Meldingen dat kleine kinderen bijna zijn gestikt in papieren rietjes |
|
Fleur Agema (PVV) |
|
Kuipers , Conny Helder (minister zonder portefeuille volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD) |
|
Wat is uw reactie op het bericht ««Milieubewuste» rietjes zijn levensgevaarlijk voor jonge kinderen: meldingen verstikking»?1
Dit bericht is gepubliceerd naar aanleiding van het persbericht van de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA): «NVWA onderzoekt verstikkingsgevaar papieren rietjes». Het wijst mogelijk op een ernstig risico van een relatief nieuw product. Het is goed dat de NVWA een waarschuwing heeft afgegeven en hier nader onderzoek naar doet.
Krijgt de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) deze meldingen ook vanuit gehandicapteninstellingen en verpleeghuizen, aangezien de indiener van deze schriftelijke vragen een soortgelijke melding kreeg over papieren rietjes van iemand met een lichamelijke beperking?
Bij de IGJ zijn tot op heden geen meldingen van incidenten met papieren rietjes binnengekomen.
Zo niet, bent u bereid de IGJ te vragen hier onderzoek naar te doen? Zo nee, waarom niet?
De IGJ houdt toezicht op de kwaliteit en veiligheid van de zorg en doet hiervoor onafhankelijk onderzoek op basis van de risico inschatting die zij maakt. Ik ga ervan uit dat wanneer de IGJ aanleiding ziet voor een onderzoek, zij dit zelf zal initiëren en zie op dit moment geen aanleiding om dit aan IGJ te verzoeken.
Vindt u het advies van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) om goed op te letten voldoende?
Het is nog niet duidelijk wat de omvang van het probleem is, hoe vaak incidenten voorkomen en hoe ernstig de effecten zijn. Ik steun het initiatief van de NVWA om dit nader te onderzoeken en zal in het oog houden of de toezichthouder signalen krijgt dat aanvullende maatregelen nodig zijn.
Zijn er meer meldingen binnengekomen bij de NVWA, nadat zij een oproep hiertoe deden?
Na de oproep van de NVWA zijn er zo’n 1.300 meldingen binnengekomen, variërend van onvrede over de rietjes tot aan mogelijke incidenten van bijna verstikkingen. De NVWA analyseert op dit moment de meldingen om de omvang en de ernst goed te kunnen vaststellen. Op basis daarvan zullen vervolgacties worden bepaald.
Weegt de milieuwinst op tegen het risico dat kleine kinderen, gehandicapten en hoogbejaarden lopen op verstikking door de papieren rietjes? Zo ja, hoe dan?
Plastic rietjes voor eenmalig gebruik zijn sinds 3 juli 2021 verboden op basis van de EU-Richtlijn 2019/904 betreffende de vermindering van de effecten van bepaalde kunststofproducten op het milieu (Europese Single-use plastics richtlijn), omdat ze in de top 10 van meest gevonden wegwerpplastics op Europese stranden voorkwamen. De milieu-impact van deze wegwerpplastics is groot, waardoor met alle lidstaten passende maatregelen per productcategorie zijn afgesproken.
Er zijn genoeg alternatieven voor plastic rietjes voorhanden. Naast papieren rietjes, zijn er ook rietjes van andere materialen te verkrijgen, bijvoorbeeld herbruikbare rietjes van siliconen of bamboe. Bovendien is een rietje niet altijd nodig. Er kan ook gedronken worden uit een drinkfles, tuitbeker of een kinderdrinkbeker waarbij het rietje onderdeel is van het product. In deze context vind ik het verbod op plastic rietjes voor eenmalig gebruik een goede keuze. Bovendien is er reeds een uitzondering op het verbod van plastic rietjes voor medisch gebruik, speciaal bedoeld voor ouderen (en hun verzorgers) en kwetsbare groepen. Via drogisterijen en apotheken mogen de plastic rietjes aan deze doelgroepen worden verstrekt.
Natuurlijk zijn ongelukken met kleine kinderen of kwetsbare groepen niet acceptabel. Alternatieven die de plastic rietjes vervangen, moeten aan Europese en nationale productvereisten voor veilig gebruik voldoen. De daarvoor verantwoordelijke instantie (NVWA) houdt hierop toezicht.
Als er onverhoopt toch incidenten zijn, moeten de daarvoor verantwoordelijke instanties dit oppakken. Blijkens het bericht waar de vragen naar verwijzen, gebeurt dit ook.
Zo nee, bent u bereid de invoering van de papieren rietjes terug te draaien? Zo nee, waarom niet?
De wetgeving schrijft niet het invoeren van papieren rietjes voor, maar verbiedt het op de markt brengen van plastic rietjes voor eenmalig gebruik. Ik zie het terugdraaien van dit verbod niet als een mogelijkheid, zie ook antwoord 6.
Het meedoen van het ministerie van Buitenlandse Zaken aan de Nationale Week Zonder Vlees & Zuivel en het invoeren van het principe ‘Carnivoor? Geef het door!’ |
|
Esther Ouwehand (PvdD) |
|
Wopke Hoekstra (viceminister-president , minister buitenlandse zaken) (CDA) |
|
Bent u ermee bekend dat een veel plantaardig(er) dieet een enorm positieve bijdrage kan leveren aan onder andere het dempen van de klimaatverandering, het herstel van de natuur en het voorkomen van nieuwe pandemieën?1 Ziet u hier -als lid van een kabinet met klimaat- en natuurambities – ook een mooie rol voor zichzelf om met een relatieve kleine aanpassing in het aanbod van voedsel (op uw departement) een voortrekkersrol te nemen?
Ik ben bekend met de positieve bijdrage die een gebalanceerd voedingspatroon kan leveren aan mens en milieu. Bedrijfsrestaurants van de overheid voldoen daarom aan het MVI-inkoopcriterium Overheidsniveau Gezonde Catering. Het Overheidsniveau Gezonde Catering gaat uit van de Richtlijn Eetomgevingen van het Voedingscentrum. Hierdoor wordt stap voor stap gewerkt aan het verschuiven van het aanbod richting de Schijf van Vijf met gezondere en duurzamere keuzes. Hoe meer producten uit de Schijf van Vijf er worden aangeboden, hoe beter het is voor mens en milieu. Hiermee worden werknemers bij de rijksoverheid geholpen om ook op het werk gezonder en duurzamer te eten en te drinken in het bedrijfsrestaurant, de koffiecorner en tijdens bijeenkomsten.
Onderschrijft u de wetenschappelijke inzichten dat een plantaardig(er) dieet zelfs dubbele klimaatwinst oplevert: niet alleen zorgt een afname van het aantal dieren dat wordt gefokt en gedood voor voedsel voor een forse afname van de uitstoot van broeikasgassen, ook zorgt het ervoor dat er landbouwgrond vrijkomt (die immers niet meer nodig is voor het verbouwen van veevoer) die kan worden teruggeven aan de natuur om zo blijvend veel meer CO2 vast te leggen?2
Het kabinet zet in op een gezond en duurzaam voedingspatroon, gebaseerd op de Schijf van Vijf van het Voedingscentrum. Het Voedingscentrum biedt informatie op basis van wetenschappelijke en onafhankelijke inzichten. Onderdeel hiervan is dat een toename van het aandeel plantaardige eiwitten in het voedingspatroon een belangrijke bijdrage kan leveren aan zowel het klimaat, als aan de gezondheid. Daarmee onderschrijft dit kabinet deze wetenschappelijke inzichten. Om toe te werken naar een duurzamer voedingspatroon van de consument, is het belangrijk om naar de kansen èn obstakels te kijken binnen het hele voedselsysteem, van boer tot consument, en alles wat daar tussen zit in de keten.
Bent u bekend met het besluit van de burgemeester van New York om op alle scholen in de stad op vrijdag voortaan plantaardige maaltijden in de kantines aan te bieden (Vegan Fridays)? Deelt u de mening dat ook hier het mes aan meerdere kanten snijdt, namelijk én klimaatwinst én een gevarieerd en gezond menu en een goed voorbeeld voor de scholieren?3
Ik ben bekend met dit besluit. In Nederland is eten volgens de Schijf van Vijf het uitgangspunt voor een gezond voedingspatroon. Als je eet volgens de Schijf van Vijf dan eet je producten die gezondheidswinst opleveren. Plantaardige maaltijden dragen bij aan klimaatwinst en een gevarieerd en gezond menu. Aangezien kinderen een groot deel van hun tijd op school doorbrengen, is de school een zeer geschikte plek om scholieren bewust te maken van gezonde en duurzame voeding. In Nederland zetten we hier met de Gezonde School, Jong Leren Eten en de Gezonde Schoolkantine op in.
Bent u bereid mee te doen met de Nationale week zonder vlees en zuivel (van 7 tot en met 13 maart aanstaande)? Doet u uw departement ook mee?
De bedrijfscatering op mijn ministerie is deelnemer van de Nationale week zonder vlees en zuivel.
Bent u bereid om op uw departement het principe «Carnivoor? Geef het door!» in te voeren, wat inhoudt dat plantaardig voedsel (geen vlees en andere dierlijke producten) de norm wordt, waarbij ambtenaren en gasten van het ministerie op bestelling dierlijke producten kunnen eten zodat niemand in keuzevrijheid wordt beperkt?
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft zich net als veel andere ministeries aangesloten bij de Rijksbrede visie circulaire catering waarin plantaardige voeding een belangrijk onderdeel is. Concreet betekent dit dat bij alle nieuwe aanbestedingen voor de catering de eiwittransitie een belangrijk aspect is.
Kunt u deze vragen (alleen namens uw eigen departement) beantwoorden voor 7 maart 2022?
Ik heb getracht de antwoorden voor mijn departement voor 7 maart toe te sturen aan uw Kamer. Dit is helaas niet gelukt.
Bent u ermee bekend dat een veel plantaardig(er) dieet een enorm positieve bijdrage kan leveren aan onder andere het dempen van de klimaatverandering, het herstel van de natuur en het voorkomen van nieuwe pandemieën?1 Ziet u hier -als lid van een kabinet met klimaat- en natuurambities – ook een mooie rol voor zichzelf om met een relatieve kleine aanpassing in het aanbod van voedsel (op uw departement) een voortrekkersrol te nemen?
Ik ben bekend met de positieve bijdrage die een gebalanceerd voedingspatroon kan leveren aan mens en milieu. Bedrijfsrestaurants van de overheid voldoen daarom aan het MVI-inkoopcriterium Overheidsniveau Gezonde Catering. Het Overheidsniveau Gezonde Catering gaat uit van de Richtlijn Eetomgevingen van het Voedingscentrum. Hierdoor wordt stap voor stap gewerkt aan het verschuiven van het aanbod richting de Schijf van Vijf met gezondere en duurzamere keuzes. Hoe meer producten uit de Schijf van Vijf er worden aangeboden, hoe beter het is voor mens en milieu. Hiermee worden werknemers bij de rijksoverheid geholpen om ook op het werk gezonder en duurzamer te eten en te drinken in het bedrijfsrestaurant, de koffiecorner en tijdens bijeenkomsten.
Onderschrijft u de wetenschappelijke inzichten dat een plantaardig(er) dieet zelfs dubbele klimaatwinst oplevert: niet alleen zorgt een afname van het aantal dieren dat wordt gefokt en gedood voor voedsel voor een forse afname van de uitstoot van broeikasgassen, ook zorgt het ervoor dat er landbouwgrond vrijkomt (die immers niet meer nodig is voor het verbouwen van veevoer) die kan worden teruggeven aan de natuur om zo blijvend veel meer CO2 vast te leggen?2
Het kabinet zet in op een gezond en duurzaam voedingspatroon, gebaseerd op de Schijf van Vijf van het Voedingscentrum. Het Voedingscentrum biedt informatie op basis van wetenschappelijke en onafhankelijke inzichten. Onderdeel hiervan is dat een toename van het aandeel plantaardige eiwitten in het voedingspatroon een belangrijke bijdrage kan leveren aan zowel het klimaat, als aan de gezondheid. Daarmee onderschrijft dit kabinet deze wetenschappelijke inzichten.
Om toe te werken naar een duurzamer voedingspatroon van de consument, is het belangrijk om naar de kansen én obstakels te kijken binnen het hele voedselsysteem, van boer tot consument, en alles wat daartussen zit in de keten.
Bent u bekend met het besluit van de burgemeester van New York om op alle scholen in de stad op vrijdag voortaan plantaardige maaltijden in de kantines aan te bieden (Vegan Fridays)? Deelt u de mening dat ook hier het mes aan meerdere kanten snijdt, namelijk én klimaatwinst én een gevarieerd en gezond menu en een goed voorbeeld voor de scholieren?3
Ik ben bekend met dit besluit. In Nederland is eten volgens de Schijf van Vijf het uitgangspunt voor een gezond voedingspatroon. Als je eet volgens de Schijf van Vijf dan eet je producten die gezondheidswinst opleveren. Ook is het goed voor het milieu. Plantaardige maaltijden dragen bij aan klimaatwinst en een gevarieerd en gezond menu. In Nederland zetten we in op voedseleducatie via de programma’s Gezonde School, Jong Leren Eten en de Gezonde Schoolkantine. Daarbij is het belangrijk om te vermelden dat het in Nederland geen wettelijke taak van het onderwijs is om een lunch aan te bieden, daarnaast is bij lang niet elke school een kantine aanwezig.
Bent u bereid mee te doen met de Nationale week zonder vlees en zuivel(van 7 tot en met 13 maart aanstaande)? Doet u uw departement ook mee?
Zie het antwoord op vraag 2. Ik deel het inzicht dat een plantaardig eetpatroon ook goede kansen biedt voor de landbouw.
Bent u bereid om op uw departement het principe «Carnivoor? Geef het door!» in te voeren, wat inhoudt dat plantaardig voedsel (geen vlees en andere dierlijke producten) de norm wordt, waarbij ambtenaren en gasten van het ministerie op bestelling dierlijke producten kunnen eten zodat niemand in keuzevrijheid wordt beperkt?
De bedrijfscatering op mijn ministerie is deelnemer van de Nationale week zonder vlees en zuivel.
Kunt u deze vragen (alleen namens uw eigen departement) beantwoorden voor 7 maart 2022?
Het Ministerie van IenW heeft zich, net als veel andere ministeries, aangesloten bij de Rijksbrede visie circulaire catering waarin plantaardige voeding een belangrijk onderdeel is. Concreet betekent dit dat bij alle nieuwe aanbestedingen voor de catering de eiwittransitie een belangrijk aspect is.
Bent u ermee bekend dat een veel plantaardig(er) dieet een enorm positieve bijdrage en impact kan leveren aan onder andere het dempen van de klimaatverandering, het herstel van de natuur en het voorkomen van nieuwe pandemieën?1 Ziet u hier – als lid van een kabinet met klimaat- en natuurambities – ook een mooie rol voor uzelf om met een relatieve kleine aanpassing in het aanbod van voedsel (op uw departement) een voortrekkersrol te nemen?
Ja, ik ben ermee bekend dat minder vlees eten goed is voor het dierenwelzijn en het milieu. Defensie volgt de Richtlijnen Goede Voeding van de Gezondheidsraad en de Schijf van Vijf van het Voedingscentrum. Daarin wordt een meer plantaardig voedingspatroon aanbevolen. Defensie biedt een breed scala aan producten aan, waarbij de keuze om gebruik te maken van deze producten bij de afnemer ligt.
