Seksueel overschrijdend gedrag bij het ministerie van Buitenlandse Zaken |
|
Kirsten van den Hul (PvdA) |
|
Stef Blok (minister buitenlandse zaken) (VVD) |
|
Bent u bekend met het artikel «Berispte ambtenaar blijft actief in vrouwenrechten»?1
Ja.
Kunt u toelichten welk afwegingskader heeft geleid tot de disciplinaire maatregelen zoals die genomen zijn?
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft de Gedragscode Integriteit BZ, waarin regels met betrekking tot integriteit en omgangsvormen beschreven staan. De zaak is onderzocht door een speciale klachtencommissie. Zes klachten zijn gegrond verklaard. Op basis van de vastgestelde feiten, omstandigheden en context heeft de betrokken ambtenaar een disciplinaire maatregel opgelegd gekregen.
Hoe verklaart u het dat de betrokken organisaties aangeven te hebben geaarzeld bij hun rapportages? Kunt u toelichten hoe dit is meegewogen bij het bepalen van de berisping?
Het is zelden eenvoudig melding te maken van ongewenste omgangsvormen en zeker in het licht dat het om externen gaat, begrijp ik het als betrokken organisaties aangeven aarzelingen te hebben gehad. Bij het bepalen van de disciplinaire maatregelen zijn alle feiten en omstandigheden meegewogen.
Deelt u de mening dat het voor slachtoffers en de maatschappij van belang is om te weten welke disciplinaire maatregelen het Ministerie van Buitenlandse Zaken verbindt aan grensoverschrijdend gedrag? Zo ja, welke mogelijkheden ziet u om de transparantie hieromtrent te bevorderen?
Ik begrijp heel goed dat het voor het rechtsgevoel van betrokkenen van belang is meer inzicht te hebben in de opgelegde sanctie. Daarom laat ik onderzoeken hoe de transparantie over de opvolging van grensoverschrijdend gedrag in de toekomst kan worden vergroot.
Op welke termijn verwacht u dat het Rijksbrede meldpunt voor externe organisaties actief is? Op welke wijze draagt dit meldpunt bij aan meer transparantie?
De inzet van BZ is om zo snel mogelijk een meldpunt voor externe organisaties operationeel te hebben. Voorts zijn de vormgeving en de mogelijkheden voor interdepartementale samenwerking op dit vlak momenteel onderwerp van overleg tussen de departementen. Een dergelijk meldpunt heeft als doel de drempel te verlagen voor externen om melding te maken van grensoverschrijdend gedrag van een ambtenaar. Transparantie wordt versterkt door effectieve communicatie over het meldpunt en de bijbehorende procedures en garanties voor melders.
Het uitzonderen van Nederlanders in het buitenland bij het kiezen van de Eerste Kamer |
|
Monica den Boer (D66), Sjoerd Sjoerdsma (D66) |
|
Kajsa Ollongren (viceminister-president , minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (D66) |
|
Kent u het feit dat in het buitenland woonachtige Nederlanders op dit moment geen invloed hebben op de samenstelling van de Eerste Kamer? Deelt u de mening dat dit onwenselijk is?
In het regeerakkoord staat dat het stemproces wordt aangepast zodat Nederlanders op Bonaire, St. Eustatius, Saba en in het buitenland eenvoudiger hun kiesrecht, ook in relatie tot de verkiezing van de Eerste Kamer, kunnen uitoefenen. In mijn brief van 15 oktober 2018 heb ik uw Kamer meegedeeld dat ik in de komende maanden de opties in kaart ga brengen om Nederlanders die in het buitenland wonen invloed te geven op de samenstelling van de Eerste Kamer. Ik zal daarbij gebruik maken van eerder, in het kader van de regeling voor de openbare lichamen, gemaakte analyses en adviezen. Mijn planning is erop gericht om in het voorjaar van 2019 de Kamer de opties voor te leggen, inclusief de mogelijke (juridische) consequenties daarvan.
Bent u het eens dat actief kiesrecht één van de belangrijkste rechten is die verbonden is aan het staatsburgerschap? Bent u het aldus eens dat elke Nederlander via verkiezingen invloed zou moeten hebben op de samenstelling van de landelijke wetgever, dat wil zeggen de Tweede én de Eerste Kamer? Zo nee, waarom niet?
Zie antwoord vraag 1.
Bent u van mening dat de oorzaak van het feit dat Nederlanders in het buitenland geen invloed kunnen uitoefenen op de samenstelling van de Eerste Kamer, namelijk het getrapte systeem via provinciale staten (Nederlanders in het buitenland wonen immers niet in een provincie), een gegronde reden is? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
Zie antwoord vraag 1.
Bent u bekend met de volgende zin uit het Regeerakkoord: «het stemproces wordt aangepast zodat Nederlanders op Bonaire, St. Eustatius, Saba en in het buitenland eenvoudiger hun kiesrecht, ook in relatie tot de verkiezing van de Eerste Kamer, kunnen uitoefenen»?
Zie antwoord vraag 1.
Is het wetgevende traject voor een eigen Kiescollege van de BES-eilanden inmiddels afgerond?
Ja. Bij wet van 1 november 2017 (Stb. 2017, 426) is de Grondwet gewijzigd en bij Wet van 14 februari 2018 (Stb. 2018, 58), die op 1 augustus jl. in werking is getreden (Stb. 2018, 235), zijn de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de Kieswet gewijzigd, waardoor de kiezers die woonachtig zijn in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 20 maart 2019 voor het eerst kunnen stemmen voor de leden van een kiescollege voor de Eerste Kamer.
Bent u bereid om gevolg te geven aan de eerder genoemde zin in het Regeerakkoord, en u in te zetten voor het optuigen van een «Kiescollege Buitenland» voor het verkiezen van de Eerste Kamer voor Nederlanders in het buitenland? Zo nee, waarom niet?
Zie antwoord vraag 1.
De uitvoering van de motie inzake Magnitsky-sancties |
|
Lilianne Ploumen (PvdA), Martijn van Helvert (CDA), Kees van der Staaij (SGP), Martin van Rooijen (CDA), Joël Voordewind (CU), Bram van Ojik (GL), Tunahan Kuzu (DENK), Sjoerd Sjoerdsma (D66) |
|
Stef Blok (minister buitenlandse zaken) (VVD) |
|
Kunt u zich uw brief van 5 juli 2018 herinneren, waarin u stelde dat u voornemens was tijdens een volgende Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) een concreet voorstel te doen aan uw Europese collega’s inzake een EU-mensenrechtensanctieregime?1
Ja.
Heeft u dit voorstel tijdens een van de afgelopen RBZ's gedaan? Zo ja, welk voorstel heeft u gedaan? Kunt u dit voorstel aan de Kamer doen toekomen? Zo nee, waarom niet?
Tijdens het Gymnich overleg van 30-31 augustus jl. heb ik voorgesteld om in EU kader te gaan werken aan een «EU global human rights sanctions regime» en heb ik dit idee nader toegelicht (ref ook Kamerstuk 21 501-02, nr. 1902 van 5 september jl. en Kamerstuk 32 735, nr. 205 van 5 juli jl.). Een thematisch sanctieregime tegen mensenrechtenschenders zou een waardevolle aanvulling kunnen zijn op het bestaande Europese externe mensenrechteninstrumentarium en de geografische sanctieregimes. Met een dergelijk sanctieregime kan wereldwijd worden ingezet op het instellen van persoonsgerichte sancties tegen mensenrechtenschenders, zoals bijvoorbeeld bevriezing van tegoeden en reisbeperkingen, met als doel hun gedrag te veranderen. Daarnaast kan er een preventief effect van uitgaan richting andere (potentiële) mensenrechtenschenders.
Wat was de reactie ten tijde van de RBZ op het betreffende voorstel?
Van verschillende EU-lidstaten is inmiddels een positieve reactie op dit Nederlandse initiatief ontvangen. Ook hebben enkele lidstaten aanvullende vragen gesteld ten behoeve van hun positiebepaling. Vooralsnog zijn geen uitgesproken negatieve reacties ontvangen.
Welke landen waren positief over het voorstel?
Zie antwoord vraag 3.
Welke landen stonden neutraal tegenover het voorstel?
Zie antwoord vraag 3.
Welke landen waren negatief over het voorstel?
Zie antwoord vraag 3.
Bent u bereid dit najaar, uiterlijk tijdens de RBZ in oktober, het voorstel formeel in te dienen?
Het voorstel om in EU-verband een mensenrechtensanctieregime op te zetten, kan niet als vanzelfsprekend rekenen op steun van alle lidstaten. Een dergelijk voorstel kan alleen worden aangenomen als alle lidstaten instemmen. Door het voorstel formeel te agenderen voordat er voldoende steun voor is, ontstaat het risico dat het voorstel weggestemd wordt. Daarom wordt veel diplomatiek noodzakelijk voorwerk verricht in Den Haag, in Brussel en in Europese hoofdsteden, en breng ik het idee op zowel in bilaterale gesprekken als in EU-verband.
Kunt u zich uw stelling herinneren dat het kabinet grote vraagtekens plaatst bij de doeltreffendheid van het invoeren van een dergelijk sanctieregime op nationaal niveau? Hoe verhoudt deze uitspraak zich tot het feit dat door Canada, de Baltische Staten en Groot-Brittannië – zoals u in uw brief beschrijft – wel dergelijke wetgeving op nationaal niveau is ingevoerd? Waarom acht u een dergelijk sanctieregime op nationaal niveau derhalve niet doeltreffend?
De genoemde sanctieregimes betreffen onder meer reisbeperkingen, al dan niet in samenhang met een bevriezing van tegoeden. In de context van de EU zou een dergelijk sanctieregime op Nederlands niveau weinig effectief zijn omdat het niet doeltreffend te handhaven is. In Schengen is afgesproken dat er geen grenscontroles plaatsvinden tussen de landen die bij Schengen zijn aangesloten. Iemand die op een Nederlandse sanctielijst staat, kan dan nog steeds vrij reizen binnen het Schengengebied en bij afwezigheid van grenscontroles zal het lastig blijken om de feitelijke toegang tot Nederland te voorkomen. Hetzelfde geldt voor een nationale bevriezing van tegoeden. Niets belet de betrokkene om zijn tegoeden in een EU-buurland aan te houden en vandaaruit zijn financiële transacties te doen. Daardoor heeft een nationaal sanctieregime slechts zeer beperkte impact en acht het kabinet het vooralsnog verstandig de inspanningen te blijven richten op een Europees regime. Tot slot dient opgemerkt te worden dat het VK op dit moment slechts de wettelijke basis heeft gecreëerd om een puur nationaal mensenrechtensanctieregime op te zetten maar nog geen daadwerkelijk mensenrechtensanctieregime heeft opgezet.
Bent u het eens dat de door de Kamer aangenomen motie-Omtzigt c.s.2 uitgevoerd dient te worden, te weten dat het kabinet Magnitsky-wetgeving op nationaal niveau voorbereidt indien het niet lukt om tot Europese consensus op dit punt te komen? Zo ja, bent u bereid deze motie uit te voeren en op welke termijn? Zo nee, waarom niet?
Om een effectief sanctieregime tegen mensenrechtenschenders op te zetten is de EU-route nog altijd de beste optie en daar zal ik mij de komende tijd voor blijven inzetten. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken organiseert in november een hoogambtelijke bijeenkomst voor EU-lidstaten en enkele gelijkgezinde landen om het concept van een mensenrechtensanctieregime verder te ontwikkelen en de steun hiervoor binnen de EU verder uit te bouwen. Na deze bijeenkomst zal ik uw Kamer nader informeren over de voortgang op dit onderwerp.
Het bericht ‘Facebook bant foto van twee mannen’ |
|
Lenny Geluk-Poortvliet (CDA) |
|
Ingrid van Engelshoven (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (D66) |
|
Hebt u kennisgenomen van het bericht «Facebook bant foto van twee mannen»?1
Ja.
Klopt het dat een foto van een video-installatie, die te zien was tijdens de expositie «Kwetsbaar Verlangen» in Dordrecht, is geweigerd op Facebook?
Dit klopt. Facebook heeft te kennen gegeven dat dit om een fout ging. Ondertussen is het bericht weer teruggeplaatst.
Deelt u de mening dat het pijnlijk is dat dit zich voordoet met een expositie die juist was georganiseerd als reactie op het recente geweld tegen homo’s in Dordrecht?
Het is jammer dat dit is gebeurd. De vrijheid van kunst is een grote verworvenheid. Kunst heeft ruimte nodig om te kunnen reflecteren op de samenleving en haar burgers. Die vrijheid moet er ook op het internet zijn. Echter, zoals hierboven aangegeven betreft het een fout van Facebook. In de gebruiksrichtlijnen van Facebook wordt aangegeven dat Facebook foto's van schilderijen, beelden of andere kunst die naakte figuren afbeelden toestaat.
Deelt u de mening dat de toenemende maatschappelijke betekenis van sociale media een toenemende maatschappelijke verantwoordelijkheid meebrengt voor de aanbieders, ook ten aanzien van de grondwettelijk gegarandeerde vrijheid van meningsuiting?
De vrijheid van meningsuiting geldt tussen de overheid en burgers. Desalniettemin, hebben bedrijven zoals Facebook een maatschappelijke verantwoordelijkheid. Daarom is het goed dat er maatschappelijke dialoog is over dit onderwerp.
Bent u bereid in gesprek te gaan met Facebook over de vrijheid van meningsuiting in relatie tot het bedrijfsbeleid?
Aangezien het verwijderen van de foto een fout betreft, zie ik geen aanleiding om op dit moment met Facebook het gesprek aan te gaan.
