatiegericht en risico-gestuurd plaats. De Douane zet verschillende soorten handhavingsinterventies in, zoals fysieke controle, en maakt gebruik van hulpmiddelen zoals speurhonden en scans. Op commerciële vluchten afkomstig uit Curaçao, Aruba, Bonaire en Sint Maarten voert de Douane – vanwege een sterk verhoogd risico op drugssmokkel – het door de Minister van JenV ingestelde zogenaamde «100%-controleregime» uit. De Koninklijke Marechaussee is verantwoordelijk voor het personenverkeer.
Bij het personenverkeer geldt dat personen die via Nederland het Schengengebied in- of uitreizen zijn onderworpen aan grenscontroles op grond van de Schengengrenscode (SGC). De eilanden in het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden (zowel Curaçao, Aruba, Sint Maarten, als de BES eilanden) vallen niet onder het Schengenacquis. Personen die van of naar de eilanden in het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden reizen naar of vanuit een van de Schengenlanden (waaronder Nederland), passeren daarmee een Schengenbuitengrens en zijn onderworpen aan grenscontroles op grond van de Schengengrenscode. Voor personen die onder het Unierecht inzake vrij verkeer vallen (EU, EER, Zwitserland) en derdelanders behelst dit een systematische controle die bestaat uit de verificatie van de identiteit en de nationaliteit en van de echtheid en de geldigheid van het reisdocument en het raadplegen van de relevante databanken (Schengeninformatiesysteem (SISII), Interpol Stolen and Lost Travel Documents (SLTD) en het Opsporingsregister (OPS). Voor derdelanders geldt daarnaast ook de grondige controle die onder andere bestaat uit toetsing op het doel, duur en middelen van bestaan van het beoogde verblijf en, waar van toepassing, de controle van het visum.
Welke integrale veiligheidsvisie hanteert u bij het vorm geven van uw beleid met betrekking tot Curaçao?
De vormgeving van het beleid ten aanzien van Curaçao is gericht op samenwerking met het autonome land Curaçao. Op basis van samenwerkingsregelingen en Rijkswetten ondersteunt Nederland de rechtshandhavingsketen. Bij die samenwerking en ondersteuning zijn de aanbevelingen uit de beleidsdoorlichting van artikel 1 van hoofdstuk IV Koninkrijksrelaties (verder: beleidsdoorlichting) leidend.7 Zo is inzet gericht op lokaal eigenaarschap, wordt er maatwerk per (ei)land geleverd en krijgt problematiek die om een lange adem vraagt een aanpak die daarbij past. Deze uitgangspunten vormen ook een rode draad bij bijvoorbeeld de ondersteuning die in het kader van Venezuela wordt verleend. Daarnaast geeft het grensoverschrijdende en ondermijnende karakter van criminaliteit in de regio aanleiding om te investeren in goede informatie-uitwisseling en gezamenlijke inzet op transnationale georganiseerde criminaliteit.
Hoe beoordeelt u de controle op de grenzen van Curaçao door de politie en de kustwacht? Deelt u het oordeel van ervaringsdeskundigen dat de grenzen rondom de Caribische koninkrijksdelen zo lek als een mandje zijn als het gaat om wapen- en drugssmokkel? Zo nee, waarom niet?
Zoals uw Kamer weet valt de politie van Curaçao onder de autonome verantwoordelijkheid van het land Curaçao waar ik niet in kan treden. Ten aanzien van de Kustwacht voor het Koninkrijk der Nederlanden in het Caribisch gebied (hierna: Kustwacht) kan ik u het volgende melden. De Kustwacht monitort met een walradarsysteem en andere middelen en sensoren 24/7 het maritieme omgevingsbeeld rondom de eilanden. Ook zijn er bootteams beschikbaar op de steunpunten Curaçao en Aruba. Dit laat onverlet dat de Caribische Koninkrijksdelen meer dan 900 kilometer kuststrook kennen, die door middel van technische hulpmiddelen beveiligd moet worden. Dat is nooit 100 procent waterdicht; er blijft altijd sprake van een zekere mate van blinde vlekken. Eerder dit jaar is aan de Kamer gemeld dat Defensie extra ondersteuning aan de Kustwacht heeft geleverd om deze blinde vlekken te dichten. Dit gebeurt onder meer door de inzet van de Curaçaose en Arubaanse militie ter aanvulling van de Kustwachters in de bootteams.8 Aanvullend hierop zijn door het kabinet bij Voorjaarsnota 2019 middelen vrijgemaakt voor de versterking van de maritieme grenzen. Zoals gemeld bij brief van 6 september jl. zal de Kustwacht onder meer overgaan tot de aanschaf van mobiele walradars, camera’s en drones ter ondersteuning van Aruba, Bonaire en Curaçao.9 Voor de langere termijn is de Kustwacht bezig met het vervangen van de waldetectiecapaciteit op de Benedenwindse Eilanden, de doorontwikkeling van informatie-gestuurd politieoptreden en het vervangingstraject van de luchtverkenningscapaciteit. Over het Jaarplan 2019 van de Kustwacht is de Kamer op 21 januari jl. door de Minister van Defensie uitgebreid geïnformeerd.10 Daarnaast vervult het Ministerie van Defensie een belangrijke rol in het tegengaan van wapen- en drugssmokkel. Het stationsschip in het Caribisch Gebied wordt daarbij ingezet voor zowel Defensie- als Kustwachttaken, in overleg met het Ministerie van Defensie en afhankelijk van de ontwikkelingen zoals grensoverschrijdende criminaliteit. Met het stationsschip worden ook anti-smokkel operaties uitgevoerd. De Verenigde Staten en Frankrijk zijn hierbij de belangrijkste internationale partners. Daarnaast vervult de Commandant Zeemacht in het Caribisch gebied zijn taak als Commander Task Group 4.4, een ondercommandant van de Amerikaanse Joint Interagency Task Force South voor drugsbestrijding in de regio.
Hoe beoordeelt u het gegeven dat in de praktijk geen 24 uurs-controle door de kustwacht bestaat? Welke risico’s brengt dat met zich mee? Wat gaat u doen om deze risico’s te mitigeren?
Zoals in vraag 14 aangegeven, monitort de Kustwacht 24/7 het maritieme omgevingsbeeld rondom de eilanden. In de uitvoering van Kustwachttaken moet onderscheid gemaakt worden tussen Search and Rescue (SAR) taken en overige taken van de Kustwacht. De Kustwacht is 24/7 beschikbaar voor de coördinatie van SAR-taken. Wanneer er mensen in nood of direct levensgevaar verkeren is de Kustwacht op basis van internationale regelgeving verplicht om zelf in actie te komen of de coördinatie van een reddingsactie te verzorgen. In enkele gevallen komt de Kustwacht niet zelf in actie, maar kan dit efficiënter en/of effectiever aan een ander worden overgelaten, bijvoorbeeld aan een schip wat in de buurt vaart. Voor wat betreft de overige taken van de Kustwacht, zie het antwoord op vraag 14.
Hoeveel drugstransporten van en naar Curaçao zijn in de jaren 2017, 2018 en 2019 onderschept? Om hoeveel kilogram gaat het telkens, en om welke drugs?
Op basis van de mij beschikbare cijfers van de Kustwacht, kan ik u het volgende melden. De Kustwacht heeft in 2017 van en naar Curaçao vier drugstransporten onderschept met bijna 90 kilo verdovende middelen aan boord, bestaande uit hasj (grootste deel), marihuana, cocaïne en hennep. In 2018 heeft de Kustwacht van en naar Curaçao vijf drugstransporten onderschept met ruim 960 kg drugs aan boord, bestaande uit cocaïne (overgrote deel) en marihuana. Dit jaar (peildatum 9 september jl.) heeft de Kustwacht van en naar Curaçao in totaal tien drugstransporten onderschept met in totaal bijna 1.900 kilo verdovende middelen en 1070 XTC pillen aan boord. Naast de XTC pillen bestond de lading uit cocaïne (overgrote deel), marihuana, hennep en MDMA.
Hoeveel gesmokkelde wapens van en naar Curaçao zijn in de jaren 2017, 2018 en 2019 onderschept? Om welke typen wapens gaat het?
Op basis van de mij beschikbare cijfers van de Kustwacht, kan ik u het volgende melden. In 2017 heeft de Kustwacht van en naar Curaçao in totaal zestien wapens onderschept (14 handvuurwapens en 2 handgranaten). In 2018 zijn er door de Kustwacht van en naar Curaçao in totaal dertien wapens onderschept (12 handvuurwapens en 1 zogenaamde karabijn converter). Dit jaar (peildatum 9 september jl.) zijn van en naar Curaçao in totaal zeven wapens onderschept, waarbij het in alle 7 gevallen handvuurwapens betrof.
Hoeveel gesmokkelde drugs en wapens zijn in de jaren 2017, 2018 en 2019 onderschept tussen Curaçao en Nederland? Hoe zit dit met betrekking tot de andere eilanden? Welke kosten zijn gemoeid met controles op personen en goederen vanuit Curaçao en de andere eilanden? Deelt u de mening dat het effectiever is contrabande aan de «zuidgrens» van het koninkrijk tegen te houden, dan in Nederland? Zo nee, waarom niet?
In de jaren 2017, 2018 en 2019 zijn in Nederland door de Douane en de KMar bij de controle van de goederenstroom via lucht- en zeevracht, alsmede luchtpassagiers uit Curaçao respectievelijk 166, 288 en 144 gevallen van drugs onderschept met een totaalgewicht van 1.265,3 kg. Uit Aruba zijn respectievelijk 24, 45 en 17 gevallen van drugs onderschept (27,5 kg, 51,6 kg en 14,8 kg), uit Bonaire zijn respectievelijk 9, 7 en 2 gevallen onderschept (8,8 kg, 66,5 kg en 1,6 kg) en uit Sint Maarten zijn respectievelijk 3, 11 en 1 gevallen onderschept (1 kg, 8,6 kg en 0,3 kg). Daarnaast meldt de Douane 8 wapens in 2017, 4 wapens in 2018 en 4 wapens in 2019 te hebben onderschept vanuit de eilanden. Uit de totale kosten van controle, opsporing, vervolging en detentie valt niet toe te delen welk deel Curaçao of andere eilanden betreft. Het kabinet herkent de problematiek van smokkel en deelt de mening dat het effectiever is om contrabande aan de «zuidgrens» van het Koninkrijk tegen te houden dan in Nederland. Om deze reden wordt er in het Caribisch gebied geïnvesteerd in versterkte samenwerking aan de zuidgrens, bijvoorbeeld in het Recherchesamenwerkingsteam (RST), de Kustwacht voor het Caribisch gebied, politie-liaisons in bron- en doorvoerlanden en de samenwerking met (politie)diensten in de regio.