Onderschrijft u de wetenschappelijke inzichten dat een plantaardig(er) dieet zelfs dubbele klimaatwinst oplevert? Niet alleen zorgt een afname van het aantal dieren dat wordt gefokt en gedood voor voedsel voor een forse afname van de uitstoot van broeikasgassen, ook zorgt het ervoor dat er landbouwgrond vrijkomt (die immers niet meer nodig is voor het verbouwen van veevoer) die kan worden teruggeven aan de natuur om zo blijvend veel meer CO2 vast te leggen?2
Voor het antwoord op deze vraag verzoek ik u zich te wenden tot het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Ik verwijs naar hun antwoord.
Bent u bekend met het besluit van de burgemeester van New York om op alle scholen in de stad op vrijdag voortaan plantaardige maaltijden in de kantines aan te bieden (Vegan Fridays)? Deelt u de mening dat ook hier het mes aan meerdere kanten snijdt, namelijk én klimaatwinst én een gevarieerd en gezond menu en een goed voorbeeld voor de scholieren?3
De collega’s van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit beantwoorden deze vraag.
Bent u bereid mee te doen met de Nationale week zonder vlees en zuivel (van 7 tot en met 13 maart aanstaande)? Doet uw departement ook mee?
De bedrijfscateraars van Defensie nemen jaarlijks deel aan de «Nationale week zonder vlees» en leggen daarbij de focus op vegetarische en alternatieve producten. De cateraars bij Defensie plannen een aantal maanden vooruit met de ontwikkeling van de menu’s en actieproducten. Dit jaar is uitgegaan van de «Nationale week zonder vlees» in plaats van «Nationale week zonder vlees en zuivel», want de toevoeging «en zuivel» werd pas begin januari 2022 bekend gemaakt.
Bent u bereid om op uw departement het principe «Carnivoor? Geef het door!» in te voeren, wat inhoudt dat plantaardig voedsel (geen vlees en andere dierlijke producten) de norm wordt, waarbij ambtenaren en gasten van het ministerie op bestelling dierlijke producten kunnen eten zodat niemand in keuzevrijheid wordt beperkt?
Nee. Binnen Defensie wordt er rekening gehouden met de verschillende doelgroepen. Binnen het operationele domein wordt de voeding aangepast op de individuele inspanningsbehoefte van de militair en wordt waar mogelijk rekening gehouden met levens- en religieuze overtuigingen. In de bedrijfscatering bied ik voor alle levens- en religieuze overtuigingen de mogelijkheid om een goede en volledige maaltijd aan te schaffen. Bij het opnemen van nieuwe producten in het totaal-assortiment en de keuze voor het assortiment op de locaties, wordt rekening gehouden met de groeiende behoefte aan plantaardige voeding. Ik heb bijvoorbeeld het zuivelassortiment met plantaardige alternatieven uitgebreid.
Kunt u deze vragen (alleen namens uw eigen departement) beantwoorden voor 7 maart 2022?
Helaas was beantwoording voor 7 maart 2022 niet mogelijk. Ik heb daarom de gebruikelijke termijn van drie weken gehanteerd.
Het meedoen van het ministerie van Algemene Zaken aan de Nationale Week Zonder Vlees & Zuivel en het invoeren van het principe ‘Carnivoor? Geef het door!’ |
|
Esther Ouwehand (PvdD) |
|
Mark Rutte (minister-president , minister algemene zaken) (VVD) |
|
Bent u ermee bekend dat een veel plantaardig(er) dieet een enorm positieve bijdrage kan leveren aan onder andere het dempen van de klimaatverandering, het herstel van de natuur en het voorkomen van nieuwe pandemieën en ziet u hier -als lid van een kabinet met klimaat- en natuurambities – ook een mooie rol voor uzelf om met een relatief kleine aanpassing in het aanbod van voedsel (op uw departement) een voortrekkersrol te nemen?1
Ik ben bekend met de positieve bijdrage die een gebalanceerd voedingspatroon kan leveren aan mens en milieu. Bedrijfsrestaurants van de overheid voldoen daarom aan het MVI-inkoopcriterium Overheidsniveau Gezonde Catering. Het Overheidsniveau Gezonde Catering gaat uit van de Richtlijn Eetomgevingen van het Voedingscentrum. Hierdoor wordt stap voor stap gewerkt aan het verschuiven van het aanbod richting de Schijf van Vijf met gezondere en duurzamere keuzes. Hoe meer producten uit de Schijf van Vijf er worden aangeboden, hoe beter het is voor mens en milieu. Hiermee worden werknemers bij de rijksoverheid geholpen om ook op het werk gezonder en duurzamer te eten en te drinken in het bedrijfsrestaurant, de koffiecorner en tijdens bijeenkomsten.
Onderschrijft u de wetenschappelijke inzichten dat een plantaardig(er) dieet zelfs dubbele klimaatwinst oplevert: niet alleen zorgt een afname van het aantal dieren dat wordt gefokt en gedood voor voedsel voor een forse afname van de uitstoot van broeikasgassen, ook zorgt het ervoor dat er landbouwgrond vrijkomt (die immers niet meer nodig is voor het verbouwen van veevoer) die kan worden teruggeven aan de natuur om zo blijvend veel meer CO2 vast te leggen?2
Het kabinet zet in op een gezond en duurzaam voedingspatroon, gebaseerd op de Schijf van Vijf van het Voedingscentrum. Het Voedingscentrum biedt informatie op basis van wetenschappelijke en onafhankelijke inzichten. Onderdeel hiervan is dat een toename van het aandeel plantaardige eiwitten in het voedingspatroon een belangrijke bijdrage kan leveren aan zowel het klimaat, als aan de gezondheid. Daarmee onderschrijft dit kabinet deze wetenschappelijke inzichten. Om toe te werken naar een duurzamer voedingspatroon van de consument, is het belangrijk om naar de kansen én obstakels te kijken binnen het hele voedselsysteem, van boer tot consument, en alles wat daar tussen zit in de keten.
Deelt u de mening dat iemand die Olympisch kampioen wil worden onmogelijk een aanpak links kan laten liggen die zulke klinkende resultaten oplevert?
Ik deel de mening dat een gebalanceerd en duurzaam voedingspatroon, gebaseerd op de Schijf van Vijf en een daarmee gepaard gaande toename van het aandeel plantaardige eiwitten in het voedingspatroon, een bijdrage kan leveren aan de klimaatopgave. Daarom is het van belang dat het Voedingscentrum hierover informatie blijft verstrekken.
Bent u bekend met het besluit van de burgemeester van New York om op alle scholen in de stad op vrijdag voortaanplantaardige maaltijden in de kantines aan te bieden (Vegan Fridays) en deelt u de mening dat ook hier het mes aan meerdere kanten snijdt, namelijk én klimaatwinst én een gevarieerd en gezond menu en een goed voorbeeld voor de scholieren?3
Ik ben bekend met dit besluit. In Nederland is eten volgens de Schijf van Vijf het uitgangspunt voor een gezond voedingspatroon. Als je eet volgens de Schijf van Vijf dan eet je producten die gezondheidswinst opleveren. Ook is het goed voor het milieu. Plantaardige maaltijden dragen bij aan klimaatwinst en een gevarieerd en gezond menu. In Nederland zetten we in op voedseleducatie via de Gezonde School, Jong Leren Eten en de Gezonde Schoolkantine. Daarbij is het belangrijk om te vermelden dat het in Nederland geen wettelijke taak van het onderwijs is om een lunch aan te bieden, daarnaast is bij lang niet elke school een kantine aanwezig.
Heeft u gelezen dat de voorzitter van de Duitse land- en tuinbouworganisatie inmiddels van mening is dat de opmars van een plantaardig eetpatroon goede kansen biedt voor boeren en voor de landbouw uiteindelijk meer voordelen dan nadelen kent en deelt u deze inzichten?4 5
Zie het antwoord op vraag 2. Ik deel het inzicht dat een plantaardig eetpatroon ook goede kansen biedt voor de landbouw.
Bent u bereid mee te doen met de Nationale Week Zonder Vlees & Zuivel(van 7 tot en met 13 maart aanstaande) en doet uw departement ook mee?
De bedrijfscatering op mijn ministerie is deelnemer aan de Nationale Week Zonder Vlees & Zuivel.
Bent u bereid om op uw departement het principe «Carnivoor? Geef het door!» in te voeren, wat inhoudt dat plantaardig voedsel (geen vlees en andere dierlijke producten) de norm wordt, waarbij ambtenaren en gasten van het ministerie op bestelling dierlijke producten kunnen eten zodat niemand in keuzevrijheid wordt beperkt?
Het Ministerie van AZ heeft zich net als veel andere ministeries aangesloten bij de Rijksbrede visie circulaire catering waarin plantaardige voeding een belangrijk onderdeel is. Concreet betekent dit dat bij alle nieuwe aanbestedingen voor de catering de eiwittransitie een belangrijk aspect is.
Kunt u deze vragen (alleen namens uw eigen departement) beantwoorden voor 7 maart 2022?
Ik heb getracht de antwoorden voor mijn departement voor 7 maart 2022 toe te sturen aan uw Kamer. Dit is helaas niet gelukt.
Het meedoen van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan de Nationale Week Zonder Vlees & Zuivel en het invoeren van het principe ‘Carnivoor? Geef het door!’ |
|
Esther Ouwehand (PvdD) |
|
Hanke Bruins Slot (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA) |
|
Bent u ermee bekend dat een veel plantaardig(er) dieet een enorme positieve bijdrage kan leveren aan onder andere het dempen van de klimaatverandering, het herstel van de natuur en het voorkomen van nieuwe pandemieën en ziet u hier -als lid van een kabinet met klimaat- en natuurambities – ook een mooie rol voor uzelf om met een relatief kleine aanpassing in het aanbod van voedsel (op uw departement) een voortrekkersrol te nemen?1
Ik ben bekend met de positieve bijdrage die een gebalanceerd voedingspatroon kan leveren aan mens en milieu.
In 2021 heeft BZK, volgens de methode van de CO2 prestatieladder, de CO2footprint van 2019 en 2020 inzichtelijk gemaakt. Meer informatie hierover kunt u vinden op Rijksoverheid.nl. FMHaaglanden heeft hiernaast, als concerndienstverlener voor BZK en contractbeheerder voor de catering, een emissieonderzoek uitgevoerd voor de dienstverlening. Uit dit onderzoek komt catering als grootste CO2 drijver.
Op grond van de uitkomsten van de CO2 footprint en het emissieonderzoek worden momenteel maatregelen vormgegeven om de emissies van BZK terug te dringen. Voor catering zijn deze maatregelen toegespitst op het terugdringen van voedselverspilling, het reduceren van (plastic) verpakkingsmateriaal en de eiwittransitie.
Onderschrijft u de wetenschappelijke inzichten dat een plantaardig(er) dieet zelfs dubbele klimaatwinst oplevert: niet alleen zorgt een afname van het aantal dieren dat wordt gefokt en gedood voor voedsel voor een forse afname van de uitstoot van broeikasgassen, ook zorgt het ervoor dat er landbouwgrond vrijkomt (die immers niet meer nodig is voor het verbouwen van veevoer) die kan worden teruggeven aan de natuur om zo blijvend veel meer CO2 vast te leggen?2
Ik ben bekend met deze inzichten. Het kabinet zet in op een gezond en duurzaam voedingspatroon, gebaseerd op de Schijf van Vijf van het Voedingscentrum. Het Voedingscentrum biedt informatie op basis van wetenschappelijke en onafhankelijke inzichten. Onderdeel hiervan is dat een toename van het aandeel plantaardige eiwitten in het voedingspatroon een belangrijke bijdrage kan leveren aan zowel het klimaat, als aan de gezondheid. Daarmee onderschrijft dit kabinet deze wetenschappelijke inzichten.
Om toe te werken naar een duurzamer voedingspatroon van de consument, is het belangrijk om naar de kansen èn obstakels te kijken binnen het hele voedselsysteem, van boer tot consument, en alles wat daartussen zit in de keten.
Bent u bekend met het besluit van de burgemeester van New York om op alle scholen in de stad op vrijdag voortaan plantaardige maaltijden in de kantines aan te bieden (Vegan Fridays) en deelt u de mening dat ook hier het mes aan meerdere kanten snijdt, namelijk én klimaatwinst én een gevarieerd en gezond menu en een goed voorbeeld voor de scholieren?3
Ik ben bekend met dit besluit. In Nederland is eten volgens de Schijf van Vijf het uitgangspunt voor een gezond voedingspatroon. Als je eet volgens de Schijf van Vijf dan eet je producten die gezondheidswinst opleveren. Ook is het goed voor het milieu. Plantaardige maaltijden dragen bij aan klimaatwinst en een gevarieerd en gezond menu. In Nederland zetten we in op voedseleducatie via de Gezonde School, Jong Leren Eten en de Gezonde Schoolkantine. Daarbij is het belangrijk om te vermelden dat het in Nederland geen wettelijke taak van het onderwijs is om een lunch aan te bieden, daarnaast is bij lang niet elke school een kantine aanwezig.
Bent u bereid mee te doen met de Nationale Week Zonder Vlees & Zuivel (van 7 tot en met 13 maart aanstaande) en doet uw departement ook mee?
De bedrijfscatering op mijn ministerie is deelnemer van de Nationale week zonder vlees en zuivel.
Bent u bereid om op uw departement het principe «Carnivoor? Geef het door!» in te voeren, wat inhoudt dat plantaardig voedsel (geen vlees en andere dierlijke producten) de norm wordt, waarbij ambtenaren en gasten van het ministerie op bestelling dierlijke producten kunnen eten zodat niemand in keuzevrijheid wordt beperkt?
Nee, want BZK levert de bijdrage op een andere wijze. Het Ministerie van BZK heeft zich aangesloten bij de Rijksbrede visie circulaire catering waarin plantaardige voeding een belangrijk onderdeel is. De eiwittransitie wordt meegenomen in de maatregelen die BZK treft in de CO2-reductie (zie het antwoord op vraag 1).
Bedrijfsrestaurants van de overheid voldoen daarnaast aan het MVI-inkoopcriterium Overheidsniveau Gezonde Catering. Hiermee worden werknemers bij de rijksoverheid geholpen om ook op het werk gezonder en duurzamer te eten en te drinken in het bedrijfsrestaurant, de koffiecorner en tijdens bijeenkomsten.
Kunt u deze vragen (alleen namens uw eigen departement) beantwoorden voor 7 maart 2022?
Ik heb deze vragen voor of op 7 maart beantwoord.
Bent u ermee bekend dat een veel plantaardig(er) dieet een enorme positieve bijdrage kan leveren aan onder andere het dempen van de klimaatverandering, het herstel van de natuur en het voorkomen van nieuwe pandemieën? Ziet u hier, als lid van een kabinet met klimaat- en natuurambities, ook een mooie rol voor zichzelf om met een relatieve kleine aanpassing in het aanbod van voedsel (op uw departement) een voortrekkersrol te nemen?1 2
Ik ben bekend met de positieve bijdrage die een gebalanceerd voedingspatroon kan leveren aan mens en milieu. Bedrijfsrestaurants van de overheid voldoen daarom aan het MVI-inkoopcriterium Overheidsniveau Gezonde Catering. Het Overheidsniveau Gezonde Catering gaat uit van de Richtlijn Eetomgevingen van het Voedingscentrum. Hierdoor wordt stap voor stap gewerkt aan het verschuiven van het aanbod richting de Schijf van Vijf met gezondere en duurzamere keuzes. Hoe meer producten uit de Schijf van Vijf er worden aangeboden, hoe beter het is voor mens en milieu. Hiermee worden werknemers bij de rijksoverheid geholpen om ook op het werk gezonder en duurzamer te eten en te drinken in het bedrijfsrestaurant, de koffiecorner en tijdens bijeenkomsten.