Het rapport 'Opgesloten en uitgezet' van Amnesty International |
|
Maarten Groothuizen (D66), Antje Diertens (D66) |
|
Raymond Knops (staatssecretaris binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA), Mark Harbers (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD) |
|
Heeft u kennisgenomen van het rapport «Opgesloten en uitgezet» van Amnesty International?
Ja
Hoeveel Venezolanen zijn er op dit moment op Curaçao en hoeveel zijn er op Aruba en Bonaire?
Zoals gesteld in het antwoord op de Kamervragen van het lid Bosman (VVD) d.d. 22 mei 20181, hebben de autoriteiten van Aruba gemeld dat er in 2017 bijna 3000 mensen met de Venezolaanse nationaliteit, niet zijnde een dubbele nationaliteit, waren ingeschreven in het bevolkingsregister. In het bevolkingsregister van Curaçao stonden 3832 personen met de Venezolaanse nationaliteit ingeschreven. Op Bonaire is de afdeling Burgerzaken van het Openbaar Lichaam Bonaire verantwoordelijk voor de «Basisadministratie persoonsgegevens». Uit hun gegevens blijkt dat er 751 personen met de Venezolaanse nationaliteit stonden ingeschreven op Bonaire. Concrete gegevens over het aantal illegale Venezolanen op deze eilanden zijn mij niet bekend.
Hoeveel mensen op Curaçao zijn door de VN-Vluchtelingenorganisatie UNHCR geregistreerd? Hoeveel daarvan hebben de Venezolaanse nationaliteit?
UNHCR heeft laten weten dat het aantal door UNHCR op Curaçao geregistreerde personen met de Venezolaanse nationaliteit, inclusief het aantal personen met de Venezolaanse nationaliteit die het voornemen hebben geuit om asiel aan te vragen, neerkomt op een totaal van 679 personen sinds 2014 (stand op 31 december 2017).2 Het gaat daarbij – zo laat UNHCR weten – niet alleen om Venezolanen die officieel zijn geregistreerd in het registratiesysteem van UNHCR, maar ook om personen die het Refugee Status Determination formulier bij de UNHCR hebben ingediend en om personen die anderszins de wens kenbaar hebben gemaakt om asiel aan te vragen, maar die zich nog niet hebben geregistreerd bij UNHCR. De autoriteiten van Curaçao geven aan dat zij – op basis van een lijst die zij hebben ontvangen van UNHCR – uitgaan van 312 personen, waarvan 180 Venezolaan zijn. Het gaat hierbij echter alleen om personen die UNHCR heeft geregistreerd op Curaçao tijdens bezoeken in het laatste kwartaal van 2017.
Hoeveel mensen zijn sinds 2015 vanaf Curaçao hergevestigd door de UNHCR? Hoeveel mensen wachten op hervestiging?
UNHCR geeft aan dat tussen 2015–2018, 11 personen (5 zaken) daadwerkelijk hervestigd zijn vanaf Curaçao. Daarnaast zijn tussen 2015–2017 nog eens 34 personen (19 zaken) voorgedragen voor hervestiging bij derde landen. Bijna al deze voordrachten zijn gedaan in 2016/2017. Op dit moment hebben hervestigingslanden 5 zaken geaccepteerd voor hervestiging. De betreffende personen zullen mogelijk nog dit jaar vertrekken naar het ontvangende land. UNHCR stelt dat er nog diverse zaken in afwachting zijn van verdere afhandeling door de International Organization for Migration (IOM) en/of ontvangende landen.
Klopt het dat de autoriteiten op Curaçao in juli 2017 hebben besloten het registratieproces en de procedure over te nemen van UNHCR?
Zoals beschreven in de Kamerbrief3 van 4 september 2017, als ook gesteld in antwoord op vragen van het lid Bosman (VVD)4 van 22 mei 2018, is de Toelatingsorganisatie van Curaçao sinds juli 2017 verantwoordelijk voor de registratie en doorgeleiding van asielaanvragen richting de UNHCR, een taak die voorheen belegd was bij het Rode Kruis. De asielprocedure zelf, inclusief de rol van UNHCR, is verder ongewijzigd.
Waarom hebben de autoriteiten deze procedure niet gepubliceerd? Hoe beoordeelt u dat?
De autoriteiten van Curaçao hebben aangegeven dat de procedure is gepubliceerd. De procedure staat beschreven op de website van de overheid van Curaçao.5 Daarnaast hebben zij op 21 juni 2018 in een openbare informatiesessie de maatschappij geïnformeerd over de procedure.
Voldoet de procedure die is vastgelegd in het besluit van juli 2017 aan de relevante internationale verdragen? Zo nee, op welke punten niet? Zo ja, kunt u dat toelichten?
De toets op artikel 3 EVRM is een absolute verplichting. Dit betekent dat de autoriteiten van Curaçao altijd de toets op artikel 3 EVRM moeten verrichten als een migrant een verzoek om bescherming indient. In dit verband maakt het niet uit dat de migrant illegaal of legaal Curaçao is ingereisd of al enige tijd (illegaal) verblijft op Curaçao. De bestaande artikel 3 EVRM procedure van Curaçao moet mogelijk worden aangepast, omdat op basis van informatie van de Curaçaose autoriteiten een persoon die al enige tijd (illegaal) in Curaçao verblijft volgens de huidige artikel 3 EVRM procedure geen beroep lijkt te kunnen doen op deze procedure. Hierover worden momenteel, onder andere door JenV, gesprekken gevoerd met Curaçao.
Zijn de autoriteiten op Curaçao, naar uw oordeel, in staat deze procedure correct uit te voeren?
Ja. De Toelatingsorganisatie in Curaçao beoordeelt onder verantwoordelijkheid van de Minister van Justitie van Curaçao de aanvraag en bepaalt of betrokkene in aanmerking komt voor bescherming op grond van een artikel 3 EVRM procedure.
Hoe beoordeelt u de samenwerking tussen Curaçao en de UNHCR? Welke mogelijkheden tot verbetering ziet u?
Hoe beoordeelt u het gegeven dat in de praktijk mensen niet worden geïnformeerd over hun rechtspositie en rechtsmiddelen? Wat kunt u doen teneinde dat te verbeteren?
De rechtszekerheid is een verantwoordelijkheid van het land Curaçao. Het kabinet acht het van belang dat in het kader van goed en deugdelijk bestuur de landen in het Koninkrijk de nodige procedures hebben ingericht zodat zij aan deze normen voldoen.
Klopt het dat een delegatie van de Immigratie en Naturalisatie Dienst, Curaçao heeft bezocht? Wat waren de bevindingen en wat gaat u daarmee doen?
Begin juni 2018 hebben diverse Nederlandse diensten en departementen, waaronder de IND, een werkbezoek gebracht aan Curaçao, gericht op de doorontwikkeling van het Curaçaose migratiebeleid en de processen voor de afhandeling van grotere aantallen migranten. Op verzoek van de Minister van Justitie van Curaçao hebben experts van de IND en het Ministerie van Justitie en Veiligheid in augustus tevens een meerdaags vervolgbezoek gebracht aan Curaçao. Dit bezoek richtte zich op het optimaliseren van de artikel 3 EVRM aanvraagprocedure van Curaçao. Tijdens dit werkbezoek zijn het juridisch kader en de toetsingscriteria inzake artikel 3 EVRM toegelicht en is door Curaçao toegezegd dat zij op basis van deze informatie zullen bezien of bepaalde elementen van de procedure aangepast moeten worden.
Op welke manier ondersteunt Nederland, Curaçao bij het beoordelen van asielverzoeken?
Zie antwoord vraag 11.
Welke rol ziet u voor Nederland, gelet op artikel 46 van het Statuut?
Artikel 46 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden heeft betrekking op het kiesrecht in de landen. Nederland heeft daarbij geen rol.
Bent u bereid onafhankelijk onderzoek te laten verrichten naar de asielprocedure in Curaçao en in hoeverre deze in lijn is met lokale en internationale regelgeving? Zo nee, waarom niet?
De staatkundige verhoudingen binnen het Koninkrijk staan mij niet toe om eenzijdig onderzoek te laten verrichten naar zaken die betrekking hebben op een autonome verantwoordelijkheid van het land Curaçao. Deze bevoegdheid is voorbehouden aan de regering van Curaçao zelf. Wel biedt Nederland reeds op verzoek van de Minister van Justitie van Curaçao ondersteuning bij het verder optimaliseren van de door Curaçao gehanteerde artikel 3 EVRM procedure.
Hoe beoordeelt u de omstandigheden in de SDKK-gevangenis waar Venezolanen in detentie zitten? Zijn deze omstandigheden in overeenstemming met de lokale en de internationale regelgeving?
De sanctietoepassing valt onder de autonome verantwoordelijkheid van het land Curaçao. Verder verwijs ik u kortheidshalve naar het inspectierapport uit 2017 van de Raad voor de Rechtshandhaving met betrekking tot de Penitentiaire inrichting Curaçao.
Welke stappen kunt u nemen teneinde de detentie-omstandigheden onafhankelijk te laten onderzoeken? Bent u daartoe bereid? Zo nee, waarom niet?
Zie de beantwoording bij vraag 14.
Hoe beoordeelt u het gegeven dat kinderen worden gescheiden van hun moeder voorafgaande aan uitzetting? Is dit in overeenstemming met de lokale en de internationale regelgeving? Welke stappen kunt u nemen teneinde dit te verbeteren?
Allereerst wijs ik er op dat migratiebeleid een landsaangelegenheid is. Op basis van de internationale regelgeving is het mogelijk dat kinderen gescheiden worden opgevangen van hun ouders voorafgaande aan uitzetting. De afweging voor het nemen van deze maatregel zal altijd op basis van een individuele beoordeling moeten worden gemaakt.
Hoe beoordeelt u de berichten over ongeoorloofde psychische druk en fysiek geweld? Worden deze incidenten onafhankelijk onderzocht? Zo nee, waarom niet? Welke stappen kunt u zetten teneinde een dergelijk onafhankelijk onderzoek te bewerkstelligen?
Zie de beantwoording bij vraag 14.
Opinie 7/2018 van de Europese databeschermingsautoriteit (EDPS) over het voorstel om vingerafdrukken op ID-kaarten op te nemen |
|
Kees Verhoeven (D66), Monica den Boer (D66) |
|
Raymond Knops (staatssecretaris binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA) |
|
Bent u bekend met Opinie 7/2018 van de Europese databeschermingsautoriteit (EDPS) over het EU-voorstel (2018/0104) over de versterking van de beveiliging van identiteitskaarten door middel van het opnemen van vingerafdrukken?1
Ja.
Deelt u de mening dat gezichtsafbeeldingen en vingerafdrukken beschouwd moeten worden als gevoelige persoonsgegevens en daarom speciale bescherming verdienen?
Ja.
Wat is uw reactie op de conclusie van de EDPS dat het betreffende EU-voorstel niet voldoende rechtvaardigt waarom twee soorten biometrische data (gezichtsafbeelding en vingerafdrukken) op ID-kaarten opgeslagen moeten worden, terwijl het gestelde doel ook met minder indringende middelen bereikt kan worden?
Ik zie daarin steun voor het Nederlandse standpunt in de onderhandelingen om de proportionaliteit van dit onderdeel van het voorstel ter discussie te blijven stellen.
Bent u het met het oordeel van de EDPS eens dat het voorstel een vergaande impact zal hebben op honderden miljoenen Europeanen omdat zij aan de verplichte vingerafdrukeisen zullen worden onderworpen, terwijl veel landen deze vingerafdrukken niet kunnen uitlezen? Zo nee, waarom niet?
De EDPS neemt hetzelfde standpunt in als dat Nederland in de afgelopen periode heeft ingenomen met betrekking tot het opnemen van de vingerafdrukken op identiteitskaarten. Belangrijkste reden is het tot op heden beperkte gebruik van vingerafdrukken in paspoorten bij grenscontroles en de afwezigheid van grenscontroles binnen het Schengengebied vanwege het vrije verkeer van personen en goederen. Net als de EDPS heb ik de proportionaliteit van het opnemen van de vingerafdrukken in relatie tot het beperkte gebruik onder de aandacht gebracht en blijf ik daarvoor aandacht vragen.
Deelt u de mening dat de noodzakelijkheid en proportionaliteit van het verwerken van biometrische data zoals vingerafdrukken in deze context opnieuw tegen het licht zou moeten worden gehouden? Zo nee, waarom niet?
Ja, bij de komende Raadswerkgroep op 14 september zal ik onder verwijzing naar het rapport van het EDPS dit onderwerp opnieuw aan de orde stellen.
Wat is uw reactie op het voorstel van de EDPS dat vanwege het feit dat het beoogde doel van het voorstel niet de noodzaak rechtvaardigt voor de opslag van twee soorten biometrische data, het een alternatief is om alleen de opslag van de gezichtsafbeelding te handhaven en niet de vingerafdrukken?
Tijdens de onderhandelingen in de Raadswerkgroep, en later dit jaar in de Raad van de Europese Unie, zal Nederland blijven wijzen op de proportionaliteit van deze maatregel. Daarbij zal Nederland dan ook verwijzen naar de opinie van de EDPS op dit onderwerp.
Hoe kijkt u aan tegen het opnemen van een specifieke bepaling in de verordening dat lidstaten verplicht zijn de biometrische data die verwerkt zijn direct te verwijderen na het opslaan op de identiteitskaart en dat deze gegevens daarna in geen enkel geval voor andere doeleinden gebruikt mogen worden?