Hoe beoordeelt u berichten over de aanwezigheid van participanten/sympathisanten van de Colombiaanse beweging ELN op Curaçao? Wat is het potentiele effect van hun aanwezigheid op Curaçao en/of Nederland?
Voor zover mij bekend heeft de guerrillabeweging ELN geen aanwezigheid op Curaçao.
Kunt u inmiddels duidelijkheid geven over het bedrag van 23 miljoen euro dat u in de voorjaarsnota heef gereserveerd voor bijstand aan Curaçao en Aruba? Waar komt dit geld precies vandaan? Waarvoor gaat u het inzetten?
In de brief van 6 september jl. is uw Kamer geïnformeerd over de besteding van de 23,8 miljoen euro die het kabinet bij Voorjaarsnota heeft vrijgemaakt voor enerzijds de respons op de bijstandsverzoeken van Aruba en Curaçao en anderzijds maatregelen in het kader van crisisbeheersing in de regio.11 In nauwe afstemming met Aruba en Curaçao is een samenhangend pakket aan ondersteuningsmaatregelen uitgewerkt dat in het komende jaar in gezamenlijkheid uitgevoerd zal worden. In het ondersteuningspakket is onder meer aandacht voor de versterking van de maritieme grenzen en het optimaliseren van de vreemdelingenketen, maar ook voor diverse sociaal-maatschappelijke projecten op het gebied van onderwijs, opvang van kwetsbare groepen, gezondheidszorg en bejegening van migranten.
Schrijnende omstandigheden voor vluchtelingen op Lesbos |
|
Attje Kuiken (PvdA) |
|
Ankie Broekers-Knol (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD) |
|
Kent u het bericht «Teenager killed and two injured in stabbing at notorious Lesbos refugee camp»?1
Ja
Deelt u de mening dat het in het bericht genoemde incident opnieuw aangeeft dat de situatie in het vluchtelingenkamp op Lesbos totaal onhoudbaar is? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
Deze en andere berichtgevingen bevestigen eens te meer dat de situatie op Lesbos, maar ook op andere Griekse eilanden, uiterst zorgwekkend is. Het kabinet deelt dan ook uw zorgen. Wat het kabinet betreft is er overduidelijk sprake van een dringende noodzaak om structurele verbeteringen door te voeren op het gebied van opvang en het versnellen van asiel- en terugkeerprocedures. Nederland dringt daar voortdurend op aan, op ambtelijk en politiek niveau, in bilateraal en EU-verband.
Griekenland dient evenwel zelf verantwoordelijkheid te nemen voor het doorvoeren van deze structurele verbeteringen. In dat licht verwelkomt het kabinet de prioriteiten van de nieuwe Griekse regering op het terrein van migratie, waaronder het verbeteren van de opvang, het versnellen van asielprocedures, het versterken van grensbewaking en het opschalen van terugkeer. Deze prioritering heeft inmiddels geleid tot de aanname van nieuwe Griekse asielwetgeving, op 1 november jl. Dit biedt vertrouwen dat de benodigde stappen nu worden gezet. Op welk termijn dit tot resultaat leidt is, afhankelijk van de inspanningen van de Griekse autoriteiten en de steun die zij daarbij ontvangen van Europese partners.
Zoals uw Kamer bekend, levert Nederland sinds de migratiecrisis van 2015–2016 doorlopend steun aan de Griekse autoriteiten. Tevens heeft het kabinet steun aangeboden bij het doorvoeren van de beoogde structurele verbeteringen, inclusief de implementatie van de nieuwe asielwetgeving, bijvoorbeeld door het delen van kennis, expertise en ervaring. Verder verwijs ik u naar de brief van 14 november jl. aan Uw Kamer over de Nederlandse ondersteuning van migratiebeheer in Griekenland en stand van zaken van Griekse asielprocedures.2
Deelt u de mening dat het meer dan tijd is dat er daadwerkelijk structurele verbeteringen op Lesbos komen? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
Zie antwoord vraag 2.
Waarom lukt het toch maar steeds niet, terwijl vrijwel iedereen erkent dat het zo niet langer kan, om de situatie op Lesbos structureel te verbeteren? Waar zitten de belemmeringen voor verbetering?
Zie antwoord vraag 2.
Wat kunt u doen om samen met uw Europese collega’s zo snel mogelijk te zorgen voor concrete verbeteringen op Lesbos en andere Griekse eilanden waar vluchtelingen in slechte omstandigheden verblijven? Op welke termijn gaat dit leiden tot die concrete verbeteringen?
Zie antwoord vraag 2.
Het bericht ‘Oeigoeren in Europese landen worden onder druk gezet door de Chinese overheid’ |
|
Maarten Groothuizen (D66), Sjoerd Sjoerdsma (D66) |
|
Ankie Broekers-Knol (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD), Stef Blok (minister buitenlandse zaken) (VVD) |
|
Kent u het bericht «Oeigoeren in Europese landen worden onder druk gezet door de Chinese overheid»?1
Ja.
Kunt u bevestigen dat Oeigoerse asielzoekers en statushouders in Europa, waaronder Nederland, onder druk staan van de Chinese overheid en geïntimideerd worden? Zo ja, hoe beoordeelt u dit?
Het staat vast dat er in Nederland en elders in Europa door Oeigoeren melding wordt gemaakt van druk die door Chinese veiligheidsdiensten wordt uitgeoefend op personen in China om hun familieleden in Europa aan te sporen persoonsgegevens met hen te delen. In gevallen waarbij in Nederland woonachtige Oeigoeren worden bedreigd of geïntimideerd door functionarissen van de Chinese autoriteiten, kan er sprake zijn van ongewenste buitenlandse inmenging. Het kabinet vindt dergelijke ongewenste buitenlandse inmenging volstrekt onacceptabel, omdat statelijke actoren hiermee aan het fundament van de Nederlandse democratische rechtsorde en open samenleving kunnen komen.
Klopt het volgens uw informatie dat nagenoeg alle Oeigoeren die zich buiten China begeven in de gaten worden gehouden, niet alleen degene die zich politiek kritisch uitlaten? Kunt u uw antwoord toelichten met een beschrijving van de situatie?
Het «Thematisch ambtsbericht Oeigoeren in China» uit 20162 vermeldt dat het volgens meerdere bronnen aannemelijk is dat de Chinese veiligheidsdienst in staat en doende is Chinezen in het buitenland te volgen. De Chinese autoriteiten zouden over het algemeen op de hoogte zijn van wie asiel heeft aangevraagd en of Chinezen in het buitenland betrokken zijn bij «China onwelgevallige» praktijken.
Deelt u de mening dat dergelijke druk en intimidatie totaal onwenselijk is, waar dit ook plaatsvindt, en zeker als dit ook in Nederland gebeurt?
Het kabinet vindt ongewenste buitenlandse inmenging zeer kwalijk aangezien dit het politieke en maatschappelijke systeem kan ondergraven en raakt aan het fundament van de Nederlandse democratische rechtsorde en open samenleving.3
Welke manieren en mogelijkheden ziet u om Oeigoeren die in Nederland en Europa asielzoeker of statushouder zijn te beschermen tegen deze intimidaties vanuit de Chinese overheid?
Het kabinet staat voor het beschermen van de rechten van iedereen in Nederland, inclusief asielzoekers of statushouders. Dat betekent ook het beschermen tegen druk vanuit het land van herkomst. In de Kamerbrief van Minister Grapperhaus (JenV) en Minister Ollongren (BZK) over ongewenste buitenlandse inmenging4 staat dat de overheid verschillende middelen kan inzetten zoals monitoren en informeren, het nemen van maatregelen in het kader van de openbare orde en veiligheid, en diplomatieke middelen waaronder aanspreken, toegang tot Nederland weigeren, reizen naar Nederland ontmoedigen, en – in het uiterste geval – het uitzetten van diplomaten. Deze middelen worden ingezet, wanneer dat nodig, haalbaar en effectief is.
Voor een overzicht van recente diplomatieke inspanningen verwijs ik u naar de antwoorden op Kamervragen van de leden Kuzu en Ploumen over het bericht dat er nieuw bewijs is van China's missie om de moskeeën in Xinjiang te verwoesten (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr.).
Klopt het volgens uw informatie dat de druk op Oeigoeren in het buitenland de laatste jaren is toegenomen? Wat is volgens u hier de reden voor?
In Nederland is het aantal meldingen van Oeigoeren die druk vanuit China ervaren de afgelopen jaren toegenomen. In de Kamerbrief over de mensenrechtensituatie in Xinjiang en het rapport van Human Rights Watch «Eradicating Ideological Viruses» constateert dit kabinet dat Oeigoeren in Europa en Nederland zich zorgen maken over hun familieleden in Xinjiang en over druk van de Chinese autoriteiten om persoonsgegevens te delen.5 De toegenomen zorgen over familieleden in Xinjiang houden verband met de verregaande beperkingen op fundamentele vrijheden van Oeigoeren en andere moslimminderheden die de laatste jaren in Xinjiang zijn ingevoerd. Onder andere de zogenaamde politieke heropvoedingscentra in Xinjiang, waarin volgens berichtgeving naar schatting enkele honderdduizenden tot mogelijk een miljoen personen vastzitten of hebben gezeten, zijn een belangrijk punt van zorg die ook dit kabinet consequent uitdraagt richting China.