Onderschrijft u de wetenschappelijke inzichten dat een plantaardig(er) dieet zelfs dubbele klimaatwinst oplevert – niet alleen zorgt een afname van het aantal dieren dat wordt gefokt en gedood voor voedsel voor een forse afname van de uitstoot van broeikasgassen, ook zorgt het ervoor dat er landbouwgrond vrijkomt (die immers niet meer nodig is voor het verbouwen van veevoer) die kan worden teruggeven aan de natuur om zo blijvend veel meer CO2 vast te leggen?3
Het kabinet zet in op een gezond en duurzaam voedingspatroon, gebaseerd op de Schijf van Vijf van het Voedingscentrum. Het Voedingscentrum biedt informatie op basis van wetenschappelijke en onafhankelijke inzichten. Onderdeel hiervan is dat een toename van het aandeel plantaardige eiwitten in het voedingspatroon een belangrijke bijdrage kan leveren aan zowel het klimaat, als aan de gezondheid. Daarmee onderschrijft dit kabinet deze wetenschappelijke inzichten. Om toe te werken naar een duurzamer voedingspatroon van de consument, is het belangrijk om naar de kansen èn obstakels te kijken binnen het hele voedselsysteem, van boer tot consument, en alles wat daar tussen zit in de keten.
Bent u bekend met het besluit van de burgemeester van New York om op alle scholen in de stad op vrijdag voortaan plantaardige maaltijden in de kantines aan te bieden (Vegan Fridays)? Deelt u de mening dat ook hier het mes aan meerdere kanten snijdt, namelijk én klimaatwinst én een gevarieerd en gezond menu en een goed voorbeeld voor de scholieren?4
Ik ben bekend met dit besluit. In Nederland is eten volgens de Schijf van Vijf het uitgangspunt voor een gezond voedingspatroon. Als je eet volgens de Schijf van Vijf dan eet je producten die gezondheidswinst opleveren. Ook is het goed voor het milieu. Plantaardige maaltijden dragen bij aan klimaatwinst en een gevarieerd en gezond menu. In Nederland zetten we in op voedseleducatie via de programma’s Gezonde School, Jong Leren Eten en de Gezonde Schoolkantine. Daarbij is het belangrijk om te vermelden dat het in Nederland geen wettelijke taak van het onderwijs is om een lunch aan te bieden, daarnaast is bij lange na niet in elke school een kantine aanwezig.
Bent u bereid mee te doen met de Nationale week zonder vlees en zuivel (van 7 tot en met 13 maart aanstaande)? Doet uw departement ook mee?
Ja. De bedrijfscatering op mijn ministerie is deelnemer van de Nationale week zonder vlees en zuivel. Daarnaast is er de hele week een actie op intranet waarin vegan recepten worden gepost en medewerkers ook worden uitgenodigd recepten te delen. De verzamelde recepten zullen worden samengevoegd in een kookboekje dat eveneens op intranet zal worden aangeboden.
Bent u bereid om op uw departement het principe «Carnivoor? Geef het door!» in te voeren, wat inhoudt dat plantaardig voedsel (geen vlees en andere dierlijke producten) de norm wordt, waarbij ambtenaren en gasten van het ministerie op bestelling dierlijke producten kunnen eten zodat niemand in keuzevrijheid wordt beperkt?
Mijn departement werkt aan alle aspecten van verduurzaming van onze bedrijfsvoering, waaronder voeding. Daarin is er veel aandacht voor de verschuiving in de balans tussen dierlijke en plantaardige eiwitten, zie ook mijn antwoord hierboven. Het principe waarin de vegetarische keuze de standaard is voor vergaderlunches en recepties is daar bijvoorbeeld ook een belangrijk onderdeel van. Belangrijk uitgangspunt hierbij is de Schijf van Vijf. Hierbinnen is ruimte voor vlees en zuivel, maar wordt actief gestuurd op een aanbod waarbinnen de duurzame keuze de normale en gemakkelijke keuze is. Daarnaast wordt door BZK interdepartementaal onderzocht hoe meer lokale en biologische producten kunnen worden gebruikt.
Kunt u deze vragen (alleen namens uw eigen departement) beantwoorden voor 7 maart 2022?
Dat is me helaas niet gelukt.
Bent u ermee bekend dat een veel plantaardig(er) dieet een enorm positieve bijdrage kan leveren aan onder andere het dempen van de klimaatverandering, het herstel van de natuur en het voorkomen van nieuwe pandemieën?1
Ja, ik ben bekend met de positieve bijdrage die een gebalanceerd voedingspatroon kan leveren aan mens, milieu en het klimaat.
Onderschrijft u de wetenschappelijke inzichten dat een plantaardig(er) dieet zelfs dubbele klimaatwinst oplevert: niet alleen zorgt een afname van het aantal dieren dat wordt gefokt en gedood voor voedsel voor een forse afname van de uitstoot van broeikasgassen, ook zorgt het ervoor dat er landbouwgrond vrijkomt (die immers niet meer nodig is voor het verbouwen van veevoer) die kan worden teruggeven aan de natuur om zo blijvend veel meer CO2 vast te leggen?2
Ja. Een toename van het aandeel plantaardige eiwitten in het voedingspatroon kan een belangrijke bijdrage leveren aan zowel het klimaat, als aan de gezondheid. Daarom wordt in de campagne Iedereen doet WAT aandacht gevraagd voor een gevarieerder dieet met peulvruchten en noten, ter vervanging van vlees, met een goede balans tussen dierlijke en plantaardige eiwitten. Daarnaast wordt ook verwezen naar het Voedingscentrum, dat ook aandacht geeft aan een betere balans tussen plantaardig en dierlijk eiwit in het voedingspatroon en eten volgens de Schijf van Vijf, die zijn gebaseerd op wetenschappelijke en onafhankelijke inzichten.
Bent u bekend met het besluit van de burgemeester van New York om op alle scholen in de stad op vrijdag voortaanplantaardige maaltijden in de kantines aan te bieden (Vegan Fridays)? Deelt u de mening dat ook hier het mes aan meerdere kanten snijdt, namelijk én klimaatwinst én een gevarieerd en gezond menu en een goed voorbeeld voor de scholieren?3
Ik ben bekend met dit besluit. In Nederland is eten volgens de Schijf van Vijf het uitgangspunt voor een gezond voedingspatroon. Als je eet volgens de Schijf van Vijf dan eet je producten die gezondheidswinst opleveren. Ook is het goed voor het milieu. Plantaardige maaltijden dragen bij aan klimaatwinst en een gevarieerd en gezond menu. Aangezien kinderen een groot deel van hun tijd op school doorbrengen, is de school een zeer geschikte plek om scholieren bewust te maken van gezonde en duurzame voeding. Daarbij is het belangrijk om te vermelden dat het in Nederland geen wettelijke taak van het onderwijs is om een lunch aan te bieden. In Nederland zetten we hier met de Gezonde School, Jong Leren Eten en de Gezonde Schoolkantine op in.
Bent u bereid mee te doen met de Nationale week zonder vlees en zuivel (van 7 tot en met 13 maart aanstaande)? Doet u uw ministerie ook mee?
De bedrijfscatering op mijn ministerie is deelnemer van de Nationale week zonder vlees en zuivel.
Bent u bereid om op uw ministerie het principe «Carnivoor? Geef het door!» in te voeren, wat inhoudt dat plantaardig voedsel (geen vlees en andere dierlijke producten) de norm wordt, waarbij ambtenaren en gasten van het ministerie op bestelling dierlijke producten kunnen eten zodat niemand in keuzevrijheid wordt beperkt?
Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat heeft zich, net als veel andere ministeries, aangesloten bij de Rijksbrede visie circulaire catering waarin plantaardige voeding een belangrijk onderdeel is. Concreet betekent dit dat bij alle nieuwe aanbestedingen voor de catering de eiwittransitie een belangrijk aspect is.
Kunt u deze vragen (alleen namens uw eigen ministerie) beantwoorden voor 7 maart 2022?
Vanwege interdepartementale afstemming is dit helaas niet gelukt.
Bent u ermee bekend dat een (veel) plantaardig(er) dieet een enorme positieve bijdrage kan leveren aan onder andere het dempen van de klimaatverandering, het herstel van de natuur en het voorkomen van nieuwe pandemieën?1 Ziet u hier – als lid van een kabinet met klimaat- en natuurambities – ook een mooie rol voor zichzelf om met een relatief kleine aanpassing in het aanbod van voedsel (op uw departement) een voortrekkersrol te nemen?
Wij zijn bekend met de positieve bijdrage die een gebalanceerd voedingspatroon kan leveren aan mens en milieu. Bedrijfsrestaurants van de overheid voldoen daarom aan het MVI-inkoopcriterium Overheidsniveau Gezonde Catering. Het Overheidsniveau Gezonde Catering gaat uit van de Richtlijn Eetomgevingen van het Voedingscentrum. Hierdoor wordt stap voor stap gewerkt aan het verschuiven van het aanbod richting de Schijf van Vijf met gezondere en duurzamere keuzes. Hoe meer producten uit de Schijf van Vijf er worden aangeboden, hoe beter het is voor mens en milieu. Hiermee worden werknemers bij de rijksoverheid geholpen om ook op het werk gezonder en duurzamer te eten en te drinken in het bedrijfsrestaurant, de koffiecorner en tijdens bijeenkomsten.
Onderschrijft u de wetenschappelijke inzichten dat een plantaardig(er) dieet zelfs dubbele klimaatwinst oplevert?2 Niet alleen zorgt een afname van het aantal dieren dat wordt gefokt en gedood voor voedsel voor een forse afname van de uitstoot van broeikasgassen, het zorgt er ook voor dat er landbouwgrond vrijkomt (die immers niet meer nodig is voor het verbouwen van veevoer) die kan worden teruggeven aan de natuur om zo blijvend veel meer CO2 vast te leggen.
Het kabinet zet in op een gezond en duurzaam voedingspatroon, gebaseerd op de Schijf van Vijf van het Voedingscentrum. Het Voedingscentrum biedt informatie op basis van wetenschappelijke en onafhankelijke inzichten. Onderdeel hiervan is dat een toename van het aandeel plantaardige eiwitten in het voedingspatroon een belangrijke bijdrage kan leveren aan zowel het klimaat, als aan de gezondheid. Daarmee onderschrijft dit kabinet deze wetenschappelijke inzichten. Om toe te werken naar een duurzamer voedingspatroon van de consument, is het belangrijk om naar de kansen èn obstakels te kijken binnen het hele voedselsysteem, van boer tot consument, en alles wat daar tussen zit in de keten.
Bent u bekend met het besluit van de burgemeester van New York om op alle scholen in de stad op vrijdag voortaan plantaardige maaltijden in de kantines aan te bieden (Vegan Fridays)?3 Deelt u de mening dat ook hier het mes aan meerdere kanten snijdt, namelijk én klimaatwinst, én een gevarieerd en gezond menu, én een goed voorbeeld voor de scholieren?
Wij zijn bekend met dit besluit. In Nederland is eten volgens de Schijf van Vijf het uitgangspunt voor een gezond voedingspatroon. Als je eet volgens de Schijf van Vijf dan eet je producten die gezondheidswinst opleveren. In Nederland zetten we in op voedseleducatie via de programma’s Gezonde School, Jong Leren Eten en de Gezonde Schoolkantine. Daarbij is het belangrijk om te vermelden dat het in Nederland geen wettelijke taak van het onderwijs is om een lunch aan te bieden, daarnaast is bij lang niet elke school een kantine aanwezig.
Bent u bereid mee te doen met de Nationale Week Zonder Vlees & Zuivel (van 7 tot en met 13 maart aanstaande)? Doet uw departement ook mee?
De bedrijfscatering op ons ministerie is deelnemer van de Nationale week zonder vlees en zuivel.
Past u het principe «Carnivoor? Geef het door!», wat inhoudt dat plantaardig voedsel (geen vlees en andere dierlijke producten) de norm wordt, waarbij ambtenaren en gasten van het ministerie op bestelling dierlijke producten kunnen eten zodat niemand in keuzevrijheid wordt beperkt, nog steeds toe op uw ministerie?
Het Ministerie van OCW heeft zich net als veel andere ministeries aangesloten bij de Rijksbrede visie circulaire catering waarin plantaardige voeding een belangrijk onderdeel is. Concreet betekent dit dat bij alle nieuwe aanbestedingen voor de catering de eiwittransitie een belangrijk aspect is.
Kunt u deze vragen (alleen namens uw eigen departement) beantwoorden voor 7 maart 2022?
Wij hebben getracht de antwoorden voor ons departement voor 7 maart toe te sturen aan uw Kamer. Dit is helaas niet gelukt vanwege interdepartementale afstemming over de beantwoording van uw vragen.
Het meedoen van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aan de Nationale Week Zonder Vlees & Zuivel en het invoeren van het principe ‘Carnivoor? Geef het door!’ |
|
Esther Ouwehand (PvdD) |
|
Henk Staghouwer (minister landbouw, natuur en voedselkwaliteit) (CU) |
|
Bent u ermee bekend dat een veel plantaardig(er) dieet een enorme positieve bijdrage kan leveren aan onder andere het dempen van de klimaatverandering, het herstel van de natuur en het voorkomen van nieuwe pandemieën?1 Ziet u hier ook een mooie rol voor uzelf om met een relatieve kleine aanpassing in het aanbod van voedsel (op uw departement) een voortrekkersrol te nemen?
Ik ben bekend met de positieve bijdrage die een gebalanceerd voedingspatroon kan leveren aan mens en milieu. Bedrijfsrestaurants van de overheid voldoen daarom aan het MVI-inkoopcriterium Overheidsniveau Gezonde Catering. Het Overheidsniveau Gezonde Catering gaat uit van de Richtlijn Eetomgevingen van het Voedingscentrum. Hierdoor wordt stap voor stap gewerkt aan het verschuiven van het aanbod richting de Schijf van Vijf met gezondere en duurzamere keuzes. Hoe meer producten uit de Schijf van Vijf er worden aangeboden, hoe beter het is voor mens en milieu. Hiermee worden werknemers bij de rijksoverheid geholpen om ook op het werk gezonder en duurzamer te eten en te drinken in het bedrijfsrestaurant, de koffiecorner en tijdens bijeenkomsten.