De verordening kent nu al een bepaling met daarin doelbinding voor het gebruik van de biometrische gegevens. Daarbij zijn de landen gebonden aan de grenzen van de verordening en hun nationale wetgeving. Voor het gebruik van de data acht ik die bepalingen met doelbinding voldoende.
De EDPS benadrukt verder dat voorkomen moet worden dat de lidstaten zelf vingerafdrukdatabases gaan ontwikkelen op basis van deze verordening. In de aankomende Raadswerkgroep zal ik specifieke aandacht vragen voor deze observatie van de EDPS.
Kunt u de antwoorden op deze vragen voorafgaand aan het plenaire debat naar aanleiding van het verslag van het algemeen overleg (VAO) Biometrie aan de Kamer doen toekomen?
Ja.
Het bericht dat Maleisische vrouwen stokslagen krijgen omdat zij op vrouwen vallen |
|
Lilianne Ploumen (PvdA) |
|
Stef Blok (minister buitenlandse zaken) (VVD) |
|
Bent u bekend met het bericht Maleisische vrouwen krijgen stokslagen voor «poging tot lesbische seks»?1
Ja.
Wat vindt u ervan dat twee Maleisische vrouwen, ondanks eerdere internationale druk, alsnog stokslagen hebben gekregen omdat zij van elkaar houden?
Het kabinet heeft met zorg en afschuw kennisgenomen van deze strafmaatregel, die is opgelegd door de shariarechtbank van de Maleisische deelstaat Terengganu. Het kabinet beschouwt het geven van stokslagen als een wrede, inhumane en vernederende straf. Dat deze straf wordt opgelegd vanwege een bepaalde seksuele geaardheid veroordeelt het kabinet scherp. Daarom verwelkomt het kabinet de verklaring van de Maleisische premier Mahathir van 5 september jl., waarin de regering van Maleisië afstand neemt van de uitgevoerde strafmaatregel.
Bent u bereid contact op te nemen met uw Maleisische ambtsgenoot om de uitvoering van de straf te veroordelen? Zo ja, op welke wijze gaat u dit doen? Zo nee, waarom niet?
De woordvoerder van Hoge Vertegenwoordiger van de EU Mogherini heeft – mede op Nederlands initiatief – in reactie op de strafuitvoering een verklaring uitgegeven waarin de stokslagen worden veroordeeld en Maleisië wordt opgeroepen de rechten van LHBTI’s te garanderen. Maleisië is gehouden aan internationale mensenrechtenverplichtingen, ook die ten aanzien van de bescherming van LHBTI’s.
Zoals genoemd in het antwoord op vraag 2 heeft de Maleisische regering bij monde van premier Mahathir op 5 september jl. afstand genomen van de uitgevoerde strafmaatregel.
De Nederlandse ambassadeur in Maleisië heeft de kwestie in gesprekken met de autoriteiten en mensenrechtenorganisaties aan de orde gesteld. Ik zal de kwestie bij mijn volgende gesprek met mijn ambtsgenoot Saifuddin Abdullah eveneens aan de orde stellen.
Hoe beoordeelt u de verslechterende mensenrechtensituatie in Maleisië en dan met name die voor lesbische vrouwen, homoseksuele mannen, biseksuelen, transgender- en intersekse personen (LHBTI’ers)?
De positie van de LHBTI-gemeenschap in Maleisië wordt op de voet gevolgd door de Nederlandse ambassade in Kuala Lumpur. Sinds het aantreden van de nieuwe regering afgelopen mei is de discussie hierover in Maleisië meer open geworden. In het algemeen is de persvrijheid verbeterd en zijn mensenrechten hoger op de agenda gekomen. In de nieuwe regeringscoalitie zijn ook vertegenwoordigers van civil society en mensenrechtenorganisaties opgenomen. De federale regering heeft de intentie aangegeven om Maleisië tot alle negen VN-Mensenrechtenverdragen toe te laten treden. Er is ook meer ruimte voor organisaties die zich inzetten voor de rechten van de LHBTI-gemeenschap.
Daar staat tegenover dat een aantal deelstaten, waaronder Terengganu, bestuurd wordt door de conservatieve oppositie. Daar is een beweging zichtbaar richting een meer conservatieve uitleg van de islam, inclusief lijfstraffen en intolerantie jegens de LHBTI-gemeenschap. De shariarechtbanken vallen onder de verantwoordelijkheid van de deelstaten en staan niet onder controle van de federale regering van Maleisië.
Welke mogelijkheden ziet u voor Nederland, ook in EU-verband, om de verslechterende mensenrechtensituatie in Maleisië aan de orde te stellen en Malesiërs die bedreigd worden vanwege hun geaardheid te ondersteunen?
Het kabinet zal de ontwikkelingen op de voet blijven volgen en niet nalaten zorgen over de mensenrechtensituatie, inclusief de positie van LHBTI’s, bij de Maleisische autoriteiten aan de orde te stellen.
Nederland zet zich in internationale fora en in bilaterale relaties stelselmatig in voor de bescherming en bevordering van gelijke rechten van LHBTI’s. Belangrijk onderdeel daarvan, naast de bevordering van sociale acceptatie en het tegengaan van discriminatie en geweld, is de afschaffing van de strafbaarstelling van homoseksualiteit. De Nederlandse ambassade in Kuala Lumpur heeft regelmatig contact met vertegenwoordigers van de LHBTI-gemeenschap en ondersteunt hen waar mogelijk.
De hongerstaking van gedetineerde Rif-activisten in Marokko |
|
Sadet Karabulut , Lilianne Ploumen (PvdA), Bram van Ojik (GL) |
|
Stef Blok (minister buitenlandse zaken) (VVD) |
|
Bent u ermee bekend dat Nasser Zafzafi en andere Rif-activisten een hongerstaking zijn begonnen om daarmee te protesteren tegen onterechte detentie en slechte omstandigheden in de gevangenis? Wat is bekend over de medische toestand van de heer Zafzafi die heeft aangekondigd te zullen hongerstaken tot de dood erop volgt?1
Ja. De heer Nasser Zefzafi is op 30 augustus jl. samen met een medegevangene, de heer Mohamed Haki, een hongerstaking begonnen om gelijke rechten als de andere gevangenen op te eisen, in het bijzonder de beëindiging van zijn eenzame opsluiting. Beiden hebben hun hongerstaking op 6 september jl. beëindigd toen werd tegemoetgekomen aan het merendeel van hun eisen en zij werden overgeplaatst naar een celblok met andere Riffijnse activisten. De heer Zefzafi bevindt zich sindsdien niet langer in een isolatiecel. Volgens de advocaat van de heer Zefzafi is zijn gezondheidstoestand stabiel.
Herinnert u zich de oproep van mensenrechtenorganisatie Amnesty International, die stelt dat Zafzafi en anderen vrijgelaten dienen te worden?2 Welke resultaten heeft uw contact met de Marokkaanse autoriteiten over de detentie van Rif-activisten tot op heden opgeleverd? Is er ook contact geweest met gedetineerden?
Ja. Graag verwijs ik u voor een antwoord op de vraag naar contacten met de Marokkaanse autoriteiten naar mijn brief van 5 september jl. inzake veroordelingen in Marokko in verband met de Rif-protesten. Hierin heb ik een eerste appreciatie gegeven van de rechtsgang en de behandeling van gevangenen. Als aanvulling daarop kan ik u informeren dat de Nederlandse ambassade in Marokko regelmatig contact heeft met de advocaat van de heer Zefzafi en met advocaten van andere gedetineerden. De advocaat van de heer Zefzafi staat in direct contact met de gedetineerden en stelt dat zij in goede gezondheid verkeren en zich in normale detentieomstandigheden bevinden. De Nederlandse ambassade heeft geen contact gezocht met de gedetineerden zelf.
Heeft u inmiddels het vonnis van de heer Zafzafi en anderen bestudeerd, alsmede de omstandigheden in de gevangenissen conform uw toezeggingen tijdens het algemeen overleg over Marokko op 28 juni 2018?3
Graag verwijs ik naar mijn eerder genoemde brief van 5 september jl.4
Bent u bereid nogmaals contact op te nemen met Marokko en aan te dringen op vrijlating en betere behandeling van Zafzafi en andere politieke gevangenen? Zo nee, waarom niet?
Nee. Zoals ik heb aangegeven in eerder genoemde brief, is het nog te vroeg om een definitieve appreciatie te geven over de gehele procesgang aangezien de vonnissen nog niet openbaar zijn gemaakt en het hoger beroep nog moet dienen. Wat betreft de behandeling van de heer Zefzafi en andere politieke gevangenen, beschik ik niet over informatie die een verzoek om betere behandeling zou kunnen ondersteunen. Ook het contact met de advocaat van de heer Zefzafi geeft daar nu geen aanleiding toe.
Het bericht 'Kanada fordert Unterstützung von Maas' |
|
Lilianne Ploumen (PvdA) |
|
Stef Blok (minister buitenlandse zaken) (VVD) |
|
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Kanada fordert Unterstützung von Maas»?1
Ja.
Is er naar uw mening enige vergelijking tussen de druk die nu op Canada wordt uitgeoefend met de druk die in 2017 op Nederland is uitgeoefend door Saoedi-Arabië met betrekking tot het indienen van een resolutie bij de mensenrechtenraad in Genève voor een onafhankelijk onderzoek naar de schendingen van mensenrechten? Zo nee, waarom niet? En zo ja, welk gevolg geeft u aan de samenwerking met Canada destijds nu Canada onder druk wordt gezet?
Het huidige bilaterale geschil tussen Saoedi-Arabië en Canada is van een andere orde dan de contacten tussen Nederland en Saoedi-Arabië vorig jaar tijdens de onderhandelingen in de Mensenrechtenraad over de Jemen-resolutie. Zoals bekend resulteerden die onderhandelingen in overeenstemming over een resolutie die met consensus werd aangenomen, en waarin onder andere werd besloten tot het instellen van een Group of Eminent Experts om onderzoek te doen naar schendingen van internationaal humanitair recht in Jemen.
In het huidige geschil tussen Saoedi-Arabië en Canada heeft Saoedi-Arabië eenzijdig zware beperkingen opgelegd in de bilaterale relatie, vooral vanwege een kritische tweet in het Arabisch door de Canadese ambassade in Riyad. In die tweet werd opgeroepen tot onmiddellijke vrijlating van twee personen, die bij naam werden genoemd. Saoedi-Arabië vond dit een ongeoorloofde inmenging in de interne aangelegenheden en rechtsgang. Het kabinet is van mening dat landen op constructieve en diplomatieke wijze met elkaar moeten kunnen spreken over zaken waarover de meningen verschillen, ook zeker over mensenrechtenkwesties, en dat de reactie van Saoedi-Arabië een dergelijke dialoog niet faciliteert. Het kabinet hoopt dat diplomatieke contacten tussen de beide landen spoedig kunnen zorgen voor een oplossing van het bilaterale geschil.
Is er aan u vanuit Canada een vergelijkbaar verzoek gedaan? Zo ja, welke stappen heeft u daarop ondernomen?
Canada heeft niet een dergelijk verzoek aan Nederland gedaan. Wel is in bilaterale contacten met Canada onderstreept dat Nederland zij-aan-zij staat met Canada bij het adresseren van internationale mensenrechtenkwesties, zoals Jemen. Mede in het licht van het bilaterale geschil tussen Canada en Saoedi-Arabië heeft Nederland zich ingespannen om in Europees verband met Saoedi-Arabië te spreken over de arrestatie van de vrouwenrechtenactivisten (zie ook het antwoord op de vragen 5 tot en met 8). Nederland heeft Canada op de hoogte gehouden van die inspanningen.
Bent u inmiddels door uw Duitse ambtsgenoot benaderd over dit Canadese verzoek? Zo ja, hoe is dit contact verlopen en met welk resultaat?
Nee.
Bent u – gezien het belang dat het kabinet hecht aan mensenrechten in het Nederlandse buitenlandbeleid – bereid zelf contact op te nemen met uw Duitse ambtgenoot om de mogelijkheden te bespreken dit Europees aan te kaarten? Zo nee, waarom niet?
Zoals ook in de beantwoording op eerdere Kamervragen (gesteld door de leden Ploumen, Voordewind, Diks, Van der Staaij, Ten Broeke, Sjoerdsma en Mulder over de arrestatie van opnieuw twee vrouwenrechtenactivisten in Saoedi-Arabië, kenmerk 2018Z14992) is aangegeven heeft Nederland zich in de EU ingezet om tot actie te komen n.a.v. de arrestatie van de vrouwenrechtenactivisten in Saoedi-Arabië, ook na het ontstaan van het geschil tussen Saoedi-Arabië en Canada hierover. Dit heeft geresulteerd in de EU-demarche waarover in de beantwoording van de eerdere Kamervragen is gerapporteerd, waarbij de Europese zorgen aan de Saoedische regering zijn overgebracht.
Welke mogelijkheden ziet u – al dan niet vooruitlopend op een eventueel rechtstreeks verzoek van Canada aan Nederland- om de Nederlandse steun aan Canada in de wereldwijde promotie van mensenrechten en in het bijzonder tegen mensenrechtenschendingen in Saoedi-Arabië openlijk te ondersteunen? Op welke termijn denkt u dit kenbaar te kunnen maken?
Zie antwoord vraag 5.
Indien het niet mogelijk blijkt hier (op korte termijn) brede Europese steun voor te verwerven, zal Nederland dan deel uitmaken van een kopgroep van EU-landen die zich openlijk uitspreekt voor steun aan Canada? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn verwacht u dit te realiseren?
Zie antwoord vraag 5.