Deelt u de mening dat Oeigoeren met een status in Nederland het recht hebben op vrijheid van meningsuiting en dat dit dus ook moet gelden wanneer zij kritisch zijn over de Chinese overheid, zonder dat zij hierdoor bedreigd of geïntimideerd worden?
Ja. Het recht op vrijheid van meningsuiting geldt voor iedereen in Nederland, behoudens ieders verantwoordelijkheid voor de wet.
Hoeveel asielverzoeken krijgt Nederland jaarlijks van Oeigoeren? Hoeveel worden daarvan toegekend?
Gegevens waaruit etniciteit dan wel godsdienstige of levensovertuigingen blijken, zijn gevoelige persoonsgegevens in de zin van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Daarom worden deze gegevens niet geregistreerd op een manier die het mogelijk maakt om een antwoord op deze vraag te genereren vanuit de geautomatiseerde informatiesystemen van de migratieketen. Wel staat vast dat Nederland in 2018 160 eerste asielaanvragen van Chinese onderdanen heeft ontvangen, en dat in datzelfde jaar in Nederland 60 eerste asielaanvragen van Chinese onderdanen werden ingewilligd. Hierbij dient aangemerkt te worden dat de eerste aanvragen en de ingewilligde eerste aanvragen niet noodzakelijkerwijs dezelfde procedures betreffen. Een aanvraag en de afhandeling daarvan hoeven niet in dezelfde periode te geschieden.
Levert Nederland Oeigoeren uit aan China? Zo ja, hoeveel uitleveringen hebben er de laatste jaren plaats gevonden?
Nederland heeft geen uitleveringsverdrag met China. Er hebben de afgelopen jaren geen uitleveringen aan China plaatsgevonden.
Heeft u het onder druk zetten van Oeigoeren in Nederland eerder aangekaart bij de Chinese autoriteiten? Ziet u (verdere) aanleiding om deze situatie (opnieuw) bij de Chinese autoriteiten aan te kaarten? Zo nee, waarom niet?
Het onder druk zetten van Oeigoeren in Nederland is op verschillende niveaus aangekaart bij de Chinese autoriteiten. De antwoorden op de hierboven genoemde Kamervragen van de leden Kuzu en Ploumen bevatten een overzicht van recente diplomatieke inspanningen. Zolang daar aanleiding toe is, zal dit onderwerp op de agenda blijven.
Bent u bereid deze berichtgeving te bespreken met de Chinese ambassadeur in Nederland? Zo nee, waarom niet?
Soortgelijke berichtgeving is reeds eerder besproken met de Chinese ambassadeur in Nederland.
De deportatie van Syrische vluchtelingen door Turkije |
|
Bram van Ojik (GL) |
|
Ankie Broekers-Knol (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD) |
|
Bent u bekend met het bericht «Deportaties in Turkije: «Ze hebben hem naar Syrië gestuurd»»?1
Ja.
Kunt u bevestigen dat Turkije vluchtelingen uit Syrië oppakt en deporteert naar onveilig gebied in Syrië, al dan niet gebruikmakend van gedwongen ondertekende verklaringen over vrijwillig vertrek?
Indien u het in vraag 2 genoemde niet kunt bevestigen, bent u bereid de Europese Commissie te verzoeken hier eigenstandig onderzoek naar te laten doen? Zo nee, waarom niet?
Indien het klopt dat Turkije vluchtelingen terugstuurt naar onveilig gebied in Syrië, wat betekent dit volgens u voor de mate van veiligheid van Turkije voor vluchtelingen?
Is de Turkijedeal nog van kracht, nu Turkije heeft gesteld de afspraken voorlopig op te schorten en geen vluchtelingen uit Griekenland meer over te nemen vanwege het uitblijven van visumliberalisatie?2
Noch uit de contacten tussen de Europese Unie en de Turkse autoriteiten, noch uit de praktische uitvoering van de Verklaring blijkt dat Turkije gestopt is met het terugnemen van vluchtelingen uit Griekenland. Begin augustus heeft nog een terugkeeroperatie plaatsgevonden vanaf de Griekse eilanden.
Hoeveel geld van de tweede tranche van de in de Turkijedeal afgesproken € 6 miljard, die vanuit de EU zou worden geïnvesteerd in de opvang van vluchtelingen in Turkije, is inmiddels overgemaakt?
In de EU-Turkije Verklaring is door de EU een tweede tranche van EUR 3 miljard toegezegd, in aanvulling op de reeds in 2015 toegezegde eerste tranche, eveneens EUR 3 miljard, middels de Faciliteit voor Vluchtelingen in Turkije (FRIT) In totaal is tot juli 2019 via de eerste en tweede tranche EUR 5,6 miljard gecommitteerd en zijn voor EUR 3,45 miljard aan contracten gesloten.3 De looptijd van projecten onder de tweede tranche is tot 2025.
Zoals gemeld in de beantwoording van de vragen van het lid Groothuizen (D66) over «Deportaties in Turkije: «Ze hebben hem naar Syrië gestuurd»», is er op dit moment geen aanleiding om aan te nemen dat er sprake is van een structureel beleid om Syrische vluchtelingen uit Turkije uit te zetten. Het uitgangspunt van de EU-Turkije Verklaring is dat deze binnen geldende juridische kaders plaatsvindt, waaronder dus ook de verplichting om het principe van non-refoulement te respecteren. Bovendien dragen de middelen die in het kader van de FRIT worden besteed via VN-organisaties en internationale ngo’s, juist bij aan het verbeteren van de omstandigheden van vluchtelingen in Turkije. Zo hebben dankzij de Faciliteit meer dan 635.000 Syrische kinderen in Turkije toegang tot onderwijs, en zijn meer dan 5 miljoen consultaties in ziekenhuizen aan vluchtelingen verleend. Daarnaast ontvangen 1,5 miljoen kwetsbare vluchtelingen via de Faciliteit een bijdrage voor hun basisbehoeften.
Kan het geld dat nog vanuit de EU naar Turkije wordt overgemaakt in het kader van de Turkijedeal voorwaardelijk worden gemaakt aan het stoppen van arrestaties en deportaties van Syrische vluchtelingen door Turkije? Zo ja, bent u bereid hiervoor te pleiten bij de Europese Commissie?
Zie antwoord vraag 6.
Bent u bereid om op bilateraal niveau aan de Turkse overheid te kennen te geven dat Nederland niet gediend is van het deporteren van Syrische vluchtelingen in strijd met het non-refoulement beginsel? Zo nee, waarom niet?
In contacten met de Turkse autoriteiten wordt met grote regelmaat gewezen op het belang om te zorgen voor adequate opvang en bescherming van vluchtelingen conform geldende internationale kaders, waaronder het beginsel van non-refoulement. Daarbij erkent Nederland ook de grote uitdaging waar Turkije voor staat als het grootse opvangland van vluchtelingen in de wereld. Het is van belang om Turkije bij zijn inspanningen, die ook een gedeelde verantwoordelijkheid zijn, te blijven steunen.
Het bericht ‘Deportaties in Turkije: ‘Ze hebben hem naar Syrië gestuurd’’ |
|
Maarten Groothuizen (D66) |
|
Ankie Broekers-Knol (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD), Mark Rutte (minister-president , minister algemene zaken) (VVD) |
|
Kent u het bericht «Deportaties in Turkije: «Ze hebben hem naar Syrië gestuurd»»?1
Ja.
Kunt u bevestigen dat Turkije de afgelopen tijd Syrische vluchtelingen heeft uitgezet naar Syrië, terwijl dit geen veilig land is? Zo ja, kunt u aangeven hoeveel vluchtelingen zijn uitgezet naar Syrië? Zo nee, hoe verklaart u dan de beweringen die in het bericht van Nieuwsuur worden geuit?
Deelt u de mening dat het uitzetten van vluchtelingen naar een onveilig land in strijd is met internationale verdragen, zoals het VN-vluchtelingenverdrag? Zo ja, wat is uw oordeel als het klopt dat Turkije deze afspraken schendt?
Wat betekent het mogelijk schenden van de afspraken door Turkije voor de afspraken tussen de Europese Unie en Turkije over het opnemen en terugsturen van migranten en vluchtelingen?
Heeft u, al dan niet in Europees verband, contact gehad met de regering van Turkije over deze kwestie? Zo ja, wat is besproken en afgesproken? Zo nee, bent u van plan dat na deze berichtgeving alsnog te doen? Zo nee, waarom niet?
In hoeverre ziet u een relatie tussen de toename van de aankomsten via zee in Griekenland in de maand juli (ten opzichte van 2018 en 2017) en de berichtgeving over de uitzettingen in Turkije? Waarom ziet u wel of geen relatie?2
Het totale aantal aankomsten in 2019 in Griekenland vanuit Turkije, dat wil zeggen via zee én via land, is volgens de Europese Commissie ongeveer gelijk aan het totale aantal aankomsten in dezelfde periode in 2018. Wel is het zo dat er vanaf januari 2019, dus niet alleen in juli en augustus, een toename te zien is in het aantal aankomsten via zee. Afghanen vormen hierbij verreweg de grootste groep. En veel kleiner aandeel betreft Syriërs. Gegeven het bovenstaande, kan op dit moment niet worden geconcludeerd dat er een rechtstreeks verband is tussen voornoemde berichten over uitzettingen naar Syrië en de toename van het aantal aankomsten op de Griekse eilanden.
De steekpartij op klaarlichte dag bij het asielzoekerscentrum in Arnhem |
|
Geert Wilders (PVV), Emiel van Dijk (PVV), Sietse Fritsma (PVV) |
|
Ankie Broekers-Knol (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD) |
|
Kent u het bericht over een steekpartij in het asielzoekerscentrum in Arnhem?1
Ja.
Kunt u aangeven of de lichtgetinte verdachte inmiddels in de kraag is gevat, vast is gezet en klaar wordt gemaakt om het land te worden uitgezet? Zo nee, waar is deze verdachte nu, waarom zit deze nog niet vast en hoe heeft dit kunnen gebeuren?
Zoals u bekend ga ik niet in op individuele zaken.