Onderschrijft u de wetenschappelijke inzichten dat een plantaardig(er) dieet zelfs dubbele klimaatwinst oplevert, omdat een afname van het aantal dieren dat wordt gefokt en gedood voor voedsel zorgt een voor een forse afname van de uitstoot van broeikasgassen en omdat daarnaast een plantaardig dieet ervoor zorgt dat er landbouwgrond vrijkomt (die immers niet meer nodig is voor het verbouwen van veevoer) die kan worden teruggeven aan de natuur om zo blijvend veel meer CO2 vast te leggen?2
Het kabinet zet in op een gezond en duurzaam voedingspatroon, gebaseerd op de Schijf van Vijf van het Voedingscentrum. Het Voedingscentrum biedt informatie op basis van wetenschappelijke en onafhankelijke inzichten. Onderdeel hiervan is dat een toename van het aandeel plantaardige eiwitten in het voedingspatroon een belangrijke bijdrage kan leveren aan zowel het klimaat, als aan de gezondheid. Daarmee onderschrijft dit kabinet deze wetenschappelijke inzichten. Om toe te werken naar een duurzamer voedingspatroon van de consument, is het belangrijk om naar de kansen èn obstakels te kijken binnen het hele voedselsysteem, van boer tot consument, en alles wat daar tussen zit in de keten.
Bent u bekend met het besluit van de burgemeester van New York om op alle scholen in de stad op vrijdag voortaan plantaardige maaltijden in de kantines aan te bieden (Vegan Fridays)? Deelt u de mening dat ook hier het mes aan meerdere kanten snijdt, namelijk én klimaatwinst én een gevarieerd en gezond menu en een goed voorbeeld voor de scholieren?3
Ik ben bekend met dit besluit. In Nederland is eten volgens de Schijf van Vijf het uitgangspunt voor een gezond voedingspatroon. Als je eet volgens de Schijf van Vijf dan eet je producten die gezondheidswinst opleveren. Ook is het goed voor het milieu. Plantaardige maaltijden dragen bij aan klimaatwinst en een gevarieerd en gezond menu. In Nederland zetten we in op voedseleducatie via de programma’s Gezonde School, Jong Leren Eten en de Gezonde Schoolkantine. Daarbij is het belangrijk om te vermelden dat het in Nederland geen wettelijke taak van het onderwijs is om een lunch aan te bieden, daarnaast is bij lang niet elke school een kantine aanwezig.
Heeft u gelezen dat de voorzitter van de Duitse land- en tuinbouworganisatie inmiddels van mening is dat de opmars van een plantaardig eetpatroon goede kansen biedt voor boeren en voor de landbouw uiteindelijk meer voordelen dan nadelen kent?4 5 Deelt u deze inzichten?
Zie het antwoord op vraag 2. Ik deel het inzicht dat een plantaardig eetpatroon ook goede kansen biedt voor de landbouw.
Bent u bereid mee te doen met de Nationale week zonder vlees en zuivel (van 7 tot en met 13 maart aanstaande)? Doet u uw departement ook mee?
De bedrijfscatering op mijn ministerie is deelnemer van de Nationale week zonder vlees en zuivel.
Bent u bereid om op uw departement het principe «Carnivoor? Geef het door!» in te voeren, wat inhoudt dat plantaardig voedsel (geen vlees en andere dierlijke producten) de norm wordt, waarbij ambtenaren en gasten van het ministerie op bestelling dierlijke producten kunnen eten zodat niemand in keuzevrijheid wordt beperkt?
Het Ministerie van LNV heeft zich, net als veel andere ministeries, aangesloten bij de Rijksbrede visie circulaire catering waarin plantaardige voeding een belangrijk onderdeel is. Concreet betekent dit dat bij alle nieuwe aanbestedingen voor de catering de eiwittransitie een belangrijk aspect is.
Kunt u deze vragen (alleen namens uw eigen departement) beantwoorden voor 7 maart 2022?
Ik heb getracht de antwoorden voor mijn departement voor 7 maart toe te sturen aan uw Kamer. Dit is helaas niet gelukt.
Het meedoen van het ministerie van Financiën aan de Nationale Week Zonder Vlees & Zuivel en het invoeren van het principe ‘Carnivoor? Geef het door!’ |
|
Esther Ouwehand (PvdD) |
|
Sigrid Kaag (viceminister-president , minister financiën) (D66) |
|
Bent u ermee bekend dat een (veel) plantaardig(er) dieet een enorm positieve bijdrage kan leveren aan onder andere het dempen van de klimaatverandering, het herstel van de natuur en het voorkomen van nieuwe pandemieën?1 Ziet u hier – als lid van een kabinet met klimaat- en natuurambities – ook een mooie rol voor zichzelf om met een relatief kleine aanpassing in het aanbod van voedsel (op uw departement) een voortrekkersrol te nemen?
Met betrekking tot deze vraag verwijs ik graag naar het antwoord van het Ministerie van LNV d.d. 7 maart 2022.2
Onderschrijft u de wetenschappelijke inzichten dat een plantaardig(er) dieet zelfs dubbele klimaatwinst oplevert; i.e. dat een afname van het aantal dieren dat wordt gefokt en gedood voor voedsel zorgt voor een forse afname van de uitstoot van broeikasgassen, en dat dit er vervolgens voor zorgt dat er landbouwgrond vrijkomt (die immers niet meer nodig is voor het verbouwen van veevoer) die kan worden teruggeven aan de natuur om zo blijvend veel meer CO2 vast te leggen?2
Met betrekking tot deze vraag verwijs ik graag naar het antwoord van het Ministerie van LNV d.d. 7 maart 2022.4
Bent u bekend met het besluit van de burgemeester van New York om op alle scholen in de stad op vrijdag voortaan plantaardige maaltijden in de kantines aan te bieden (Vegan Fridays)? Deelt u de mening dat ook hier het mes aan meerdere kanten snijdt, namelijk én klimaatwinst én een gevarieerd en gezond menu en een goed voorbeeld voor de scholieren?3
Met betrekking tot deze vraag verwijs ik graag naar het antwoord van het Ministerie van LNV d.d. 7 maart 2022.6
Bent u bereid mee te doen met de Nationale week zonder vlees en zuivel (van 7 tot en met 13 maart aanstaande)? Doet u uw departement ook mee?
De bedrijfscatering op mijn ministerie is deelnemer van de Nationale week zonder vlees en zuivel. In de bedrijfsrestaurants van de kantoorpanden wordt tijdens deze week het vegetarische en plantaardige aanbod gepromoot.
Bent u bereid om op uw departement het principe «Carnivoor? Geef het door!» in te voeren, wat inhoudt dat plantaardig voedsel (geen vlees en andere dierlijke producten) de norm wordt, waarbij ambtenaren en gasten van het ministerie op bestelling dierlijke producten kunnen eten zodat niemand in keuzevrijheid wordt beperkt?
Het Ministerie van Financiën heeft zich net als veel andere ministeries aangesloten bij de Rijksbrede visie circulaire catering waarin plantaardige voeding een belangrijk onderdeel is. Concreet betekent dit dat bij alle nieuwe aanbestedingen voor de catering de zogenoemde eiwit-transitie een belangrijk aspect is.
Kunt u deze vragen (alleen namens uw eigen departement) beantwoorden voor 7 maart 2022?
Nee, uw Kamer heeft de antwoorden op 14 maart ontvangen.
Bent u ermee bekend dat een veel plantaardig(er) dieet een enorm positieve bijdrage kan leveren aan onder andere het dempen van de klimaatverandering, het herstel van de natuur en het voorkomen van nieuwe pandemieën? Ziet u hier -als lid van een kabinet met klimaat- en natuurambities – ook een mooie rol voor zichzelf om met een relatieve kleine aanpassing in het aanbod van voedsel (op uw departement) een voortrekkersrol te nemen?1
Ik ben bekend met de positieve bijdrage die een gebalanceerd voedingspatroon kan leveren aan mens en milieu. In 2021 is een JenV brede2 CO2 voetafdruk opgesteld. Uit dit onderzoek is naar voren gekomen dat voedsel en dranken 7% van de CO2 emissie van heel JenV veroorzaakt. De categorie voedsel en dranken staat hiermee op de derde positie in de ranglijst van emissiebronnen. Vastgoed gerelateerde emissies vormen met 44% de grootste categorie, gevolgd door vervoer met 42%. Op grond van de uitkomsten van de CO2 voetafdruk worden momenteel maatregelen vormgegeven om de emissies van JenV terug te dringen.
Onderschrijft u de wetenschappelijke inzichten dat een plantaardig(er) dieet zelfs dubbele klimaatwinst oplevert: niet alleen zorgt een afname van het aantal dieren dat wordt gefokt en gedood voor voedsel voor een forse afname van de uitstoot van broeikasgassen, ook zorgt het ervoor dat er landbouwgrond vrijkomt (die immers niet meer nodig is voor het verbouwen van veevoer) die kan worden teruggeven aan de natuur om zo blijvend veel meer CO2 vast te leggen?2
Het kabinet zet in op een gezond en duurzaam voedingspatroon, gebaseerd op de Schijf van Vijf van het Voedingscentrum. Het Voedingscentrum biedt informatie op basis van wetenschappelijke en onafhankelijke inzichten. Onderdeel hiervan is dat een toename van het aandeel plantaardige eiwitten in het voedingspatroon een belangrijke bijdrage kan leveren aan zowel het klimaat, als aan de gezondheid. Daarmee onderschrijft dit kabinet deze wetenschappelijke inzichten.
Bent u bekend met het besluit van de burgemeester van New York om op alle scholen in de stad op vrijdag voortaan plantaardige maaltijden in de kantines aan te bieden (Vegan Fridays)? Deelt u de mening dat ook hier het mes aan meerdere kanten snijdt, namelijk én klimaatwinst én een gevarieerd en gezond menu en een goed voorbeeld voor de scholieren?3
Ja, hier ben ik mee bekend. In Nederland is eten volgens de Schijf van Vijf het uitgangspunt voor een gezond voedingspatroon. Plantaardige maaltijden dragen bij aan klimaatwinst en een gevarieerd en gezond menu. Binnen JenV5 worden bij de verschillende bedrijfsrestaurants en bij de catering voor vergaderingen daarom steeds meer ingezet op plantaardige voeding. JenV volgt de Rijksbrede initiatieven op dit gebied.
Bent u bereid mee te doen met de Nationale week zonder vlees en zuivel (van 7 tot en met 13 maart aanstaande)? Doet uw departement ook mee?
Het Ministerie van JenV doet net als veel andere onderdelen van de rijksoverheid mee aan deze nationale week in verschillende bedrijfsrestaurants van de kantoorpanden.
Bent u bereid om op uw departement het principe «Carnivoor? Geef het door!» in te voeren, wat inhoudt dat plantaardig voedsel (geen vlees en andere dierlijke producten) de norm wordt, waarbij ambtenaren en gasten van het ministerie op bestelling dierlijke producten kunnen eten zodat niemand in keuzevrijheid wordt beperkt?
Het Ministerie van JenV (zie eerdere voetnoten) heeft zich, net als veel andere ministeries, aangesloten bij de Rijksbrede visie circulaire catering waarin plantaardige voeding een belangrijk onderdeel is.
Kunt u deze vragen (alleen namens uw eigen departement) beantwoorden voor 7 maart 2022?
Ik heb getracht de antwoorden voor mijn departement alvorens 7 maart toe te sturen aan uw Kamer. Dit is helaas net niet gelukt.
Bent u ermee bekend dat een veel plantaardig(er) dieet een enorme positieve bijdrage kan leveren aan onder andere het dempen van de klimaatverandering, het herstel van de natuur en het voorkomen van nieuwe pandemieën?1 Ziet u hier – als lid van een kabinet met klimaat- en natuurambities – ook een mooie rol voor uzelf om met een relatief kleine aanpassing in het aanbod van voedsel (op uw departement) een voortrekkersrol te nemen?
Ik ben bekend met de positieve bijdrage die een gebalanceerd voedingspatroon kan leveren aan mens en milieu. Bedrijfsrestaurants van de overheid voldoen daarom aan het MVI-inkoopcriterium Overheidsniveau Gezonde Catering. Het Overheidsniveau Gezonde Catering gaat uit van de Richtlijn Eetomgevingen van het Voedingscentrum. Hierdoor wordt stap voor stap gewerkt aan het verschuiven van het aanbod richting de Schijf van Vijf met gezondere en duurzamere keuzes. Hoe meer producten uit de Schijf van Vijf er worden aangeboden, hoe beter het is voor mens en milieu. Hiermee worden werknemers bij de rijksoverheid geholpen om ook op het werk gezonder en duurzamer te eten en te drinken in het bedrijfsrestaurant, de koffiecorner en tijdens bijeenkomsten.
Onderschrijft u de wetenschappelijke inzichten dat een plantaardig(er) dieet zelfs dubbele klimaatwinst oplevert: niet alleen zorgt een afname van het aantal dieren dat wordt gefokt en gedood voor voedsel voor een forse afname van de uitstoot van broeikasgassen, ook zorgt het ervoor dat er landbouwgrond vrijkomt (die immers niet meer nodig is voor het verbouwen van veevoer) die kan worden teruggeven aan de natuur om zo blijvend veel meer CO2 vast te leggen?2
Het kabinet zet in op een gezond en duurzaam voedingspatroon, gebaseerd op de Schijf van Vijf van het Voedingscentrum. Het Voedingscentrum biedt informatie op basis van wetenschappelijke en onafhankelijke inzichten. Onderdeel hiervan is dat een toename van het aandeel plantaardige eiwitten in het voedingspatroon een belangrijke bijdrage kan leveren aan zowel het klimaat, als aan de gezondheid. Daarmee onderschrijft dit kabinet deze wetenschappelijke inzichten. Om toe te werken naar een duurzamer voedingspatroon van de consument, is het belangrijk om naar de kansen en obstakels te kijken binnen het hele voedselsysteem, van boer tot consument, en alles wat daar tussen zit in de keten.
Bent u bekend met het besluit van de burgemeester van New York om op alle scholen in de stad op vrijdag voortaan plantaardige maaltijden in de kantines aan te bieden (Vegan Fridays)? Deelt u de mening dat ook hier het mes aan meerdere kanten snijdt, namelijk én klimaatwinst én een gevarieerd en gezond menu en een goed voorbeeld voor de scholieren?3
Ik ben bekend met dit besluit. In Nederland is eten volgens de Schijf van Vijf het uitgangspunt voor een gezond voedingspatroon. Als je eet volgens de Schijf van Vijf dan eet je producten die gezondheidswinst opleveren. Ook is het goed voor het milieu. Plantaardige maaltijden dragen bij aan klimaatwinst en een gevarieerd en gezond menu. Daarbij is het belangrijk om te vermelden dat het in Nederland geen wettelijke taak van het onderwijs is om een lunch aan te bieden, daarnaast is bij lang niet elke school een kantine aanwezig.
Bent u bereid mee te doen met de Nationale week zonder vlees en zuivel (van 7 tot en met 13 maart aanstaande)? Doet uw departement ook mee?
De bedrijfscatering op mijn ministerie is deelnemer van de Nationale week zonder vlees en zuivel.
Bent u bereid om op uw departement het principe «Carnivoor? Geef het door!» in te voeren, wat inhoudt dat plantaardig voedsel (geen vlees en andere dierlijke producten) de norm wordt, waarbij ambtenaren en gasten van het ministerie op bestelling dierlijke producten kunnen eten zodat niemand in keuzevrijheid wordt beperkt?
Het Ministerie van SZW heeft zich net als veel andere ministeries aangesloten bij de Rijksbrede visie circulaire catering waarin plantaardige voeding een belangrijk onderdeel is. Concreet betekent dit dat bij alle nieuwe aanbestedingen voor de catering de eiwittransitie een belangrijk aspect is.
Kunt u deze vragen (alleen namens uw eigen departement) beantwoorden voor 7 maart 2022?
