Schade na storing van een luchtwasser |
|
Esther Ouwehand (PvdD) |
|
Joop Atsma (staatssecretaris infrastructuur en waterstaat) (CDA) |
|
![]() |
Kent u het bericht «Witte neerslag na storing luchtwasser DMV»?1
Ja.
Kunt u toelichten wat hier gebeurd is en hoe dit heeft kunnen gebeuren?
In een rookgas reinigingsinstallatie van het bedrijf DMV in Veghel is een storing opgetreden als gevolg van een doseerfout. Daardoor is een witte neerslag van natronloog in de nabije omgeving terechtgekomen. Deze neerslag kan hinder veroorzaken (een zeepachtig gevoel aan de huid bij aanraking) en er kan mogelijk beschadiging optreden aan autolak. Het neergeslagen stof veroorzaakt geen direct gevaar voor de volksgezondheid.
Kunt u aangeven of een dergelijk ongeval met een luchtwasser al eerder is voorgekomen?
In Nederland zijn vele honderden bedrijven waar lucht reinigingsinstallaties zoals natte wassers aanwezig zijn. Storingen in deze apparatuur komen soms voor en zijn in het verleden voorgekomen. Het bevoegd gezag is in deze gevallen de provincie of de gemeente waar ook overzichten van klachten en ongewone voorvallen aanwezig zijn.
Is het waar dat de brandweer uren bezig is geweest met het opruimen van natronloog in de omgeving? Wat zijn de totale kosten van deze schoonmaakoperatie geweest?
Uit de berichten blijkt dat de brandweer enkele uren nodig heeft gehad om de stofoverlast op te ruimen. De kosten die daarbij zijn gemaakt zijn mij niet bekend. Ik ga ervan uit dat het bedrijf (via haar verzekering) deze schoonmaakkosten dekt.
Worden deze kosten in rekening gebracht bij FrieslandCampina? Zo nee, waarom niet en bent u bereid de rekening alsnog naar FrieslandCampina te sturen, volgens het principe dat de vervuiler betaalt?
Het bedrijf is in dergelijke gevallen aansprakelijk voor de kosten die gepaard gaan met het herstel van eventuele schade. Het is in dergelijke gevallen gebruikelijk dat gedupeerden door het bedrijf schadeloos worden gesteld. Het Rijk is in het geheel geen partij in deze zaak.
Kunt u aangeven hoeveel subsidie er reeds gegeven is en er nog begroot zijn voor investeringen voor luchtwassers? Om hoeveel luchtwassers gaat dat, onderverdeeld naar de verschillende sectoren?
Bij een groot aantal (duizenden) bedrijven in Nederland zijn lucht reinigingsapparaten zoals luchtwassers in bedrijf. Sommige apparaten vallen onder fiscale regelingen zoals bijvoorbeeld de MIA/VAMIL regeling. Er bestaan geen landelijke overzichten van alle diverse soorten, aantallen en de leeftijd van lucht reinigingsapparatuur in Nederland.
Een incident bij de ISLA raffinaderij te Curaçao |
|
Ineke van Gent (GL) |
|
Piet Hein Donner (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA) |
|
![]() |
Klopt het1 dat vorige week bij een incident met een «catcracker» op de ISLA raffinaderij te Curaçao «catalyst poeder» is vrijgekomen? Klopt het dat ISLA weigert publiekelijk mee te delen waaruit dit poeder precies is samengesteld?
De media op Curaçao spreken inderdaad van een incident waarbij wit poeder is neergedaald op het eiland. Ik kan deze berichten niet bevestigen. Het is de regering van Curaçao die verantwoordelijk is voor de informatieverstrekking naar het Curaçaose parlement en de bevolking.
Wat is er waar van de veronderstelling dat het hier gaat om zware metalen?
Zie mijn antwoord op vraag 1.
Deelt u de mening dat dat de Curaçaose burgers en het plaatselijke openbaar bestuur na elk incident op de raffinaderij zo snel mogelijk geïnformeerd dienen te worden over de aard, samenstelling en omvang van de vrijgekomen stoffen en de mogelijke milieu- en gezondheidsschade die hierdoor kan worden veroorzaakt? Zo ja, bent u bereid om de Curaçaose regering de grote zorgen over de milieu- en gezondheidsschade door aanhoudende incidenten en de wens te uiten dat de raffinaderij na elk incident openheid van zaken geeft over de vrijgekomen stoffen?
Ik heb daar geen mening over. De verhouding tussen het bestuur en de bevolking van Curaçao is op grond van het Statuut een zaak van de Staten van Curaçao en de regering van dat land.
Heeft u deze problemen inmiddels met de Curaçaose minister-president besproken? Zo ja, wat zijn daarvan de uitkomsten?
Zie mijn antwoord op vraag 3.
De oplopende spanningen tussen Azerbeidzjan en Armenië |
|
Frans Timmermans (PvdA) |
|
![]() |
Bent u bekend met het bericht over de oplopende spanningen tussen Azerbeidzjan en Armenië?1
Ja.
Deelt u de mening dat het zorgwekkend is te moeten constateren dat beide landen een stevig militair apparaat aan het opbouwen zijn om het conflict over Nagorno-Karabach de enclave mogelijk op deze wijze uit te vechten?
Nederland blijft bezorgd over het risico van escalatie van het conflict over Nagorno-Karabach. Het is belangrijk dat alle partijen zich onthouden van agressieve retoriek en een lokale wapenwedloop wordt voorkomen. Ik betreur de slachtoffers van de regelmatig terugkerende schietincidenten aan de administratieve grenzen van het conflictgebied. Het conflict staat democratische ontwikkelingen in beide landen in de weg doordat het de binnenlandspolitieke agenda teveel domineert. Bovendien vertraagt het de verbetering van de Turks-Armeense relatie, omdat Turkije voor een verbetering de oplossing van het conflict Nagorno-Karabach als voorwaarde stelt.
Deelt u de mening van de presidenten van de lidstaten van de Minsk Group van de Organisatie voor Veiligheid en Samenleving in Europa (OVSE) dat de tijd is aangebroken om tot een vreedzame oplossing van dit conflict te komen?2 Indien ja, op welke wijze zal Nederland hier een rol in spelen?
Ik steun de gezamenlijke verklaring tijdens de G-8 top in Deauville van de drie presidenten van de landen die als co-voorzitters van de OVSE-Minsk groep optreden. De presidenten hebben hiermee een krachtig signaal afgegeven dat de huidige status quo niet acceptabel is en dat gebruik van geweld om een oplossing te forceren sterk zal worden veroordeeld.
Nederland steunt de inspanningen van de Minsk-groep. De Minsk-groep heeft voorstellen gedaan, die een gepaste en gebalanceerde basis vormen om tot een akkoord te komen. De komende maand zijn verschillende besprekingen voorzien tussen betrokken partijen, in de hoop dat op 24 juni a.s. tijdens een bijeenkomst in Kazan (Rusland), op instigatie van de Russische president Medvedev, de presidenten van Azerbeidzjan en Armenië reële voortgang kunnen boeken. Hoewel de EU geen deel uitmaakt van de Minsk-groep, zal zij bij de uitwerking van een akkoord een belangrijke rol kunnen en moeten vervullen waar het wederopbouw betreft. Nederland zal zowel bilateraal als in multilateraal verband blijven aandringen op een vreedzame oplossing van het conflict.
Kunt u toelichten of Nederland een actieve rol op zich neemt als het gaat om de mensenrechtensituatie in Azerbeidzjan respectievelijk Armenië? Indien ja,op welke wijze wordt hier uitvoering aan gegeven?
De dialoog met beide landen over democratie en mensenrechten maakt onderdeel uit van het Oostelijke Partnerschap van de EU. Ook in de onderhandelingen over een associatieakkoord staat respecteren van mensenrechten voortdurend op de agenda. In hun gesprekken met autoriteiten wijzen hoge vertegenwoordigers van de EU op de verplichtingen die beide landen in internationaal kader, zoals de OVSE en de Raad van Europa, reeds op zich hebben genomen. Waar gewenst staat het EU-instrumentarium ter beschikking om de landen te ondersteunen bij hervormingen op dit gebied. Binnen de EU speelt Nederland een actieve rol om de invulling van deze agenda maximaal te beïnvloeden. Tevens ontplooit Nederland bilaterale initiatieven ter ondersteuning van democratische hervormingen in beide landen en wordt de mensenrechtensituatie in de bilaterale contacten structureel opgebracht.
Wat is de Nederlandse opstelling ten aanzien van media- en persvrijheid in beide landen? Speelt Nederland een actieve rol om media- en persvrijheid te bevorderen in beide landen? Indien ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet?
De ontwikkelingen in beide landen met betrekking tot media- en persvrijheid laten een gemengd beeld zien en vragen om blijvende aandacht en betrokkenheid. Ik heb de voortijdige vrijlating van gewetensgevangenen in beide landen verwelkomd. Tegelijkertijd zijn de recente arrestaties van jonge activisten rond demonstraties in Azerbeidzjan reden tot zorg. De EU heeft dit in verklaringen expliciet kenbaar gemaakt. Nederland ondersteunt dergelijke interventies. In gesprekken met de Azerische regering heeft Nederland aangegeven dat verbetering van de mensenrechtensituatie van belang is. In Armenië speelt Nederland met beperkte middelen een actieve rol om media- en persvrijheid te bevorderen. Zo hebben recente projecten bijgedragen aan het opbouwen en versterken van onafhankelijke online media, regionale media en de capaciteit van onderzoeksjournalistiek.
Bent u bereid dit conflict- indien de onderhandelingen tijdens een geplande bijeenkomst in juni 2011 te Kazan spaak lopen – rechtstreeks of in EU-verband ter sprake te brengen? Zo ja, op welke wijze zult u dit doen? Zo nee, waarom niet?
Zie antwoord bij vraag 3.
Steun van de gemeente Vlaardingen aan initiatiefnemers Gazavloot |
|
Kees van der Staaij (SGP), Raymond de Roon (PVV), Joël Voordewind (CU) |
|
![]() ![]() ![]() |
Heeft u kennisgenomen van de berichtgeving over de steun van de gemeente Vlaardingen aan de initiatiefnemers van de tweede Gazavloot?1
Ja.
Hoe beoordeelt u deze berichtgeving en de beschreven rol van zowel de gemeente Vlaardingen als haar burgemeester, mede in het licht van het kabinetsbeleid ten aanzien van Israël en het Midden-Oosten vredesproces?
In de berichtgeving wordt gerefereerd aan de jaarlijkse Palestijnse bijeenkomst in Vlaardingen en de aanwezigheid van de burgemeester van Vlaardingen daarbij. Een van de sprekers was de voorzitter van de stichting Nederland-Gaza. De burgemeester had geen actieve rol tijdens deze bijeenkomst.
De regering ziet deelname en bijdragen aan de Gaza-vloot – door wie en wat dan ook – als tegenwerking van de inspanningen om het vredesproces in het Midden-Oosten te bevorderen. Er mag geen spanning zijn tussen het buitenlands beleid en het optreden van lokale overheden. Daarover voert de regering zo nodig ook overleg met lokale overheden.
De bijeenkomst, waarbij door één van de deelnemers is gepleit vóór de Gaza-vloot, vond plaats in een buurthuis. Voor dat buurthuis is een algemene gemeentelijke subsidie verstrekt. De burgemeester was aanwezig in zijn rol als burgervader en niet met het oog op enige flottielje gerelateerde aspecten. Het optreden van de gemeente Vlaardingen en van de burgemeester in onderliggende kwestie beschouwt de regering derhalve niet als gerichte ondersteuning van de Gaza-vloot. Ware dit het geval geweest, dan was de regering zeker in overleg getreden met de gemeente Vlaardingen.
Hoe beoordeelt u het dat dubieuze organisaties die meewerken aan provocatieve, anti-Israëlacties via de in het artikel genoemde Dag van het Land en het Vele Vlaardingers één Huis (VVEH) profiteren van gemeentelijk subsidiegeld? Past dit binnen geldende wet- en regelgeving ter zake?