Is voor u, net als voor vele Nederlanders, de maat inmiddels vol na het zoveelste geweldsincident van, voor en door asielzoekers? Zo ja, welke consequenties verbindt u aan deze meest recente geweldsuitbarsting?
Ieder incident is er één te veel en dit kabinet zet zich in om overlastgevende en criminele asielzoekers aan te pakken. Hiertoe wordt een breed palet aan maatregelen ingezet. Voor een uitgebreide uiteenzetting van deze maatregelen verwijs ik u naar de brieven die mijn voorganger en ik in dit kader eerder aan uw kamer hebben gezonden2. De individuele aanpak van personen die criminele gedragingen vertonen verloopt primair via het strafrecht.
Bent u bereid om het asielzoekerscentrum te sluiten en de buurt weer veilig maken voor omwonenden of kiest u ervoor hun kinderen, dochters en geliefden bloot te blijven stellen aan dergelijke risico’s?
Ik zie geen reden om het asielzoekerscentrum te sluiten. Op een COA opvanglocatie is 24 uur per dag en 7 dagen in de week begeleiding en/of beveiliging aanwezig. De begeleiding van het COA is gericht op het kennen van de bewoners om van daaruit gerichte begeleiding te kunnen bieden of gepaste maatregelen op te kunnen leggen. Die methodiek geeft de mogelijkheid om vroeg te kunnen reageren op signalen en indien nodig de-escalerend op te kunnen treden. Desalniettemin kan niet worden uitgesloten dat incidenten optreden.
Asielzoekers die in Nederland asiel aanvragen moeten zich houden aan de in Nederland geldende normen, waarden en wet- en regelgeving. Gedrag waarmee deze normen en waarden worden geschonden of overtreden dient aangepakt te worden en moet daarom leiden tot een maatregel. Bij een incident is het COA-beleid dat de dader, onafhankelijk van het strafrechttraject, direct een gepaste maatregel opgelegd krijgt. Dat kan variëren van een corrigerend gesprek tot een (tijdelijke) ontzegging van de opvangverstrekkingen, of een overplaatsing naar een extra begeleiding- en toezichtlocatie (EBTL).
Naast de begeleiding op de locatie vindt regelmatig overleg plaats tussen de gemeente, de politie en het COA om signalen van overlast of andere incidenten in de gemeente te bespreken. Ook vindt regelmatig casuïstiek overleg plaats tussen COA, IND, de politie en DT&V in het kader van terugkeer, en worden aanvragen van overlastgevers met voorrang behandeld ten behoeve van een zo snel mogelijke terugkeer.
Deelt u de mening dat het hoog tijd is dat de regering zijn gezonde verstand een keer gebruikt en ter bescherming van de Nederlandse samenleving een complete asielstop zou moeten worden ingevoerd? Zo nee waarom niet?
Nee. Het is staand kabinetsbeleid dat Nederland bescherming biedt aan mensen die daar recht op hebben. Nederland heeft zich hier in internationaal en Europees verband aan gecommitteerd. Ik zet in op korte procedures en snel vertrek van personen die niet in aanmerking komen voor een (asiel)vergunning.
Het bericht ‘Opvangkampen op Samos een hel: dit niet eerder gezien’ |
|
Maarten Groothuizen (D66), Joël Voordewind (CU) |
|
Ankie Broekers-Knol (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD) |
|
Kent u het bericht «Opvangkampen op Samos een hel: «dit niet eerder gezien»»?1
Ja.
Kunt u bevestigen dat er 2000 migranten in het vluchtelingenkamp op Samos verblijven, terwijl daar maar plek is voor 650 migranten en dat er daarnaast ook nog eens 2500 migranten in geïmproviseerde tentenkampen naast het officiële kamp verblijven? Hoe beoordeelt u deze situatie?
Op dit moment zijn er ruim 4.000 vluchtelingen en migranten op het Griekse eiland Samos. Omdat de officiële capaciteit van de hotspot 650 personen is, is een deel van de vluchtelingen en migranten genoodzaakt in tenten in en rondom het kamp te verblijven. Zoals bekend deelt het kabinet de zorgen van uw Kamer over de situatie op de Griekse eilanden, met inbegrip van die op Samos.
Het kabinet onderstreept eens temeer de dringende noodzaak om de asielprocedures en de terugkeer te verbeteren. Dat is de sleutel tot structurele verbeteringen. Nederland dringt daar voortdurend op aan, op ambtelijk en politiek niveau, bilateraal en in EU-verband.
Griekenland dient daar zelf verantwoordelijkheid voor te nemen. In dat licht verwelkomt het kabinet de prioriteiten van de nieuwe Griekse regering op het terrein van migratie, waaronder het verbeteren van de opvang, het versnellen van asielprocedures, het versterken van grensbewaking en het opschalen van terugkeer. Het opzetten van een nieuwe hotspot op Samos – wat al door de vorige regering in gang was gezet – behoort ook tot die prioriteiten.
Nederland ondersteunt de Griekse autoriteiten bij het doorvoeren van structurele verbeteringen, bijvoorbeeld door het delen van kennis, expertise en ervaring. Minister-President Rutte heeft dit ook in zijn recente gesprek met zijn Griekse counterpart op 3 september jl. nogmaals benadrukt. Over de voortgang van deze steun wordt uw Kamer separaat geïnformeerd.
Kunt u bevestigen dat er geen elektriciteit, stromend water of WC’s aanwezig zijn in de kampen? Hoe beoordeelt u deze situatie?
Op Samos is in 2016 met Europese financiële steun een riool en watertoevoernetwerk gebouwd in de hotspot. Er zijn elektriciteit, stromend water en wc’s aanwezig, maar deze voorzieningen zijn niet toereikend voor de huidige bezetting. In het geïmproviseerde tentenkamp ontbreken deze voorzieningen helaas geheel.
Hoe staat het met de medische voorzieningen op Samos? In hoeverre is er voldoende medische hulp beschikbaar?
Klopt het dat mensen die nu aankomen in de opvangkampen op Samos, pas in 2021 of zelfs in 2022 hun eerste asielintake kunnen krijgen? Zo nee, wat zijn dan de huidige wachttijden? Zo ja, deelt u de menig dat dit veel te lang is, alleen maar bijdraagt aan de al bestaande gevoelens van onzekerheid en uitzichtloosheid en dat deze wachttijden zo snel als mogelijk moeten worden teruggebracht? Zo nee, waarom niet? Bent u bereid hierover het gesprek met uw Europese collega’s aan te gaan en de Kamer over de uitkomsten te informeren?
Zie ook het antwoord op vraag 1
De wachttijden op Samos zijn in vergelijking tot die in andere lidstaten lang. Asielzoekers met bepaalde nationaliteiten moeten inderdaad wachten tot 2021 voor hun eerste interview. Dat is een onwenselijke situatie die het gevoel van uitzichtloosheid en onzekerheid onder asielzoekers kan versterken.
Zoals hierboven gemeld, verwelkomt het kabinet het voornemen van de nieuwe Griekse regering om prioriteit te geven aan het versnellen van asielprocedures. Op verzoek van de Griekse autoriteiten heeft Nederland informatie gedeeld over het Nederlandse juridische kader en de wijze waarop procedures zijn ingericht. In aanvulling daarop hebben de afgelopen maanden diverse bezoeken en gesprekken plaatsgevonden tussen Nederlandse en Griekse experts van de asiel-, opvang- en terugkeerdiensten.
Nederland brengt bilateraal en in EU-overleggen zeer geregeld de situatie op de Griekse eilanden onder de aandacht. Waar opportuun gebeurt dit ook in contacten met VN-organisaties. Nederland blijft dit doen, maar het is nu vooral zaak dat de nieuwe Griekse regering de aangekondigde maatregelen uitvoert. In lijn met het kabinetsbeleid staat Nederland klaar om Griekenland daarin, zonodig, additioneel te ondersteunen om te zorgen dat structurele verbeteringen worden doorgevoerd. Zoals hierboven gesteld, richt zich dit op de inzet van experts.
Hoe verklaart u de slechte omstandigheden in de vluchtelingenkampen op de Griekse eilanden, gelet op de ruime financiële middelen die de Europese Unie ter beschikking stelt? Wat doet de Europese Commissie teneinde de situatie op Samos te verbeteren?
Om de situatie in Griekenland te verbeteren hebben de Europese Unie en haar lidstaten, financiële middelen en capaciteit beschikbaar gesteld. Sinds 2015 is circa 2,1 miljard euro beschikbaar gesteld vanuit de Europese Commissie.2 Ook Nederland heeft in de periode 2015–2016 financiële steun geboden.
Een deel van deze middelen wordt onvoldoende benut. Nederland levert daarom al enige tijd een fondsenexpert aan de Griekse autoriteiten om deze bij de uitputting van middelen te ondersteunen. Ook de Europese Commissie probeert waar mogelijk de gerichte besteding van deze middelen te bevorderen. Zo wordt het nieuw te bouwen kamp op Samos gefinancierd met EU gelden. Voorts dringt de Commissie doorlopend bij de Griekse autoriteiten aan op het verbeteren van de werkprocessen tussen de verschillende Griekse organisaties die werkzaam zijn in de centra, waaronder op Samos. Daarvoor stelt de Commissie aanzienlijke financiële middelen ter beschikking, als ook operationele ondersteuning. Het is aan de Griekse autoriteiten om middelen en andere vormen van assistentie te benutten en nu de juiste stappen te zetten. De nieuwe Griekse regering heeft reeds aangekondigd hier serieus werk van te willen maken.
In hoeverre ziet u een mogelijkheid NGO’s die actief zijn op de Griekse eilanden te ondersteunen teneinde de situatie in de opvangkampen te verbeteren, zoals bepleit in de aangenomen motie van het lid Voordewind?2
Zoals meermaals met uw Kamer gewisseld, gaat het niet om een gebrek aan financiële middelen en stelt het kabinet derhalve geen extra middelen beschikbaar om ngo’s financieel te ondersteunen op de Griekse eilanden (zie ook het antwoord op vraag 6). Vanuit Europese middelen worden ook activiteiten van ngo’s gefinancierd. Een aantal voorbeelden daarvan is ook terug te vinden in de factsheets van de Europese Commissie.4
Het kabinet erkent dat hulporganisaties, waaronder ngo’s, een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan het verbeteren van opvangomstandigheden. De Nederlandse ambassade bevordert dan ook de samenwerking van ngo’s met de Griekse autoriteiten. Dit neemt echter niet weg dat de Griekse autoriteiten zelf de verantwoordelijkheid hebben om basisvoorzieningen op orde te hebben en te zorgen voor humane opvang van asielzoekers. Uit verklaringen van de nieuwe Griekse regering blijkt ook dat dit als een van de prioriteiten is gesteld. Het kabinet staat klaar om de Griekse regering daarbij te ondersteunen.