Heeft u hierover contact gehad met andere Europese collega's? Zo ja, wat is de uitkomst van deze contacten? Zo nee, op welke termijn denkt u dit te gaan doen?
Zie antwoord vraag 5.
Kunt u het reglement en de statuten van de toekenning van de mensenrechtentulp openbaar maken, zodat duidelijk is hoe de procedure eruit ziet bij een normale prijs en hoe de procedure is die gevolgd is bij deze speciale editie?
De Mensenrechtentulp wordt sinds 2008 uitgereikt aan individuele mensenrechtenverdedigers of -organisaties die op innovatieve wijze de bescherming van de mensenrechten bevorderen. De Mensenrechtentulp is bedoeld om moedige mensenrechtenverdedigers te ondersteunen, hun waardevolle werk zichtbaar te maken en om anderen te inspireren zich ook actief uit te spreken voor mensenrechten.
De selectieprocedure wordt vastgelegd door de uitvoerende partnerorganisatie, welke middels een tender van het Ministerie van Buitenlandse Zaken wordt gecontracteerd. In 2016 en 2017 was Justice & Peace de uitvoerende partnerorganisatie voor de uitreiking van de Mensenrechtentulp.1 In 2014 en 2015 was Hivos de uitvoerende partnerorganisatie.2
De procedure voor de selectie van een winnaar in voorgaande jaren startte met de mogelijkheid voor het publiek om mensenrechtenverdedigers of -organisaties te nomineren. De binnengekomen nominaties werden eerst beoordeeld door de uitvoerende partnerorganisatie en het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Vervolgens werd een brede selectie voorgelegd aan een comité bestaande uit experts op het gebied van mensenrechtenverdedigers en de relevante mensenrechtenthema’s. Hieruit volgde een top-10 die werd voorgelegd aan het publiek via het internet. Via een publieksstemming werden drie publieksfavorieten gekozen. Uit die drie publieksfavorieten koos de Minister van Buitenlandse Zaken de winnaar van de Mensenrechtentulp.
Vanwege het 70-jarig bestaan van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en het 20-jarig bestaan van de VN Verklaring over mensenrechtenverdedigers is dit jaar in plaats van de eerder gehanteerde selectieprocedure gekozen voor een eenmalige speciale editie van de Mensenrechtentulp. De Minister van Buitenlandse Zaken heeft besloten deze speciale editie toe te kennen aan de uitgaande VN Hoge Commissaris voor de Mensenrechtenrechten. Daarnaast heeft de Minister besloten op of rond de internationale dag voor de mensenrechten, op 10 december, enkele lokale Mensenrechtentulpen uit te reiken aan mensenrechtenverdedigers via een aantal deelnemende Nederlandse ambassades.3
Kunt u het proces beschrijven op basis waarvan de speciale prijs dit jaar wordt toegekend aan aan de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten Zeid Ra'ad Al Hussein? Kunt u specifiek ingaan op wie het besluit genomen heeft over de instelling van de speciale editie en over het toekennen van de prijs?
Zie antwoord vraag 1.
Bent u bekend met de zaak van klokkenluider Anders Kompass, die ervoor zorgde dat de Franse autoriteiten op de hoogte werden gesteld van het schandelijk seksueel misbruik van jonge kinderen door onder andere Franse vredessoldaten in de Centraal Afrikaanse Republiek, zodat die Franse autoriteiten een onderzoek konden starten?1 2
Ja, het kabinet is bekend met de zaak Kompass. Het kabinet veroordeelt seksuele uitbuiting en seksueel misbruik (Sexual Exploitation and Abuse, hierna SEA) door VN-personeel ten stelligste en zet zich maximaal in om samen met de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties (SGVN) gevallen van SEA voortvarend en effectief aan te pakken. De kabinetsreactie op het televisieprogramma Zembla van 7 februari 2018 over deze zaak kunt u terugvinden in mijn brief van 17 april 2018 met kenmerk 34 775 V, nr. 74.
Bent u ervan op de hoogte dat veel van deze misbruikte kinderen nog steeds verstoken zijn elementaire hulp?3
De documentaire van Zembla gaf aan dat de ondersteuning door UNICEF voor de slachtoffers van de soldaten van de Multidimensionale Geïntegreerde Stabilisatiemissie van de Verenigde Naties in de Centraal-Afrikaanse Republiek (MINUSCA) achterbleef. De uitzending van Zembla gaf op zeer ingrijpende wijze de verschrikkelijke gevolgen van SEA voor kind-slachtoffers weer.
UNICEF heeft stappen gezet om deze afschuwelijke gevolgen te addresseren en beter hulp te verlenen aan de kwetsbare kinderen die slachtoffer van zijn geworden SEA. Zo werken UNICEF en partners aan de opschaling en monitoring van assistentie aan slachtoffers, waaronder medische hulp, psychosociale zorg, re-integratie in het schoolsysteem, ondersteuning in levensonderhoud en juridische hulpverlening. Binnen de VN-werkgroep ter adressering van SEA hebben UNICEF en de VN afdeling Vredesoperaties (Department of Peacekeeping Operations, DPKO) de opzet van het UN Victim Assistance Protocol geleid, bedoeld om de gezamenlijke VN-aanpak met betrekking tot steun aan slachtoffers van SEA te versterken. Het protocol is in 2017 getest in vier landen en zal verder uitgerold worden in 2018.
Andere maatregelen die UNICEF ondertussen heeft ingevoerd, zijn: verplichte rapportage binnen 24 uur van SEA incidenten naar de uitvoerend directeur; de uitrol van een klachtenbehandelingsmechanisme op gemeenschapsniveau; een versterkte onafhankelijke onderzoekseenheid; en verplichte training in het voorkomen van SEA.
Uitvoerend directeur van UNICEF Henrietta Fore heeft een onafhankelijke, externe evaluatie aangekondigd over de manier waarop UNICEF omgaat met SEA.
SEA is inmiddels onderdeel van de rapportages van de SGVN over MINUSCA. In het meest recente rapport van 18 juni jl. worden vijf nieuwe gevallen gemeld, die nu worden onderzocht door de landen die de betrokken troepen leverden. De missie heeft in samenwerking met UNFPA en UNICEF ook vijf slachtoffers doorverwezen voor specialistische ondersteuning.
Verder werkt MINUSCA samen met een speciale VN taskforce voor SEA en de lokale autoriteiten om de toegang tot klachtprocedure voor burgers te verbeteren en voorlichting te geven over preventie en melding. Het personeel van MINUSCA krijgt ook training voor bewustwording van het risico op SEA, hoe het te melden en hoe te reageren.
Op 26 April jl. informeerde Minister Kaag uw Kamer over het aangepaste beleid van Nederland ter bestrijding van seksueel grensoverschrijdend gedrag bij hulp- en OS-organisaties (Kamerstuk 34 775 XVII, nr 61). Om nieuwe slachtoffers van SEA te voorkomen, heeft Nederland nieuwe afspraken met hulp- en ontwikkelingsorganisaties gemaakt en de procedures en subsidiekaders aangescherpt. Dit zal ook terugkomen in de periodieke gesprekken in de hulp- en ontwikkelingsorganisaties.
Namens Nederland heeft Minister Kaag, samen met like-minded partners, een gezamenlijke brief geschreven aan de SGVN om de urgentie van het voorkomen van SEA te onderstrepen.7 In reactie liet de SGVN weten dat de aanpak van dergelijk gedrag zijn volle aandacht heeft, zowel waar dit speelt binnen VN instellingen als ten aanzien van mogelijke misstanden bij hulpverlenings- en vredesoperaties.
Bent u ervan op de hoogte dat het juist de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten Zeid Ra'ad Al Hussein was die in maart 2015 om het ontslag van Anders Kompass vroeg, omdat het verschijnen van het rapport – over pedofilie door vredessoldaten – een aantal hoge medewerkers van de Verenigde Naties (VN) in verlegenheid gebracht had?4
Ja, het kabinet is op de hoogte van de zaak Kompass en verwijst ter zake naar de reactie op het televisieprogramma van Zembla (Kamerstuk 4 775 V, nr. 74). Het kabinet hecht groot belang aan zorgvuldige omgang met klokkenluiders. Daarom zet het kabinet zich in voor zowel verbetering van de bescherming van klokkenluiders binnen het VN-systeem als voor een verbeterde aanpak van seksuele uitbuiting en seksueel misbruik (zero tolerance beleid), en steunt de additionele maatregelen die sinds de zaak Kompass binnen het VN-systeem zijn genomen.
Bent u ervan op de hoogte dat een extern onderzoekspanel Anders Kompass volledig vrijpleitte van alle blaam?5
Zie antwoord vraag 5.
Bent u ervan op de hoogte dat dat externe onderzoek hard was over de rol van de Hoge Commissaris zelf?6
Zie antwoord vraag 5.
Bent u ervan op de hoogte dat de toenmalige Secretaris-Generaal van de VN, Ban Ki Moon, in juni 2015 aan ons antwoordde dat de uitkomst van dit rapport (dat in december 2015 verscheen) leidend zou zijn voor het handelen van de Verenigde Naties?7
Zie antwoord vraag 5.
Bent u ervan op de hoogte dat de lastercampagne tegen Kompass tot op de dag van vandaag gewoon doorgaat (ondanks het feit dat hij zijn zaak voor het tribunaal won en het rapport hem volledig vrij pleitte), bijvoorbeeld via mails die de voorlichter van de Hoge Commissaris, Rupert Colville, aan de media stuurt?8
Via de brief van Mw. Brown ben ik op de hoogte gesteld van de aantijgingen over het handelen en negatieve woordgebruik van de woordvoerder van OHCHR, Dhr. Rupert Colville, en de klacht die Mw. Brown daarover heeft ingediend bij de OHCHR.
De SGVN heeft destijds, kort nadat de zaak over seksueel misbruik van kinderenaan het licht kwam, reeds opdracht gegeven om deze zaak inhoudelijk grondig te laten onderzoeken door een extern panel. Het onderzoeksrapport concludeerde dat de VN niet adequaat heeft gereageerd op de zaak en constateerde systematische problemen in het VN systeem. Wat betreft de rol van de Hoge Commissaris in de zaak concludeerde het onafhankelijke panel dat zijn handelen niet als machtsmisbruik kan worden gekwalificeerd.13
Op 28 februari 2017 presenteerde de SGVN een rapport over de genomen en lopende initiatieven binnen het VN systeem om seksuele uitbuiting en misbruik te voorkomen en de bescherming van slachtoffers te verbeteren. Hierin wordt ook toegelicht welke maatregelen zijn genomen om de aanbevelingen van het onafhankelijke panel op te volgen.14
Nederland zet zich maximaal in om samen met de SGVN gevallen van SEA voortvarend en effectief aan te pakken. Nederland heeft met het Verenigd Koninkrijk het initiatief genomen voor een gecoördineerde aanpak rond SEA en grensoverschrijdend gedrag in de ontwikkelings- en vredeshandhavingssector, inclusief de VN organisaties. Het doel is beter beleid voor preventie, steviger aanpak van daders en zorg en gerechtigheid voor slachtoffers. Een veilige werkomgeving met ruimte voor kritiek en klokkenluiders is een belangrijke voorwaarde om dit te bereiken.
Daarom steunt het kabinet de inspanningen van de SGVN voor verdere maatregelen om klokkenluiders te beschermen en om vergeldingsmaatregelen tegen klokkenluiders te voorkomen. De SGVN heeft dit tot prioriteit gemaakt als onderdeel van zijn bredere hervormingsagenda. In januari 2017 presenteerde de SGVN een plan waarin de bevoegdheden voor de zogeheten Ethics Office van de VN worden uitgebreid en de onafhankelijke positie binnen de organisatie steviger wordt verankerd. Ook hebben werknemers nu een mogelijkheid om in beroep te gaan tegen beslissingen van de Ethics Office.15
Het kabinet is van mening dat in alle gevallen waarin een klokkenluider misstanden aan het licht brengt, er een onafhankelijk onderzoek moet plaatsvinden waarin alle relevante aspecten worden onderzocht. De zaak van Mw. Reilly is nog aanhangig voor het UN Disciplinary Tribunal. Een goed functionerend meldingsmechanisme, inclusief klokkenluidersbescherming, is onmisbaar voor een adequate reactie op wangedrag of schending van ethische standaarden.
Zoals in de Kamerbrief over maatregelen ter bestrijding van seksueel grensoverschrijdend gedrag bij hulp- en OS-organisaties, d.d. 26 april (uw referentienummer 34 775 XVII, nr. 61) is uiteengezet, zal het integriteitsbeleid, inclusief klokkenluidersregelen, voortaan onderdeel zijn van het Nederlandse beoordelingskader voor ontwikkelingsorganisaties inclusief de VN in verschillende evaluaties. Bij specifieke zaken die onder onze aandacht worden gebracht, zal Nederland, in samenspraak met andere landen, aandringen op een onafhankelijke en evenwichtige behandeling van de zaak en de rapportage hierover nauwgezet volgen.
Hoe beoordeelt u het handelen van de VN en het handelen van de Hoge Commissaris in deze misbruikzaak?
Zie antwoord vraag 9.
Bent u op de hoogte van de klokkenluiderszaak van Emma Reilly, die probeerde te blokkeren dat de Chinezen een lijst met dissidenten toegespeeld kregen (een van de mensen op de lijst werd later opgepakt en overleed in detentie)?
Ja, het kabinet is bekend met de zaak Reilly.
Hoe beoordeelt u het handelen van de VN en de Hoge Commissaris in deze zaak?