Uit informatie van de gemeente Vlaardingen blijkt dat de gemeente geen subsidierelatie heeft onderhouden of onderhoudt met dergelijke organisaties. Mocht de gemeente Vlaardingen steun geven aan antisemitische of terroristische organisaties, wat in dit geval niet aan de orde is, dan zou de regering onmiddellijk interveniëren.
Bent u bereid te bevorderen dat de gemeente Vlaardingen op geen enkele wijze – direct of indirect – faciliteiten of subsidies ten goede laat komen aan organisaties die een link hebben met Jodenhaat, terrorisme of anderszins het vredesproces in het Midden Oosten frustreren?
Zie antwoord vraag 3.
De herbenoeming van FIFA-baas Blatter en het WK-bid |
|
Renske Leijten |
|
Edith Schippers (minister volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD) |
|
Heeft u kennisgenomen van het recente moddergooien tussen diverse FIFA-kopstukken, waarbij de beschuldigingen van corruptie niet van de lucht waren? Vondt u het niet erg toevallig dat de ethische commissie van de FIFA alle beschuldigingen nader heeft onderzocht, met uitzondering van die aan het adres van de heer Blatter?
Ik heb kennisgenomen van de publiciteit rondom de vergadering van de FIFA en de herverkiezing van de heer Blatter tot voorzitter.
Wat is de reactie van de KNVB op uw brief waarin u de KNVB aanspoort de transparantie van de besluitvorming binnen de FIFA te agenderen?1 Welke stappen heeft de KNVB gezet om corruptie te voorkomen en transparantie te bevorderen? Bent u met die acties tevreden gesteld?
Waarom heeft de KNVB voor de herbenoeming van de heer Blatter gestemd?
Desgevraagd geeft de KNVB aan dat tijdens het FIFA-congres in Zurich van alle kanten druk uitgeoefend werd op voorzitter Blatter om serieus het wereldwijd bestaande beeld van FIFA als ondoorzichtige en onbetrouwbare organisatie te gaan aanpakken. Tijdens het verloop van het congres zijn er bij de KNVB momenten van twijfel geweest over hoe te stemmen. Toen de heer Blatter uiteindelijk instemde met een aantal dringend gewenste veranderingen op het gebied van o.a. transparantie en goed sportbestuur en ook akkoord ging met een buitengewoon FIFA-congres waar de bonden de voortgang van de vernieuwingen zullen aanhoren en beoordelen, leek het de KNVB beter de kandidatuur van de heer Blatter te steunen. Daarmee kreeg de voorzitter de kans om direct te beginnen om de komende maanden de FIFA van binnenuit en met inschakeling van onafhankelijke derden te hervormen. Uitstel van de verkiezing van de voorzitter, hetgeen potentieel dreigde, zou ook tot uitstel hebben geleid van de start van het hervormingsproces. Daarmee zou kostbare tijd verloren zijn gegaan.
De afwegingen in deze zijn de bevoegdheid en verantwoordelijkheid van de KNVB.
Is het waar dat het Verenigd Koninkrijk (VK) geen gesprek in EU-verband wilde over de corruptie? Is VK juist de grootste aanjager van onderzoek naar corruptie binnen de FIFA? Heeft de EU sinds de informele sportraad van 23 februari jl. nog stappen ondernomen richting de FIFA om tot een meer transparante organisatie te komen?
Het Verenigd Koninkrijk heeft – in navolging van Nederland – zowel op de informele Sportraad van 22 en 23 februari 2011 als op de formele Sportraad van 20 mei 2011 aandacht gevraagd voor een transparant en goed bestuur bij alle sportbonden, dus ook bij de FIFA. Dit heeft er mede toe geleid dat in het EU werkplan voor sport voor de periode 2011–2014 de bevordering van goed bestuur in de sport een prioriteit is geworden en dat in EU-verband beginselen voor een transparant en goed bestuur in de sport worden ontwikkeld.
Binnen het verband van de FIFA zelf heeft het Verenigd Koninkrijk zich zeker actief opgesteld om hervormingen doorgevoerd te krijgen.
Blijkt er uit uw eigen onderzoek naar het WK-bid ook dat FIFA-officials zich hebben opengesteld voor omkoping in de richting van het Holland-Belgium bid?
De aangekondigde evaluatie van het WK-bid is nog niet gereed. Ik streef er naar de Kamer kort na de zomer te informeren.
Is uw onderzoek naar het WK-bid al klaar? Wanneer wordt dit onderzoek toegezonden aan de Kamer?
Zie antwoord vraag 5.
Wat is uw reactie op de mededeling van het ministerie van Financiën dat de beloofde belastingvrijstelling van de FIFA niet binnen de bestaande wetten paste?2
Bij de besluitvorming door het kabinet medio april 2010 om de bid van de KNVB en KBVB te ondersteunen voor de organisatie van het WK voetbal in 2018 of 2022, was bekend dat ingeval van toewijzing van het WK voetbal aan Nederland en België de fiscale wetgeving aangepast zou moeten worden om de door de FIFA gevraagde fiscale garanties te kunnen verlenen. Dat de fiscale wetgeving ingeval van toewijzing aangepast had moeten worden is ook meerdere malen in antwoord op daarover gestelde vragen richting de Tweede Kamer gecommuniceerd (o.a.
TK 2009–2010, 32 371, nrs. 8 en 11). Het is ook één van de redenen geweest dat Nederland een constitutioneel voorbehoud heeft gemaakt bij de afgegeven garanties aan de FIFA, omdat voor de daartoe noodzakelijke wetswijzigingen parlementaire goedkeuring verkregen had moeten worden.
Wat is uw reactie op de stelling van belastingexperts dat belastingvrijstelling voor medewerkers van internationale organisaties (artikel 39 AWR) niet is bedoeld voor medewerkers van de FIFA?2 3
Het is mij bekend dat door ambtenaren van het ministerie van Financiën als één van de opties voor het kunnen verlenen van de door de FIFA gevraagde fiscale garanties gekeken is naar de mogelijke toepasbaarheid van artikel 39 AWR. De ambtenaren van Financiën hebben over de toepasbaarheid van dit artikel op een organisatie als de FIFA negatief geadviseerd en dat advies is destijds overgenomen.
Is het correct dat het ministerie van Economische Zaken het standpunt was toegedaan dat de «Bierbabes» in Nederland wel strafrechtelijk zouden kunnen worden vervolgd,4 terwijl de minister van VWS aan de Kamer en in de media meldde dat dit niet het geval was?
Nee.
In de antwoorden naar aanleiding van het schriftelijk verslag (Kamerstukken II, 32 371, nr. 8) is uiteengezet dat bepaalde inbreuken op het auteursrecht en het merkenrecht strafrechtelijk kunnen worden gesanctioneerd. Uitgangspunt hierbij is dat strafrechtelijke handhaving een ultimum remedium is dat alleen wordt toegepast bij die inbreuken waardoor het algemeen belang wordt getroffen.
In de antwoorden op eerdere vragen van het Lid Leijten met betrekking tot dit onderwerp (ingezonden 15 oktober 2010, beantwoord op 25 november 2010, nummer 612) is aangegeven dat het dragen van kleding van een concurrerend merk, zoals in het geval van de «Bierbabes», als zodanig niet leidt tot een auteurs-recht- of merkinbreuk. De «Bierbabes» kunnen in dat geval niet strafrechtelijk worden vervolgd in Nederland.
Strafrechtelijk optreden tegen de inbreukmaker is alleen mogelijk in die gevallen dat voldaan is aan de criteria voor auteursrecht- of merkinbreuk. Dat is bijvoorbeeld als het ontwerp van de kleding is gekopieerd. Ook mag niet ten onrechte het FIFA embleem op de kleding worden aangebracht. Als inbreukmaker wordt aangemerkt degene die het voorwerp openlijk ter verspreiding aanbiedt; ter verveelvoudiging of ter verspreiding voorhanden heeft; invoert, doorvoert, uitvoert of bewaart uit winstbejag (artikel 31b jo 31a Auteurswet), en degene die valse, vervalste of wederrechtelijk vervaardigde merken invoert, doorvoert of uitvoert, verkoopt, te koop aanbiedt, aflevert, uitdeelt of in voorraad heeft (zie verder artikel 337 Wetboek van Strafrecht).
Het dragen van de kleding als zodanig valt hier dus niet onder.
Hoe kan het dat de kostenraming voor de belastingvrijstelling die de Kamer te zien kreeg uitging van een maximum van 300 miljoen euro, terwijl het ministerie van Financiën uitging van «een bandbreedte van 300 tot 900 miljoen»?5
De «bandbreedte van 300 tot 900 miljoen» waarover gesproken wordt is afkomstig uit een mail van een medewerker van het ministerie van Financiën aan een medewerker van mijn ministerie van begin maart 2010. In de aanloop naar de besluitvorming door het kabinet over de definitieve kandidaatstelling (in de MR van 16 april 2010) is door ambtenaren van het ministerie van Financiën, op basis van de op dat moment beschikbare informatie, een nadere schatting gemaakt van de kosten van de aan de FIFA te verlenen fiscale garanties en dat heeft geresulteerd in een raming van maximaal € 300 miljoen waarover mijn ambtsvoorganger de Tweede Kamer met zijn brief van 21 april 2010 (Kamerstukken II, 2009–2010, 32 371, nr. 3) heeft geïnformeerd.
Hoe kan het dat de kostenraming voor de politie-inzet die de Tweede Kamer te zien kreeg uitging van een bedrag van 200 miljoen euro, terwijl een «zo goed mogelijke schatting» van de kosten 400 tot 600 miljoen euro bedroeg.5
Het bedrag van € 200 miljoen betreft alleende kosten voor Nederland. De schatting van € 400 tot € 600 miljoen is afkomstig uit het SEO rapport (Hfdst. 3.3.5) en heeft betrekking op een schatting voorNederland en België samen. Nederlandse en Belgische experts hebben op basis van EURO2000 deze gezamenlijke schatting gemaakt. De ondergrens van € 400 miljoen gedeeld door 2 is dus de € 200 miljoen voor Nederland. Dit bedrag is gecommuniceerd aan de Kamer, waarbij is aangetekend dat ook hierin onzekerheidsmarges zitten.
Deelt u de mening dat schattingen van de kosten van een dergelijk evenement weliswaar flink uiteen kunnen lopen, maar dat de Kamer dan wel van die bandbreedte op de hoogte moet zijn? Deelt u de mening dat uit de vragen 10 en 11 blijkt dat de Kamer niet van deze bandbreedte op de hoogte was?
Als er in de voorbereidingsfase van de besluitvorming over een groot sport-evenement als het WK voetbal nog veel onzekerheid bestaat over de parameters voor het maken van een kostenraming is het niet ongebruikelijk dat gewerkt wordt met verschillende bandbreedtes. Voor de besluitvorming over de kandidaatstelling heeft het kabinet zich echter gebaseerd op een raming van de kosten uitgaande van het meest aannemelijke scenario en die kostenraming heeft het kabinet ook richting de Tweede Kamer gecommuniceerd. Tegelijkertijd heeft het kabinet de Tweede Kamer ook de verschillende scenario’s doen toekomen die in het rapport van het SEO zijn geschetst. Het kabinet is aanspreekbaar op de ramingen die het aan het parlement heeft overlegd, maar niet op alle cijfers die in de voorbereidingsfase in allerlei mails en memo’s tussen ambtenaren zijn gewisseld.
Wat is uw reactie op de stelling dat er zelfs op het ministerie van Financiën nooit inzicht is geweest in de totale kosten van het organiseren van een WK?5 Hoe kan de Tweede Kamer zijn controlerende taak uitvoeren als er geen inzicht in de kosten is?
Hiervoor ben ik reeds ingegaan op het inzicht dat op het ministerie van Financiën bestond in de kosten van het organiseren van het WK voetbal. De stelling dat er nooit inzicht zou hebben bestaan in de kosten onderschrijf ik dan ook niet. Die kostenraming was weliswaar omgeven met onzekerheden, maar dat is ook begrijpelijk voor een raming van de kosten van zo’n groot evenement als een WK voetbal, dat bovendien zo ver in de tijd plaatsvindt.