Het bericht dat stelende asielzoekers in Ter Apel de gedupeerde ondernemers uit eigen zak gaan compenseren |
|
Sietse Fritsma (PVV), Geert Wilders (PVV), Emiel van Dijk (PVV) |
|
Ankie Broekers-Knol (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD) |
|
Bent u bekend met bovenstaand bericht?1
Ja.
Vindt u het acceptabel dat stelende asielzoekers (of ze nu uit veilige landen komen of niet) hier met Nederlands belastinggeld in de watten worden gelegd?
Nee. Overlastgevend en/of crimineel gedrag van asielzoekers wordt niet getolereerd. Er is een breed palet aan (bestuursrechtelijke en strafrechtelijke) maatregelen ingezet voor de aanpak van de groep asielzoekers die zich misdraagt. Voor een uiteenzetting van deze maatregelen verwijs ik u naar de brieven die mijn voorganger en ik in dit kader eerder aan uw Kamer hebben gezonden2.
Vindt u het normaal dat in het geval een asielzoeker steelt een boete wordt ingehouden van «zijn» leefgeld in plaats van hem het land uit te mieteren?
Ja. Ten aanzien van personen die in aanmerking komen voor een asielvergunning in Nederland geldt dat daarmee is vastgesteld dat zij zelf bescherming van de Nederlandse overheid nodig hebben. Het is duidelijk dat de vreemdelingrechtelijke maatregelen die worden genomen omdat de vreemdeling een strafbaar feit heeft gepleegd, in verhouding moeten staan tot het risico dat de vreemdeling loopt bij terugkeer. Daarom is in de Europese regelgeving opgenomen wanneer een asielvergunning kan worden ingetrokken. Als betrokkene moet worden aangemerkt als verdragsvluchteling, moet er sprake zijn van een «bijzonder ernstig misdrijf» alvorens de vergunning kan worden geweigerd of ingetrokken. Hiervan is in het huidige beleid sprake als de rechter een onvoorwaardelijke en onherroepelijke gevangenisstraf van 10 maanden heeft opgelegd. Als de vreemdeling in aanmerking komt voor subsidiaire bescherming, moet sprake zijn van een «ernstig misdrijf».Hiervoor is in ons beleid een grens gesteld van zes maanden gevangenisstraf. Het vorige kabinet heeft het beleid op dit punt tweemaal aangescherpt. Uw Kamer is daarover geïnformeerd bij brieven van 25 november 20153en 25 mei 20164.
Deelt u de mening dat dit leefgeld niet van de asielzoeker is, maar van de Nederlandse belastingbetaler en dat ons belastinggeld nu dus misbruikt wordt om de boetes van deze parasiterende criminelen te betalen?
Een asielzoeker die een overtreding/misdrijf begaat, moet worden aangepakt en is zelf verantwoordelijk is voor het betalen van de door hem aangerichte schade. Om die reden wordt er een pilot gestart in Ter Apel, die als doel heeft dat een asielzoeker die een winkeldiefstal heeft gepleegd de indirecte financiële schade voor de winkelier die gepaard ging met de diefstal vaker zelf betaalt. Met deze pilot wordt getracht de verhaalkans van deze schade te verhogen door kortere lijnen tussen de Service Organisatie Directe Aansprakelijkstelling (SODA) en het COA, zodat de SODA sneller een vorderingen kan uitzetten bij de daders. Uitgangspunt daarbij is dat de asielzoeker de vordering uit eigen financiële middelen betaalt. Een asielzoeker heeft, afhankelijk van de fase van zijn asielprocedure en financiële situatie, recht op leefgeld. Indien de dader geen andere middelen heeft, moet het slachtoffer daarvan niet de dupe worden. Ik sta dan ook achter het idee dat de dader het wekelijks door COA verstrekte leefgeld kan aanwenden om de SODA vordering te betalen.
Worden deze boetes, die u stelt te gaan inhouden, direct aan de ondernemer overgemaakt ter compensatie? Betekent dit dat er geen boetes in de strafrechtelijke zin worden uitgeschreven die normaliter aan het Centraal Justitieel Incassobureau zouden moeten worden betaald?
Criminele gedragingen, zoals winkeldiefstal, worden primair aangepakt via het strafrecht. De strafrechtelijke vervolging met daaraan eventueel verbonden executie van de opgelegde straf staat los van de SODA regeling. De financiële compensatie die wordt gevorderd door de SODA betreft indirecte civielrechtelijke schade. Het Centraal Justitieel Incassobureau kan (vervolgens) bij de dader dus nog steeds een door het OM of rechter opgelegde geldboete innen.
Betekent deze inhouding van het leefgeld de facto een vrijstelling van strafrechtelijke vervolging?
Zie antwoord vraag 5.
Wat vindt u van de uitspraken van sjapjanus en «ketenmarinier» Henk Wolthof dat 99% van de asielzoekers echte asielzoekers zijn en dat het dus maar een kleine groep is die het voor de rest verpest?2 Onderschrijft u deze cijfers?
Laat ik voorop stellen ik een dergelijke bejegening van de ketenmarinier door leden van uw Kamer volstrekt ongepast vind.
Het percentage asielzoekers dat overlast veroorzaakt, hangt af van de definitie die wordt gehanteerd. Overlast is een subjectief begrip, wat kwantificatie lastig maakt. Het genoemde percentage is overdrachtelijk bedoeld. De ketenmarinier heeft aangegeven dat het aantal overlastgevende asielzoekers in context moet worden gezien van het totaal aantal asielzoekers in Nederland en dat de groep overlastgevende asielzoekers niets te zoeken heeft in Nederland.
De zaken van overlastgevende asielzoekers worden al langere tijd door de IND met voorrang behandeld en de DT&V inzet is gericht op een zo spoedig mogelijk vertrek uit Nederland van overlastgevende vreemdelingen die niet in Nederland mogen blijven.
Deelt u de mening en onderschrijft u de feiten dat het hier echter om een grote groep overlastgevers gaat die hier de boel voor de Nederlandse bevolking verpest en zo snel mogelijk retour afzender dient te worden gestuurd? Zo nee, waarom niet?
Zie antwoord vraag 7.
Kunt u ons een overzicht verschaffen van alle diefstallen, bedreigingen, vernielingen, aanrandingen, verkrachtingen, pogingen tot moord en kindermisbruik gepleegd door asielzoekers in en rond Ter Apel en alle overige asielzoekerscentra in Nederland? Gelieve niet onder de categorie «overig» plaatsen, maar uitgesplitst per locatie en overtreding/strafbaar feit.
Zoals in mijn brief van 1 juli 20196 geduid, ben ik van mening dat openheid en transparantie essentieel zijn voor het maatschappelijk draagvlak voor het asielbeleid. Mede daarom vind ik het van belang dat incidenten rond asielzoekers zo duidelijk mogelijk in beeld worden gebracht en dat uw Kamer daarover adequaat wordt geïnformeerd. De landelijke cijfers zijn bekendgemaakt in de RVK 2018. Zoals aangegeven in de brief van 14 mei 20197 is ervoor gekozen om de politie- en OM-cijfers in de RVK 2018 niet te beperken tot registraties op- en rond COA-locaties, maar om een landelijk overzicht te geven. De achterliggende reden is om een beter en actueler beeld te schetsen met betrekking tot de omvang en reikwijdte van incidenten waarbij asielzoekers in beeld zijn gekomen. Bij de brief van 16 mei 20198 is een overzicht verschaft van alle geregistreerde incidenten die onder de noemer «overig» zijn opgenomen in de RVK 2018. Ik beraad mij op de wijze waarop een volgend incidentoverzicht zal worden vormgegeven.
Kunt u deze vragen voor uw werkbezoek aan ter Apel op maandag 26 augustus 2019 beantwoorden? Zo nee, waarom niet?
Op 26 augustus 2019 hebben een aantal leden van uw Kamer een werkbezoek aan Ter Apel afgelegd. Hier was ik niet bij aanwezig. Wel heb ik op 10 juli 2019 een werkbezoek aan Ter Apel afgelegd.
De situatie op en rond de Middellandse Zee |
|
Maarten Groothuizen (D66) |
|
Ankie Broekers-Knol (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD) |
|
Bent u bekend met het artikel «Libya: Europe-bound migrants sent to bombed detention centre»?1
Ja.
Klopt het dat migranten die door de Libische kustwacht zijn opgepikt op de Middellandse Zee naar het Libische detentiecentrum zijn gestuurd dat kort geleden is gebombardeerd? Zo ja, deelt u de mening dat dit zeer gevaarlijk is en niet zou mogen gebeuren? Zo nee, waarom niet?
Dit bericht is inderdaad bevestigd. Samen met Europese en andere internationale partners als UNHCR en IOM, heeft Nederland er bij de Libische autoriteiten op aangedrongen om aan wal gebrachte drenkelingen niet meer naar dit centrum te brengen. Ook is de situatie in Libië ter sprake gekomen tijdens een bijeenkomst georganiseerd door Frankrijk op 22 juli jl. Hierbij zijn autoriteiten van Libië opgeroepen te stoppen met automatische detentie van vluchtelingen en migranten. Nederland heeft deze oproep ondersteund.
Het Ministerie van Binnenlandse zaken van de door de VN gesteunde regering van het Nationale Akkoord (GNA), heeft op 1 augustus jl. besloten drie detentiecentra te sluiten, waaronder het centrum in Tajoura. Het kabinet volgt de implementatie van dit besluit nauwlettend.