De zaak van Mw. Emma Reilly ging over het delen van een lijst met namen van mensenrechtenverdedigers aan de Chinese autoriteiten door staf van de OHCHR. OHCHR heeft deze aantijgingen ten stelligste ontkend.16 De claim van Mw. Reilly over het delen van de lijst en de vermeende tegen haar gerichte represaillemaatregelen binnen OHCHR zijn behandeld door de VN Ethics Office. De Ethics Office heeft vastgesteld dat de claims ongefundeerd zijn er geen vergelding heeft plaatsgevonden door de leiding van de OHCHR tegen Mw. Reilly. Er loopt nog een procedure bij het UN Disciplinary Tribunal. Het kabinet wacht de uitkomst daarvan met belangstelling af.
Heeft u de aan u gerichte brief van Miranda Brown d.d. 27 augustus 2018 ontvangen? Kun u haar een antwoord sturen vóór het uitreiken van de mensenrechtentulp en de Kamer een afschrift van de brief doen toekomen?
Op 28 augustus is de brief van Mw. Miranda Brown d.d. 27 augustus 2018 ontvangen. Op 31 augustus 2018 heeft Mw. Brown een antwoordbrief ontvangen. Aangezien dit een reactie is op een persoonlijke brief van Mw. Brown, voelt het kabinet zich niet vrij om deze reactie openbaar te maken, tenzij zij Mw. Brown dit expliciet aan ons verzoekt.
Was u op de hoogte van de wijze waarop de Hoge Commissaris met de klokkenluider in deze ernstige misbruikzaak omgaat, toen u besloot hem een prijs toe te kennen?
Ja. De rol van de Hoge Commissaris en de manier waarop de zaak is opgepakt binnen de OHCHR en in breder VN-verband was bekend bij het nemen van de beslissing over het toekennen van de prijs.
Vindt u het gepast dat een persoon die zich zo gedragen heeft richting een klokkenluider over ernstig seksueel misbruik van kinderen de hoogste mensenrechtenprijs van Nederland krijgt?
Het besluit om de Mensenrechtentulp 2018 toe te kennen aan Zeid Ra'ad Al Hussein is gebaseerd op zijn persoonlijke betrokkenheid en zijn moedige, onafhankelijke optreden om mensenrechtenverdedigers te steunen tijdens zijn mandaat als VN Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van september 2014 tot en met augustus 2018. Vanwege zijn uitgesproken en kritische houding, staat Zeid Ra'ad Al Hussein symbool voor alle mensenrechtenverdedigers wereldwijd.
De reactie van Hoge Commissaris Zeid Ra'ad Al Hussein op zijn optreden in de zaak van Anders Kompass is opgenomen in de Annex bij het onderzoeksrapport van het onafhankelijke panel, «Taking Action on Sexual Exploitation and Abuse by Peacekeepers, Report of an Independent Review on Sexual Exploitation and Abuse by International Peacekeeping Forces in the Central African Republic».17
Zeid Ra’ad Al Hussein heeft zich gedurende zijn loopbaan buitengewoon verdienstelijk gemaakt voor de aanpak van SEA, ook toen hij nog geen Hoge Commissaris was. Zo was hij als speciaal adviseur van de toenmalige Secretaris-Generaal van de VN in 2005 al verantwoordelijk voor het gezaghebbende «Zeid rapport» met maatregelen tegen SEA.
In bilaterale gesprekken voorafgaande aan de uitreiking van de Mensenrechtentulp zal met Zeid Ra’ad Al Hussein worden teruggeblikt op zijn termijn als Hoge Commissaris. Daarbij zullen zijn verdiensten ter sprake komen als ook de lessons learned. Het is niet aan het kabinet om Zeid Ra’ad Al Hussein zijn excuses over deze specifieke zaak te vragen.
Uiteraard zal het kabinet lopende klokkenluiderszaken bij de VN actief blijven volgen.
Voor de hulp aan de slachtoffers van de misbruikzaak verwijs ik u naar mijn antwoord op vraag 4.
Bent u bereid publiekelijk te vragen of de Hoge Commissaris zich wil verontschuldigen voor zijn gedrag en eraan mee wil werken dat de slachtoffers van deze zaak, jonge kinderen, die voor het leven getekend zijn, noodzakelijke hulp krijgen?
Zie antwoord vraag 15.
Bent u bereid deze vragen een voor een en zeer nauwkeurig te beantwoorden vóór maandag 3 september 2018 12 uur, dus voor de geplande ceremonie?
Het kabinet zal streven naar beantwoording van uw vragen voor de uitreiking van de Mensenrechtentulp.
De arrestatie van Bobi Wine |
|
Lilianne Ploumen (PvdA), Kirsten van den Hul (PvdA) |
|
Stef Blok (minister buitenlandse zaken) (VVD) |
|
Bent u bekend met de berichten «Boosheid over arrestatie en mishandeling van zanger-politicus Bobi Wine»?1 en «Rellen in Oeganda vanwege hernieuwde arrestatie zanger-politicus Bobi Wine – ook internationale popsterren in het geweer»2?
Ja.
Wat is uw oordeel over het oppakken van de politicus Kyagulanyi Ssentamu, ook wel bekend als Bobi Wine, en de afschuwelijke berichten van onder andere Amnesty International dat hij is gemarteld?
Op 13 augustus werden Robert Kyagulanyi (Bobi Wine), en vier andere Ugandese parlementsleden, alsmede enkele journalisten en burgers, gearresteerd in Arua in Noordwest-Uganda. Ik keur hun arrestatie, die plaatsvond zonder duidelijke gronden, en het geweld dat daarmee gepaard ging, zeer af.
Welke mogelijkheden ziet u om druk uit te oefenen op de Oegandese regering om Bobi Wine en politicus Kizza Beisgye onmiddellijk vrij te laten?
Mede op aandringen van Nederland, hebben de in Kampala vertegenwoordigde Europese lidstaten direct in een verklaring hun zorgen over de behandeling van de gearresteerde parlementariërs en journalisten naar voren gebracht en opgeroepen tot een humane behandeling en een eerlijk proces, toegang tot hun advocaten en tot medische verzorging door artsen van hun keuze.
De ambassades hebben deze boodschap eveneens overgebracht in gesprekken met onder andere de Ugandese Minister-President, de Ugandese Minister van Buitenlandse Zaken, de opperrechter van het Ugandese Hooggerechtshof, de voorzitter van de Ugandese Mensenrechten Commissie, maatschappelijke organisaties en oppositieleiders. Een afvaardiging van de EU heeft bovendien Bobi Wine (in detentie) en het eveneens gearresteerde parlementslid Francis Zaake (in het ziekenhuis) bezocht.
Bobi Wine is op 23 augustus vrijgelaten uit de militaire gevangenis in Gulu, maar onmiddellijk weer gearresteerd en op verdenking van hoogverraad voorgeleid aan een civiele rechtbank. Hij is op 27 augustus op borgtocht vrijgelaten. Omdat de aanklacht hoogverraad betreft, zal het Ugandese Hooggerechtshof deze moeten behandelen. Een datum daarvoor is nog niet bekend. Inmiddels is Bobi Wine voor medische behandeling naar de VS gereisd en parlementslid Zaake naar India.
Kizza Besigye en andere oppositieleiders werden op 23 augustus gearresteerd onder het voorwendsel van het voorkomen van onrust. Besigye werd dezelfde dag in de avond weer vrijgelaten.
Heeft u al contact opgenomen met uw Oegandese ambtsgenoot om dit aan de kaak te stellen? Zo ja, hoe is dit contact verlopen? Zo nee, wanneer gaat u dit doen?
De Nederlandse ambassadeur in Kampala heeft gezamenlijk met de andere EU-ambassadeurs contact gezocht met de Ugandese Minister van Buitenlandse Zaken en in een gezamenlijk gesprek met de Minister nogmaals hun zorgen en standpunten geuit. Zie ook het antwoord onder vraag 3.
Deelt u de zorgen over de mensenrechtensituatie in Oeganda en bent u bereid om dit in Europees verband aan de orde te stellen bij de Oegandese regering? Zo ja, op welke wijze wilt u dat doen? Zo nee, waarom niet?
Ik deel de zorgen over de mensenrechtensituatie in Uganda en blijf die in Europees verband aan de orde stellen bij de Ugandese regering.
Het bericht dat het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) opnieuw privégegevens lekt |
|
Bart van Kent |
|
Wouter Koolmees (minister sociale zaken en werkgelegenheid) (D66) |
|
Bent u bekend met het bericht dat Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) privégegevens van 2.400 cliënten uit Noord-Holland op straat heeft laten belanden?1
Ja.
Is de verklaring van de woordvoerder van UWV dat het hier gaat om een menselijke fout, voor u voldoende? Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Het UWV heeft bij mij aangegeven dat het een menselijke fout betrof. Het gaat om het uitnodigen van een geselecteerde groep mensen voor een bijeenkomst via een uitnodiging in de werkmap van de cliënt. De werkmap is een persoonlijke pagina op werk.nl waarmee de cliënt onder meer kan communiceren met het UWV, sollicitaties kan zoeken en een CV kan maken. Bij het klaarzetten van de uitnodiging in de werkmap is het verkeerde bestand gebruikt. Niet de uitnodiging, maar het selectiebestand met de gegevens van personen die uitgenodigd moesten worden is bij 97 mensen in de werkmap geplaatst. Daarbij is het «vier ogen principe», de procedure om de handeling te laten controleren, niet toegepast. Tevens is na de selectie van de doelgroep nagelaten om het bestand op te schonen, zodat gegevens als het Burgerservicenummer (BSN), die niet nodig zijn om een uitnodiging te verzenden, ten onrechte in het selectiebestand zijn blijven staan.
Hoe kan het dat de systemen van UWV zo zijn ingericht, dat door een menselijke fout de privégegevens van 2.400 cliënten zomaar als bijlage verzonden kunnen worden?
Bepaalde onderdelen van het werkproces van het UWV blijven mensenwerk. Voor de communicatie via de werkmap is het soms noodzakelijk dat bepaalde bestanden, zoals uitnodigingen, in de werkmap beschikbaar worden gesteld. Dit is een menselijk handeling die ondersteund wordt door software die het mogelijk maakt om een bericht of bestand naar een groep mensen tegelijkertijd te versturen, een zogenaamd bulkbericht. Het bestand dat foutief beschikbaar is gesteld, betreft het bestand dat deze bulkzending mogelijk maakt.
Heeft UWV in het kader van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) en overige privacywetgeving, de zaken voldoende op orde? Kunt u uw antwoord toelichten?
Zoals ook vermeld in de Stand van Uitvoering (Kamerstuk 26 448, nr. 605) heeft het UWV op vrijwel alle onderdelen van de AVG maatregelen getroffen, zoals het inrichten van een register van verwerkingen en het opstellen van privacy verklaringen. Tevens is er veel aandacht besteed aan het vergroten van het bewustzijn onder medewerkers. Ook is er veel geïnvesteerd in het IT-landschap, bijvoorbeeld het anonimiseren van data en het autorisatiebeheer.
Het aanpassen van bestaande systemen en verwerkingen is complex. De principes van privacy by design en privacy by default zijn verankerd in de bedrijfsprocessen. Bij nieuwe systemen en processen worden deze principes dan ook toegepast. Aanpassing van bestaande systemen is soms slechts ten dele mogelijk en kent een lange doorlooptijd. Daardoor worden er de komende tijd nog veel handelingen door medewerkers van UWV verricht. Dit blijft foutgevoelig. Aandacht voor privacywetgeving is daarom een continu proces waaraan het UWV blijvend werkt.
Kunt u zich de verontwaardiging en zorgen voorstellen van de personen wier privégegevens op straat zijn komen te liggen? Wat kunt u voor hen betekenen?
Cliënten dienen er op te kunnen vertrouwen dat het UWV zorgvuldig met hun gegevens om gaat. Het UWV heeft de getroffenen wiens persoonsgegevens gedeeld zijn, middels een brief oprechte excuses aangeboden. In de brief is opgenomen dat het datalek nooit had mogen plaatsvinden en dat extra maatregelen zijn genomen om soortgelijke fouten in de toekomst te voorkomen. Tevens is aangegeven dat het ten onrechte gedeelde bestand is teruggetrokken, waardoor het niet langer in te zien is. Met de cliënten die het bestand reeds geopend hadden, is telefonisch contact opgenomen om ook lokaal opgeslagen kopieën te laten verwijderen. De verontwaardiging en zorgen van de getroffen personen zijn begrijpelijk. Cliënten kunnen contact opnemen met het UWV voor vragen of een persoonlijk gesprek. Goede nazorg is belangrijk.
Het UWV zal in het tweede kwartaal 2019 een technische maatregel invoeren die het verzenden van bepaalde bestanden, zoals xcel bestanden, onmogelijk maakt. Deze maatregel beperkt het risico op een vergelijkbaar incident aangezien dit soort bestanden dan niet in de werkmap geplaatst kunnen worden. De huidige maatregelen zijn vooral gericht op bewustwording, maar ondanks de inzet die hierop gepleegd is, is het effect van deze maatregelen vooralsnog onvoldoende gebleken. Zodoende heb ik het UWV gevraagd meer technische maatregelen te onderzoeken en te nemen die het menselijk handelen kunnen ondersteunen en het risico op datalekken kunnen verkleinen, zoals extra verificatiestappen, technische blokkades en automatische waarschuwingen. Ik ga met het UWV in overleg over deze mogelijkheden.