Ik heb getracht de antwoorden voor mijn departement voor 7 maart toe te sturen aan uw Kamer. Dit is helaas niet gelukt.
De zorgwekkende frisdrankconsumptie van jongeren. |
|
Eva van Esch (PvdD) |
|
Maarten van Ooijen (staatssecretaris volksgezondheid, welzijn en sport) (CU) |
|
Kent u het bericht «Drie keer per dag cola en dan nog een sapje; Amsterdamse jongere drinkt te veel frisdrank»?1
Ja
Bent u ook geschrokken van de uitkomsten van het onderzoek van de GGD Amsterdam naar de frisdrankconsumptie onder Amsterdamse jongeren?
Het is mij bekend dat onder andere jongeren (veel) meer frisdrank drinken dan geadviseerd wordt. Ik vind het wel ernstig dat kinderen en jongeren al zulke ongezonde gewoontes hebben omdat ongezond eten en drinken op jonge leeftijd vaak een voorbode is voor ongezondheid op latere leeftijd, bijvoorbeeld door overgewicht. Daarnaast is frequente consumptie van suikerhoudende dranken slecht voor de tanden.
Bent u bereid een vergelijkbaar landelijk onderzoek te doen naar de frisdrankconsumptie onder jongeren?
Nee, dat ben ik niet van plan. In opdracht van VWS voert het RIVM regelmatig voedselconsumptiepeilingen (VCP) uit onder de algemene bevolking van 1 tot 79 jaar. Met deze peiling worden gegevens verzameld over wat, wanneer en waar geconsumeerd wordt door verschillende leeftijdsgroepen. Uit de VCP komen landelijke cijfers over de frisdrankenconsumptie en hiermee kan bijvoorbeeld ook de bijdrage van de frisdrankconsumptie aan de totale consumptie van suikers in beeld worden gebracht. Dit najaar verwacht ik de publicatie van nieuwe cijfers van de meest recente peiling (2019–2021).
Resultaten van de VCP zijn te zien op www.wateetnederland.nl.
Wat doet u momenteel om de frisdrankconsumptie onder jongeren te verminderen?
Voor kinderen en jongeren werk ik aan een gezonde schoolomgeving waarin bijvoorbeeld het drinken van water wordt gestimuleerd en het gebruik van suikerhoudende frisdrank wordt ontmoedigd. Een voorbeeld is dat waterdrinken een bindend uitgangspunt is van de Gezonde School-aanpak2. Vanuit de subsidieregeling watertappunten hebben meer dan 900 scholen (po, vo en mbo) een watertappunt gerealiseerd.
Via het Akkoord Gezonde Voeding Op Scholen (2021–2025) werken JOGG en Voedingscentrum samen met aanbodbepalende partijen als cateraars, groothandels, voedselproducenten en leveranciers. Dit helpt scholen ook bij het bereiken van een Gezonde Schoolkantine.
Deze inzet heeft er toe bijgedragen dat het aanbod aan frisdrank op scholen de afgelopen jaren is veranderd. Dranken op scholen bevatten steeds minder suikers. Veel regular dranken zijn vervangen door calorie loze en light varianten.
De verschuiving in het frisdrankaanbod komt ook voort uit de toezegging in het preventieakkoord van de Nederlandse frisdranksector om de hoeveelheid calorieën (suiker) in het volume aan drank dat ze verkopen met 30% te verlagen in 2025 (ten opzichte van 2012). Dit doen ze onder andere door meer marketing voor calorie loze of light producten op de markt. Er zijn ook waters met een smaakje op de markt bijgekomen die weinig calorieën bevatten. Daarnaast hebben de Nederlandse frisdrankproducenten in het Nationaal Preventie Akkoord afgesproken per 2019 te stoppen met de verkoop van de traditionele, suikerhoudende frisdranken aan middelbare scholen en adviseren ze betreffende cateraars alleen nog water en laagcalorische en calorievrije frisdranken te verkopen.
In het Nationaal Preventieakkoord hebben partijen zich verbonden aan productverbetering. De nieuwe aanpak hiervoor heb ik recent aan uw Kamer gestuurd3. Het verbeteren van de samenstelling van frisdrank is onderdeel van deze nieuwe aanpak.
In het coalitieakkoord is hier bovenop aangekondigd dat de belasting op frisdranken wordt verhoogd.
Kunt u in gesprek gaan met het Voedingscentrum en eventueel andere betrokkenen om de voorlichting aan jongeren over de ongezonde eigenschappen van vruchtensap te verbeteren?
Educatie is een belangrijke pijler binnen de Gezonde School-aanpak. Erkende educatieprogramma’s die onderdeel van deze aanpak zijn, zoals Smaaklessen, leren kinderen wat gezonde en ongezonde dranken zijn. Er wordt bijvoorbeeld behandeld waarom water de beste dorstlesser is en wat de nadelen zijn van frisdrank.
Gaat de invoering van de Nutri-Score jongeren helpen om ongezonde vruchtensappen en frisdrank voortaan te laten staan?
Nutri-Score kan consumenten helpen om producten uit dezelfde productgroep met elkaar te vergelijken. Nutri-Score geeft aan mineraal- en bronwater een donker groene A. Suikerhoudende frisdranken én vruchtensap krijgen over het algemeen een Score C of lager. Nutri-Score maakt dus inzichtelijk wat de gezondere optie is en is daarmee een hulpmiddel, ook voor jongeren, om die gezondere keuze in de winkel of online te maken.
Wanneer verwacht u dat consumenten de Nutri-Score op alle verpakkingen terug kunnen vinden?
Het definitieve besluit over de invoering van Nutri-Score in Nederland heb ik nog niet genomen. Hiervoor wacht ik op de uitkomsten van de evaluatie van het algoritme van Nutri-Score die momenteel wordt uitgevoerd door een internationaal wetenschappelijk comité.
Als Nederland besluit tot invoering kunnen levensmiddelenfabrikanten en supermarkten vrijwillig kiezen om het logo te gebruiken. Op een aantal producten in het winkelschap zien we al het Nutri-Score logo. Het gaat in dit geval om producten die in buitenlandse bedrijven zijn geproduceerd en daarom met het logo legaal op de Nederlandse markt mogen worden afgezet (wederzijdse erkenning), of om pilots. De verwachting is dat het aantal verpakkingen met Nutri-Score snel en sterk zal toenemen zodra het besluit tot invoering van Nutri-Score in Nederland formeel is genomen.
Deelt u de aanbeveling van de GGD Amsterdam dat er een bredere beweging nodig is om tegen te gaan dat het normaal is om frisdrank te drinken, zoals dit ook is gebeurd bij de ontmoediging van tabak?
Ik deel de urgentie die de GGD schetst. Daarom is ook voortzetting en versterking van de preventieaanpak nodig die in gang is gezet met het Nationaal Preventieakkoord en komt er een belastingverhoging op frisdranken. Die urgentie zit hem wat mij betreft niet alleen in te hoge frisdrankconsumptie maar in meerdere factoren die ten grondslag liggen aan overgewicht en ongezonde voeding.
Bent u bereid de lessen en successen van de campagne voor een rookvrije generatie te betrekken bij de aanpak van het verminderen van frisdrankconsumptie onder jongeren?
Daar ben ik zeker toe bereid. In het coalitieakkoord is niet voor niks afgesproken dat we de doelen van het preventieakkoord doorzetten, met als doel een gezonde generatie in 2040 met een focus op de jeugd door sport, voeding en bewegen. Daarin werk ik onder andere samen met de Samenwerkende Gezondheidsfondsen (SGF) die ook een belangrijke partij zijn bij de beweging naar een rookvrije generatie. Zij nemen deze ervaring ook mee.
Bent u bereid werk te maken van sobere verpakkingen, gezonde alternatieven en een verbod op reclame en marketing voor frisdrank gericht op jongeren?
Aanvullende maatregelen op het preventieakkoord werk ik de komende tijd nog uit, waar mogelijk samen met de NPA tafel overgewicht en waar nodig daarbuiten. Om de dagelijkse voedselomgeving gezonder te maken, verken ik de wettelijke mogelijkheden om een gezonde voedselomgeving te bevorderen. Hiermee zouden we ook eventuele regels kunnen stellen met betrekking tot ongezonde drank-, snoep- en snackautomaten in bijvoorbeeld de schoolomgeving of beperken van marketing van ongezonde producten gericht op kinderen. Ik hoop uw Kamer voor de zomer te informeren over de aanvullende maatregelen.
Er zijn naast gewoon kraanwater al diverse gezonde alternatieven beschikbaar. Producenten zetten hier onder invloed van marktvraag en afspraken al op in. Ook bestaat er een Reclamecode voor Voedingsmiddelen met zelfreguleringsafspraken over marketing voor ongezonde producten gericht op kinderen.
Bent u bereid in overleg met het onderwijsveld ervoor te zorgen dat er geen frisdrank wordt verkocht op scholen en dat (flits)bezorgers niet worden toegestaan op het schoolplein?
Wat mij betreft moeten we erop alert zijn dat bepaalde maatregelen, zoals een verbod op (flits)bezorgers, er voor kunnen zorgen dat het probleem zich verplaatst naar buiten de schoolgrenzen. Een samenwerking tussen scholen, gemeenten, en voedselaanbieders rond scholen is daarom noodzakelijk. Dit is toegepast in de pilot Gezonde Schoolomgeving4. JOGG gaat deze pilot opschalen om meerdere gemeenten met deze aanpak te ondersteunen.
Daarnaast kijk ik in de verkenning die ik in antwoord 10 noem hoe ik gemeenten juridische handvatten kan bieden om de voedselomgeving, onder andere rond de school, gezonder te maken.
Wanneer kan de Kamer het voorstel om gemeenten meer instrumenten te geven voor het creëren van een gezonde voedselomgeving verwachten?2
Ik werk de komende tijd mijn aanpak op het gebied van overgewicht en voeding verder uit. Het gezonder maken van de voedselomgeving is daar een belangrijke pijler in. Het bieden van juridische handvatten aan gemeenten zie ik als een onderdeel hiervan. Ik hoop uw Kamer hier voor de zomer over te informeren.
Wanneer kan de Kamer het voorstel voor een belasting op suikerhoudende dranken verwachten?3
De aanpassing van de verbruiksbelasting op niet-alcoholische dranken zal meelopen in het pakket Belastingplan 2023 dat met Prinsjesdag aan de Tweede Kamer zal worden aangeboden.
Kunt u deze vragen een-voor-een en voorafgaand aan het commissiedebat over leefstijlpreventie op 24 maart 2022 aanstaande beantwoorden?
Ja.
PFAS in de Westerschelde |
|
Bouchallikh , Laura Bromet (GL) |
|
Vivianne Heijnen (staatssecretaris infrastructuur en waterstaat) (CDA), Mark Harbers (minister infrastructuur en waterstaat) (VVD) |
|
Welke stappen heeft u ondernomen sinds in december 2021 bleek dat het PFAS-gehalte (poly- en perfluoralkylstoffen) in vis uit Westerschelde gigantisch is en tot wel 812 keer meer schadelijke stoffen bevatten dan de grenswaarde? Wat heeft u gedaan met het nadrukkelijke advies aan burgers om geen vis en zeegroenten uit het oostelijke deel van de Westerschelde te eten1? Worden burgers in Zeeland hier actief over geïnformeerd?
Naar aanleiding van onderzoek in België naar de blootstelling van omwonenden van de fabriek van 3M in Zwijndrecht en het rapport van Rijkswaterstaat naar PFAS begin april 2021, heeft de Provincie Zeeland het voortouw genomen om te onderzoeken wat de consequenties daarvan kunnen zijn voor mensen op en rond de Westerschelde. Over de invulling van het onderzoek is overleg geweest met vertegenwoordigers van de Ministeries van IenW, LNV en VWS. Het artikel in de PZC waarnaar u verwijst, is bij dit onderzoek betrokken. Daarnaast neemt Rijkswaterstaat PFAS mee in de metingen voor drie representatieve zwemwaterlocaties langs de Westerschelde.
De rijksoverheid heeft middelen beschikbaar gesteld voor onderzoek naar PFAS-gehalten in diverse bronnen, waaronder eetbare dieren en planten. Het onderzoek is inmiddels gestart en zal naar verwachting in het voorjaar van 2022 opgeleverd worden. De eerste resultaten van dit onderzoek laten zien dat de consumptie van zelfgevangen bot en garnalen afkomstig uit het oostelijk deel van Westerschelde al bij zeer lage consumptiehoeveelheden zou kunnen leiden tot een overschrijding van de gezondheidskundige grenswaarde van PFAS. De grenswaarde betreft de maximale hoeveelheid PFAS waaraan iemand mag worden blootgesteld, zonder dat gevolgen voor de gezondheid worden verwacht. In het definitieve onderzoeksrapport worden de data van meer monsters benut afkomstig uit de gehele Westerschelde en komen er gegevens van andere vissoorten en lamsoor bij.
Op basis van de eerste beelden, waaronder de resultaten van het onderzoek dat genoemd is in de PZC, heeft GGD Zeeland op 15 december 2021 een voorzorgsadvies gegeven om geen zelf gevangen vis uit de Westerschelde te eten. Dit voorzorgsadvies is op 24 februari 2022 aangevuld om ook geen zelf gevangen garnalen te eten. Daarnaast adviseert de GGD om de consumptie van zelf geraapte mosselen en oesters uit de Westerschelde te beperken tot niet meer dan tien keer per jaar. Dit advies is in aanvulling op het algemene geldende advies van het Voedingscentrum om niet regelmatig zelf gevangen zoetwatervis te eten uit Nederlandse wateren. Zowel door de Provincie Zeeland als de GGD Zeeland is dit besluit actief gecommuniceerd.2
Waarom wordt er überhaupt niet actief gecommuniceerd over het advies van de overheid om «niet te veel zelf gevangen vis» te eten, zoals u schreef in uw brief van 13 december 20212? Bent u voornemens om een publiekscampagne hierover op te zetten om op deze manier de gezondheid van burgers te beschermen?
Voedingsadviezen van de rijksoverheid worden gegeven door het Voedingscentrum. Het advies om niet regelmatig zelf gevangen vis te eten, is in hun berichtgeving en de website van het Voedingscentrum terug te vinden.4 Daarnaast heeft de GGD op 15 december 2021 een consumptieadvies uitgedaan.5
In het algemeen geldt dat de overheid geen toezicht heeft op zelf gevangen, geteeld, geplukt en geraapt voedsel. Een deel van de mensen in Nederland kiest ervoor om op die manier in (een deel van) hun dieet te voorzien en niet of minder gebruik te maken van commercieel aangeboden voedsel. Dat betekent ook dat er een grotere verantwoordelijkheid bij henzelf ligt om zich goed te informeren. Het Rijk is voornemens om samen met lokale en regionale overheden te blijven zorgen voor goede beschikbaarheid van informatie over bekende risico’s van zelf gevangen, geteeld, geplukt en geraapt voedsel.
Kunt u garanderen dat het wel veilig is om commercieel gevangen zoetwatervis te eten als u die garantie niet kunt geven voor zelf gevangen vis? Zo ja, hoe kunt u dit garanderen? Zo nee, wordt dit vraagstuk meegenomen in het onderzoek naar PFAS-gehaltes in levensmiddelen? Wanneer worden de resultaten van dit onderzoek verwacht?