Bent u van plan dit in Europees verband aan te kaarten en zich ervoor in te spannen dat dit niet nogmaals zal gebeuren? Zo nee, waarom niet?
Zie antwoord vraag 2.
Welke veilige alternatieven ziet u om deze migranten naartoe te brengen?
In Libië is mede dankzij druk van de internationale gemeenschap een door UNHCR geleid centrum geopend. Echter, dit centrum heeft momenteel onvoldoende plekken beschikbaar om alle migranten en vluchtelingen die in de detentiecentra zitten op te vangen. Nederland heeft daarom ook de Libische autoriteiten opgeroepen om meer open en veilige centra te creëren. De Libische autoriteiten hebben daarop in verschillende gesprekken aangegeven mee te willen werken aan het opzetten van dergelijke centra met IOM en UNICEF om specifieke kwetsbare groepen op te vangen, waaronder minderjarige migranten. Dit is een initiatief dat het kabinet, samen met EU-partners, ten volle ondersteunt. Daarnaast is het van belang om de vrijwillige terugkeer vanuit Libië met ondersteuning van IOM onverminderd te blijven ondersteunen om migranten een uitvlucht uit het conflictgebied te bieden. Sinds het uitbreken van het geweld in Tripoli in april 2019 zijn meer dan 4.000 migranten met steun van IOM vanuit Libië veilig teruggekeerd naar hun landen van herkomst.
Hoe staat het met de onderhandelingen over het vervolg van operatie Sophia en de mogelijkheid om vanuit operatie Sophia weer schepen te gaan inzetten? Bent u bereid de Kamer direct nader te informeren als er meer duidelijkheid is over het vervolg van operatie Sophia in september dit jaar?
Kortheidshalve verwijs ik u naar het schriftelijke overleg voorafgaand aan de informele JBZ-raad van 18-19 juli jl. dat met uw Kamer is gevoerd, als ook naar de beantwoording van vragen van het lid Groothuizen over dit onderwerp.2 Inmiddels heeft het Politiek en Veiligheidscomité (PVC) van de EU besloten om het mandaat van Sophia voor 6 maanden onveranderd te verlengen.
Bent u bekend met het bericht «Italy passes law to fine people who rescue refugees at sea»?2
Ja.
Welke gevolgen voorziet u nu Italië deze wet heeft aangenomen? Wat voor consequenties heeft dat voor zowel Nederland als de andere EU-lidstaten?
Omdat de nieuwe Italiaanse regering nog maar net is aangetreden, is het nog te vroeg om een inschatting te maken van het effect van de aangenomen wet en de consequenties ervan voor andere EU-lidstaten.
In hoeverre is deze wet in overeenstemming met Europese en internationale regels en normen, zoals het VN-zeerechtverdrag?
In internationale regelgeving waaronder het VN Zeerechtverdrag zijn verplichtingen van staten en kapiteins vastgelegd inzake het redden van personen in nood op zee en het vinden van een veilige plaats voor deze personen.
In algemene zin dient nationale wetgeving in lijn te zijn met deze verplichtingen. Het is aan de Italiaanse rechtspraak om dit te beoordelen.
Hoe verhoudt deze nieuw aangenomen wet zich tot het principe uit het VN-zeerechtverdrag dat er een verplichting is, voor zowel kapiteins van schepen als voor staten, om hulp te bieden aan in nood geraakte schepen?
Zie antwoord vraag 8.
In hoeverre zijn er sancties mogelijk tegen Italië, indien blijkt dat de nieuw aangenomen wet in strijd is met Europese of internationale regels en normen?
Indien een lidstaat van de EU wetgeving aanneemt of een praktijk ontwikkelt die strijdig is met het EU acquis, is het aan de Europese Commissie om dit te constateren en eventueel stappen te zetten.
Bent u bekend met het bericht «Macron: 14 states agree on a migration mecahnism»?3
Wat is de inhoud van het voorstel van de Franse president Macron?
Wie was namens Nederland aanwezig bij de gesprekken waarbij dit voorstel is besproken? Indien u niet aanwezig was, waarom niet?
Wat is het Nederlandse standpunt over het voorstel van president Macron? Wat is het Europese krachtenveld?
Kunt u deze vragen zo spoedig mogelijk beantwoorden?
Bij deze.
De uitzetting van de heer Isbatov |
|
Maarten Groothuizen (D66) |
|
Ankie Broekers-Knol (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD) |
|
Bent u bekend met de uitzetting van de heer Isbatov en zijn gezin naar Azerbeidzjan op 9 juli jl?
Bent u op de hoogte van het feit dat hij na zijn terugkomst in Azerbeidzjan is opgepakt en in de gevangenis is gezet?
Op grond van welke beschuldiging wordt de heer Isbatov vastgehouden? In hoeverre houdt dit verband met zijn acties tegen het regime in Azerbeidzjan? Hoe beoordeelt u dit?
Klopt het, dat de broer van de heer Isbatov ook een asielverzoek in Nederland heeft ingediend en dat de arrestatie van de heer Isbatov in Azerbeidzjan verband houdt met de politieke activiteiten van die broer?
Onderneemt Nederland op dit moment diplomatieke stappen om opheldering te krijgen in deze zaak? Zo nee, bent u dat alsnog van plan? Zo nee, waarom niet?
Herinnert u zich uw antwoorden op schriftelijke vragen van de leden Groothuizen en Voordewind ingezonden op 8 januari en 8 maart jl?1
Ja.
Wat vindt u ervan dat er in korte tijd meerdere asielzoekers zijn uitgezet die politiek asiel hadden aangevraagd, en vervolgens na hun aankomst in het herkomstland zijn gearresteerd? Deelt u de mening dat deze zaken zorgelijk zijn? Welke lering trekt u uit deze zaken? Welke oplossingen en verbeteringen ziet u?
Bent u van mening dat de beoordelingen of iemand recht heeft op asiel op grond van politieke motieven op dit moment naar wens verlopen? Zo ja, waarom? Zo nee, welke verbeteringen ziet u en wat gaat u daarmee doen?
Welke informatie gebruikt de IND om een asielverzoek op grond van politieke redenen te beoordelen? In hoeverre is de beoordeling die de IND gebruikt voor politieke vluchtelingen uit Azerbeidzjan in het algemeen in lijn met de beoordeling van andere EU-lidstaten voor vergelijkbare zaken?
In hoeverre is het volgens u mogelijk om politieke motieven, als potentieel gegronde asiel reden, goed te kunnen beoordelen? Welke verbeteringen ziet u? Hoe worden politieke asielmotieven in andere EU-lidstaten beoordeeld en welke lering kan Nederland daar uit trekken?
Hoeveel asielverzoeken op grond van politieke motieven zijn er de afgelopen jaren ingediend in Nederland? Hoeveel hiervan zijn gegrond verklaard? Hoe verhouden deze cijfers zich tot andere (vergelijkbare) EU-lidstaten?
Hierover zijn geen cijfers beschikbaar. Er vindt geen gestructureerde registratie van de asielmotieven plaats in het INDIGO systeem van de IND.
Bent u van mening dat de arrestatie van de asielzoeker uit Azerbeidzjan niets te maken heeft met het afgewezen asielverzoek? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet? Kunt u in uw antwoord toelichten hoe u de relatie ziet tussen een politiek gemotiveerd asielverzoek en een verdenking van een misdrijf dat mogelijke politiek van aard is?
Zoals hiervoor aangegeven kan ik niet ingaan op de individuele zaak en de door de betrokken persoon aangevoerde asielmotieven.
In algemene zin kan ik zeggen dat het in het verleden een enkele keer eerder is gebeurd dat kort na terugkeer er berichten waren dat een afgewezen asielzoeker werd vastgezet of (anderszins) behandeld werd in strijd met de mensenrechten. Een relatief kortdurende detentie aan de grens om de identiteit en achtergrond van een persoon vast te stellen zonder dat sprake van onmenselijke behandeling reken ik niet tot zo een gebeurtenis.
Het is daarbij niet altijd mogelijk geweest de juistheid van die berichten vast te stellen. Daarnaast is het ook niet altijd mogelijk gebleken de causaliteit vast te stellen van hetgeen naar voren is gebracht in de doorlopen asielprocedure en de gebeurtenissen na terugkeer.Het is immers mogelijk dat bij terugkeer een persoon wordt vastgezet om andere redenen dan de redenen die de persoon naar voren heeft gebracht in de asielprocedure.
Bent u bereid onderzoek te laten doen naar deze uitzetting? Zo nee waarom niet?
Zie antwoord vraag 12.
Kunt u al deze vragen individueel beantwoorden?
Aangezien een aantal vragen in elkaars verlengde lagen en dit de beantwoording ten goede kwam is er voor gekozen deze gezamenlijk te beantwoorden.
Een ontsnapte vreemdeling uit detentiecentrum Rotterdam |
|
Sietse Fritsma (PVV), Geert Wilders (PVV), Emiel van Dijk (PVV) |
|
Ankie Broekers-Knol (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD) |
|
Kent u het bericht «Vreemdeling ontsnapt uit detentiecentrum Rotterdam»?1
Ja
Hoe is het mogelijk dat deze vreemdeling heeft kunnen ontsnappen uit detentiecentrum Rotterdam? Wat gaat u doen om ervoor te zorgen dat dit nooit meer gebeurt?
Zoals u bekend ga ik niet in op individuele zaken. Het bureau Veiligheid en Integriteit van de Dienst Justitiële Inrichtingen heeft de opdracht gekregen te onderzoeken hoe de ontvluchting plaats heeft kunnen vinden en hoe een herhaling kan worden voorkomen.
Wat is de nationaliteit van de vreemdeling en heeft de vreemdeling criminele antecedenten? Zo ja, wat heeft hij allemaal op zijn kerfstok?
Op de individuele gegevens van de vreemdeling kan ik in deze beantwoording niet nader ingaan.
Is de vreemdeling inmiddels in de kraag gevat en op het vliegtuig naar het land van herkomst gezet?
Nee. Betrokkene staat gesignaleerd in het opsporingsregister.