Een beperkende factor daarin is het feit dat veranderingen in de ICT-systemen van het UWV complex en tijdrovend zijn. Dit mag geen excuus zijn om geen verbeteringen na te streven, maar betekent wel dat de uitvoering nog enige tijd gevoelig blijft voor menselijke fouten. Daarom verwacht ik ook van het UWV dat zij de bewustwording van haar medewerkers blijft vergroten en dit incident
aangrijpt om het belang van een zorgvuldige omgang met persoonsgegevens en het volgen van procedures, zoals het vier ogen principe, binnen de organisatie te benadrukken en strikter na te leven. Tot slot hanteert UWV een sanctiebeleid waarin passende maatregelen zijn opgenomen voor situaties waarin medewerkers zich bewust niet aan de procedures houden. Dit sanctiebeleid is in 2016 aangescherpt.
Kunt u zich herinneren dat op 22 september 2016 een medewerker van UWV Groningen ook een verkeerde bijlage verzond met daarin de privégegevens van ruim 11.000 cliënten?2
Ja
Kunt u zich voorts nog de brief van uw ambtsvoorganger herinneren waarin is staat: «UWV heeft derhalve acties ondernomen om dit in de toekomst te voorkomen»?3
Zie antwoord vraag 6.
Hoe kan het dat ondanks de toegezegde acties waaronder het onleesbaar maken van bestanden, het op een andere plaats opslaan van bestanden en het verbod op het versturen van bulkberichten, het toch weer fout is gegaan?
Onder verwijzing naar mijn antwoord bij vraag 3, zijn menselijke fouten helaas niet uit te sluiten.
Technische maatregelen kunnen menselijk handelen ondersteunen, maar zijn niet in elke situatie toepasbaar, hebben soms ongewenste bijwerkingen en zijn niet altijd toe te passen in de bestaande systemen van UVW. Zo was het onleesbaar maken van het bestand met persoonsgegevens hier niet toepasbaar, aangezien een deel van dat bestand nodig was om de uitnodiging in de werkmap van de doelgroep te plaatsen. Ook het opslaan van bestanden op een andere plaats reduceert het risico slechts beperkt. Wel had het bestand geschoond moeten worden van gegevens die niet nodig waren voor het uitnodigen van de doelgroep, zoals BSN. Dit had het datalek weliswaar niet voorkomen, maar er waren dan minder gegevens gedeeld. Ik heb daarom met het UWV afgesproken dat hier scherper op wordt toegezien.
Tenslotte is het verbod op bulkberichten opgeheven. Het individueel afhandelen van berichten kost veel tijd, daar elk bericht voor elke individuele cliënt beschikbaar moet worden gesteld. Bovendien neemt de kans op fouten door routinematigheid, zeker bij zeer grote aantallen, alleen maar toe. Bulkberichten zijn veilig, mits de procedures gevolgd worden.
Is het onderzoek naar de toegezegde structurele maatregelen inmiddels afgerond? Zo ja, wat was hiervan de uitkomst? Zo nee, wanneer verwacht u de uitkomst wel?
Het onderzoek is afgerond. De uitkomsten leiden tot een aantal verbetermaatregelen die zich in hoofzaak richten op het verbeteren van de awareness, zoals het opstellen van een richtlijn veilig communiceren, het aanstellen van ambassadeurs veilige communicatie en meer aandacht voor veilige omgang met gegevens in het integriteitsbeleid. Deze maatregelen zijn direct in gang gezet.
Ook heeft het onderzoek één technische maatregel opgeleverd die in het tweede kwartaal 2019 ingevoerd zal worden. Deze maatregel betreft het blokkeren van bepaalde bestanden, zodat deze niet langer aan de werkmap kunnen worden toegevoegd. Tevens wordt de werkwijze in de regiokantoren tegen het licht gehouden.
Wat gaat u doen om er per direct voor te zorgen dat UWV niet voor de derde keer in korte tijd de fout in gaat met het lekken van privégegevens van duizenden cliënten?
Zie het antwoord bij vraag 5.
Het toelatingsbeleid van Turkije |
|
Sadet Karabulut |
|
Stef Blok (minister buitenlandse zaken) (VVD) |
|
Bent u bekend met berichten dat bepaalde burgers uit lidstaten van de Europese Unie (EU) om politieke redenen niet tot Turkije worden toegelaten?1
Het kabinet is bekend met berichten over burgers uit EU-lidstaten die de toegang tot Turkije is geweigerd.
Welk beeld heeft u van de omvang hiervan de afgelopen paar jaar? Is dit (erg) toegenomen in deze periode?
Ik beschik niet over een volledig beeld van de omvang, noch over een eventuele trend. Wanneer een Nederlander aan een grens wordt tegengehouden, is dit in de eerste plaats een interne aangelegenheid waarover de Nederlandse overheid in de regel door de buitenlandse autoriteiten noch door betrokkene zelf wordt geïnformeerd. Incidenteel meldt een Nederlander die niet tot een ander land wordt toegelaten zich bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken met een hulpvraag.
Klopt het dat ook Nederlanders aan de grens zijn teruggestuurd? Om hoeveel mensen gaat dit?
Zie antwoord vraag 2.
Heeft u contact met andere EU-landen die hiermee te maken hebben? Zo ja, wat bespreekt u hierover?
Er is geen sprake van structureel contact met andere EU-landen over dit onderwerp.
Bent u bereid om, bij voorkeur samen met andere EU-landen, het Turkse beleid om mensen om politieke redenen toegang tot het land te weigeren te veroordelen? Zo nee, waarom niet?
Het staat buiten kijf dat een inreisbeperking voor een individu aan wie dit wordt opgelegd, erg vervelend kan zijn. Ieder land heeft echter, met inachtneming van de internationaalrechtelijke verplichtingen, het recht om personen wel of niet toe te laten op grond van de geldende regelgeving van dat land. Een Nederlander die niet tot een ander land wordt toegelaten en direct terugkeert naar Nederland kan besluiten een klacht in te dienen bij de betreffende autoriteiten.
De herleidbare vermelding van het persoonlijke burgerservicenummer (BSN) op de voorzijde van het paspoort. |
|
Harry van der Molen (CDA) |
|
Raymond Knops (staatssecretaris binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA) |
|
Bent u ervan op de hoogte dat het persoonlijke burgerservicenummer (BSN) nog steeds op paspoorten van na 2014 zichtbaar en herleidbaar is in de verzameling gegevens onderaan de kunststof kaart (houderpagina) in het paspoort?
Ja, daarvan ben ik op de hoogte.
Deelt u de mening dat dit nog altijd het risico van identiteitsfraude met zich meebrengt, net zoals bij de vermelding van het BSN in het btw-identificatienummer, en dat de rijksoverheid identiteitsfraude zoveel mogelijk zou moeten voorkomen?
Identiteitsbewijzen bestaan uit een verzameling van persoonsgegevens. De gezamenlijke weergave van die persoonsgegevens draagt van zichzelf een risico op identiteitsfraude met zich mee. Dat geldt ook voor de vermelding van het BSN op het paspoort. Uit meldingen over identiteitsfraude blijkt dat het risico vooral ligt in het combineren van persoonsgegevens (zoals het BSN en naam) met persoonsgegevens uit andere bronnen (zoals bankgegevens); een BSN alleen geeft geen recht op voorzieningen. Ik deel uw mening dat de rijksoverheid zoveel mogelijk moet doen om identiteitsfraude te voorkomen, daar zijn dan ook maatregelen voor genomen.
Geeft u, door het aanbieden van tips tegen identiteitsfraude op de website van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en het uitbrengen van een app waarmee digitaal het BSN op de voorzijde van het paspoort kan worden afgeschermd bij het maken van een kopie, al niet aan dat het huidige paspoort op dit punt te wensen overlaat?
Ook ik heb eerder geconstateerd dat de plaatsing van het BSN op de voorzijde van de houderpagina van het paspoort wellicht anders kan. De huidige plaatsing leidt tot extra handelingen voor de burger; die moet nu steeds het BSN doorstrepen wanneer een kopie van het paspoort moet worden ingeleverd bij een instantie die het BSN niet mag verwerken. Daarom heb ik in de afgelopen periode onderzocht welke oplossingen er zijn om het BSN op de achterzijde van de houderpagina van het paspoort automatisch uitleesbaar te maken en weg te halen uit de machine leesbare strook (MRZ) op de voorzijde van de houderpagina. Gebleken is dat het technisch mogelijk is om het BSN uit de MRZ te halen en automatisch uitleesbaar te maken op de achterzijde van het paspoort. Een dergelijke aanpassing voldoet aan internationaal geldende afspraken die per document gelden. Zie ook antwoord op vraag 4.
De plaatsing van het BSN is echter van belang voor veel instanties die het BSN mogen verwerken en daarom automatisch uitlezen. Het weghalen van het BSN uit de machine leesbare zone heeft grote implicaties voor operationele processen bij deze instanties wanneer er geen alternatief beschikbaar is. Ik ben dan ook al in gesprek met de betrokken instanties over de termijn waarop zij hun processen zodanig kunnen hebben aangepast dat zij ook het BSN geautomatiseerd kunnen uitlezen als dat op de achterzijde van de houderpagina staat vermeld.
Wat zijn de redenen dat het wel mogelijk is gebleken om op identiteitskaarten en op het rijbewijs de gegevens met daarin een herleidbaar BSN uitsluitend op de achterkant te plaatsen en bij het paspoort niet?
Om fouten bij het registreren van het BSN te voorkomen is het BSN opgenomen in de MRZ van identiteitskaarten en paspoorten; het BSN kan daardoor geautomatiseerd verwerkt worden. De plaatsing van de MRZ is gebonden aan internationale afspraken die per document anders zijn. Voor het paspoort gelden afspraken die vastgelegd zijn door de Internationale burgerluchtvaartorganisatie (ICAO). Die afspraken schrijven voor dat de MRZ op de voorzijde van de houderpagina van het paspoort staat, maar verplichten niet de opname van het BSN in de MRZ. Op een identiteitskaart staat de MRZ op de achterkant; bij het rijbewijs ontbreekt het BSN in de MRZ.
Verschillende controlerende instanties (zoals de Politie) hebben hun systemen en processen erop ingericht dat zij het BSN uit de MRZ kunnen uitlezen. Zolang er geen alternatief beschikbaar is, kan het BSN niet uit de MRZ van paspoorten. Het automatisch uitlezen verdient de voorkeur boven handmatig overnemen omdat dit snel en foutloos gebeurt. Daarom is het BSN op paspoorten nu nog steeds zichtbaar op de voorzijde van de houderpagina1.
Bent u bereid bij de eerstvolgende herziening van het paspoort, of zoveel eerder als mogelijk, alle naar een persoonlijk BSN herleidbare gegevens van de voorzijde van het paspoort te verwijderen?
Ja, ik ben voornemens het BSN uit de MRZ te halen en automatisch uitleesbaar te maken op de achterzijde van de houderpagina van paspoorten en identiteitskaarten. Hierdoor is het BSN niet meer aanwezig en kopieerbaar op de voorzijde van de houderpagina van het paspoort. Zoals ik beschreef bij vraag 3 vraagt dit om aanpassing van processen bij instanties die het BSN mogen verwerken. Met die instanties ben ik in gesprek om te bepalen wanneer zij er klaar voor zijn om het BSN op deze wijze te verwerken. Zodra ik meer weet over deze termijn informeer ik uw Kamer daarover.
De onrust in Nicaragua en het hoge aantal burgerdoden bij anti-regeringsprotesten |
|
Raymond de Roon (PVV) |
|
Stef Blok (minister buitenlandse zaken) (VVD) |
|
Bent u bekend met het bericht «Dodental Nicaragua veel hoger dan de regering zegt»?1
Ja, ik ben bekend met dit bericht. Het exacte aantal dodelijke slachtoffers dat is gevallen bij de demonstraties sinds 18 april jl. blijft een schatting, mede door gebrek aan strafrechtelijk onderzoek in Nicaragua. Volgens de laatste schatting van de Inter-Amerikaanse Commissie voor de Mensenrechten (IACHR) staat het dodental op 295; volgens de Asociación Nicaragüense Pro Derechos Humanos (ANPDH), een Nicaraguaanse mensenrechtenorganisatie, zijn er 448 doden gevallen.
Kunt u bevestigen dat er 350 doden zijn gevallen bij de anti-regeringsprotesten in Nicaragua sinds de start daarvan in april?
Zie antwoord vraag 1.
Klopt het dat de politie en paramilitaire groeperingen die onder leiding staan van president Ortega standrechtelijke executies uitvoeren?2
Medewerkers van het kantoor van de Hoge Vertegenwoordiger voor Mensenrechten (OHCHR) in Nicaragua rapporteren over standrechtelijke executies. De woordvoerder van de Verenigde Naties (VN) verwijst hier ook naar in een persverklaring.
Kunt u aangeven in hoeverre de claim van de demonstranten klopt dat president Ortega zijn land op autoritaire wijze leiding geeft?
De manier waarop president Ortega het land bestuurt is zeer zorgelijk. Mensenrechten worden op wijde schaal geschonden en president Ortega onderdrukt zijn bevolking door middel van arbitraire en standrechtelijke executies, marteling en het ontzeggen van het recht op vreedzaam protest en vrijheid van meningsuiting. Hiermee schendt president Ortega fundamentele mensenrechten die ten grondslag liggen aan een goed functionerende democratie.
Bent u bereid om in de VN-Veiligheidsraad het optreden van het regime in Nicaragua te veroordelen en uw zorgen te uiten over de mensenrechtensituatie aldaar?