Het onderzoek waar u in uw vragen aan refereert, heeft betrekking op een kleinschalig onderzoek naar de recreatief gevangen vissoort bot in de Westerschelde. De resultaten van dit onderzoek worden voor begin april verwacht. Dit heeft betrekking op vis uit het zoute water. Bedrijven die vis in de handel brengen, uit zoet of zout water, dienen er voor te zorgen dat die vis voldoet aan de wettelijke eisen, onder andere met betrekking tot contaminanten. Monitoring daarop vindt jaarlijks plaats.6
Omtrent PFAS loopt op dit moment een Europees traject voor het vaststellen van Maximum Limieten (MLs) voor o.a. vis. In Europees verband zijn hiervoor data verzameld en in dit traject zijn ook de zoetwatersoorten meegenomen.
In 2021 is onderzoek gestart naar PFAS-gehaltes in levensmiddelen. Dit onderzoek is bedoeld om een inschatting te kunnen maken van de blootstelling van de consumenten van PFAS via voedsel. Hiervoor is gekozen om PFAS te meten in levensmiddelen die vaak worden geconsumeerd, waarbij o.a. zoet- en zoutwater vis zijn inbegrepen.
Neemt het Rijk op dit moment extra maatregelen waardoor bedreigingen, als gevolg van PFAS, voor de volksgezondheid en het gehele Natura2000-gebied (Westerschelde) worden weggenomen of verminderd? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke maatregelen worden genomen
Ja, Nederland werkt sinds 2020 samen met Duitsland, Denemarken, Zweden en Noorwegen aan een Europees verbod op het gebruik van PFAS. Het beoogde doel van dit restrictievoorstel op basis van de Europese verordening REACH is dat alle PFAS, zo’n 6.000 in totaal, in één keer verboden gaan worden.
Vorig jaar heeft de toenmalige Minister van Infrastructuur en Waterstaat bij haar Vlaamse collega aangedrongen op het verminderen van emissies van PFAS naar de Westerschelde. Eind oktober vorig jaar hebben de Vlaamse autoriteiten de productieprocessen bij 3M waar PFAS vrijkomt stilgelegd totdat er een nieuwe vergunning is. Op 25 maart vindt een kennismakingsgesprek plaats tussen de Minister van IenW en zijn Vlaamse collega Demir. In dit gesprek zal opnieuw aangedrongen worden op het verminderen van emissies van PFAS naar de Westerschelde.
Daarnaast is een onderzoek gestart naar actuele PFAS-waarden in veel geconsumeerde voedselproducten in Nederland. We verwachten de resultaten van dat onderzoek in de tweede helft van 2022.
Zoals de Minister van IenW en de Staatssecretaris van VWS in de vorige kabinetsperiode aan de Tweede Kamer hebben gemeld, wordt met het RIVM gewerkt aan de opzet voor een onderzoeksprogramma naar de beste wijze waarop we de blootstelling van mensen aan PFAS kunnen terugdringen. PFAS zijn zeer persistente stoffen die moeilijk uit het milieu gehaald kunnen worden en dat betekent dat het ook moeilijk is om de blootstelling van mensen aan PFAS terug te dringen. We moeten daarom op zoek naar een goede en duurzame aanpak.
Deelt u de opvatting dat tijdige en volledige informatie over alles wat met de complexe materie van PFAS in de Westerschelde te maken heeft van groot belang is? Is er voldoende afstemming en overleg tussen de Vlaamse en Nederlandse overheden, betrokken instanties, belanghebbenden en de volksvertegenwoordigers? Kunt u toezeggen dat de communicatie tussen alle geledingen hierover telkens tijdig en volledig zal plaatsvinden?
Wij delen die opvatting. Daarom zetten we ons in om de communicatie tussen de betrokken partijen te versterken. Op dit moment vindt dat bijvoorbeeld al plaats via reguliere kanalen, zoals de Internationale Schelde Commissie en de Vlaams-Nederlandse Scheldecommissie. In die context worden ook extra overleggen en acties ingezet. Daarnaast en in toenemende mate zijn de Nederlandse en Vlaamse overheden in contact en stemmen bilateraal af over de aanpak op PFAS voor grensoverschrijdende vergunningen. Het gesprek op 25 maart tussen de Minister van IenW en Minister Demir van Vlaanderen wordt hier ook voor benut.
Waarom heeft u besloten dat het ontpolderingstraject in de Hedwigepolder doorgang kan vinden? Klopt het dat de Hedwigepolder alsnog vervuild zal raken met PFAS-houdend slib, ondanks het nieuws dat de hoeveelheid onder de norm valt?3 Moet de verspreiding van PFAS niet alsnog voorkomen worden?
In de Kamerbrief over gevolgen PFAS voor ontpoldering van de Hedwigepolder van 5 oktober 20218 en in de in de beantwoording van Kamervragen over gevolgen van PFAS-concentraties Westerschelde voor de Hedwigepolder van 16 november 20219 hebben de Minister en Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat aangegeven dat de PFAS-concentraties in zwevend stof hoger zijn dan de concentraties die zich op dit moment op de bodem van de Hedwigepolder bevinden, maar zijn niet dusdanig hoog dat deze in strijd zijn met de zorgplichtbepaling uit de Waterwet. Vele onderzoeken en adviezen benadrukken de noodzaak van deze natuurontwikkeling voor de internationale biodiversiteit. De eerdere ingebrekestelling door de Europese Commissie onderstreept de urgentie om dit project uit te voeren. Om de verspreiding van PFAS te voorkomen is het vooral van belang in Europees verband de productie en toepassing van PFAS te verbieden. De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat maakt zich hiervoor in Europees verband met vier andere lidstaten hard. Tegelijkertijd wordt druk op Vlaanderen uitgeoefend om de emissie van PFAS terug te dringen en de vergunningvoorwaarden voor vervuilende bedrijven aan te scherpen.
Is er voldoende duidelijk over de mate waarmee het met PFAS vervuilde water een bedreiging vormt voor de bodem, flora en fauna in het betreffende gebied?
Het water dat straks de Hedwigepolder zal instromen, heeft dezelfde kwaliteit als het water van de Westerschelde. Voor de op termijn te verwachten kwaliteit van de waterbodem zijn de PFAS-gehalten in zwevend stof de beste indicatie. Deze zwevend stofdeeltjes zullen immers bezinken. Het zijn dan ook díe metingen die worden gehanteerd bij het bepalen van de verwachte kwaliteit van de waterbodem. De PFAS-concentraties in zwevend stof zijn lager dan de PFAS-concentraties in het water van de Westerschelde. Zoals aangegeven, passen deze waarden binnen de milieuhygiënische vereisten vanuit de zorgplicht in de Waterwet. Daarmee is er geen reden om dit project niet voort te zetten.
Hebben de PFAS-concentraties invloed op de te vormen natuur en de ecologische kwaliteit? Wordt een snelle afname van de concentraties in water en slib verwacht waardoor uitstel van de ontpoldering «besmetting» kan verminderen, of maakt dat niet uit?
Zoals bij de vorige vraag geschetst, zijn de gemeten PFAS-concentraties in water en zwevend stof geen reden om deze natuurontwikkeling niet te laten plaatsvinden. De PFAS-problematiek staat sinds vorig jaar zomer ook in Vlaanderen op de kaart. Vlaanderen brengt de bronnen van PFAS in beeld en scherpt vergunningvoorwaarden voor vervuilende bedrijven aan. De verwachting is dat door de vermindering van emissies bovenstrooms de PFAS-concentraties in de Westerschelde zullen dalen. Deze lagere concentraties zullen er op termijn ook voor zorgen dat zich minder PFAS aan slib en waterbodem zullen hechten.
Bent u bereid om een PFAS-coördinator aan te stellen – waar het dagelijks provinciebestuur van Zeeland ook al naar gevraagd heeft – voor de complete PFAS-problematiek in en rond de Westerschelde opdat er sneller de juiste maatregelen kunnen worden genomen door het Rijk, Rijkswaterstaat en/of de provincie in aansluiting op en in samenhang met die van de Vlaamse autoriteiten? Zo nee, waarom niet?
In reactie op de brief van gedeputeerde staten van Zeeland heeft de Minister van Infrastructuur en Waterstaat aangegeven bij zowel de rijksoverheid als de provincie Zeeland op hoogambtelijk niveau een coördinator te willen aanwijzen, die overzicht en samenhang moet brengen in alle acties die al zijn uitgezet. Over de uitwerking hiervan gaat de Minister met GS van Zeeland in gesprek. Overigens heeft zijn voorganger naar aanleiding van een brief van GS van Zeeland in augustus al coördinatie vanuit het Rijk aangeboden en wordt sindsdien tussen de verschillende partijen intensief samengewerkt.
De samenstellingsvoorschriften voor babyvoeding |
|
Roelof Bisschop (SGP) |
|
Kuipers |
|
Deelt u de mening dat smeerbaar broodbeleg pas een gebruiksklaar product in de zin van richtlijn 2006/125/EC is als het op brood gesmeerd is en in combinatie met brood genuttigd wordt, zoals geïnstrueerd door de fabrikant, en dat derhalve een aanvullende handeling nodig is alvorens het product geconsumeerd wordt?1
Voor smeerbaar broodbeleg geldt dat het een gebruiksklaar product betreft, wat als zodanig wordt verkocht en zonder verdere handelingen geschikt is voor consumptie. In artikel 9, eerste lid onder j, van Verordening (EU) nr. 1169/20112 is vastgelegd dat een vermelding van de gebruiksaanwijzing verplicht is als het levensmiddel moeilijk te gebruiken is zonder gebruiksaanwijzing. Smeerbaar broodbeleg, bijvoorbeeld chocopasta, is niet moeilijk te gebruiken zonder gebruiksaanwijzing.
Is de veronderstelling juist dat richtlijn 2006/125/EC spreekt over «reconstituted as instructed by the manufacturer» en dat een verwijzing naar de Europese regels over wanneer een gebruiksaanwijzing verplicht is derhalve niet relevant is?
In artikel 7, lid 4, van Richtlijn 2006/125/EC3 wordt inderdaad gerefereerd aan «reconstituted as instructed by the manufacturer».
In bijlage IV van de Warenwetregeling Babyvoeding is voor producten vastgelegd wat de samenstellingseisen van babyvoeding zijn die als zodanig wordt verkocht of volgens de gebruiksaanwijzing van de fabrikant is aangemaakt. Een gebruiksaanwijzing behoort tot de verplichte voedselinformatie als het levensmiddel zonder deze aanwijzing moeilijk te gebruiken is. Dit is conform artikel 9, eerste lid, onder j, van Verordening (EU) nr. 1169/2011. Voor smeerbaar broodbeleg – zoals bijvoorbeeld chocoladepasta – geldt dat het een gebruiksklaar product betreft, wat zonder verdere handelingen geschikt is voor consumptie.
Deelt u de mening dat het voor de gezondheid van baby’s gaat om de samenstelling van het totale samengestelde product («uit alle bronnen», zoals geformuleerd in bijlage IV, onderdeel 3.2) dat geconsumeerd wordt, in onderhavig geval brood met beleg, en dat samenstellingsvoorschriften vanuit gezondheidsoogpunt derhalve gericht zouden moeten zijn op het totale samengestelde product dat genuttigd wordt?
In artikel 3, tweede lid van de Warenwetregeling Babyvoeding is vastgelegd dat babyvoeding die als zodanig wordt verkocht of volgens de gebruiksaanwijzing van de fabrikant is aangemaakt, moet voldoen aan eisen wat betreft de samenstelling zoals geformuleerd in bijlage IV van de Warenwetregeling Babyvoeding. Bijlage IV geeft de essentiële samenstelling van babyvoeding voor zuigelingen en peuters. De eisen ten aanzien van voedingsstoffen hebben betrekking op het gebruiksklare product, dat als zodanig wordt verkocht of volgens de gebruiksaanwijzing van de fabrikant is aangemaakt. Onderdeel 3 van deze bijlage gaat over de essentiële samenstelling van babyvoeding voor zuigelingen en peuters met betrekking tot vetten. Hier is vastgelegd dat voor alle overige eet- en drinkwaren de totale hoeveelheid vet in de eetwaar uit alle bronnen niet groter dan 1,1 g/100kJ (4,5 g/100 kcal) mag zijn.
Deelt u de mening dat ten aanzien van smeerbaar broodbeleg tenminste sprake is van een categorie babyvoeding die niet goed in de huidige regelgeving past, omdat geen sprake is van het rechtstreeks consumeren van een heel potje broodbeleg en ook niet van aanmaken met melk of water?
Voor smeerbaar broodbeleg dat als babyvoeding wordt verkocht of volgens de gebruiksaanwijzing van de fabrikant is aangemaakt, gelden de samenstellingseisen voor babyvoeding op Europees niveau die zijn vastgelegd in de Richtlijn 2006/125/EG. Deze richtlijn is in Nederland geïmplementeerd via de Warenwetregeling Babyvoeding.
Bent u bereid de Warenwetregeling Babyvoeding zo aan te passen of toe te passen dat recht wordt gedaan aan de bijzondere positie van smeerbaar broodbeleg?
Voor de samenstellingseisen voor babyvoeding, dient Nederland zich te conformeren aan de eisen zoals deze Europees zijn vastgesteld in Richtlijn 2006/125/EG.
De verkoop van het vervuilde voormalige terrein van chemiebedrijf Akzo Nobel in Deventer |
|
Bouchallikh |
|
Vivianne Heijnen (staatssecretaris infrastructuur en waterstaat) (CDA) |
|
Bent u bekend met het bericht «Verkoop «vervuilde» grond Akzo Nobel aan provincie»1?
Ja.
Bent u bekend met de ernstige vervuiling die er op deze plek in de bodem zit? Wat is uw beeld van deze bodemverontreiniging, welke chemische stoffen zitten daar in de grond?
Ik ben bekend met deze locatie. De gemeente Deventer is bevoegd gezag in het kader van de Wet bodembescherming (hierna: Wbb) voor het grondgebied van de gemeente Deventer. Dit betekent dat de gemeente de taak heeft om de verontreinigingssituatie, de risico’s en aanpak te beoordelen en indien nodig handhavend op te treden. Ik heb van de gemeente begrepen dat de Omgevingsdienst IJsselland voor de gemeente Deventer een aantal bodemtaken uitvoert, zoals vergunningverlening, handhaving en toezicht.
Het saneringsplan is in december 2020 door het bevoegde gezag Wet bodembescherming, de gemeente Deventer, beschikt. De daarbij gevoegde onderzoeksrapporten betreffen de actualisatie van de verontreinigingssituatie op het voormalige Akzo Nobel terrein. Deze rapporten zijn de grondslag voor een saneringsonderzoek en saneringsplan voor de verdere aanpak van de aanwezige bodemverontreinigingen.
In de onderzoeksrapporten wordt aangegeven dat de ophooglaag en de deklaag tot circa 5 meter minus maaiveld (heterogeen) zijn verontreinigd met verschillende stoffen als zware metalen, olieachtige producten en andere stoffen die in het productieproces zijn gebruikt. Een aantal van deze verontreinigingen vormt een pluim in het eerste watervoerende pakket, dat zich strekt tot de Eemlaag bestaand uit klei en veen. Deze afsluitende laag bevindt zich op 14 tot 18 meter onder maaiveld.