Zijn er de afgelopen tien jaar vaker vreemdelingen uit detentie ontsnapt? Zo ja, hoe vaak en wat is er toen gedaan (opgepakt, teruggestuurd of illegaliteit in verdwenen)?
Hieronder treft u een tabel aan met het aantal ontvluchtingen en overige onttrekkingen* over de periode 2009 tot en met 26 juli 2019. Sinds 2011 worden vreemdelingen na ontvluchting of onttrekking direct gesignaleerd als op te sporen en aan te houden persoon. Uit de onderstaande tabel blijkt dat er in de afgelopen ruim 10 jaar in totaal sprake was van 8 ontvluchtingen en 23 overige onttrekkingen. In de afgelopen 5 jaar was er sprake van 3 onttrekkingen en 1 ontvluchting (de onderhavige casus). Uit registraties in de migratieketen komt naar voren dat ongeveer een derde van de vreemdelingen die zich aan bewaring had onttrokken dan wel ontvlucht was, terugkeerde in bewaring of strafrechtelijke detentie. Voor de overige 20 vreemdelingen geldt dat 3 vreemdelingen alsnog op een andere wijze in het zicht van de overheid zijn gekomen.
* Vreemdelingen in bewaring mogen niet onbegeleid buiten de inrichting verblijven. De onttrekkingen betreffen derhalve onttrekkingen tijdens vervoer of onttrekkingen tijdens begeleid verblijf buiten de inrichting, bijv. bij een presentatie aan de ambassade, een bezoek aan een aanmeldcentrum of aan een ziekenhuis.
Het aantal allochtonen in Nederland |
|
Geert Wilders (PVV), Sietse Fritsma (PVV), Emiel van Dijk (PVV) |
|
Ankie Broekers-Knol (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD), Wouter Koolmees (minister sociale zaken en werkgelegenheid) (D66) |
|
Hoeveel niet westerse allochtonen bevinden zich thans in Nederland?
In Nederland bevinden zich, volgens de laatste cijfers (1 januari 2019) van het CBS, 2.311.867 personen met een niet-westerse migratieachtergrond. Dit betreft 13,4 procent van de Nederlandse bevolking. Volgens het CBS heeft een Nederlander1 een (niet-westerse of westerse) migratieachtergrond indien ten minste één van de ouders in het buitenland is geboren. De categorie met migratieachtergrond bevat dus zowel de eerste als de (in Nederland geboren) tweede generatie.
Wat is dit aantal als hierbij, in tegenstelling tot de huidige definitie, ook de derde en vierde generatie worden meegerekend? Bent u bereid dit aantal te schatten en nader te onderzoeken in geval de thans beschikbare gegevens geen exact beeld kunnen geven? Zo nee, waarom niet?
Voor statistische doeleinden wordt in Nederland een onderscheid gemaakt tussen personen zonder migratieachtergrond en personen met migratieachtergrond. De groep met migratieachtergrond is zelf geboren in een land buiten Nederland, of heeft minstens één ouder die buiten Nederland geboren is. Bij personen die zelf geboren zijn in Nederland en van wie de ouders dat ook zijn, is dus geen sprake van een migratieachtergrond.
Het CBS heeft in het Jaarrapport 2018 voor de bevolking tot 50 jaar berekend hoeveel personen er zijn die minstens één grootouder hebben die in de statistische categorie «persoon met een niet-westerse migratieachtergrond» valt. Het gaat op 1 januari 2018 om ongeveer 145.000 personen2; dat is 1,9 procent van de bevolking zonder migratieachtergrond. Van de 145.000 personen zijn 135.000 personen onder de 25 jaar3. Het CBS is niet in staat om voor de huidige bevolking ouder dan 50 jaar data te genereren over de herkomst van hun ouders, omdat de herkomst van de grootouders te vaak onbekend is. Ik zie verder ook geen beleidsmatige reden om schattingen te maken van hoeveel personen minstens één van de vier grootouders, of zelfs één van de acht overgrootouders, afkomstig is uit een buitenland.
Bent u bereid de registratie met betrekking tot mensen met een dubbele / meervoudige nationaliteit weer in te voeren omdat het van groot belang is te weten hoeveel Nederlanders zich nog aan een wetstelsel van een ander land moeten houden dat kan conflicteren met de Nederlandse regels? Zo nee, waarom niet?
Met de komst van de Wet basisregistratie personen (Wet BRP) in 2014 is het bijhouden van gegevens over de vreemde nationaliteit van een persoon die ook Nederlander is, in de bevolkingsregistratie beëindigd. Zowel in de schriftelijke voorbereiding als bij de plenaire behandeling van het daarop betrekking hebbende wetsvoorstel in de Tweede Kamer is uitvoerig ingegaan op de argumenten voor deze wijziging. Wat betreft de mogelijke gevolgen was de conclusie dat het ontbreken van informatie over de vreemde nationaliteit van een ingeschrevene die tevens Nederlander is, als zodanig geen belemmering vormt voor de uitvoering van overheidstaken door de instanties die daarmee zijn belast. Tot nu toe zijn er geen signalen ontvangen dat deze situatie is gewijzigd.
Deelt u de mening dat geen goed beeld van demografie, integratie, islamisering en dergelijke gegeven kan worden als u grote groepen mensen met bijvoorbeeld de Turkse en Marokkaanse nationaliteit buiten beeld houdt en zelfs aanduidt als autochtoon of, nu u dat woord niet meer wilt gebruiken teneinde problemen te verdoezelen, als mensen zonder migratieachtergrond? Zo nee, waarom niet?
Nee, diversiteit en verscheidenheid naar herkomst is voor veel Nederlanders een feit. Onder andere de kernindicatoren integratie van het CBS geven een goed beeld van de ontwikkeling van diversiteit en verscheidenheid naar herkomst in Nederland.
Een nieuw Europees migratieplan over bootmigranten |
|
Geert Wilders (PVV), Sietse Fritsma (PVV), Emiel van Dijk (PVV) |
|
Ankie Broekers-Knol (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD) |
|
Klopt het, dat veertien lidstaten inmiddels akkoord zijn gegaan met het plan uit de koker van Frankrijk en Duitsland om door ngo's opgehaalde migranten te verdelen over de lidstaten van de EU?1 Zo ja, welke landen zijn dit?
Kortheidshalve verwijs ik u naar de aanbiedingsbrief bij het verslag van de informele JBZ-Raad van 18-19 juli jl.2 Zoals toegelicht in dit verslag, blijkt het aantal lidstaten dat daadwerkelijk overweegt deel te nemen aan het voorgestelde mechanisme beperkt.
Herinnert u zich de belofte aan de Kamer dat nooit meer migranten over worden genomen van schepen als de «Seawatch» en kunt u toezeggen dat u deze belofte absoluut gestand doet nadat die eerder helaas al eens is gebroken? Zo nee, hoe serieus kunnen zij het kabinet dan nog nemen?
Kortheidshalve verwijs ik uw Kamer naar de brief van 14 januari jl. Daarin wordt niet gesteld dat het kabinet nooit meer migranten over zal nemen van schepen als de Sea Watch-3. Het kabinet benadrukt dat Nederland in principe niet meer zal deelnemen aan ad hoc oplossingen. Het kabinet onderschrijft in die brief het belang van een structurele oplossing voor het ontschepingsvraagstuk en benoemt daarin de voorwaarden waaraan een dergelijke oplossing wat het kabinet betreft aan moet voldoen. Ook worden de voorwaarden genoemd om voor het kabinet eventueel deel te nemen aan de herverdeling van drenkelingen. In de afgelopen periode is Nederland meermaals verzocht deel te nemen aan ad hoc oplossingen. Deze zijn afgewezen met verwijzing naar het standpunt van het kabinet.
Deelt u de mening dat ngo's die migranten ophalen en naar Europa brengen, in plaats van naar Noord- Afrika terug te brengen, een schakel vormen in de laakbare mensensmokkel en daarmee het probleem van illegale migratie in stand houden? Zo nee, waarom niet? Wat doet u om deze criminele organisaties aan te pakken?
Kortheidshalve verwijs ik naar het meest recente debat met uw Kamer over dit onderwerp, het Algemeen Overleg (AO) Asiel -en Vreemdelingenbeleid van 4 juli jl. Ik heb toen herhaald dat het kabinet de internationale verplichtingen om mensenlevens op zee te redden onderschrijft. Tevens heb ik aangegeven dat dergelijke operaties niet onbedoeld moeten bijdragen aan het in stand houden van de criminele activiteiten van mensensmokkelaars die mensenlevens op het spel zetten. Zoals toegelicht in het verslag van de informele JBZ-Raad van 18-19 juli jl., heb ik – conform mijn toezegging tijdens het AO Asiel- en Vreemdelingenbeleid van 4 juli jl. – tijdens de iJBZ-Raad aandacht gevraagd voor de situatie op de Middellandse Zee en specifiek de reddingen op zee. Ik heb de Europese Commissie (EC) verzocht een analyse uit te voeren ten aanzien van het juridische kader rond het redden van menslevens op zee en het onbedoeld faciliteren van mensensmokkel. De EC heeft gemeld een dergelijk onderzoek op dit moment niet opportuun te vinden. De internationale plicht om mensenlevens op zee te redden is en blijft wat de EC betreft, net als voor Nederland, het uitgangspunt. Conform internationale richtlijnen is het aan de kapitein om ter plekke te oordelen of er sprake is van een noodsituatie. Daarbij geldt wel dat de kapitein de instructies dient op te volgen van de coördinerende autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor het gebied waarin de reddingsoperatie plaatsvindt.
Erkent u dat Italië er met gezond verstandsbeleid, te weten het niet meer binnenhalen van schepen met illegale migranten, in is geslaagd het probleem van mensensmokkel aan te pakken en dat het daarom gekkenwerk is precies het omgekeerde te doen zoals het EU-plan beoogt? Zo nee, waarom niet?