De zorgen over de situatie in Nicaragua worden internationaal breed gedeeld. Via diverse kanalen wordt druk op president Ortega en zijn regering uitgeoefend om de mensenrechtenschendingen te beëindigen. Internationale organisaties zoals de VN, de OAS en de EU hebben de Nicaraguaanse overheid opgeroepen het geweld tegen demonstranten te stoppen. Nederland heeft in EU-verband een actieve rol gespeeld. De EU zal, net als de OAS en de OHCHR, een bijdrage leveren aan de nationale dialoog. Het kabinet volgt de situatie in Nicaragua nauwlettend en wacht de resultaten van de reeds lopende internationale initiatieven en druk af alvorens agendering van de situatie in Nicaragua in de VN Veiligheidsraad te overwegen.
Nederland is voornemens een onafhankelijke expertmissie van de OAS financieel te steunen. Deze doet onderzoek naar de misstanden in Nicaragua sinds 18 april jl. om straffeloosheid tegen te gaan en een signaal af te geven dat de mensenrechtenschendingen niet onopgemerkt zijn gebleven. Nederland heeft om bilateraal de druk op Nicaragua op te voeren een ontwikkelingsproject waarin sprake was van samenwerking met de Nicaraguaanse overheid met twee maanden opgeschort.
Ziet u mogelijkheden om in internationaal verband de druk op president Ortega op te voeren in een poging verdere burgerslachtoffers, waaronder kinderen, te voorkomen?
Zie antwoord vraag 5.
De bronbescherming van journalisten |
|
Maarten Groothuizen (D66), Joost Sneller (D66) |
|
Ferdinand Grapperhaus (minister justitie en veiligheid) (CDA) |
|
Heeft u kennisgenomen van de artikelen «Openbaar Ministerie luistert journalist af in moordzaak broer kroongetuige»1 en «Ook Rotterdams OM in de fout met journalist»?2
Ja.
Bent u van mening dat het openbaar ministerie (OM) haar interne procedure van verplicht overleg met de parketleiding en vervolgens met het college van procureurs-generaal voldoende heeft geborgd? Zo ja, hoe geldt dat in zaken waarin sprake is van grote spoed? Is de interne procedure dan ook voldoende gewaarborgd?
Ja. Zoals ik in het antwoord op vraag 4 van Kamervragen van de leden Van Oosten en Yesilgöz-Zegerius (beiden VVD), met kenmerk 2018Z13577 heb aangegeven, wordt de Aanwijzing toepassing dwangmiddelen bij journalisten (Hierna: de Aanwijzing) op dit moment aangepast en in lijn gebracht met het aangenomen Wetsvoorstel bronbescherming in strafzaken. In de nieuwe aanwijzing is wederom een procedure opgenomen van verplicht overleg met de parketleiding.
Daarnaast wordt binnen de opleidingstrajecten van het OM, zowel in de leergang voor nieuwe officieren van justitie als in de permanente educatie (nog) meer ruimte gemaakt voor het onderwerp «journalistieke bronbescherming». De procedure zoals opgenomen in de aanwijzing geldt ook in het geval van grote spoed.
Herinnert u zich het mondelinge vragenuur van 12 juni 2018, waarin u aangaf dat het OM maatregelen treft om dit soort incidenten in de toekomst te voorkomen?
Ja.
Welke maatregelen heeft het OM al getroffen? Welke maatregelen gaat het OM nog treffen?
Ik verwijs u naar het antwoord op vraag 2.
Bent u van mening dat het aanscherpen van de aanwijzing voldoende is om dit soort incidenten in de toekomst te voorkomen? Zo nee, welke andere maatregelen gaat u treffen?
Aangezien de Aanwijzing in lijn wordt gebracht met het aangenomen Wetsvoorstel bronbescherming in strafzaken en er in de opleidingstrajecten van het OM meer aandacht wordt besteed aan de journalistieke bronbescherming, zie ik op dit moment geen aanleiding om extra maatregelen te treffen.
Ziet u in de onder vraag 1 genoemde kwesties aanleiding om extra maatregelen te treffen? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?
Zie antwoord vraag 5.
Bent u van mening dat de leiding van het OM voldoende zicht heeft op zaken waarin bronbescherming een rol speelt? Zo nee, hoe komt dat en welke maatregelen gaat u treffen om dat te verbeteren?
Ja.
Welke voorbereidingen treft het OM voor een zorgvuldige uitvoering van het recent aangenomen wetsvoorstel bronbescherming in strafzaken (Kamerstuk 34 032)?
Zoals gezegd is het OM thans doende de Aanwijzing in lijn te brengen met het recent aangenomen Wetsvoorstel bronbescherming in strafzaken.
Bent u van oordeel dat binnen de cultuur van de politie en het OM voldoende begrip bestaat van het belang van bronbescherming en de rol van de journalistiek in een democratische rechtsstaat? Zo ja, hoe verklaart u dan de recente incidenten? Zo nee, welke maatregelen gaat u treffen om de cultuur te veranderen?
Ja. De voorzitter van het College van procureurs-generaal heeft eerder aangegeven bronbescherming van journalisten uiterst belangrijk te vinden. De achtergrond voor de Aanwijzing ligt in het feit dat een journalist op grond van artikel 10 van het EVRM het recht heeft om zijn bronnen te beschermen en dat het overheden in beginsel niet is toegestaan om daarop een inbreuk te maken. De betreffende opname, waarnaar in vraag 11 wordt verwezen, is nooit uitgeluisterd en uiteindelijk na overleg met het College van procureurs-generaal in opdracht van de hoofdofficier van justitie in Amsterdam vernietigd, omdat het OM van oordeel is dat de opname in dit specifieke geval een ontoelaatbare inbreuk was op de bronbescherming van journalisten.
De recente incidenten hebben de aandacht voor bronbescherming van journalisten binnen het OM vergroot. De nieuwe Aanwijzing zal binnen het OM breed worden uitgedragen en in de leergangen van het OM zal nog meer aandacht worden besteed aan dit onderwerp.
Kent u het persbericht van het OM van 4 juli 2018 «Opgenomen gesprek met journalist vernietigd zonder uit te luisteren?3
Ja.
Kunt u de passage «De betreffende opname is, ondanks de opdracht van de rechter commissaris daartoe, nooit uitgeluisterd en uiteindelijk na overleg met het College van procureurs-generaal in opdracht van de hoofdofficier van justitie in Amsterdam vernietigd» nader toelichten?
De betreffende opname is, ondanks de opdracht van de rechter-commissaris daartoe, nooit uitgeluisterd en uiteindelijk na overleg met het College van procureurs-generaal in opdracht van de hoofdofficier van justitie in Amsterdam vernietigd. Voorafgaand aan het bevel ten aanzien van dit middel heeft niet de vereiste interne toetsing plaatsgevonden en het OM was van oordeel dat in dit specifieke geval de opname een ontoelaatbare inbreuk was op de bronbescherming van journalisten.
De niet nagekomen beloftes van de regering van Malta |
|
Martijn van Helvert (CDA), Harry van der Molen (CDA) |
|
Stef Blok (minister buitenlandse zaken) (VVD) |
|
Heeft u kennisgenomen van de commentaren die Jason Macallef, de directeur van culturele hoofdstad Valetta (Malta), gemaakt heeft over de vermoorde journaliste Daphne Caruana Galizia?
Ja.
Heeft u kennisgenomen van het feit dat velen daarop geschokt gereageerd hebben en zijn optreden veroordeeld hebben, waaronder tientallen schrijvers en de Europese Commissie?1 2
Ik heb kennis genomen van deze berichtgeving.
Heeft u gezien dat culturele hoofdstad Leeuwarden Fryslân 2018 daarop veel uitwisselingen heeft afgezegd en Minister Owen Bonnici van Malta beloofde uitleg te komen geven?3
Leeuwarden Fryslân 2018 heeft op 26 april jl. bekend gemaakt voorlopig geen officiële vertegenwoordigers naar Valletta af te vaardigen en geen officiële uitnodigingen naar de organisatie Malta-Valletta2018 te sturen. De projecten binnen het samenwerkingsprogramma Valletta2018 worden blijvend ondersteund. In reactie daarop heeft de Maltese Minister van Cultuur, Owen Bonnici, bekend gemaakt een bezoek aan Friesland te willen brengen.
Heeft u kennis genomen van het feit dat Minister Bonnici helemaal geen uitleg wil geven?
De Maltese Minister van Cultuur, dhr. Owen Bonnici, heeft aangekondigd op korte termijn een bezoek te zullen brengen aan Friesland.
Bent u bereid om contact op te nemen met de regering van Malta en er op aan te dringen dat zij wel publiek en meer specifiek Leeuwarden Fryslân opheldering verschaffing?
Ik verwijs naar het antwoord op vraag 4.
Heeft u kennisgenomen van het feit dat drie leden van het Europees parlement onderzoek gedaan hebben en dat hun conclusies over het onderzoek schokkend zijn? Namelijk: «The investigation on the assassination of Daphne Caruana Galizia is stalling».4
Ik heb kennisgenomen van de bevindingen van de delegatie van drie Europarlementariërs, Mw. Ana Gomes, Mr. Sven Giegold en Mr. David Casa, aan Malta.
Heeft u kennisgenomen van het bericht dat Europol van mening is dat er ruimte is voor verbetering in de samenwerking bij het onderzoek?5
Ja.
Kunt u aangeven welke rol de Nederlandse politie en forensische experts gespeeld hebben bij het onderzoek? Hoe lang zijn zij in Malta geweest en hoe lang hebben zij aan de zaak gewerkt?6
Op verzoek van de Maltese autoriteiten is door het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) assistentie verleend aan de Maltese politie bij hun onderzoek naar de moord. Dit verzoek is gebaseerd op een Memorandum van Overeenstemming uit 2016 tussen het Nederlandse Ministerie van Justitie en Veiligheid en het Maltese Ministerie van Sociale Dialoog, Consumentenzaken en Burgervrijheden op het terrein van forensische samenwerking. Het team, bestaande uit de drie forensisch deskundigen van het NFI en de forensisch deskundige van de politie, is op donderdag 19 oktober 2017 afgereisd naar Malta en is op zondag 22 oktober 2017 huiswaarts gekeerd. De sporen die het NFI heeft ontvangen, en die mogelijk resten van het gebruikte explosief bevatten, zijn onderzocht en geanalyseerd door het NFI. Het NFI werkte drie weken aan dit explosievenonderzoek, inclusief rapportage. De conservering van een item ten behoeve van digitaal onderzoek duurde vier dagen, inclusief rapportage.
Welke acties onderneemt u, als Nederland of in Europees verband, om er bij Malta op aan te dringen dat de onderste steen boven komt en degenen die opdracht gegeven hebben voor deze aanslag worden gestraft?
De Maltese autoriteiten zijn verantwoordelijk voor het onderzoek naar de moord op journaliste Daphne Caruana Galizia en het opsporen en berechten van de daders. In Europees verband worden de Maltese autoriteiten daar ook op gewezen, onder andere door Commisaris Jourova tijdens haar bezoek aan Malta op 15 juni jl. (zie ook: http://europa.eu/rapid/press-release_SPEECH-18–4182_en.htm). Daarnaast is er in het kader van de Raad van Europa veel aandacht voor deze zaak. In bilateraal kader heeft Nederland het belang van het oplossen van de moord aan de orde gesteld.
Kunt u deze vragen één voor één en binnen drie weken beantwoorden?
Ja.
Het vertrek van de Verenigde Staten uit de VN-Mensenrechtenraad |
|
Kees van der Staaij (SGP), Joël Voordewind (CU), Raymond de Roon (PVV) |
|
Stef Blok (minister buitenlandse zaken) (VVD) |
|
Kent u het bericht «U.S. withdraws from U.N. Human Rights Council over perceived bias against Israel»?1
Ja.
Hoe waardeert u de achterliggende kritiek van de Verenigde Staten (VS) op de VN-Mensenrechtenraad als een organisatie die vooringenomen kritisch is jegens Israël en notoire mensenrechtenschenders als lid toelaat?
Het kabinet is van mening dat de Mensenrechtenraad een zeer relevant VN-orgaan is waarin belangrijke resultaten zijn geboekt. Wel vindt het kabinet dat de Mensenrechtenraad niet zonder tekortkomingen is en zou moeten worden versterkt en hervormd. Dat heeft onder meer betrekking op het permanente agendapunt 7 van de Mensenrechtenraad: «human rights situation in Palestine and other occupied Arab territories.» Net als de VS zijn Nederland en de EU ongelukkig met dit agendapunt en zijn zij van mening dat de mensenrechtensituatie in de bezette gebieden op eenzelfde manier zou moeten worden behandeld als andere landensituaties, onder het agendapunt 4, waar alle landenspecifieke situaties worden besproken. Een ander kritiekpunt dat Nederland met de VS deelt is de kwaliteit en geloofwaardigheid van het lidmaatschap van de Mensenrechtenraad.
Nederland heeft zich het afgelopen jaar, samen met gelijkgezinde landen zoals de VS, actief ingezet voor hervorming. Mede als gevolg van deze inspanningen is er meer aandacht dan voorheen van lidstaten voor maatregelen met betrekking tot het efficiënter functioneren van de Raad. Ook staat de kwaliteit van het lidmaatschap hoger op de agenda. Nederland zal de komende tijd blijven inzetten op hervormingen. Dit zal tijd kosten, omdat hervorming van de Mensenrechtenraad breed draagvlak vereist onder alle VN-lidstaten.
Beaamt u dat mensenrechten op deze manier niet bevorderd, maar veeleer ondermijnd worden?