Is er onderzoek gedaan naar welke invloed deze stoffen kunnen hebben op de kleilaag die de drinkwaterwinning Deventer-Zutphenseweg moet beschermen tegen verontreiniging? Zo nee, bent u daartoe bereid?
Het bevoegd gezag, gemeente Deventer heeft ingestemd met de resultaten van het saneringsonderzoek en met het saneringsplan voor de verdere aanpak van de aanwezige bodemverontreiniging. Er is niet specifiek onderzoek gedaan naar de invloed van de stoffen op de kleilaag. Ten behoeve van de beschikking op het saneringsplan is bodemonderzoek uitgevoerd, waaronder aanvullend grondwateronderzoek. Uit het onderzoek komt niet naar voren dat er risico’s zijn voor de drinkwaterwinning Deventer-Zutphenseweg. De mobiele verontreinigingen bevinden zich in het eerste watervoerende pakket tot de afsluitende. Het drinkwater wordt gewonnen uit het tweede watervoerende pakket op een diepte van meer dan 50 meter onder maaiveld. In de ontrekkingsputten zijn geen stoffen aangetoond die duiden op verspreiding. De provincie Overijssel is verantwoordelijk voor de bescherming van het grondwater ten behoeve van drinkwater (Drinkwaterwet).
Vindt u het ook zorgelijk dat het Natura 2000-gebied De IJssel op korte afstand van deze vervuilde plek ligt? Zo nee, waarom niet?
In de onderzoeksrapporten is een risicobeoordeling gedaan waarbij door het onderzoeksbureau gekeken is naar de humane en ecologische risico’s van de bodemverontreinigingen en wordt ingegaan op het effect van de aanwezige verontreiniging op het Natura 2000-gebied de IJssel. Door het adviesbureau wordt aangegeven dat er geen risico’s te verwachten zijn voor dit gebied. Het saneringsplan voorziet in een actieve monitoring van de verontreiniging. Natura 2000 gebieden en drinkwaterwinningen worden meegenomen als kwetsbare objecten bij de beoordeling van de risico’s van bodemverontreinigingen. Hierbij is onder meer van belang dat de natuur vaak sterk afhankelijk is van het ondiepe grondwater. Bij de beoordeling is hier rekening mee gehouden.
Kan de provincie garanderen dat de vervuiler ook daadwerkelijk voor de kosten voor bodemsanering opdraait? Zo ja, hoe is dat gewaarborgd?
Het bevoegd gezag geeft aan dat Nouryon (AkzoNobel) verantwoordelijk is voor de kosten en schade met betrekking tot de sanering van de bodemverontreiniging. Nouryon heeft de verantwoordelijkheden en verplichtingen met betrekking tot de sanering van de bodemverontreiniging van deze locatie in 2018 tegen betaling overgedragen aan Nazorg Bodem Deventer B.V. Deze organisatie is een onderdeel van Stichting Bodembeheer Nederland, een professionele organisatie die financiële en operationele ondersteuning biedt aan overheden en bedrijfsleven bij de aanpak en het beheer van bodemverontreinigingen zoals aanwezig op het voormalige Akzo Nobel terrein. Dit bedrijf is ook in de beschikking Wbb vermeld als saneringsplichtige en daarmee rusten de wettelijke verplichtingen uit de Wbb op deze organisatie. Het bevoegd gezag kan daarop handhaven. Het onderbrengen van de aanpak en beheer van bodemverontreinigingen bij een gespecialiseerde organisatie is een gebruikelijke constructie.
Bent u bereid met Akzo Nobel, Nouryon, de gemeente Deventer en de provincie Overijssel in gesprek te gaan om te zorgen dat de bodem op deze plek eerst wordt gesaneerd voordat de grond definitief van eigenaar wisselt?
Het is belangrijk dat de locatie wordt gesaneerd. Zoals ik hiervoor heb aangegeven, is dat geborgd en is Nouryon verantwoordelijk voor de financiering daarvan. De verkoop van de locatie heeft hier geen invloed op.
De gemeente Deventer is bevoegd gezag Wbb en de Omgevingsdienst IJsselland ziet toe op de naleving van de regels. Ik zie in het licht van bovenstaande op dit moment dan ook geen aanleiding om in gesprek te gaan.
Ziet u overeenkomsten met de bodemsanering Olasfa in Olst, waar u ook bij betrokken was, waarvoor niet de vervuiler is opgedraaid, maar de belastingbetaler? En ziet u ook overeenkomsten met de ontwikkelingen bij het EMK-gifterrein in Krimpen aan den IJssel, dat staatseigendom is, en waar ook al miljoenen zijn uitgegeven aan isolatie-, beheers- en controle-maatregelen (IBC-maatregelen)? In hoeverre heeft u zicht op de schaal van dit probleem?
De situatie op het AkzoNobel terrein is niet vergelijkbaar met de situatie in Olst of het EMK-terrein in Krimpen aan de IJssel, waarvan de Staat der Nederlanden zelf de eigenaar is. Het bedrijf Olster Asfalt Fabriek (Olasfa) is in 1983 failliet gegaan. Dit geldt ook voor de Exploitatie Maatschappij Krimpen (EMK). Dit zorgde ervoor dat de aanpak van deze verontreinigingen door de overheid is opgepakt op basis van artikel 48 van de Wbb, het zogenoemde «vangnet» artikel. Dit artikel biedt het bevoegd gezag de mogelijkheid om, indien de vervuiler/eigenaar niet kan worden aangesproken of onvoldoende financiële draagkracht heeft en als er een algemeen belang is voor het beschermen van mens of milieu, overheidsmiddelen in te zetten om de verontreiniging aan te pakken. Voor het EMK-terrein is dat overigens niet aan de orde, omdat de Staat daar zelf de privaatrechtelijke eigenaar is en in die rol de bodemsanering uitvoert.
Voor het Akzo Nobel terrein geldt dat de bodemsanering door de eigenaar van het bedrijfsterrein is opgepakt en dat er afspraken zijn gemaakt over de financiering van de aanpak en de beheersing en monitoring van de bodemverontreiniging.
In het algemeen geldt dat bij elke sanering van een bodemverontreiniging de insteek is dat in beginsel de veroorzaker van de verontreiniging de bodemsanering betaalt. Het «vervuiler betaalt» principe is een belangrijk uitganspunt in de milieuwetgeving. Echter de specifieke omstandigheden van het geval bepalen of een veroorzaker daadwerkelijk kan worden aangesproken voor de kosten van bodemonderzoek en sanering. Na verloop van decennia is de veroorzaker niet altijd meer in beeld. Onder meer de periode van het veroorzaken van de verontreiniging speelt een rol in de mate waarin een vervuiler in beeld is om de bodemsanering te financieren. Het gebeurt daarom bij historische bodemverontreiniging (veroorzaakt vóór 1987) vaak dat de huidige eigenaar verantwoordelijk is voor bodemsanering. Pas als de veroorzaker of de eigenaar niet in staat zijn om een bodemsanering uit te voeren (bijvoorbeeld omdat de saneringskosten de financiële draagkracht overstijgen) kan de overheid in beeld komen als vangnet.
In totaal zijn er nu 41 bevoegde overheden Wbb. Elk bevoegd gezag heeft, voor haar eigen beheergebied, inzicht in alle plekken waar sprake is van bodemverontreiniging waarvoor geldt dat er een noodzaak is voor bodemsanering en waar het zogenaamde spoedcriterium wordt overschreden. Dit betreft ernstig verontreinigde locaties die vanwege onaanvaardbare risico’s voor mens, ecologie of verspreiding van de verontreiniging in het grond- en grondwater met spoed moeten worden gesaneerd. De voortgang van de aanpak van de zogenaamde spoedlocaties wordt jaarlijks gemonitord. De monitoringsrapportages worden jaarlijks gepubliceerd op de website van uitvoeringsorganisatie Bodemplus.2
Daarnaast hebben de bevoegde overheden zicht op de locaties met bodemverontreiniging waarvoor een Wbb beschikking ten aanzien van ernst en urgentie is afgegeven.
Deelt u de mening dat de vervuiler altijd moet betalen voor bodemsaneringen? Zo nee, waarom niet?
Zie antwoord vraag 7.
Kunt u een overzicht geven van ernstige met chemicaliën vervuilde terreinen in Nederland? Voor hoeveel van deze terreinen is de bodemsanering nog niet gestart?
De 41 bevoegde overheden Wbb hebben zicht op de plekken waar sprake is van een bodemverontreiniging. De jaarlijkse monitoringsrapportages over de voortgang worden gepubliceerd op de webstie van uitvoeringsorganisatie Bodemplus. Zie de verwijzing naar de rapportage van Bodemplus3 in het gecombineerde antwoord op vraag 7 en 8.
Is de vervuiler (in dit geval Nouryon) verplicht om voor de kosten van een dergelijke sanering op te draaien? Zo nee, bent u bereid om kritisch naar de wetgeving te kijken? Zo ja, waarom gebeurt dat niet altijd?
De veroorzaker van een bodemverontreiniging is verplicht om een dergelijke bodemsanering aan te pakken. Echter indien de vervuiler niet kan worden aangesproken (de betreffende rechtspersoon bestaat vaak niet eens meer door verloop van decennia sinds het ontstaan van verontreiniging) of als de eigenaar onvoldoende financiële draagkracht heeft en als er een algemeen belang is voor het beschermen van de mens of het milieu, is het gerechtvaardigd om overheidsmiddelen in te zetten om de verontreiniging aan te pakken. Dit is vastgelegd in artikel 48 van de Wbb; het zogenaamde vangnetartikel. Overigens staat daarbij voorop dat de eigenaar daar niet financieel van profiteert (geen ongerechtvaardigde verrijking, zie ook hierna).
Kostenverhaal op een veroorzaker van de kosten van bodemsanering door de overheid is ook mogelijk en vindt meestal plaats op grond van de Wet bodembescherming (artikel 75 Wbb). De Staat kan de kosten die zijn gemaakt voor onderzoek en sanering overeenkomstig de regels voor onrechtmatige daad en ongerechtvaardigde verrijking verhalen op de veroorzaker van de bodemverontreiniging, respectievelijk op degene die door dat onderzoek of die sanering ongerechtvaardigd wordt verrijkt.
Voor verontreinigingen die ontstaan zijn vóór 1975 is het moeilijk om de kosten te verhalen, dit als gevolg van jurisprudentie van de Hoge Raad die kort gezegd luidde dat vóór 1975 nog onvoldoende bekend was wat de gevolgen van bodemverontreiniging waren om een individueel bedrijf daar verantwoordelijk voor te houden, behoudens tegenbewijs dat het bedrijf dit toch al vóór 1975 wist (zie de Beleidsregel kostenverhaal 2007 en de Hoofdlijnennotitie Evaluatie Kostenverhaal uit 20074. Het kostenverhaal is daarom vooral succesvol geweest voor de saneringskosten bij verontreiniging die na 1975 zijn ontstaan.
Zwendelkruiden |
|
Tjeerd de Groot (D66) |
|
Carola Schouten (viceminister-president , minister zonder portefeuille sociale zaken en werkgelegenheid) (CU), Paul Blokhuis (CU) |
|
Bent u bekend met het artikel «Vooral zout, meel en suiker in kruidenmixen, maar nauwelijks kruiden» en het achterliggende onderzoek van de Consumentenbond?1
Ja.
Bent u het eens dat het bij de kruiden uit de steekproef, waarin soms slechts 0,04 procent kruiden zitten, gaat om consumentenmisleiding, gezien de naam kruidenmix doet vernoemen dat dit het hoofdproduct is en de prijzen soms kunnen oplopen tot 100 euro per kilo per product voor bijvoorbeeld uienpoeder? Zo nee, waarom niet?
Ik ben het met u eens dat 0.04% kruiden in een kruidenmix erg weinig is. In het verleden heeft de NVWA producenten hierop al aangesproken. Ook wijs ik de producenten op hun verantwoordelijkheid om transparant te zijn in de informatie over de samenstelling van hun producten en de consument op een eerlijke en objectieve wijze te informeren over de samenstelling van de voedingsmiddelen en de consument niet op het verkeerde been te zetten door te suggereren dat het product uitsluitend kruiden bevat. Anderzijds moet de consument zich ervan bewust zijn dat een kruidenmix meer dan alleen kruiden bevat. Door de ingrediëntendeclaratie goed te lezen, kan de consument zich hiervan vergewissen.
Bent u het eens dat producten waar slechtst 0,04 tot 12 procent kruiden inzitten, geen kruidenmix mogen heten?
De informatievoorziening op de verpakking van de producten die door de Consumentenbond zijn onderzocht voldoen aan de vereisten van de Europese Verordening voor voedselinformatie voor consumenten (EU) 1169/2011 (etiketteringsverordening). De exacte samenstelling van de kruidenmix is te lezen in de ingrediëntendeclaratie, daarmee voldoet het etiket aan de vereisten vanuit de etiketteringsverordening.
Hoe reflecteert u op de conclusie van de steekproef dat in sommige kruidenmixen al meer dan de helft van de dagelijkse behoefte aan zout zit en mixen voor bijvoorbeeld salade ook veel suiker bevatten? Bent u het eens dat deze consumentenmisleiding kan leiden tot schadelijke gevolgen voor de gezondheid?
Het is van belang dat levensmiddelenfabrikanten werken aan het verbeteren en gezonder maken van de samenstelling van bewerkte producten. Dit sluit aan bij de afspraak in het Regeerakkoord over het verkennen van bindende afspraken met de industrie over gezondere voedingsmiddelen. Het verminderen van de hoeveelheden zout, suiker en verzadigd vet bij bewerkte producten draagt bij aan vermindering van inname van deze voedingsstoffen en levert gezondheidswinst op. Het is daarom goed dat de producenten ook bij producten zoals kruidenmixen werken aan een vermindering van de hoeveelheid zout. Alhoewel de informatie op het etiket van de kruidenmix op grond van de wetgeving feitelijk correct is, is het niet ondenkbaar dat consumenten zich niet bewust zijn van de grote hoeveelheden zout in de kruidenmix.
Welke stappen gaat u zetten, of heeft u reeds gezet, om deze misleiding in de toekomst te voorkomen?
Het voorkomen van misleiding van de consument (via etikettering op levensmiddelenverpakkingen) is iets waar mijn voorgangers zich in de afgelopen jaren hard voor hebben gemaakt. Zo is er in samenwerking met de NVWA voor gezorgd dat de etiketteringswetgeving duidelijk wordt uitgelegd in een handboek etikettering van levensmiddelen, die op de NVWA-website is te vinden. Hiermee wordt beoogd dat fabrikanten de interpretatie van etiketteringswetgeving kunnen nalezen en beter de wetgeving naleven. Momenteel wordt nog gewerkt aan richtlijnen voor de vermelding van termen op het etiket, die de consument mogelijk kunnen misleiden. Zo zijn bijvoorbeeld nadere regels gesteld aan het begrip «volkoren». Daarnaast wordt binnenkort de nieuwe aanpak van productverbetering bekend gemaakt, waarmee we proberen te voorkomen dat consumenten via bewerkte producten een teveel aan zout, suiker en verzadigd vet innemen. De vernieuwde aanpak moet ertoe leiden dat in 2030 over de gehele breedte van bewerkte productgroepen verbetering is gerealiseerd in de samenstelling. Ook laat ik momenteel een ambtelijke verkenning uitvoeren naar opties om afspraken over productverbetering ook juridisch afdwingbaar te maken, mocht dit in de toekomst wenselijk zijn. Dit sluit aan bij de afspraak in het Coalitieakkoord over het verkennen van bindende afspraken met de industrie over gezondere voedingsmiddelen.