Vindt u het met terugwerkende kracht een wijs besluit geweest om een bid te doen op de organisatie van het WK in 2018?
Het besluit om ons samen met België kandidaat te stellen is destijds door het vorige kabinet en de Tweede Kamer op goede gronden genomen.
De verwikkeling in een zaak van het Europees Arrestatiebevel |
|
Sharon Gesthuizen (GL) |
|
Fred Teeven (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD) |
|
![]() |
Wat is uw reactie op het bericht dat een Nederlandse man die werd overgeleverd aan Polen gedurende zijn anderhalve dag durende transport naar de Poolse gevangenis geen eten en geen drinken heeft gehad?1
Met het oog op de beantwoording van de vragen heb ik de Poolse autoriteiten om informatie gevraagd. Desgevraagd hebben de Poolse autoriteiten mij meegedeeld dat betrokkene op 27 mei 2011 is overgebracht naar Polen op een vlucht die rond 12.00 uur vanaf Schiphol vertrok en om 15.25 aan kwam in Minsk Mazowiecki, in de nabijheid van Warschau. De beoogde landing op het vliegveld van Warschau bleek niet mogelijk wegens de tijdelijke sluiting ervan in verband met de aankomst van de president van de Verenigde Staten van Amerika. Betrokkene werd vanuit Minsk per politieauto, bestemd voor gedetineerdentransport, overgebracht naar een detentiecentrum van de politie in Warschau, alwaar hij om rond 20.30 uur aan kwam. Gedurende de vlucht heeft betrokkene gegeten van het voedsel dat hij bij zich had in zijn bagage. In Warschau kreeg hij avondeten aangeboden. De volgende morgen werd betrokkene ontbijt aangeboden en om 10.45 uur werd hij, opnieuw per politieauto, overgebracht naar de afdeling voor voorlopig gehechten van de gevangenis van Zlotów, op een afstand van 400 km van Warschau.
Deelt u de mening dat, als het mogelijk is dat medegevangenen of bewakers medicijnen van een gevangene stelen die noodzakelijk zijn in verband met een levensgevaarlijke kwaal, de situatie wat betreft de zorg voor de gezondheid van Nederlanders die worden overgeleverd aan Polen zeer te wensen overlaat? Hoe oordeelt u over het feit dat de gevangene, toen hij klachten kreeg als gevolg van het ontbreken van medicatie, gedurende meer dan 48 uur geen toegang kreeg tot een arts?
Desgevraagd hebben de Poolse autoriteiten mij meegedeeld, dat betrokkene gedurende zijn overbrenging zijn medicijnen had en dat hij tijdens zijn overbrenging naar Polen en daarna binnen Polen, noch na aankomst in Zlotów heeft geklaagd over diefstal van zijn medicijnen. Betrokkene is op 29 mei om 10.00 ’s-ochtends door een arts medisch onderzocht, waarbij hij zijn gezondheidsproblemen heeft kenbaar gemaakt. Hij heeft daarop ook medicijnen ontvangen ter behandeling van deze problemen.
Wat is uw reactie op de verklaring van de advocaat van de Nederlander over de video-opnamen van het gesprek tussen de gevangene en de advocaten de vallen onder de categorie geheimhoudersgesprek?2 Deelt u de mening dat video-opnamen van geheimhoudersgesprekken strijdig zijn met de regels betreffende een eerlijk proces en dat dit tevens strijdig is met de vertrouwelijkheid die geldt tussen geheimhouder en cliënt?
Desgevraagd hebben de Poolse autoriteiten mij meegedeeld dat er geen sprake is geweest van het maken van video-opnamen van betrokkene en zijn raadsman. De detentie-eenheid waar het overleg tussen betrokkene en zijn raadsman heeft plaatsgehad, is voorzien van een veiligheidscamera. Deze registreert uitsluitend beeld en geen geluid. De beelden worden niet opgeslagen. De zichtbare camera is ter plaatse aangebracht naar aanleiding van incidenten, te weten het gebruik van geweld van gedetineerden tegen hun raadsman en het binnenbrengen van drugs door raadslieden van gedetineerden.
Wat is uw reactie op de verklaring van de advocaat over de situatie van overbevolking in de Poolse gevangenis die niet verbeterd zou zijn sinds 1997?
Voor de situatie in Poolse gevangenissen verwijs ik naar mijn brief van 17 februari 2011, Kamerstukken II 2010/2011, 32 317, nr. 41.
Wat is uw oordeel over de situatie waarin een Nederlander wordt overgeleverd aan Polen ter zake twee van de in het totaal zes aanklachten (het specialiteitbeginsel), maar de behandelend rechter voorafgaand aan de inhoudelijke behandeling van de zaak reeds de mededeling doet dat hij ter zake de vier overige feiten (op grond waarvan de overlevering niet was toegestaan) een nieuw Europees Arrestatiebevel (EAB) zal uitvaardigen, met als gevolg dat het reizen van de reeds overgeleverde persoon onmogelijk wordt gemaakt en hetgeen in strijd is met het vertrouwensbeginsel? Wat is uw reactie op de opstelling van een rechter die het drukmiddel van een hoge borgsom inzet om de verdachte te bewegen alsnog toe te staan dat overige feiten op grond waarvan overlevering niet was toegestaan alsnog betrokken worden bij de behandeling? Deelt u de mening dat het onrechtmatig is om zaken waarvoor Nederlanders niet overgeleverd (kunnen) worden, alsnog bij een proces te betrekken na de overlevering? Bent u bereid om uit te zoeken hoe de gang van zaken in dit proces precies is geweest? Zo nee, waarom niet?
Desgevraagd hebben de Poolse autoriteiten mij meegedeeld, dat er geen aanwijzingen bestaan dat het Poolse gerecht voornemens is een nieuw EAB uit te vaardigen terzake van de feiten waarvoor de overlevering door de rechtbank Amsterdam is geweigerd. Evenmin is er aanleiding te veronderstellen dat de rechterlijke autoriteit het betalen van een borgsom als voorwaarde heeft gesteld aan de in vrijheidsstelling van betrokkene in ruil voor diens instemming met een vervolging in Polen voor feiten waarvoor de overlevering door de rechtbank Amsterdam is geweigerd. De borgsom is uitsluitend als voorwaarde aan de invrijheidsstelling van betrokkene verbonden. Betrokkene werd op 31 mei in vrijheid gesteld onder het betalen van een borgsom van 20 000 Poolse Zloty (ongeveer 5 000 Euro). Dit gebeurde in het verleden ook al een keer.
De celstraf voor Cubaanse activisten |
|
Frans Timmermans (PvdA) |
|
![]() |
Zijn in Cuba vier activisten tot lange celstraffen veroordeeld omdat zij pamfletten tegen de Cubaanse communistische partij hebben verspreid?1
Ja. Op 31 mei jl. zijn in Havanna vier Cubanen veroordeeld tot straffen variërend van drie tot vijf jaar wegens minachting voor het gezag en verstoring van de openbare orde.
Deelt u de mening dat dit duidt op verergering van de politieke repressie op Cuba, waar inmiddels zeker 50 politieke opponenten van het regime achter de tralies zijn beland?
In 2010 en 2011 zijn in totaal 126 politieke gevangenen vrijgelaten. Nederland heeft er altijd op gewezen dat deze maatregelen niet structureel zijn en daarmee onvoldoende. Sinds enkele maanden is er een toename van het aantal korte detenties (minder dan 24 uur) van leden van de oppositie en mensenrechtenverdedigers. Dit bevestigt het beeld dat er geen sprake is van structurele verbetering.
Zo ja, bent u bereid in EU verband actie te ondernemen tegen Cuba door hard te protesteren tegen de politieke onderdrukking en door de EU te laten onderzoeken welke mogelijke sancties er tegen Cuba getroffen kunnen worden?
De EU houdt de mensenrechtensituatie nauwlettend in het oog, zeker gelet op de recente ontwikkelingen. Nederland heeft in EU-verband zorg uitgesproken over de recente veroordeling van activisten. In EU-verband wordt momenteel bezien met welke strategie de mensenrechtensituatie in Cuba kan worden verbeterd.
Bent u tevens bereid in de EU een pleidooi voor sancties tegen Cuba te houden indien de mensenrechtensituatie niet verbetert? Zo nee, waarom niet?
In EU-verband is en blijft Nederland kritisch. Centraal in het beleid van de EU staat het Gemeenschappelijk Standpunt uit 1996. Zoals in antwoord op vraag 3 gesteld, wil ik vooralsnog in EU-verband bezien met welke strategie de mensenrechten-situatie in Cuba kan worden verbeterd. Ik zal tevens in de EU bepleiten om in de politieke dialoog van de EU met de Cubaanse autoriteiten de recent opgelegde celstraffen krachtig te veroordelen.
Blatter en de FIFA |
|
Richard de Mos (PVV) |
|
Edith Schippers (minister volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD) |
|
![]() |
Bent u bekend met de berichten «Blatter smeedde sluw een alliantie»1 en «Nieuwe beschuldigingen tegen Blatter»?2
Ja.
Deelt u de mening dat aan de toewijzing van de WK’s aan Rusland en Qatar (2018 en 2022) nog steeds een luchtje hangt van omkoping en vriendjespolitiek, waardoor ons land de organisatie van een WK misloopt en dat wellicht door corruptie Nederlandse belastingmiljoenen (tien miljoen euro), die zijn uitgegeven voor ons WK-Bid, zijn gesmolten als sneeuw voor de zon? Zo nee, waarom niet?
Ik deel het gevoel dat het niet goed is voor een organisatie die op wereldniveau acteert, dat in de publiciteit dergelijke geluiden opgeld doen. Er zijn geen aanwijzingen voor een relatie met het niet verkiezen van Nederland en België als organisatoren van het WK 2018. Verder merk ik op dat de steun van de Nederlandse regering aan het WK Bid € 4,5 miljoen bedroeg. Zoals toegezegd krijgt de Kamer inzicht in de besteding daarvan.
Verder blijf ik van mening, dat elke democratische organisatie op een verantwoorde wijze zelf de verkiezingen voor de verschillende functies moet regelen (zie ook antwoord op de vragen 4 en 5).
Deelt u de mening dat een wereldwijde sportorganisatie, die grote invloed heeft op de sport, commercie, gezondheid en maatschappelijke ontwikkeling in de aangesloten landen, zijn verantwoordelijkheid moet nemen door verkiezingen met betrekking tot bestuursleden en organiserende landen in volledige transparantie te laten verlopen? Zo nee, waarom niet?
Zie antwoord vraag 2.
Vindt u dat de FIFA alsnog een onderzoek moet doen naar de handel en wandel van voorzitter Blatter, aangaande de toewijzing van de laatste twee WK’s en voorzitterschappen, zeker gezien het feit dat hij wederom in opspraak is gekomen over een «schenking» van één miljoen dollar aan Concacaf, de voetbalbond voor Noord- en Midden Amerika? Zo nee, waarom niet?
Het is de Kamer bekend dat ik in mijn brief van 16 februari 2011 aan de KNVB het verzoek heb gedaan om het belang van transparante besluitvorming binnen de juiste gremia van de FIFA te agenderen, juist vanuit de zorgen die er bestaan over de beeldvorming rondom het functioneren van de FIFA. Omdat de FIFA een autonome en private ledenorganisatie is kan en wil ik mij niet met de interne gang van zaken bemoeien. Het zijn de aangesloten leden van de FIFA zelf die veranderingen kunnen bewerkstelligen. Er is op aandrang van de leden waaronder de KNVB een proces van hervorming binnen de FIFA in gang gezet. Dat vind ik een goede zaak. Te zijner tijd zullen de uitkomsten hiervan op hun merites moeten worden beschouwd.
Daarnaast heeft Nederland zowel op de informele Sportraad van 22 en 23 februari 2011 als op de formele Sportraad van 20 mei 2011 aandacht gevraagd voor een transparant en goed bestuur bij alle sportbonden, dus ook bij de FIFA. Dit heeft ertoe geleid dat in het EU werkplan voor sport voor de periode 2011–2014 de bevordering van goed bestuur in de sport een prioriteit is geworden en dat in EU-verband beginselen voor een transparant en goed bestuur in de sport worden ontwikkeld.