Het kabinet deelt deze mening niet. De Mensenrechtenraad is een relevant en belangrijk VN-orgaan waar Nederland zich actief inzet voor het beschermen en bevorderen van mensenrechten en individuele vrijheden wereldwijd. Nederland werkt hierin samen in verschillende coalities. Ondanks de tegenstand van niet-gelijkgezinde landen is de Mensenrechtenraad in staat belangrijke resoluties aan te nemen over onder andere de vrijheid van godsdienst, de vrijheid van meningsuiting, gelijke rechten voor vrouwen en LGBTI. Ook stelt de Raad onderzoekscommissies in en spreekt het landen hard aan op schendingen van mensenrechten, zoals in Zuid-Sudan, Syrië, Jemen, DPRK en Myanmar.
Beaamt u dat lidmaatschap van de VN-Mensenrechtenraad, met als reden het behoud van invloed en inspraak tegenover lidstaten die als notoire mensenrechtenschenders bekend staan, ook bij kan dragen aan het legitimeren van ongeloofwaardig en eenzijdig mensenrechtenbeleid?
Zie antwoord vraag 3.
Wat is door de VS, Nederland en andere (voormalig) leden van dit VN-orgaan gedaan om genoemde tekortkomingen van de VN-Mensenrechtenraad te beëindigen?
Om de kwaliteit van het lidmaatschap te verbeteren, heeft Nederland er in de Mensenrechtenraad voor gepleit dat kandidaat-leden de inzet van hun lidmaatschap presenteren en onderbouwen voordat de verkiezingen plaatsvinden. Verder stimuleert Nederland (constructieve) landen zich te kandideren, om de keuze tussen potentiële leden te vergroten.
De Nederlandse inzet is er verder op gericht disproportionele aandacht voor een land binnen de VN te voorkomen, door als EU principieel stelling te nemen tegen agendapunt 7 van de Mensenrechtenraad en door een kritische opstelling bij onderhandelingen over deze resoluties, zoals aangegeven in reactie op Kamervragen over het Nederlandse stemgedrag in VN-fora (Kamervragen van de leden Voordewind, Ten Broeke en Van Helvert, d.d. 19 januari 2018, Aanhangsel van de Handelingen, vergaderjaar 2017–218, aanhangselnummer 915).
Welke stappen overweegt Nederland naar aanleiding van de beslissing van de VS? Bent u bereid om de VS, ook in VN-verband, bij te vallen, en de opportuniteit van een mogelijk toekomstig Nederlands lidmaatschap van de VN-Mensenrechtenraad te heroverwegen?
Het kabinet zal zich actief blijven inzetten voor de bescherming en bevordering van de mensenrechten wereldwijd. De Mensenrechtenraad is daarbij een belangrijk instrument. Daarom heeft Nederland zich kandidaat gesteld voor de Mensenrechtenraad voor de periode 2020–2022. Het kabinet wil zichzelf niet buiten spel zetten, maar wil juist in gesprek blijven in de Mensenrechtenraad, ook met de moeilijke landen.
Een Turks Festival in Arnhem dat een manifestatie is van de Turkse extreemrechtse Partij van de Nationalistische Beweging |
|
Jasper van Dijk |
|
Wouter Koolmees (minister sociale zaken en werkgelegenheid) (D66) |
|
Kent u het bericht dat het Turks Festival in Arnhem geen onschuldig «cultureel en muzikaal evenement» is, maar een manifestatie van de Turkse Federatie Nederland (TFN), een bolwerk van de Turkse extreemrechtse Partij van de Nationalistische Beweging (MHP)?1 Wat is uw reactie daarop?
Ja.
De Nederlandse samenleving is veerkrachtig en biedt ruimte voor een grote diversiteit van beschouwingen, opvattingen, waardepatronen en leefstijlen. Deze vrijheid is er voor iedereen, ook voor mensen die meningen uiten die sommigen van ons misschien onwenselijk of zelfs schokkend vinden. Het kabinet is zich ervan bewust dat de TFN en MHP bekend staan om hun (nationalistische) gedachtegoed. Het festival is een terugkerend initiatief van een lokale organisatie uit Arnhem die op woensdag 20 juni 2018 tijdens de gemeenteraadsvergadering van de gemeente Arnhem heeft verklaard geen directe banden te hebben met andere organisaties.
Is het waar dat de lokale autoriteiten dit jaar al wel op de hoogte zijn van de te verwachten aanwezigheid van de Grijze Wolven? Zo ja, wat is uw advies aan de gemeente Arnhem hieromtrent?
De gemeente Arnhem heeft aangegeven dat een vergunning is aangevraagd en verleend voor een jaarlijks Turks cultureel festival. Een directe link met de Grijze Wolven is niet bij de gemeente bekend. In 2016 is vastgesteld dat enkele personen tijdens het evenement een gebaar maakten dat geassocieerd wordt met de Grijze Wolven. In 2017 zijn daar geen waarnemingen van gedaan. Het is aan de gemeente Arnhem zelf om te bepalen of zij willen meewerken aan een multicultureel evenement in hun gemeente.
Wat heeft het gesprek, dat burgemeester Marcouch heeft aangegeven te voeren, over het «nationalistische karakter» van het festival opgeleverd?2
De gemeente heeft meerdere gesprekken gevoerd met de organisatie van het Turkse festival. In deze gesprekken is het mogelijke nationalistische karakter van het evenement aan de orde gesteld en is benadrukt dat het hoogst onwenselijk is als de organisatie gedragingen tolereert die ontwrichtend zijn, onverdraagzaamheid bevorderen en de integratie van bevolkingsgroepen tegenwerken. Het Turkse festival moet volgens de gemeente vooral de integratie bevorderen en moet een feest zijn voor alle Arnhemmers. De organisatie is gevraagd om af te zien van eventuele controversiële programmaonderdelen. De organisatie gaf aan deze uitgangspunten te onderschrijven.
Acht u het wenselijk dat als slot- en hoofdact voor het festival een zanger (Ozan Manas) uit Turkije is uitgenodigd die bekend is om zijn nationalistische en haatzaaiende liederen, zoals het tegen Armeniers gerichte: «Jullie die een oog hebben op de Ararat en Nagorno-Karabach Jullie die mijn opa en oma hebben afgeslacht en doen baden in bloed Jullie die zich sterken met de leugen van de genocide Wij hebben nog een rekening te vereffenen met jullie Wij luisteren niet naar het kraken van de steen van het geduld Of we leggen jullie het eeuwige zwijgen op of we laten jullie bloed ophoesten»?3 Kunt u hier een toelichting op geven?
De organisatie van het festival heeft verklaard dat de Turkse zanger Ozan Manas niet zal komen.
Indien er sprake is van strafbare feiten in woord of gedragingen, is de politie daar alert op en zal daar tegen worden opgetreden. De beoordeling of er sprake is van stafbare feiten ligt bij het Openbaar Ministerie. De burgemeester treedt op bij verstoringen van de openbare orde.
Bent u bereid bij de burgemeester van Arnhem na te vragen of deze zal optreden als dergelijke teksten worden gebezigd? Zo nee, waarom niet?
Zie antwoord vraag 4.
Bent u bekend met de antwoorden op Kamervragen uit 2016, waarin wordt geschreven dat het om enkele personen zou gaan die de Grijze Wolven Groet brachten? Bent u van mening dat dit een correcte weergave van de werkelijkheid was? Zo nee, hoe zou u de situatie nu omschrijven?4
Ja. De gemeente heeft verklaard dat het een correcte weergave van de werkelijkheid betrof.
Bent u bekend met het feit dat in dezelfde antwoorden geen inhoudelijk antwoord wordt gegeven op de vraag: «Vindt u het acceptabel dat Grijze Wolven zich openlijk manifesteren tijdens een optocht door Arnhem»? Wilt u deze vraag met ja of nee beantwoorden en hier een toelichting op geven?
Nee.
Wanneer het kabinet constateert dat de grenzen van de rechtsstaat overschreden worden, dan wel dat de participatie van Nederlanders met een migratie-achtergrond belemmerd wordt of spanningen binnen of tussen bevolkingsgroepen in Nederland ontstaan, zal het via de daartoe geëigende kanalen actie ondernemen.
Deelt u de mening dat een festival zoals het geplande festival in Arnhem de integratie niet bevordert?
Op basis van de duiding van gemeente Arnhem, zijn er tot nu toe geen aanwijzingen dat het Turkse festival een anti-integratieve werking zou hebben. De gemeente Arnhem wil immers niet meewerken aan welke vorm van polarisering dan ook. Wanneer gemeente Arnhem constateert dat het evenement de participatie van Nederlanders met een migratie-achtergrond belemmert, zal het niet aarzelen verdere actie te ondernemen.
Bent u bereid deze vragen te beantwoorden voor 22 juni 2018?
Dat is mij helaas net niet gelukt.
Het bericht dat president Erdogan de Turkse Nederlanders per brief oproept om op zijn partij te stemmen |
|
Jasper van Dijk |
|
Wouter Koolmees (minister sociale zaken en werkgelegenheid) (D66), Kajsa Ollongren (viceminister-president , minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (D66) |
|
Kent u het bericht dat president Erdogan per brief een stemoproep heeft gestuurd naar Turkse Nederlanders?1 Wat is uw reactie daarop?
Ja. Het kabinet vindt het ongepast dat Nederlandse burgers een brief ontvangen van de Turkse president met een oproep om te gaan stemmen voor de Turkse parlements-en presidentsverkiezing. Dit zou namelijk opgevat kunnen worden als een impliciet stemadvies.
Hoe verklaart u dat dit opnieuw kan gebeuren, terwijl dit in 2017 en 2015 ook al gebeurde en de regering de Turkse ambassadeur hiervoor al in 2015 op het matje riep?
Er is sprake van een verschil in de boodschap van de brief van 2015 en de brieven van 2017 en 2018. In de brief van 2015 stond er een expliciete oproep om op President Erdogan te stemmen. Vanwege dit ongewenste stemadvies, werd de Turkse ambassadeur toen ontboden. Tijdens het referendum in 2017 werd er een brief verstuurd door de toenmalige premier van Turkije en partijleider van de Turkse AKP Yildirim met een algemene oproep om te gaan stemmen. De Turkse ambassadeur werd naar aanleiding van deze brief niet ontboden. Het verzenden van een dergelijke brief is toegestaan binnen de kaders van de Nederlandse wet. Ook in 2018 is er een soortgelijke brief verzonden, zonder expliciet stemadvies.
Op welke wijze zijn de AK-partij en de Turkse president aan de gegevens van Turkse Nederlanders gekomen? Is dit in strijd met artikel 8 van de Wet bescherming persoonsgegevens? Zo ja, wat onderneemt u hiertegen?
Turkse politieke partijen mogen, op grond van Turks recht en tegen betaling, lijsten van Turkse kiesgerechtigden opvragen bij het Turkse kiescollege. In 2015 heeft de College Bescherming Persoonsgegevens op basis van verkregen informatie dit ook geconcludeerd.
De Wet bescherming persoonsgegevens is vervangen door de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). De Autoriteit Persoonsgegevens is de onafhankelijke toezichthouder en heeft aangegeven dat de AVG alleen geldt voor instanties buiten de Europese Unie als ze goederen of diensten aanbieden aan EU-burgers of als ze hun gedrag monitoren. Volgens de Autoriteit Persoonsgegevens lijkt het geven van stemadvies daar niet onder te vallen.
Is het waar dat in de brief verkiezingsslogans staan die door de AK-partij worden gebruikt en dat Erdogan daaronder schrijft dat hij de Turken uitnodigt om deze oproep te steunen?
De brief is ondertekend door de heer Erdogan in zowel zijn rol als president van Turkije als partijleider van de Turkse AKP. In de brief komen uitspraken terug die Erdogan gebruikt in speeches tijdens o.m. AKP-bijeenkomsten, en worden de lezers uitgenodigd om die uitspraken te steunen. Echter, in de brief wordt er geen oproep gedaan om op de Turkse president Erdogan of de AKP te stemmen. De boodschap betreft een algemene oproep om te gaan stemmen. Hoewel een dergelijke brief is toegestaan acht het kabinet het ongepast dat Nederlandse burgers een dergelijk brief ontvangen.
Vindt u het wenselijk dat de president op deze manier een schijn van neutraliteit opwekt, terwijl hij Turkse Nederlanders in feite oproept op zijn partij te stemmen?
Zie antwoord vraag 4.
Vindt u het aanvaardbaar dat de Turkse president en zijn partij toegang hebben tot gegevens van Turkse Nederlanders en deze gebruiken voor verkiezingsdoeleinden? Zo nee, welke stappen gaat u zetten om dit in de toekomst te voorkomen?
Hoewel de adressen rechtmatig zijn verkregen, vindt het kabinet het ongepast dat Nederlandse burgers een dergelijke brief ontvangen, zoals aangegeven in het antwoord op vragen 4 en 5.
Het staat Turkije vrij banden te onderhouden met Turken die in het buitenland wonen, mits dit geschiedt op basis van vrijwilligheid. Een dergelijke internationaal geaccepteerde diasporapolitiek is ook in Nederland toegestaan, zolang deze past binnen de grenzen van onze rechtsstaat en de participatie van Nederlanders met een Turkse achtergrond niet belemmert.
Dit betekent dat de Turkse autoriteiten zich moeten onthouden van ongewenste bemoeienis met de keuzes die Nederlandse burgers maken. Wanneer het kabinet constateert dat de Turkse diasporapolitiek de grenzen van onze rechtsstaat overschrijdt dan wel participatie van Nederlanders met een Turkse achtergrond belemmert, zal het kabinet niet aarzelen de Turkse autoriteiten hierop aan te spreken.