Klopt het dat zonder vermelding van bepaalde ingrediënten op de voorkant van de verpakkingen, het vernoemen van hoeveelheden achterwege mag blijven bij de ingrediëntenbeschrijving op de achterkant van de verpakking? Bent u het eens dat dit een negatieve prikkel kan opleveren met betrekking tot consumentenmisleiding? Zo nee, waarom niet? Zo ja, bent u van plan hier stappen op te ondernemen?
Dat klopt. De ingrediëntendeclaratie moet op de achterzijde volledig en op volgorde staan van meest gebruikte tot het minst gebruikte ingrediënt. Het daarbij specifiek kwantificeren van de hoeveelheden die gebruikt zijn is optioneel. Ik ben niet van mening dat dit een negatieve prikkel oplevert en consumenten kan misleiden. De consument kan namelijk nagaan uit welke ingrediënten het product voornamelijk bestaat. Daarbij zijn eventuele ingrediënten, zoals het aanwezige zout, ook aangegeven in de voedingswaarde tabel.
Klopt het dat uienpoeder onder de noemer van kruiden laten vallen, niet in strijd is met de Warenwet? Zo ja, kunt u toelichten of dit gebaseerd is op een onderzoek naar de consumentenbeleving?
In het Warenwetbesluit Specerijen en Kruiden staat beschreven wat onder kruiden en specerijen moet worden verstaan: delen van planten die aromatisch smaken of ruiken dan wel een scherpe smaak bezitten, en die bestemd zijn om aan eet- en drinkwaren te worden toegevoegd. Ui(poeder) voldoet aan deze omschrijving, het is dan ook niet in strijd met de wet om uienpoeder onder de noemer kruid/specerij te verhandelen. Dit is niet gebaseerd op een onderzoek naar de consumentenbeleving.
Bent u van mening dat de wet hiermee voldoende de consumentenbeleving borgt? Zo nee, welke stappen gaat u nemen om de consumentenbeleving beter te borgen in de Warenwet, zodat dit soort consumentenmisleiding voorkomen kan worden?
Ja, ik ben van mening dat de Warenwet de consumentenbeleving voldoende borgt. Op het moment dat wij van mening zijn dat de Warenwet de consumentenbeleving niet meer voldoende borgt of als wij meerdere signalen krijgen, dan zullen we uiteraard altijd kijken naar of en hoe dit opgelost kan worden. Zo hebben we in het verleden al meerdere aanpassingen en wijzigingen kenbaar gemaakt. Een voorbeeld hiervan is het Warenwetbesluit Meel en Brood, waarin is gedefinieerd wat onder meergranen, volkoren, witbrood, bruinbrood en speltbrood wordt verstaan.
Deelt u de mening dat de gezondheidswaarde en hoeveelheden van deze producten prominent op de verpakking moeten staan, zodat de consument zich ervan bewust is dat deze producten nadelige gezondheidseffecten kunnen hebben en het product voornamelijk uit een goedkoper bestanddeel bestaat? Zo nee, waarom niet?
Ik deel de mening dat de gezondheidswaarde en hoeveelheden van de ingrediënten op de verpakking van producten moet staan. Dit en andere vereisten zijn opgenomen in de Europese Verordening voor voedselinformatie aan consumenten ((EU) 1169/2011). De producent is verantwoordelijk om aan deze vereisten te voldoen en dus de gezondheidswaarde en ingrediëntenlijst correct te vermelden. De goed geïnformeerde consument kan zich op het etiket vergewissen van de samenstelling van het product.
Kunt u deze vragen elk afzonderlijk en zo spoedig mogelijk beantwoorden?
Ja.
Het artikel ‘Experts niet verbaasd over grote legionella uitbraak. Derde in paar jaar tijd in deze regio’. |
|
Habtamu de Hoop (PvdA) |
|
Barbara Visser (VVD) |
|
Kent u het artikel «Experts niet verbaasd over grote legionella uitbraak. Derde in paar jaar tijd in deze regio»?1
Ja.
Bent u het eens met Diana Snijder van de Stichting Veteranenziekte dat het kabinet sinds de eerste Covid-lockdown legionellabesmettingen had kunnen zien aankomen onder andere omdat veel drinkwaterinstallaties in gebouwen lang hebben «stilgestaan»?
In 2020 zijn hierover ook Kamervragen beantwoord van de leden Van Brenk en Laçin2. De GGD en het RIVM volgen continu het aantal meldingen van patiënten met longontsteking door Legionella en zij onderzoeken daarbij ook wat de meest waarschijnlijke besmettingsbronnen zijn van deze patiënten. Er is bij de onderzoeken die tijdens de pandemie zijn uitgevoerd geen verband aangetoond tussen gebouwen waarvan de leidingwaterinstallatie vanwege de lockdown langdurig niet is gebruikt en de stijging van het aantal legionellosebesmettingen. In Schijndel is geen oorzaak vastgesteld. Uit het onderzoek naar de uitbraak is gebleken dat deze niet veroorzaakt kan zijn door een leidingwaterinstallatie, maar waarschijnlijk kwam door verspreiding via een natte koeltoren.
Kunt u verklaren waarom er in de regio De Meierij al voor de derde keer in een paar jaar tijd sprake is van een legionella-uitbraak?
De twee eerdere uitbraken in deze regio vonden drie jaar geleden plaats in Boxtel en Son, waarbij in beide uitbraken de bron een afvalwaterzuivering was: bij een vleesverwerkend bedrijf in Boxtel en een destructiebedrijf in Son. Er is geen relatie tussen de huidige uitbraak in Schijndel en de eerdere uitbraken bekend.
Is er een stijgende nationale trend in het aantal uitbraken waar te nemen? Zo ja, kunt u die verklaren?
Er is geen sprake van een stijgende trend in het aantal uitbraken, maar wel een toename in het aantal jaarlijkse legionellosegevallen. Er zijn meerdere factoren die daarbij mogelijk een rol spelen. Het aantal patiënten hangt samen met de weersomstandigheden (warm en vochtig). Door de vergrijzing kan het aantal patiënten ook toenemen en mogelijk kunnen ook innovaties op het gebied van water- en energiebesparing een rol spelen, door een toename van het aantal installaties waarin legionella kan groeien en die naar de omgeving kunnen vernevelen. Daarnaast worden er iets meer patiënten gemeld die een privéjacuzzi gebruiken, wat ook een groter risico op besmetting geeft.
Welke stappen gaat u nemen om legionella-uitbraken te voorkomen?
Situaties waarbij meerdere personen legionellose oplopen als gevolg van één bron worden in Nederland vooral gerelateerd aan afvalwaterzuiveringsinstallaties en natte koeltorens.
Voor afvalwaterinstallaties wordt gewerkt aan een Handreiking op basis van de Wet milieubeheer, die volgens planning eind februari gereed zal zijn. Met die Handreiking worden zowel aan de exploitanten als de toezichthouders (omgevingsdiensten) handvatten geboden opdat de legionellarisico’s van de afvalwaterzuivering zo goed mogelijk worden beheerst.
Daarnaast zal de Handreiking naar verwachting bouwstenen bevatten voor het ontwikkelen van specifieke regelgeving in het kader van de Omgevingswet.
Voor legionellapreventie bij natte koeltorens geldt al sinds 2010 specifieke regelgeving op basis van de Wet milieubeheer. Ook hier zijn de omgevingsdiensten verantwoordelijk voor het toezicht.
Voor legionellapreventie bij de zogeheten prioritaire leidingwaterinstallaties (zoals van ziekenhuizen en hotels) zal de regelgeving naar aanleiding van de recent uitgevoerde evaluatie gewijzigd worden. Hiervoor verwijs ik naar de brief en rapporten die mijn ambtsvoorganger op 16 november aan u heeft gezonden3. Toezichthouder is de Inspectie Leefomgeving en Transport.
Welke inzichten verschaft het monitoren van «legionella non-pneumo» in het signaleren van problemen in legionella-installaties?
In het rapport van Berenschot-KWR dat de Kamer op 16 november jl. ontving, wordt geadviseerd om voor het gros van de prioritaire locaties (zoals hotels, kampeerterreinen en jachthavens) de metingen en de eventueel daaruit voortvloeiende maatregelen te richten op Legionella pneumophila. Uit het rapport blijkt namelijk dat het meten van Legionella non-pneumophila daar uit oogpunt van volksgezondheid weinig tot geen toegevoegde waarde heeft.
Alleen op specifieke locaties, waar veel mensen met een ernstig verzwakt immuunsysteem verblijven (zoals ziekenhuizen), zouden de metingen en maatregelen zich ook op andere legionellasoorten moeten richten. Daar hebben deze metingen wel een toegevoegde waarde, omdat deze personen ook ziek kunnen worden van Legionella non-pneumophila. In de brief van 16 november 2021 heeft mijn ambtsvoorganger aangegeven dit advies, onder een aantal in de brief genoemde voorwaarden, over te nemen.
Gezien de nieuwe inzichten van het rapport van Berenschot-KWR en de adviezen uit het RIVM-rapport «Betekenis van Legionella-soorten voor preventiebeleid van leidingwaterinstallaties» van 20094 ziet ook het RIVM mogelijkheden om het monitoren in de toekomst bij sommige prioritaire leidingwaterinstallaties alleen te richten op L. pneumophila.
Of de Drinkwaterrichtlijn daartoe de ruimte biedt, wordt nu nog bezien. Ik zal u hier uiterlijk in maart over informeren.
Bent u bereid de ervaringen en knelpunten van de brede werkgroep «evaluatierapport» bestaande uit onder andere. Stichting Veteranenziekte en ENVAQUA op het gebied van «pneumo/non-pneumo» en «prioritair»/«niet prioritair» met de Kamer te delen?
De ervaringen en knelpunten van de breed samengestelde werkgroep zijn verwoord in het rapport «Vragen en knelpunten rond legionellaregelgeving in leidingwater op basis van 20 jaar praktijk in Nederland». Dit rapport is op 16 november aan de Kamer gezonden5.
Bent u bereid het reeds vaker toegezegde en nu aangekondigde onderzoek naar technologieën zoals filtratie, UV-C en koper-zilverionisatie op korte termijn uit te voeren en toe te spitsen op de mogelijkheden van zowel water- en energiebesparing als volksgezondheid? Wanneer verwacht u dat dit onderzoek gedeeld kan worden met de Kamer?
In de eerdergenoemde brief van 16 november is aangekondigd dat in 2022 een onderzoek wordt opgestart naar de effectiviteit, neveneffecten en duurzaamheidsaspecten van legionellabeheerstechnieken. In het onderzoek zullen onder meer de aspecten volksgezondheid, milieu, energiegebruik en watergebruik aan de orde komen. Eind 2022 zal ik u informeren over de stand hiervan.
Een ondernemer die van de Belastingdienst duizenden euro's voor gezonde lunch voor werknemers moet (terug)betalen |
|
Wybren van Haga (BVNL) |
|
Hans Vijlbrief (staatssecretaris financiën) (D66) |
|
Bent u bekend met het bericht «Rechter: Westlander moet duizenden euro's belasting voor gezonde lunch voor werknemers betalen»1
Ik ben bekend met dit bericht. Alhoewel deze vragen geen direct verband houden met mijn werkterrein, vind ik een gezond personeelsbestand belangrijk. Het feit dat een werkgever zijn werknemers elke dag een gezonde lunch geeft vind ik een goed initiatief.
Deelt u de mening dat een gezond personeelsbestand belangrijk is?
Zie antwoord vraag 1.
Wat vindt u van het feit dat het Westlandse bedrijf Koppert Cress zijn werknemers gezond laat eten en een chef-kok daarom elke dag een groentelunch voor het personeel laat bereiden?
Zie antwoord vraag 1.
Vindt u het wenselijk dat een ondernemer, die zich inzet voor een gezond personeelsbestand, wordt gestraft door 40.000 euro terug te moeten betalen aan de Belastingdienst?
Werkgevers die personeel gezond willen laten eten worden hierin ook met belastingmaatregelen ondersteund. Ik leg dit hieronder uit. Loon is belast volgens de Wet op de loonbelasting 1964. Dat geldt in beginsel zowel voor loon in geld als voor loon in natura, zoals het verstrekken van een maaltijd. De loonbelasting kent echter een aantal gerichte vrijstellingen en een vrije ruimte, welke ruimte de werkgever naar eigen inzicht kan inzetten om zijn personeel onbelast vergoedingen en verstrekkingen te geven. Is de vrije ruimte helemaal gevuld, dan wordt over het meerdere een eindheffing van 80% geheven. Dit is geen strafheffing, maar vergelijkbaar met een gemiddeld marginaal IB-tarief (circa 44%).2 Daarnaast gelden er nog specifieke waarderingen voor verstrekkingen op de werkplek. Voor maaltijden op de werkplek geldt dat deze in beginsel forfaitair op € 3,35 (in 2021) per maaltijd worden gewaardeerd.3 En voor consumpties, niet zijnde maaltijden, zoals groente en fruit op de werkplek geldt dat deze op nihil worden gewaardeerd. Werkgevers die personeel gezond willen laten eten worden hiermee tegemoetgekomen ten opzichte van de reguliere belastingheffing. Dat licht ik graag toe aan de hand van een voorbeeld.
Stel dat een werkgever altijd een fruitmand heeft staan voor zijn personeel, ter waarde van € 1 per dag per werknemer, en dat hij daarnaast een gezonde groenterijke lunch verstrekt zonder hier een bijdrage voor te vragen van het personeel ter waarde van € 12,50 per dag. De werknemer krijgt in dat geval loon in natura ter waarde van € 13,50 per dag. Hiervoor krijgt hij gezond eten en heeft hij bovendien zelf geen kosten meer voor zijn lunch en tussendoortjes. De fruitmand wordt in principe op nihil gewaardeerd voor de loonbelasting en de lunch op slechts € 3,35. Stel dat dit op jaarbasis 214 lunches zijn. Dan worden deze gewaardeerd op 214 x € 3,35 = € 716,90 op jaarbasis. Terwijl de werknemer feitelijk ter waarde van 214 x (€ 12,50 + € 1) = € 2.889 aan gezond eten krijgt van zijn werkgever. Stel de werkgever heeft hiervoor nog € 4004 vrije ruimte beschikbaar, dan wordt slechts € 716,90 -/- € 400 = € 316,90 belast tegen 80% eindheffing: € 253,52.5
Wat kunt u doen om de regels van de Arbowet zo te wijzigen dat innovatieve en bewuste ondernemers, zoals de directeur van Koppert Cress, niet langer slachtoffer worden van de regeldrift van de Belastingdienst (graag een toelichting)?
Zoals bij het antwoord op vraag 4 toegelicht biedt de wet al veel ruimte om gezonde maaltijden aanzienlijk lager te belasten dan regulier loon. De Wet op de loonbelasting 1964 kent daarnaast een gerichte vrijstelling voor arbovoorzieningen. Deze gerichte vrijstelling is echter bedoeld voor arbovoorzieningen waarin de werkgever moet voorzien. Denk hierbij aan schoenen met stalen neuzen voor in de bouw of een ergonomisch verantwoorde bureaustoel voor kantoorwerk.