Bent u bereid om bij de KNVB en bij uw collega-ministers in andere, bij de FIFA aangesloten landen, uw invloed aan te wenden om alsnog een FIFA-onderzoek naar de rol van de heer Blatter van de grond te krijgen? Deelt u de mening dat Blatter er verstandig aan doet om op te stappen? Zo nee, waarom niet?
Zie antwoord vraag 4.
Het bericht dat 9292 OV-data tegen betaling vrijgeeft |
|
Kees Verhoeven (D66) |
|
![]() |
Bent u bekend met het bericht «9292 geeft OV-data tegen betaling vrij»?1
Ja.
Klopt het bericht dat 9292 tegen betaling en met toestemming OV-data wil vrijgeven?
Dat klopt, maar het verdient nadere toelichting. 9292 maakt geen winst. 9292 geeft namens de OV vervoerders de ruwe data vrij tegen «verstrekkingkosten»4.
De data zijn dus gratis, de «ophaalkosten» zijn voor rekening van de afnemer.
Ten aanzien van de term «met toestemming» het volgende. 9292 stelt de gegevens volgens een licentiemodel5 beschikbaar aan de markt (voor grote en kleine verzoeken). Uitgangspunt hiervan is dat de door 9292 verstrekte OV-data niet voor andere toepassingen aan de markt ter beschikking worden gesteld, dan voor het verstrekken van reisinformatie aan de reiziger. Via het licentiemodel kan dat (beter) gereguleerd worden.
Hoe verhoudt zich dit met de belofte dat in 2011 de gegevens openbaar beschikbaar zouden worden in de Nationale Databank Openbaar Vervoersgegevens (NDOV)?2
Sinds 1 januari 2011 hebben de vervoerders op grond van het BP2000 de verplichting om actuele OV data ter beschikking te stellen aan eenieder die daarom vraagt ten behoeve van een reisinformatie systeem.
Daarnaast hebben de overheden (provincies, stadsregio’s en mijn ministerie) het project NDOV gestart. Het doel van dit project is de voorwaarden te creëren dat de gegevens eenvoudig en tegen verstrekkingskosten beschikbaar komen; marktpartijen kunnen dan op één plek hun gegevens «ophalen», in plaats van stuk voor stuk, bij alle vervoerders. De overheid heeft hierin een faciliterende rol, de markt wordt nadrukkelijk betrokken bij de vraag welke data benodigd zijn voor een OV reisadvies en op welke wijze dat idealiter wordt verkregen.
Hoe verhoudt zich dit met de ideeën uit de Digitale Agenda.nl zoals verwoord in het hoofdstuk «Groei en Innovatie met «open data» als grondstof»?3
De digitale agenda.nl stelt dat overheidsdata beschikbaar dienen te komen voor ondernemers volgens het principe «open, tenzij», zodat ondernemers deze data kunnen hergebruiken voor het ontwikkelen van innovatieve diensten.
OV data zijn echter afkomstig van de vervoerders, die marktpartijen zijn. 9292 is daarnaast, als marktpartij en als eigenaar van de 9292 databank, gerechtigd en vrij om haar databank ter beschikking te stellen. Zoals ik ook in vraag 3 heb omschreven hebben de vervoerders reeds de verplichting actuele OV data te verstrekken aan derden (WP2000 artikel 14 en BP2000 artikel 10).
Om welke reden wil 9292 deze gegevens alleen tegen betaling vrij geven? Wat is uw reactie hierop?
Zie ook het antwoord op vraag 2. De data van 9292 zijn gratis, de «ophaalkosten» (verstrekkingkosten) zijn voor rekening van de afnemer. Hiermee wordt aangesloten bij de WP2000 waarin staat dat de data onder redelijke en objectief gerechtvaardigde voorwaarden geleverd dienen te worden door de vervoerders ten behoeve van een reisinformatiesysteem. Hierbij valt te denken aan verstrekkingkosten.
Wat omvatten de «verstrekkingskosten» die 9292 in rekening wil brengen? Kunt u een schatting geven van de hoogte van deze kosten?
Verstrekkingkosten zijn de meerkosten die daadwerkelijk gemaakt moeten worden om de gratis data aan afnemers te verstrekken. De hoogte van het bedrag van deze verstrekkingkosten is nog niet bekend. De intentie van 9292 is echter om de verstrekkingkosten, voor alle partijen die OV data wensen ten behoeven met het doel hiervan reisinformatie te maken, op een laagdrempelige, proportionele en evenredige wijze uit te voeren om daarmee de innovatie op het vlak van het verstrekken van reisinformatie aan de reiziger te bevorderen.
Deelt u de mening dat, om daadwerkelijk innovatie te stimuleren en de ontwikkeling van apps die het reizen per OV makkelijker maken te bevorderen, de gegevens gratis moeten worden verstrekt?
Ja, zie ook het antwoord op vraag 5 en 6. De data zelf is gratis wel zijn de verstrekkingskosten voor de afnemer.
Is er een business case gemaakt waarbij gekeken is naar de opbrengsten voor de totale maatschappij, waarbij de scenario’s van betaald en onbetaald vrijgeven van de gegevens zijn vergeleken?
Nee, er is immers geen sprake van het betalen van kosten voor de data.
Bent u bereid de OV-gegevens alsnog in 2011 vrij te geven, vrij van betaling?
Vervoerders hebben reeds de verplichting (WP2000/ BP2000) de data te verstrekken aan derden. Ik was zeer verheugd met het nieuws dat 9292 nog dit jaar de data van de vervoerders gratis ter beschikking stellen tegen verstrekkingkosten. Al eerder heeft de NS partijen toegang gegeven tot haar gegevens (via een API6). Ik vind dit een goede zaak.
De lobby voor de vestiging van een Europees onderzoekscentrum van Heinz in Nederland |
|
Marianne Thieme (PvdD), Esther Ouwehand (PvdD) |
|
Maxime Verhagen (minister economische zaken, viceminister-president ) (CDA) |
|
![]() |
Is het waar dat er «flink gelobbyd» is om Heinz zover te krijgen haar nieuwe Europees onderzoekscentrum in Nijmegen te bouwen?1 Zo ja, kunt u uiteenzetten waaruit de politieke lobby heeft bestaan en welke toezeggingen er zijn gedaan om het Amerikaanse bedrijf te bewegen voor Nederland/Nijmegen te kiezen als locatie voor haar onderzoekscentrum? Zo nee, hoe verklaart u dat Heinz zelf wel spreekt over een «flinke lobby» in de media?
Het kabinet zet in op versterking van het vestigingsklimaat om aantrekkelijk te zijn voor nationale en internationale bedrijven die zorgen voor werkgelegenheid en innovatie. Het is dan ook goed nieuws voor de Nederlandse economie dat Heinz heeft besloten haar Europese onderzoekscentrum in Nijmegen te bouwen. Voor Heinz is dit overigens een bekende locatie omdat het bedrijf al jarenlang in en nabij Nijmegen is gevestigd.
Vanzelfsprekend zet het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) zich in om bedrijven als Heinz te overtuigen van de kracht van Nederland als vestigingsplaats. Het bedrijf heeft dan ook diverse gesprekken gehad met mijn voorganger en diverse hoogambtelijke vertegenwoordigers. De vestiging van het onderzoekscentrum in Nederland is in dat verband ook bepleit bij de board van Heinz in de VS. Daarnaast heeft EL&I geholpen met locatieonderzoeken en de aanlevering van vergelijkende informatie op diverse gebieden, waaronder een vergelijkende studie naar arbeidskosten met een ander door Heinz geprefereerd land. Ook is het bedrijf in contact gebracht met verschillende andere overheidsinstanties.
Welke afspraken zijn er met Heinz gemaakt voor de opdracht van de bouw van dit Europese onderzoekscentrum?
Hierover zijn geen afspraken gemaakt.
Heeft u Heinz toezeggingen gedaan over een eventuele subsidieverstrekking door het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie? Zo ja, hoe verhoudt dat zich tot uw toezegging aan de Kamer om eventuele subsidies aan de negen «topsectoren» waaronder de topsector Agrofood waartoe Heinz behoort, toe te kennen op basis van nog te verschijnen rapporten die in juni 2011 pas gereed zijn? Zo nee, kunt u garanderen dat Heinz dit onderzoekscentrum zonder subsidie gaat bouwen?
Nee, hierover zijn geen toezeggingen gedaan.
Heinz kan, net als elk ander bedrijf, eventueel een beroep doen op mogelijke subsidies als het aan de in een subsidieregeling gestelde voorwaarden voldoet.
Heeft Heinz alle benodigde bouw- en milieuvergunningen voor dit onderzoekscentrum? Is er nog bezwaar- of beroepsmogelijkheid mogelijk tegen een vergunning? Indien er nog procedures lopen, kunt u ons te zijner tijd nader informeren over deze procedures?
Betreffende eventueel benodigde bouw- en milieuvergunningen is EL&I geen bevoegd gezag. Dit is een bevoegdheid van de gemeente Nijmegen. Naar ik heb begrepen van de gemeente Nijmegen, zijn de benodigde vergunningen nog niet verleend.
Uiteraard is ook Heinz gebonden aan wettelijke bepalingen met betrekking tot te verlenen vergunningen, inclusief daartoe behorende bezwaar- en beroepsmogelijkheden.
Hoe moet het persbericht van uw ministerie worden geduid, wanneer in het kader van de bouw van dit onderzoekscentrum gemeld wordt dat het kabinet «ruim baan maakt voor onderzoek naar nieuwe producten en diensten door het schrappen van onnodige regels en het oplossen van bestuurlijke knelpunten»?2 Kunt u uiteenzetten of en zo ja, welke «onnodige» regels zijn geschrapt ten behoeve van het nieuwe onderzoekscentrum van Heinz? Op basis van welke (wettelijke) bevoegdheid zijn deze regels geschrapt? Hoe is de besluitvorming tot stand gekomen?
Met het persbericht wordt aangegeven dat het kabinet in het kader van haar beleid ten aanzien van de topsectoren in algemene zin ruim baan wil maken voor onderzoek naar nieuwe producten en diensten, ondermeer door het verminderen van regeldruk. Voor de vestiging van het onderzoekscentrum van Heinz was geen sprake van het schrappen van regels.
Wat waren de bestuurlijke knelpunten bij het besluit tot de bouw? Welke bestuurlijke knelpunten zijn er geschrapt, hoe zijn deze opgelost?
Zie de beantwoording van de vragen 4 en 5.
Wat voor soort onderzoeken zal dit onderzoekscentrum gaan uitvoeren en welke afspraken hierover zijn gemaakt? Welke regels en/of bestuursknelpunten zijn hiervoor «geschrapt»?
Op dit moment worden in het bestaande innovatiecentrum ketchup en sauzen voor Europa en producten voor lokale merken in de Benelux ontwikkeld. In hoeverre op termijn andere producten in het onderzoekscentrum zullen worden ontwikkeld, is onderdeel van studie en afweging. Het behoort tot de bedrijfsvertrouwelijke informatie welk onderzoek Heinz in de toekomst uit zal voeren.
Hiervoor zijn geen regels en/of bestuursknelpunten geschrapt.
Kunt u aangeven of Heinz in Nederland de afgelopen jaren dierproeven heeft uitgevoerd of heeft laten uitvoeren voor de (innovatie) van haar levensmiddelen? Zo ja, welke experimenten waren dat, voor welke producten en hoeveel en welke dieren waarbij betrokken? Zo nee, waarom weet u dat niet als alle dierproeven in Nederland geregistreerd moeten worden en die gegevens moeten worden doorgegeven aan de nVWA?
Dierproeven in Nederland dienen inderdaad geregistreerd te worden bij de nVWA. Uit informatie van de nVWA blijkt dat er door Heinz geen dierproeven geregistreerd zijn. Uiteraard dient Heinz zich te houden aan de wettelijke bepalingen die ter zake gelden.