Achtereenvolgende Italiaanse regeringen hebben zich, in nauwe samenwerking met de EU, ingespannen om het business model van mensensmokkelaars te doorbreken en aldus het aantal overtochten van migranten naar de EU te verminderen. De Commissie rapporteert dat in 2018 het totale aantal aankomsten met 80% was gedaald ten opzichte van 2017, en dat deze trend zich voortzet in 2019. Deze resultaten sterken het kabinet in het voornemen om de huidige inspanningen ter bestrijding van mensensmokkel in EU-verband voort te zetten en de samenwerking met partners in de EU en daarbuiten te versterken. Tegelijkertijd laat dit het uitgangspunt van het kabinet onverlet, dat het een internationale plicht is om mensen in nood op zee te redden en een veilige haven voor hen te vinden.
Hoe gaat u voorkomen dat dit EU-plan realiteit wordt, waardoor ook Nederland weer een stroom nepvluchtelingen kan verwachten, die door de open grenzen ook vanuit andere Europese landen probleemloos binnen kunnen komen? Kunt u toezeggen nooit aan deze plannen te zullen deelnemen?
Kortheidshalve verwijs ik u naar de aanbiedingsbrief bij het verslag van de informele JBZ-Raad van 18-19 juli jl. als ook de brief van 14 januari jl. waarin de door het kabinet gewenste elementen worden toegelicht voor een structurele oplossing voor dit vraagstuk.3
Deelt u de mening dat Nederland al meer dan genoeg (nep-)vluchtelingen en migranten heeft opgevangen en dat we hen juist terug moeten sturen in plaats van bootladingen nieuwe kansloze migranten binnen te halen? Zo ja, bent u bereid een totale asielstop in te stellen? Zo nee, waarom niet?
Ten aanzien van de door u voorgestelde asielstop, verwijs ik u ook naar de eerdere beantwoording van vergelijkbare verzoeken of oproepen. Het kabinet hecht aan een zorgvuldig asielbeleid dat bescherming biedt aan degenen die dat nodig hebben. Wat u voorstelt zou in strijd zijn met de internationale en verdragsrechtelijke verplichting tot het in behandeling nemen van een asielaanvraag. Het kabinet treft gerichte maatregelen als wordt geconstateerd dat oneigenlijk gebruik wordt gemaakt van het asielrecht door personen die evident geen bescherming nodig hebben. Voor hen, als ook voor andere vreemdelingen die illegaal in Nederland verblijven is terugkeer aan de orde. Het kabinet spant zich er voor in, zowel bilateraal als in Europees verband, dat de medewerking van landen van herkomst aan terugkeer wordt verzekerd.
Het bericht ‘Nederland nog niet akkoord met migrantendeal’ |
|
Jasper van Dijk |
|
Ankie Broekers-Knol (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD), Ferdinand Grapperhaus (minister justitie en veiligheid) (CDA) |
|
Wat is uw oordeel over het bericht «Nederland nog niet akkoord met migrantendeal»?1
Klopt het dat het voorstel van Frankrijk en Duitsland behelst dat migranten die aankomen in Europa zo snel mogelijk beoordeeld worden en vervolgens verdeeld worden over de lidstaten?
Klopt het dat Nederland niet akkoord is gegaan met dit voorstel? Zo ja, waarom niet?
Wat bedoelt u in dit verband met de opmerking dat de opname van vluchtelingen «niet disproportioneel» mag zijn?
Klopt het tevens dat u als voorwaarde heeft gesteld dat de identificatie aan de buitengrens wordt gedaan? Bedoelt u met identificatie de asielprocedure? Zo nee, wat dan wel?
Ziet u dit voorstel als een oplossing voor het probleem van reddingsschepen die langdurig niet worden toegelaten tot Europese havens? Zo nee, welke oplossing ziet u dan voor dit humanitaire drama?
Klopt het voorts dat Italië en Malta als alternatief hebben voorgesteld om een opvangvoorziening in de regio in te richten?2 Hoe werd binnen de EU over dit voorstel geoordeeld? Is hiervoor een meerderheid?
Dat klopt. Hier is geen meerderheid voor in de EU. Zoals vaker met uw Kamer gewisseld is externalisering van Europese asielprocedures geen reële oplossing. In plaats daarvan zet het kabinet in op onder andere betere opvang en bescherming in derde landen, zodat vluchtelingen en ontheemden dicht bij huis bescherming en kansen worden geboden en de noodzaak om verder te migreren wordt weggenomen.
Bent u bereid te bemiddelen tussen Frankrijk en Duitsland en tussen Italië en Malta teneinde een overeenkomst te sluiten waarin wordt voorzien in opvangvoorzieningen voor vluchtelingen in de regio waar UNHCR en IOM hun medewerking aan kunnen verlenen en in de ontscheping van migranten aan de buitengrenzen van Europa waarbij erkende vluchtelingen eerlijk over de lidstaten verdeeld worden?
Kosten van (niet-westerse) allochtonen |
|
Emiel van Dijk (PVV), Sietse Fritsma (PVV), Geert Wilders (PVV) |
|
Ferdinand Grapperhaus (minister justitie en veiligheid) (CDA), Ankie Broekers-Knol (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD), Sander Dekker (minister zonder portefeuille justitie en veiligheid) (VVD) |
|
Herinnert u zich de antwoorden van uw ambtsvoorganger op de Kamervragen van het lid Fritsma van 10 jaar geleden – 17 juli 2009 – over de kosten die voortvloeien uit de aanwezigheid van (niet-westerse) allochtonen in Nederland?1 Bent u bereid deze vragen nu wel van een gedegen inhoudelijk en financieel antwoord te voorzien?
Ja.
Welk deel van de volgende zaken wordt aangewend voor (niet-westerse) allochtonen, gelet op het aandeel van deze groep in de bevolking en de oververtegenwoordiging van deze groep in de Justitie en Veiligheid-gerelateerde categorieën rechtspleging, rechtsbijstand, rechtshandhaving, criminaliteits- en terrorismebestrijding en overige zaken (zoals bed-bad-broodachtige regelingen) vallend onder de begroting van het Ministerie van Justitie en Veiligheid?
Voor een goede uitvoering van de wettelijke taken van de politie is het bijhouden van de politie-inzet per bevolkingsgroep geen vereiste. Dit wordt niet gedaan. Gegevens over de kosten van de inzet van politie ten aanzien van burgers met een (niet westerse) migratieachtergrond, zijn niet voorhanden. Dit geldt tevens voor de besteding van middelen voor terrorismebestrijding, hierbij wordt geen onderscheid gemaakt naar verschillende groepen in de samenleving.
De Dienst Justitiële Inrichtingen heeft geen gegevens beschikbaar over het aantal personen met een niet-westerse migratieachtergrond in het gevangeniswezen, vreemdelingenbewaring, jeugd en forensische zorg. Bij de beantwoording van de vraag in 2009 waren er wel cijfers beschikbaar over de verdeling naar migratie achtergrond voor jeugd en forensische zorg. Vanwege de implementatie van de AVG is er geen doelbinding om deze gegevens te verwerken. De verwerking is hiermee gestopt, dit geldt ook voor gegevens uit het verleden. Met betrekking tot het totaal aantal Halt-verwijzingen zijn er wel cijfers beschikbaar over het aandeel personen met/zonder migratieachtergrond.
Binnen de vreemdelingenketen zijn geen gegevens beschikbaar conform de CBS-definitie over personen met een niet-westerse migratieachtergrond.
Wat is de weerslag hiervan in de kosten die hierdoor ten aanzien van (niet-westerse) allochtonen worden gemaakt?
Zie antwoord vraag 2.
In welke mate ziet het werk van justitiegerelateerde diensten, met name maar niet beperkt tot de Dienst Justitiële Inrichtingen, toe op (niet-westerse) allochtonen, gelet op het aandeel van deze groep in de bevolking en de oververtegenwoordiging van deze groep in Justitie en Veiligheid-gerelateerde categorieën?
Zie antwoord vraag 2.
Wat is de weerslag hiervan in de kosten die hierdoor ten aanzien van (niet-westerse) allochtonen worden gemaakt?
Zie antwoord vraag 2.
Hoe verhouden bedoelde kosten zich tot de opbrengsten die bedoelde groep oplevert ten aanzien van bijvoorbeeld legesbetalingen aan de Immigratie- en Naturalisatiedienst?
Voor de vreemdelingenketen worden opbrengsten van legesbetalingen in 2019 verwacht van ca. € 50 mln. Deze opbrengsten komen voort uit de werkzaamheden die de IND verricht voor reguliere verblijfsaanvragen en naturalisatieverzoeken. Naast leges bestaan de ontvangsten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid uit o.a. boetes, transacties en ontnemingsmaatregelen. Deze ontvangsten komen tot uiting in de opbrengsten van het CJIB. Ook hierbij is het onderscheid tussen westerse en niet-westerse personen met een migratieachtergrond niet te maken en tevens niet noodzakelijk voor de uitvoering van de werkprocessen.
Welke gegevens heeft u betrokken bij de bepaling van het aandeel van niet-westerse allochtonen in de bevolking en de oververtegenwoordiging van deze groep in Justitie en Veiligheid-gerelateerde categorieën?
Voor de beantwoording van de vragen is de CBS-definitie leidend. Een persoon heeft een westerse achtergrond als hij, zij of één van de ouders in Europa (exclusief Turkije), Noord-Amerika of Oceanië is geboren. Ook Indonesië en Japan worden tot de westerse landen gerekend. Als een persoon of één van de ouders in een ander land is geboren, heeft deze persoon volgens de definitie van CBS een niet-westerse migratieachtergrond. De JenV gegevens zijn benoemd bij de beantwoording van de voorgaande vragen.
Kunt u de kosten uitsplitsen naar dit jaar, de afgelopen vijf jaar en (geprognosticeerd) het komende jaar en de komende vijf jaar?
Voor het uitvoeren van de wettelijke taak van de taakorganisaties is het geen vereiste om de inzet per bevolkingsgroep te registreren. Door onvoldoende inzicht in het aandeel is niet mogelijk om deze vragen te beantwoorden.
Indien de hier gevraagde kosten niet exact zijn vast te stellen, wat is hier de reden van? Kunt u in ieder geval een reële schatting maken? Zo nee, waarom niet?
Zie antwoord vraag 8.