Heeft u met Heinz gesproken over de grote weerstand tegen dierproeven in de Nederlandse samenleving en de ambitie van de regering om het aantal dierproeven terug te dringen? Zo ja, welke voorwaarden heeft u verbonden aan de komst van het onderzoekscentrum naar Nederland op dit gebied? Kunt u garanderen dat Heinz geen dierproeven zal (laten) verrichten? Zo nee, waarom niet?
Nee, zie de beantwoording van vraag 8.
De EHEC-bacterie en antibiotica |
|
Marianne Thieme (PvdD) |
|
Edith Schippers (minister volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD) |
|
![]() |
Kent u het bericht «Superbacterie EHEC resistent tegen gros van de antibiotica»?1
Ja
Is het waar dat EHEC resistent is tegen het gros van de antibiotica?
De EHEC-stam die de uitbraak van ziektegevallen in Duitsland veroorzaakt is resistent tegen meerdere soorten antibiotica (multiresistent), en eveneens ESBL-positief. Dat geldt niet per definitie voor andere EHEC-stammen.
Zijn er andere oorzaken denkbaar voor brede resistentie tegen antibiotica van een bacterie, anders dan dat er een directe of indirecte relatie is met het gebruik van antibiotica in de humane gezondheidszorg of in de veehouderij? Zo ja, welke oorzaken?
Nee. De keerzijde van het gebruik van antibiotica is het optreden van antibioticaresistentie, een natuurlijk verschijnsel. Door het gebruik van antibiotica bij mensen en dieren ontstaat selectiedruk en overleven juist die bacteriën die resistent zijn.
Kunt u aangeven hoeveel van de dierlijke mest die wordt toegepast in de biologische tuin- en akkerbouwafkomstig is van niet-biologische veehouderijen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, kunt u een overzicht daarvan naar de Kamer sturen?
Ja, staatssecretaris Bleker zal uw Kamer binnenkort een overzicht sturen.
Kunt u aangeven of oppervlaktewater dat besmet is met ESBL’s2 gebruikt wordt/mag worden voor irrigatie in de land- en tuinbouw? Zo ja, bent u bereid hier maatregelen tegen te nemen, zo ja op welke termijn en wijze?
Er zijn geen normen voor ESBL-producerende bacteriën in oppervlaktewater. Transmissieroutes zullen worden meegenomen in onderzoek dat het RIVM uitvoert naar ESBL-producerende bacteriën bij groenten en fruit. Daarnaast wachten staatssecretaris Bleker en ik de bevindingen van de Gezondheidsraad af. Afhankelijk van de resultaten zullen nadere stappen overwogen worden.
Deelt u de mening dat de overheid als taak heeft elke vorm van overdracht van ESBL’s uit de veehouderij naar plantaardige producten te voorkomen uit oogpunt van voedselveiligheid? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn en wijze wilt u dit realiseren?
Ik vind het probleem van antibioticaresistentie erg zorgelijk. De overheid heeft de taak ervoor te zorgen dat de risico’s van resistentieontwikkeling en overdracht van resistentie zoveel mogelijk worden ingeperkt, zoals die van ESBL-producerende bacteriën. Daarom hebben wij aan u aangegeven dat het antibioticagebruik in de veehouderij in 2011 met 20% moet afnemen en tot 2013 met 50% gereduceerd moet worden ten opzichte van 2009. Hier wordt hard aan gewerkt. Op 26 mei hebben wij in een Algemeen Overleg hierover uitgebreid van gedachten gewisseld.
Daarnaast is de ondernemer zelf op grond van Europese regelgeving (Verordening (EG) 178/2002) de eerste verantwoordelijke voor het op de markt brengen van veilig voedsel.
Dit betekent dat de ondernemer zelf preventieve maatregelen moet treffen om gezondheidsrisico’s te beheersen. De ondernemer doet dit door de Europese wettelijke regels (verordeningen) en de Warenwet te volgen die deze verantwoordelijkheid invullen. De overheid controleert de naleving van die regels.
Bent u bereid een verbod in te stellen op handel, transport, lozing en injectie van dierlijke mest die ESBL’s bevat? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn en wijze?
Het uitrijden en verwerken van mest wordt onder andere gereguleerd door Europese wetgeving die strikte voorwaarden stelt ter bescherming van de volks- en diergezondheid.
Er is op dit moment binnen Nederland en Europa te beperkt informatie beschikbaar over de rol van mest in relatie tot verspreiding van ESBL-producerende bacteriën. Er is meer onderzoek nodig om uitspraken te doen over de mogelijke oorzaak-gevolg verbanden en volksgezondheidsrisico’s. In de zomer gaat een onderzoek hiernaar van start. Ook wachten staatssecretaris Bleker en ik de bevindingen van de Gezondheidsraad af, of op het gebied van dierlijke mest nadere stappen moeten worden ondernomen.
Kunt u aangeven of er een verband bestaat of redelijkerwijze vermoed kan worden tussen EHEC en ESBL’s? Zo ja, welk verband? Zo nee, waarom niet?
EHEC is een specifieke E. coli variant. Van E. coli is bekend dat deze ESBL-positief kunnen zijn. Het is daarom niet vreemd dat een ESBL-positieve EHEC-stam in Duitsland is aangetroffen.
Kunt u aangeven of er een verband bestaat of redelijkerwijze vermoed kan worden tussen EHEC en het gebruik van antibiotica in de veehouderij? Zo ja, welk verband? Zo nee, waarom niet?
Op dit moment zijn er geen aanwijzingen dat er een verband is tussen EHEC en het gebruik van antibiotica in de veehouderij. Dit verband wordt voor andere resistente bacteriën wel vermoed. Om meer zicht te krijgen op de risico’s van het gebruik van antibiotica in de veehouderij voor de volksgezondheid verwachten staatssecretaris Bleker en ik in de zomer een advies van de Gezondheidsraad.
Is het waar dat volgens het RIVM3 de EHEC bacterie altijd afkomstig is uit mest van vee?4 Zo nee, waar kan de bacterie nog meer van afkomstig zijn? Zo ja, kunt u aangeven of er een direct of indirect verband is tussen de EHEC besmettingen en mest uit de veehouderij?
Herkauwende landbouwhuisdieren vormen het belangrijkste dierreservoir van EHEC-bacteriën. Echter, op basis van genetisch onderzoek is gebleken dat de uitbraakstam in Duitsland (O104) geen typische EHEC is maar eigenschappen bevat van zowel EHEC als van een ander type E. coli. Het is op dit moment voor de deskundigen van het RIVM-CIb onduidelijk waar de EHEC-uitbraakstam vandaan komt.
Het bericht dat het Maasstad ziekenhuis heeft gefaald bij de aanpak van een gevaarlijke bacterie |
|
Karen Gerbrands (PVV) |
|
Edith Schippers (minister volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD) |
|
![]() |
Bent u bekend met het artikel «Maasstad Ziekenhuis faalt bij aanpak resistentie»?1
Ja.
Wat is uw reactie op het feit dat door het «niet adequate reageren» van het ziekenhuis inmiddels 34 patiënten besmet zijn geraakt met de gevaarlijke bacterie Klebsiella pneumoniae?
Het is een ingrijpende gebeurtenis wanneer mensen in het ziekenhuis een besmetting oplopen. Wanneer hierbij sprake is van onzorgvuldig handelen is dat extra ingrijpend. Echter, op dit moment is de eerste prioriteit dat het ziekenhuis alle maatregelen treft om verdere verspreiding te voorkomen, zodat de veiligheid van de patiënten geborgd is. Daartoe heeft de IGZ d.d. 20 juli 2011 het Maasstad Ziekenhuis onder verscherpt toezicht gesteld en extra eisen aan het ziekenhuis gesteld zoals het aanstellen van een coördinator, in de vorm van een hoogleraar-arts-microbioloog, om de hygiënemaatregelen en infectiepreventiemaatregelen eenduidig toe te passen in het ziekenhuis. Vervolgens zal nader onderzoek van de IGZ moeten uitwijzen of en in hoeverre er sprake is geweest van «niet adequaat reageren» of «onverantwoordelijk handelen». Naar aanleiding van de uitkomst van het inspectieonderzoek zullen eventueel stappen worden genomen.
Klopt het dat er nog meer patiënten besmet kunnen zijn en dat het probleem veel groter kan zijn dan nu bekend is?
Om meer zicht te krijgen op de toedracht van de besmetting en op de verspreiding ervan vindt op dit moment een uitgebreid onderzoek plaats. Uit het onderzoek blijkt dat 70 patiënten deze bacterie hebben. Gezien het feit dat het onderzoek nog lopende is zou dit aantal nog kunnen veranderen. De uitkomsten van het onderzoek worden in september verwacht. Overigens zijn de meeste patiënten niet ziek, maar alleen drager van het micro-organisme.
Bent u ervan op de hoogte dat verschillende bronnen melden dat de bacterie wellicht al in 2009 of 2008 aanwezig was? Beschikt u inmiddels over de juiste datum van de uitbraak?
De beschikbare data en de gang van zaken rondom de uitbraak worden nog nader onderzocht door de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ), maar het volgende kan ik er vast over zeggen:
Recent onderzoek van het RIVM, UMCU en GGD heeft vastgesteld dat de uitbraak van de Klebsiella pneumoniae (K. pneumoniae) rond 1 juli 2009 is begonnen in het Maasstad Ziekenhuis. De K. pneumoniae is een bacterie die vaker infecties veroorzaakt bij Intensive Care patiënten.
Dit zelfde onderzoek heeft tevens uitgewezen dat het ziekenhuis vanaf oktober 2010 te maken heeft gehad met de aanwezigheid van een speciaal type van de K. pneumoniae, namelijk de Oxa-48 producerende K. pneumoniae. Dit speciale type K. pneumoniae is resistent voor antibiotica uit de carbapenemgroep.
Klopt het dat er een meldingsplicht geldt voor deze bacterie? Zo ja, wat zijn dan de sancties indien dit niet wordt opgevolgd?
Op basis van de Wet publieke gezondheid en de Kwaliteitswet zorginstellingen is er geen meldingsplicht voor deze bacterie als zodanig. Volgens de huidige stand van zaken is dat ook niet nodig. Of er, op grond van artikel 4a lid 2 van de Kwaliteitswet zorginstellingen, sprake is van een te melden calamiteit is onderdeel van het onderzoek van de inspectie.
Deelt u de mening dat het bestuur van het Maasstad ziekenhuis onverantwoordelijk gehandeld heeft? Zo ja, gaat u het bestuur hierop aanspreken?
Zie antwoord vraag 2.
Welke maatregelen gaat u treffen om dit «falen» van het bestuur aan te pakken, zodat dit niet meer voor kan komen?
Zie antwoord vraag 2.
Het bericht "Waterschap verkwist zelf veel water in droge tijd" |
|
Richard de Mos (PVV) |
|
Joop Atsma (staatssecretaris infrastructuur en waterstaat) (CDA) |
|
![]() |
Bent u bekend met het artikel «Waterschap verkwist zelf veel water in droge tijd»?1
Ja, het originele artikel komt uit Cobouw van 27 mei 2011.
Bent u van mening dat in tijden van droogte elk druppeltje zoetwater moet worden gekoesterd en dat het op zijn zachtst gezegd vreemd is dat waterschappen veel water verbruiken bij waterzuiveringen, terwijl dijken op springen staan, boeren soms niet kunnen bewateren en burgers worden opgeroepen hun tuin niet te sproeien? Zo nee, waarom niet?
Ja, ik ben met u van mening dat in droge tijden zorgvuldig met het beschikbare zoetwater moet worden omgegaan. Naar mijn oordeel leveren de waterschappen met de lozing van gezuiverd afvalwater een positieve bijdrage aan de zoetwatervoorraad. Het grootste deel van dit water wordt namelijk geloosd op zoet water en is beschikbaar voor watergebruikers.
Het deelprogramma Zoetwater van Deltaprogramma onderzoekt hoe in de toekomst beter met het beschikbare zoet water kan worden omgegaan. Het gebruik van gezuiverd afvalwater maakt daar onderdeel van uit.
Goede voorbeelden van hergebruik van gezuiverd afvalwater zijn er overigens al. Zo gebruikt het bedrijf Dow Chemical in Terneuzen gezuiverd afvalwater van de inwoners van Terneuzen. Dit water werd voorheen in de Westerschelde geloosd. Op Texel wordt het gezuiverde afvalwater benut om verdroging te bestrijden. Er loopt onderzoek naar meer mogelijkheden. Zo wordt in Delfland onderzocht of afvalwater duurzaam en kosteneffectief kan worden gezuiverd tot gietwater voor de glastuinbouw.
Bent u bereid om zo snel mogelijk serieus te kijken naar het advies van ingenieursbureau DHV, dat stelt dat het technisch eenvoudig is om water in de sloten te pompen en dat dit tevens efficiënter is dan het verhogen van het IJsselmeer met anderhalve meter, teneinde verdere problemen door de droogte het hoofd te bieden? Zo ja, wilt u de Kamer hierover voor de zomer berichten?
Ja, ik neem het advies van DHV serieus. Het hergebruik van afvalwater heeft zoals bij vraag 2 aangegeven de aandacht. Het vormt een van de mogelijke maatregelen. Het is daarbij nodig om ook te kijken naar de kosten (van eventueel extra zuiveren) en baten (van het extra zoet water) van de maatregel. Binnen het Deltaprogramma worden alle mogelijke maatregelen nader onderzocht op maatschappelijke kosten en baten.
Jaarlijks wordt de Tweede Kamer geïnformeerd over de voortgang van het Deltaprogramma. In dat kader zal ik u informeren.
Het vier weken sluiten van spoorknooppunt Zwolle |
|
Arie Slob (CU) |
|
![]() |
Kent u de berichten «Zwolle vier weken dicht»1 en «Station Zwolle gaat volgend jaar vier weken dicht»?2
Ja.
Hoe komt het dat het beveiligingssysteem op station Zwolle zo weinig flexibel is dat er niet aan één spoor gewerkt kan worden, maar dat het hele systeem uitgeschakeld moet worden?
De nu door ProRail voorziene aanpak van werkzaamheden wordt niet veroorzaakt door de inflexilibiliteit van het beveiligingssysteem. ProRail heeft mij geïnformeerd dat zij, in overleg met de betrokken vervoerders, ervoor heeft gekozen dat deze werkzaamheden beter uitgevoerd kunnen worden door middel van één lange buitendienststelling dan door middel van een stapsgewijze aanpak met meerdere korte buitendienststellingen.
Klopt het dat de beveiliging in Zwolle opnieuw opgebouwd gaat worden met sterk verouderde, niet-redundante relaistechniek en dat ProRail deze aanpak ook wil volgen op de knooppunten Enschede, Zutphen, Utrecht en ’s-Hertogenbosch?
De nieuwe beveiligingsinstallatie in Zwolle wordt gebouwd op basis van relaistechniek. Deze techniek is inderdaad al enkele decennia in gebruik, maar niet verouderd. Beveiligingsinstallaties op basis van relaistechniek kunnen binnen kortere tijd gewijzigd worden dan die op basis van elektronische technologie, zijn vaak goedkoper en de instandhouding hiervan kan, in tegenstelling tot elektronische systemen, door meer partijen worden uitgevoerd. Deze installatie is niet redundant uitgevoerd omdat een storing hierin een beperkte impact op de treindienst heeft vanwege het relatief kleine gebied waarop dit betrekking heeft. Bovendien leidt een storing hierin zelden tot uitval van de gehele beveiligingsinstallatie, zoals dat vaak wel het geval is bij elektronische systemen. In mijn brief aan uw Kamer van 11 maart 20113 heb ik een toelichting gegeven over het al dan niet redundant uitvoeren van dergelijke installaties. In de op 12 juli 2010 naar uw Kamer gestuurde maatschappelijke kosten- en baten-analyse over de invoering van ERTMS van Decisio is het onderscheid tussen beveiligingsinstallaties op basis van relaistechniek en van elektronische technologie nader toegelicht4..
Op de knooppunten Enschede, Zutphen, Utrecht en ’s-Hertogenbosch zijn de aard en omvang van de benodigde wijzigingen en de leeftijd van de huidige beveiligingsinstallaties zodanig dat aanpassing van deze bestaande installaties het meest voor de hand ligt.
Waarom wordt er door ProRail tegenwoordig niet meer gekozen voor een moderne redundant uitgevoerde elektronische beveiliging, waarvan de software vooraf «offline» getest is zodat wijzigingen snel, betrouwbaar en veilig uitgevoerd kunnen worden en situaties zoals de wekenlange ongeplande stremming 4 jaar geleden in Almelo worden voorkomen?
In Zwolle worden, voorafgaand aan de lange buitendienststelling in de zomer van 2012, twee nieuwe relaishuizen gebouwd, waarin de beveiligingsinstallatie al zoveel mogelijk wordt «voor gebouwd» en «offline» wordt getest. Zoals in het antwoord op vraag 3 aangegeven kunnen wijzigingen in beveiligingsinstallaties op basis van relaistechniek bovendien binnen kortere tijd worden uitgevoerd dan bij elektronische systemen. De lessen van de uitloop van de indienststelling van het tijdelijke hulpspoor in Almelo in 2007 zijn bij de aanpak van de ombouw van de beveiligingsinstallatie in Zwolle meegenomen.
Deelt u de mening dat de keuze voor nieuwe relaisbeveiliging een forse kapitaalsvernietiging met zich meebrengt omdat dan over enkele jaren alles nóg een keer omgebouwd moet worden naar elektronische beveiliging?
Neen, die mening deel ik niet. Er is geen reden om deze nieuwe relaisbeveiliging binnen enkele jaren om te bouwen naar elektronische beveiliging, en er is dus ook geen sprake van kapitaalsvernietiging daardoor. Zoals in het antwoord op vraag 3 aangegeven zijn beveiligingsinstallaties op basis van relaistechniek bovendien vaak goedkoper dan die op basis van elektronische technologie.
Deelt u de mening dat een toename van de reistijd van en naar het landsdeel noord vanaf Zwolle van één uur of meer, gedurende 4 weken, onacceptabel is?
ProRail en NS hebben mij geïnformeerd dat zij voor de periode van de lange buitendienststelling in de zomer van 2012 een alternatief vervoerplan zullen uitwerken. Bij deze uitwerking worden verschillende partijen betrokken, waaronder (vertegenwoordigers) van de treinreizigers. Daarbij wordt er naar gestreefd om de toename van de reistijd te minimaliseren. Gedacht wordt bijvoorbeeld aan direct busvervoer om Zwolle heen voor doorgaande reizigers.
Kunt u aangeven welke alternatieven er zijn onderzocht voor het sluiten van station Zwolle en waarom deze alternatieven niet zijn gekozen?
Zoals in het antwoord op vraag 2 aangegeven heeft ProRail, in overleg met de betrokken vervoerders, ervoor gekozen dat deze werkzaamheden beter uitgevoerd kunnen worden door middel van één lange buitendienststelling dan door middel van een stapsgewijze aanpak met meerdere korte buitendienststellingen. Naast deze nu gekozen aanpak heeft ProRail samen met de betrokken vervoerders de volgende alternatieven onderzocht:
ProRail en de vervoerders hebben gezamenlijk gekozen voor de nu geplande aanpak vanwege:
Kunt u aangeven waarom er bij Zwolle niet gedacht is aan een tijdelijk nood-kopstation ten oosten van het station ter hoogte van de Deventerstraatweg? Deelt u de mening dat via zo’n noodstation een doorgaande intercity Leeuwarden/Groningen-Zwolle-Deventer-Arnhem kan blijven rijden waardoor busvervoer op de landsdelige hoofdroute vermeden wordt, het reistijdverlies wordt beperkt tot 30 minuten en ook de regiotreinen naar Nijverdal, Emmen en Groningen kunnen blijven rijden? Bent u bereid deze mogelijkheid bij de directies van NS en ProRail onder de aandacht te brengen?
Dit alternatief is door ProRail en de vervoerders overwogen en door hen als minder aantrekkelijk beoordeeld dan de nu gekozen aanpak. De nadelen daarvan zijn:
Is het daarnaast mogelijk om de regionaal al langer ter discussie staande rijtijdverkorting tussen Almelo en Vroomshoop te realiseren zodat reizigers van Mariënberg t/m Emmen tijdens de werkzaamheden zonder reistijdverlies van en naar de Randstad kunnen blijven rijden via Almelo, en daarnaast ook het goederenvervoer van Coevorden en het Noorden kan blijven rijden? Bent u bereid dit regionale project uiterlijk in het voorjaar van 2012 door ProRail te laten realiseren en indien nodig financieel te ondersteunen?
ProRail heeft mij geïnformeerd dat de rijtijdverkorting die tussen Almelo en Vroomshoop gerealiseerd kan worden onvoldoende is om treinreizigers van Mariënberg t/m Emmen zonder reistijdverlies via Almelo in plaats van via Zwolle van en naar de Randstad te laten rijden. Het goederenvervoer van Coevorden en het Noorden blijft bij de huidige aanpak gewaarborgd.
Op basis van bovenstaande zie ik geen reden om ProRail op te dragen dit project uiterlijk in het voorjaar van 2012 te laten realiseren. Besluitvorming hierover zal via de gebruikelijke, daartoe geëigende procedure plaatsvinden.
Is het, uitgaande van een voorspoedig lopend bouw- en testtraject, tevens mogelijk om de Hanzelijn vervroegd te openen tot Kampen Zuid of zelfs tot Zwolle IJsselallee, zodat reizigers uit Kampen eveneens een adequaat vervoersalternatief krijgen?
Op basis van informatie van ProRail kan ik u meedelen dat de huidige planning voor het bouwen en testen van de Hanzelijn, inclusief de daarbij benodigde marges voor het opvangen van onvoorziene risico’s en tegenvallers, geen ruimte biedt voor een dergelijke vervroegde opening.
Een resistente bacterie in het Maasstad Ziekenhuis |
|
Khadija Arib (PvdA) |
|
Edith Schippers (minister volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD) |
|
![]() |
Bent u op de hoogte van het bericht dat het Maasstad Ziekenhuis in Rotterdam al zeven maanden worstelt met de uitbraak van een zeer gevaarlijke en nagenoeg onbehandelbare bacterie, namelijk de Klebsiella pneumoniae?1
Ja.
Klopt het dat momenteel drie van de vier patiënten op de intensive care deze bacterie dragen en er in totaal tenminste 34 patiënten besmet zijn geraakt? Zo nee, wat zijn de werkelijke cijfers?
Omdat de populatie van de Intensive Care dagelijks wisselt, varieert het aantal patiënten met Oxa-48 producerende Klebsiella pneumoniae (K. pneumoniae). Dat maakt deze vraag moeilijk te beantwoorden.
In totaal is deze resistente bacterie tot nu toe bij 70 patiënten aangetoond. Gezien het feit dat het onderzoek nog lopende is zou dit aantal nog kunnen veranderen. De uitkomsten van het onderzoek, uitgevoerd door het Maasstad ziekenhuis met ondersteuning van het RIVM en UMCU, komen in september beschikbaar en zullen helderheid geven over het totaal aantal besmet geraakte patiënten. Overigens zijn de meeste patiënten niet ziek, maar alleen drager van het micro-organisme.
Klopt het dat de microbiologen van het Maasstad Ziekenhuis medio april 2011 geïnformeerd zijn over de besmetting met Klebsiella pneumonaie op de intensive care (ic), maar weinig met deze informatie hebben gedaan? Heeft de GGD Rotterdam pas op 26 mei 2011 bericht ontvangen van het Maasstad? Welke maatregelen neemt GGD Rotterdam momenteel?
De beschikbare data en de gang van zaken rondom de uitbraak worden nog nader onderzocht door de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ), maar het volgende kan ik er vast over zeggen:
Het Maasstad Ziekenhuis is in april 2011 door de collega's van het Slotervaart Ziekenhuis geïnformeerd over de aanwezigheid van de Oxa-48 producerende K. pneumoniae. De bacterie werd aangetroffen bij een patiënt die overgebracht was van het Maasstad Ziekenhuis naar het Slotervaart Ziekenhuis.
Het Maasstad Ziekenhuis is in mei 2011 een intern onderzoek gestart waarbij ze heeft vastgesteld dat meerdere patiënten drager waren van de Oxa-48 producerende K. pneumoniae. Nadat dit was vastgesteld is dit op 26 mei 2011 gemeld bij de GGD Rotterdam.
Hoewel het bij een uitbraak van deze bacterie niet de specifieke taak van de GGD is, heeft de GGD de volgende acties ondernomen: Ze heeft contact gezocht met huisartsen, verpleeghuizen en andere zorgverleners in de omgeving om de situatie te monitoren. Tevens heeft ze de gemeenschap geïnformeerd via de regionale televisie en haar website2 en plaatsgenomen in het outbreakteam van het ziekenhuis. Binnen dit team draagt de GGD zorg voor de belangen van ontslagen patiënten en de gemeenschap in algemene zin.
Klopt het dat de Klebsiella pneumoniae resistent is voor de zwaarste categorie antibiotica, de carbepenem, en er enkel experimentele behandelingen overblijven om de infectie te bestrijden? Hoe effectief zijn deze behandelingen? Wat zijn de gezondheidsgevolgen van deze experimentele zorg voor de patiënt?
Het klopt dat de Oxa-48 producerende K. pneumoniae resistent is voor nagenoeg alle antibiotica, waaronder die uit de carbapenemgroep. Er is echter nog wel een enkel antibioticum over voor behandeling. Er blijven dus niet alleen experimentele behandelingen over. Ik beschik nog niet over de kennis van de effectiviteit en de mogelijke gezondheidsgevolgen van experimentele behandelingen, maar deze behandelingen worden vooralsnog niet toegepast.
Klopt het dat er sinds 2009 al een uitbraak is van Extended Spectrum Beta-lactamase (ESBL) op de ic van het Maasstad Ziekenhuis, maar deze niet is gerapporteerd? Heeft het Maasstad Ziekenhuis nog steeds last van deze ESBL? Hoeveel mensen zijn met deze ESBL besmet geraakt en naar welke plekken in Nederland hebben zij zich verplaatst?
Ja, het klopt dat het Maasstad Ziekenhuis sinds 2009 last heeft van ESBL-producerende bacteriën. ESBL-producerende bacteriën komen in meerdere ziekenhuizen voor. Het is niet gebruikelijk dat aanwezigheid van ESBL-producerende bacteriën wordt gerapporteerd bij de GGD. Indien deze bacteriën worden aangetoond moeten bepaalde (voorzorgs)maatregelen worden genomen om onder andere verdere verspreiding te voorkomen. Deze maatregelen staan beschreven in de richtlijnen van de Werkgroep Infectiepreventie (WIP). De WIP is een samenwerkingsverband van drie wetenschappelijke verenigingen op het gebied van infectiepreventie en ziekenhuishygiëne en maakt richtlijnen op het gebied van infectiepreventie voor de gezondheidszorg. De IGZ ziet toe op het naleven van deze richtlijnen.
Wat is het gevaar voor de volksgezondheid van deze resistente bacteriën in het Maasstad Ziekenhuis? Kunt u de rapportage van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) over het Maasstad Ziekenhuis zo snel mogelijk naar de Kamer sturen?
Een uitbraak met een resistente bacterie in een ziekenhuis is een lokaal probleem. De bestrijding binnen het Maasstad Ziekenhuis van de Oxa-48 producerende K. pneumoniae is in volle gang. Zoals bij vraag 2 gemeld vindt er een uitgebreid onderzoek onder grote groepen patiënten plaats. De uitkomsten van dit onderzoek zullen naar verwachting in september beschikbaar zijn. Zodra ik hierover beschik zal ik deze naar de Kamer zenden.
Bent u op de hoogte van meer uitbraken van resistente bacteriën in Nederlandse zorginstellingen of is het Maasstad Ziekenhuis een uniek geval?
De aanwezigheid van ESBL-producerende bacteriën neemt toe, zo blijkt uit de surveillance van het RIVM. Uitbraken met multiresistente bacteriën komen in meerdere ziekenhuizen voor. De aanwezigheid van de Oxa-48 producerende K. pneumoniaeis wel bijzonder en is slechts een enkele keer eerder voorgekomen in Nederland. Het is de eerste keer dat er sprake is van een uitbraak van de Oxa-48 producerende K. pneumoniae.
Welke maatregelen neemt u om de gezondheidsgevaren van de uitbraak in het Maasstad Ziekenhuis te minimaliseren?
De uitbraak in het Maasstad Ziekenhuis is een lokaal probleem dat om lokale actie vraagt. De verantwoordelijkheid ligt hiervoor in eerste instantie bij het ziekenhuis, met toeziend oog van de inspectie en ondersteuning van het RIVM bij het in kaart brengen en analyseren van deze uitbraak. Tevens heeft de IGZ d.d. 20 juli 2011 het Maasstad Ziekenhuis onder verscherpt toezicht gesteld en extra eisen aan het ziekenhuis gesteld zoals het aanstellen van een coördinator, in de vorm van een hoogleraar-arts-microbioloog, om de hygiënemaatregelen en infectiepreventiemaatregelen eenduidig toe te passen in het ziekenhuis.
Wat kunnen Nederlandse burgers doen om het risico voor hun gezondheid zo klein mogelijk te houden? Zijn er bepaalde gedragsvoorschriften?
De Oxa-48 producerende K. pneumoniae is een bacterie die voor gezonde mensen niet ziekteverwekkend is. Voor gezonde mensen vormt deze bacterie geen gevaar. De bacterie behoort tot de normale darmflora. Alleen als de bacterie buiten de darm in steriele weefsels komt kan dat tot infecties leiden. Dergelijke situaties kunnen in ziekenhuizen voorkomen. Nederlandse burgers kunnen gebruikelijke hygiënemaatregelen in acht nemen.
De controle-actie van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) naar zogenaamde "spook AOW-ers" |
|
Ino van den Besselaar (PVV) |
|
Henk Kamp (minister sociale zaken en werkgelegenheid) (VVD) |
|
![]() |
Bent u bekend met het bericht «Op zoek naar spook-aow’ers»?1
Ja.
De Sociale Verzekeringsbonte (SVB) schat het fraudepercentage met AOW-uitkeringen op 0,36%, zowel in het binnen- als in het buitenland; onderschrijft u dit percentage? Waarop is het gebaseerd?
Het bedoelde percentage van 0,36% betreft niet een «fraudepercentage» maar het door de SVB op basis van een theoretisch model geschatte maximaal resterend misbruikrisico. Dit getal is gebaseerd op het totaal van risicofactoren waar regelingen – in dit geval de AOW – aan onderhevig zijn en de afdekking van die risico’s door verificatie en controlemaatregelen. Het maakt deel uit van een risicoanalyse die ertoe dient om de relatieve verschillen in risico’s binnen en tussen wetten inzichtelijk te maken. Dat helpt bij het zo gericht mogelijk inzetten van handhavingscapaciteit. Waar mogelijk worden aanvullende controle- en handhavingsmaatregelen genomen.
Als grondslag voor het extrapoleren van daadwerkelijk optredende fraude is dit getal ongeschikt. Immers, een berekening die dit als uitgangspunt neemt veronderstelt dat 100% van de rechthebbenden die onder het resterende risico vallen, ook daadwerkelijk misbruik maken (zie ook antwoord op vraag 3).
Waarom is, uitgaande van 0,36% fraude (ruim 100 miljoen euro!), in 2010 slechts een zeer gering gedeelte (7,6 miljoen euro) opgespoord? Wat gaat u doen om deze opsporing te verbeteren?
De suggestie dat slechts een klein deel van optredende fraude wordt opgespoord is niet realistisch. De vergelijking waarop deze aanname is gebaseerd roept een verkeerd beeld op; de begrippen die naast elkaar gezet worden zijn niet van dezelfde orde.
Zoals bij het antwoord op vraag 2 reeds gesteld, is het genoemde percentage geen geschikte grondslag om de daadwerkelijk optredende fraude te berekenen. Er is geen sprake van 0,36% fraude, doch van 0,36% risico op misbruik.
Naast de 7,6 miljoen euro terugvorderingen bij fraude worden uiteraard uitkeringen waarbij fraude wordt geconstateerd ook stopgezet.
Het doel van het handhavingsbeleid van de SVB is het zo effectief en efficiënt mogelijk vergroten van de rechtmatigheid van de uitkeringen door preventie, detectie en sanctioneren van fouten en fraude door klanten. Uit de jaarlijkse Integrale rapportage die het ministerie van SZW naar de Tweede Kamer stuurt blijkt ook dat de SVB een goede handhavingspraktijk heeft ontwikkeld, met op risicoanalyses gebaseerde, gerichte en effectieve controles.
In 2010 werd 7 miljoen euro uitgegeven aan fraudebestrijding; betreft dit alleen de bestrijding van fraude met AOW-uitkeringen? Zo ja, klopt het dan dat de teruggevorderde bedragen onder aftrek van de incassokosten nauwelijks de kosten te dekken?
Nee, de ruim € 7 miljoen die de SVB in 2010 besteedde betreft de handhaving voor alle uitkeringen die zij verstrekt. Daarbij is handhaving een veel breder begrip dan fraudebestrijding. Onder handhaving valt het geheel van preventie, detectie en sanctionering. In de kosten van handhaving worden de kosten van de fysieke controles en onderzoeken in binnen- en buitenland meegenomen, maar ook de kosten van de belangrijkste administratieve processen (zoals bestandskoppelingen en -vergelijking) bij controle op inkomens en samenwonen.
De opbrengst van de handhavingsactiviteiten voor alle wetten die de SVB uitvoert was in 2010 bijna € 14 miljoen aan sancties, terugvorderingen en aangiften. Hierbij geldt dat besparingen die het stopzetten van de lopende uitkering met zich mee brengen buiten beschouwing worden gelaten. De veronderstelling dat de teruggevorderde bedragen de kosten nauwelijks dekken is daarom niet terecht.
Daarnaast voorkomt handhaving misbruik in de toekomst en gaat van deze activiteiten een preventieve werking uit.
Fraude mag niet lonen en dient daarom altijd met kracht bestreden te worden. De solidariteit tussen burgers komt tot uitdrukking in onze sociale verzekeringen en voorzieningen en in het vertrouwen dat we daarvan gebruik maken zoals dat is bedoeld en vastgelegd. Beschamen van dat vertrouwen ondergraaft die maatschappelijke solidariteit én de betaalbaarheid van onze regelingen.
Is het langs de deuren van Nederlandse AOW’ers in het buitenland gaan een effectieve en efficiënte methode om fraude te voorkomen? Zo ja, is Monaco dan de meest gerede plek om aan te doen?
Ja. De SVB verricht sedert 2001 systematisch controleonderzoek in het buitenland. Welke landen en welke klantgroepen worden onderzocht is gebaseerd op voorafgaande risicoanalyses. Deze controles leveren meer op dan ze kosten. Tevens hebben deze controles een preventief effect op de «regelovertreding» van klanten in het buitenland. Doordat bekend is dat wordt gecontroleerd, ook in het buitenland, wordt fraude ontmoedigd.
Hoofddoel van het bezoek aan Monaco was om te komen tot een nadere invulling van de handhavingsafspraken die voortvloeien uit het in 2001 met Monaco afgesloten verdrag in het kader van de wet BEU. Landen waarbij sprake was van een grotere klantconcentratie en mogelijk hoger risico zijn in dit verband eerder bezocht. Aan een dergelijk bezoek is een nulmeting gekoppeld met als doel de rechtmatigheid van de pensioenen en uitkeringen te kunnen beoordelen. Dit is de gebruikelijke praktijk bij landen met een (nieuw) BEU-verdrag.
Het bericht dat gehandicapten zijn bekogeld en bespuugd |
|
Willie Dille (PVV), Lilian Helder (PVV) |
|
![]() |
Bent u bekend met het artikel «Gehandicapten bespuugd en bekogeld»?1
Ja.
Deelt u de mening dat het niet zo kan zijn dat juist de meest kwetsbare mensen de dupe worden van straatterreur in hun eigen leefomgeving?
Ja.
Is er hier sprake van een structureel en/of toenemend probleem? Speelt deze terreur zich ook af in de omgeving van andere (zorg)instellingen?
Ik heb geen aanwijzigingen dat het hier om een probleem gaat waar (zorg)instellingen structureel mee te maken hebben. De incidenten bij de onderhavige gehandicapteninstelling lijken te worden veroorzaakt door een zeer kleine groep jeugdige daders. De politie is bezig met het opsporen van de daders. Omdat in de omgeving van de onderhavige zorginstelling de laatste tijd meer problemen zijn met overlastgevende jeugd zijn naast de politie ook andere instanties betrokken die kunnen bijdragen aan het aanpakken van deze problemen. Tussen de veiligheidscoördinator van de zorginstelling en de politie zijn naar aanleiding van de incidenten afspraken gemaakt om bij nieuwe incidenten snel en doeltreffend te kunnen handelen.
Bent u bereid om de politie ter plaatse aan te sporen om een hoge prioriteit te geven aan het opsporen van deze daders?
Zie antwoord vraag 3.
Wat kunt u doen om de veiligheid van deze kwetsbare groep mensen te waarborgen?
Zie antwoord vraag 3.
Corruptie bij Eurojust |
|
Jeroen Recourt (PvdA) |
|
![]() |
Is het Europese antifraudebureau een onderzoek begonnen naar corruptie binnen Eurojust?1
Voor zover mij bekend is OLAF, het Europees Bureau voor Fraudebestrijding, inderdaad een onderzoek begonnen bij Eurojust. De gang van zaken bij Eurojust en het onderzoek naar eventuele misstanden door OLAF vallen onder verantwoordelijkheid van de Europese Commissie. Ik ben daarom niet in een positie om over deze zaak mededelingen te doen. Ook is het niet aan mij om te oordelen over de vraag of er (voorlopige) maatregelen genomen moeten worden tegen degene(n) tegen wie het onderzoek loopt.
Is het waar dat de hoofdverdachte, hoofd van de afdeling informatiemanagement, niet is geschorst hangende het onderzoek? Begrijpt u de onrust van de werknemers die onder de leiding van het hoofd van de afdeling informatiemanagement moet functioneren? Zo nee, waarom niet?
Zie antwoord vraag 1.
Is het waar dat men bewijsmateriaal eenvoudig zou kunnen laten verdwijnen? Geldt dat ook voor de hoofdverdachte?Zo ja, deelt u dan de mening dat dit zeer zorgwekkend is? Zijn er maatregelen genomen waarmee wordt gegarandeerd dat er geen bewijsmateriaal verdwijnt? Zo nee, waarom niet?
Zie antwoord vraag 1.
Is het waar dat in 2009 de president van Eurojust ontslag heeft genomen omdat hij als aanklager medewerkers onder druk heeft gezet om een corruptieonderzoek naar de premier van Portugal te staken? Waren er andere bezwaren tegen het aanblijven van de president? Zo ja welke?
Mij is bekend dat de voorzitter van Eurojust op 17 december 2009 zijn ontslag heeft ingediend. Eurojust heeft voor zover mij bekend geen officiële mededelingen gedaan omtrent de redenen van dit ontslag. Ik kan uw vraag daarom niet beantwoorden.
Deelt u de mening dat het pijnlijk is dat juist bij een organisatie van misdaadbestrijders corruptie wordt onderzocht? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat kunt u hieraan, al dan niet in samenspraak met uw Europese collega’s, aan doen?
Voor de geloofwaardigheid van en het vertrouwen in het openbaar bestuur is het van groot belang dat degenen die in dienst zijn van de overheid hun werk op integere wijze verrichten, zeker ook als zij werkzaam zijn bij een dienst die de bestrijding van criminaliteit tot taak heeft. Ieder incident dat aan die integriteit afbreuk doet is pijnlijk en valt te betreuren. Ik wijs er echter op dat het onderzoek naar de gang van zaken bij Eurojust nog loopt, en dat op dit moment niet vaststaat dat er sprake is geweest van misstanden. Als de uitkomst van dit onderzoek bekend is kan ik beoordelen of dit aanleiding geeft tot een reactie mijnerzijds, al dan niet in samenspraak met Europese collega’s.
Hulpofficieren van justitie die slechts een taakstraf krijgen aangeboden terwijl ze valsheid in geschrifte plegen |
|
Lilian Helder (PVV) |
|
![]() |
Bent u op de hoogte van het bericht «Taakstraffen voor Limburgse hulpofficieren»?1
Ja.
Klopt het dat het Openbaar Ministerie (OM) in Limburg vier onbevoegde hulpofficieren van justitie wegens valsheid in geschrifte een taakstraf heeft aangeboden? Waaruit bestaat de valsheid in geschrifte?
Ja. Het Openbaar Ministerie heeft mij meegedeeld dat de vier betrokkenen het transactieaanbod hebben geaccepteerd. De valsheid in geschrift heeft hieruit bestaan dat de betreffende politiefunctionarissen in de hoedanigheid van hulpofficier van justitie ambtshandelingen hebben verricht en daarvan processen-verbaal hebben opgemaakt en ondertekend, terwijl zij vanwege het ontbreken van een geldig certificaat niet weer bevoegd waren om als hulpofficier op te treden.
Deelt u de mening dat, gezien het gevolg wat het (evident) strafbare handelen van deze hulpofficieren kan hebben voor een strafzaak en waarvan het gevolg niet is uit te leggen aan slachtoffer en de samenleving, een taakstraf onacceptabel is? Zo nee, waarom niet?
Het bepalen van een straf gebeurt primair aan de hand van de aard en omstandigheden van het strafbare feit en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Het OM is in de zaken van de vier betrokkenen tot de conclusie gekomen dat een transactieaanbod op grond van artikel 74 Wetboek van Strafrecht in de vorm van het verrichten van onbetaalde arbeid een passende en acceptabele afdoening is. Daarbij heeft het OM de gevolgen voor betrokkenen meegewogen van de reeds genomen disciplinaire maatregelen. Gelet op de privacy van de betrokkenen kan ik niet verder in detail treden.
Ik acht de door het OM in deze gemaakte afweging verantwoord.
Hoe gaat u bewerkstelligen dat verlenging van certificaten in de toekomst tijdig plaatsvindt?
Ik verwijs naar de brief die uw Kamer zeer binnenkort zal ontvangen naar aanleiding van de toezegging die ik heb gedaan in antwoord op schriftelijke vragen van het lid Hennis-Plasschaert van uw Kamer (kenmerk 2010Z1705, ingezonden op 18 november 2010).
Welke maatregelen gaat u nemen om te voorkomen dat bewijsmateriaal dat door een onbevoegde hulpofficier, bijvoorbeeld door verlopen certificering, is verzameld, verloren gaat voor strafzaken?
Ik verwijs naar mijn antwoorden op schriftelijke vragen van de leden Marcouch, Recourt en Kuiken van uw Kamer (kenmerk 2010Z17052, ingezonden op 18 november 2010). Het is niet aan mij, maar aan de rechter om in voorkomende gevallen te oordelen over de rechtmatigheid van verkregen bewijsmateriaal en de bruikbaarheid daarvan in een strafzaak.
Pensioentekort voor werknemers in de sociale werkplaats |
|
Roos Vermeij (PvdA) |
|
Paul de Krom (staatssecretaris sociale zaken en werkgelegenheid) (VVD) |
|
![]() |
Hebt u kennisgenomen van het bericht «FNV: pensioen voor werknemer sociale werkplaats in gevaar»?1
Ja.
Kunt u bevestigen dat er zonder bijstorting of premieverhoging sprake zal zijn van een tekort van € 350 miljoen voor het pensioenfonds? Zo nee, over welk bedrag gaat het wel?
Ik kan dat bevestigen noch ontkennen. Aanvullende pensioenen zijn een verantwoordelijkheid van de sociale partners. De financiële positie van een pensioenfonds hangt af van een groot aantal variabelen, waaronder de pensioenregeling en daarin gemaakte afspraken over de pensioenleeftijd, pensioenhoogte, vervroegd uittreden en premiehoogte. Tevens is onder andere van invloed het gevoerde beleggingsbeleid.
Deelt u de mening dat het onwenselijk en niet-solidair is dat mensen met een laag inkomen nauwelijks pensioen opbouwen? Kunt u aangeven welke maatregelen u gaat nemen om iets aan deze ongelijkheid betreft pensioenopbouw te doen en op welke termijn de Kamer deze maatregelen kan verwachten?
Het Nederlandse pensioenstelsel is gebouwd op drie pijlers. De solidariteit met mensen met een laag inkomen loopt primair via de AOW in de eerste pijler. In het pensioenakkoord van 10 juni jongstleden zijn maatregelen aangekondigd die zijn bedoeld voor de bescherming van lagere inkomens met weinig aanvullend pensioen. In het bijzonder gaat het daarbij om een extra verhoging van het AOW-pensioen vanaf 2013 en om de introductie van een extra inkomensafhankelijke ouderenkorting vanaf 2020.
Voor de tweede pijler (collectief georganiseerd pensioen) geldt dat daarin solidariteit wordt vormgegeven tussen de (ex)werknemers die deelnemen in dezelfde pensioenregeling, bijvoorbeeld binnen een bedrijf of bedrijfstak, zoals ook geldt bij de sw-sector.
In dit verband geldt dat de Stichting van de Arbeid (STAR) nadrukkelijk in overweging heeft gegeven aan de sociale partners, de pensioenkoepels Vereniging van Bedrijfstakpensioenfondsen en de Stichting voor Ondernemingspensioenfondsen (thans verenigd in de Pensioenfederatie) en het Verbond van Verzekeraars om pensioenopbouw mogelijk te maken voor mensen die met loondispensatie werken.
Ik onderschrijf de oproep van de STAR tot aanpassing van de pensioenregelingen op dit punt. Het is aan sociale partners in de pensioenfondsen en de andere betrokken partijen om hierover afspraken te maken.
De derde pijler omvat individueel georganiseerde pensioenproducten.
Kunt u aangeven in hoeverre er nog sprake is van premie-inkomsten bij het pensioenfonds Werk en (re)Integratie?
Zie antwoord op vraag 2.
In hoeverre is er ruimte voor premieverhoging, nu het huidige salaris van een wsw’er op het minimum niveau ligt en hierdoor ook de werkgeverslasten zullen stijgen?
Dat kan ik niet aangeven, aanvullende pensioenen zijn een verantwoordelijkheid van de sociale partners. Sociale partners kunnen naast afspraken over de premie ook nadere afspraken maken over de invulling van de pensioenregeling.
In hoeverre vindt u een bijstorting van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een reële optie?
Dat is geen optie. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is geen partij in de pensioenregeling die door PWRI wordt uitgevoerd.
Indien premieverhoging en bijstorting geen reële opties zijn, in hoeverre kunt u de rechten van de huidige Wsw’ers nog respecteren, zoals afgesproken in het regeerakkoord?
Aanvullende pensioenen vallen onder de verantwoordelijkheid van sociale partners.
In hoeverre wordt het huidige pensioentekort verergerd door de voorgenomen afname van het aantal Wsw-plaatsen tot 30 000 en dus ook een navenante afname van premie-inkomsten?
De daling van het werknemersbestand in de Wsw zal zich naar verwachting geleidelijk voltrekken over een periode van ruim dertig jaar. Dat geeft sociale partners de tijd om de pensioenregeling, als dat nodig is, aan te passen aan de nieuwe omstandigheden. Daarnaast merk ik op dat pensioenen worden gefinancierd door middel van kapitaaldekking. Bij een goed financieel beleid heeft het fonds voldoende middelen om de reeds opgebouwde nominale pensioenaanspraken gestand te doen.