De dringende oproep van Per Saldo over de onzekerheden bij pgb-houders aangaande het coronavirus |
|
Vera Bergkamp (D66) |
|
Hugo de Jonge (viceminister-president , minister volksgezondheid, welzijn en sport) (CDA), Bruno Bruins (VVD) |
|
Heeft u kennisgenomen van de dringende oproep van Per Saldo over de gevolgen van het coronavirus voor houders van een persoonsgebonden budget (pgb)?1
Ja, daar heb ik kennis van genomen.
Welke actie heeft u ondernomen naar aanleiding van het signaal van Per Saldo dat zij vaak geen duidelijkheid hebben over zeer nijpende vragen die dagelijks bij hen binnenkomen?
De afgelopen periode is hard gewerkt aan een aantal tijdelijke maatregelen die antwoord geven op deze vragen. Deze maatregelen zijn op vrijdag 3 april 2020 gepubliceerd en zullen hieronder bij een aantal vervolgvragen deels worden toegelicht. Uitgangspunt van de maatregelen is het borgen van de zorgcontinuïteit voor budgethouders.
Bent u ook van mening dat budgethouders in deze tijd snelle antwoorden nodig hebben op vragen met betrekking tot de knelpunten die zij ondervinden rondom het coronavirus?
Ja.
Op welke manier wordt geborgd dat budgethouders en zorgverleners in de verpleging en verzorging van ouderen en gehandicapten voldoende toegang hebben tot beschermende materialen? Op welke wijze zijn deze zorgprofessionals aangesloten bij de Regionale Overleggen Acute Zorg (ROAZ)?
Het Ministerie van VWS heeft de inkoop en verdeling van persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) centraal georganiseerd. Dit geldt voor alle soorten zorg. In het geval van een corona-besmetting heeft het RIVM richtlijnen opgesteld voor de zorg die buiten het ziekenhuis plaatsvindt, zoals bij de zorgverlening aan budgethouders. Deze richtlijnen zijn leidend in de aanvraag en verdeling van middelen. Sommige budgethouders hebben, ongeacht de huidige situatie, voor de dagelijkse zorg PBM nodig. Deze middelen moeten ook voor hen beschikbaar blijven. VWS heeft deze twee doelgroepen: zorgverleners die te maken krijgen met corona en zorgverleners die regulier ook gebruik maken van PBM, specifiek onder de aandacht gebracht bij de regionale contactpersonen bij de ROAZ voor de aanvraag en distributie van PBM. Zij weten dat ook zorgverleners van budgethouders behoefte hebben aan PBM. Ondertussen is het verdeelmodel aangepast en evenwichtiger gemaakt.
Bent u bereid ervoor te zorgen dat het pgb doorbetaald wordt, ook als de zorg niet geleverd kan worden als gevolg van (de maatregelen aangaande) het coronavirus, zodat de continuïteit van zorg en het inkomen voor zorgverleners niet in gevaar komen?
Ik heb met de VNG (Wmo2015 en Jeugdwet) en ZN (Wlz en Zvw) afspraken gemaakt over het doorbetalen van pgb-zorgaanbieders, ook in het geval dat de zorg en ondersteuning niet of op een andere manier wordt geleverd. Deze afspraken zijn van toepassing op zorg en ondersteuning die met een pgb uit de Jeugdwet, Wmo 2015, Zvw of Wlz wordt ingekocht. Deze maatregelen gelden tot 1 juni aanstaande en zijn bedoeld om de zorgstructuur en de zorgcontinuïteit voor de toekomst te borgen. Hierbij blijft wel de oproep van kracht dat de zorgaanbieders allereerst onderzoeken of ze de zorg op een andere wijze kunnen leveren zodat deze maatregel niet nodig is.
Kunt u toezeggen om tijdelijk flexibel om te gaan met de 40-uursnorm om voldoende zorg voor pgb-houders te waarborgen?
De 40-uursnorm is, onverminderd de algemene regels in de Arbeidstijdenregelgeving, onderdeel van de Wlz (geregeld in de Regeling Langdurige Zorg) en onderdeel van de bestuurlijke afspraken die gemaakt zijn voor de Zvw. Bij gemeenten komt het voor dat in de verordening een maximaal aantal uren is vastgelegd voor informele zorg. In samenspraak met het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wordt momenteel verkend of het mogelijk en wenselijk is om de 40-uursnorm in de Wlz en Zvw, in bepaalde situaties tijdelijk buiten beschouwing te laten. Daarbij geldt het uitgangspunt van continuïteit van zorg, maar zeer zeker ook dat overbelasting van zorgverleners nu en later moet worden voorkomen.
Bent u bereid voor een oplossing te zorgen als door het wegvallen van collectieve zorg (zoals dagbesteding) pgb-houders duurdere individuele zorg moeten inkopen en daarvoor de beschikking niet altijd toereikend is? Zo ja, geldt die oplossing dan ook voor woon- en ouderinitiatieven?
Voor de budgethouders die niet zonder weggevallen dagbesteding kunnen, roep ik instellingen op om op creatieve wijze te zoeken naar alternatieven. Denk hierbij ook aan nieuwe vormen van communicatie (beeldbellen, skype, individueel). Kortom, bekijk de individuele situatie en maak een goede afweging tussen wat kan en wat veilig en verantwoord is. Ik vraag dit ook aan instellingen die met een pgb worden ingekocht door de cliënt. Normaal gesproken maken deze instellingen één-op-één afspraken met een budgethouder, maar gelet op de huidige omstandigheden doe ik deze oproep landelijk in het belang van alle budgethouders. Als een budgethouder met de instelling geen alternatieve invulling kan vinden, neemt de budgethouder contact op met de verstrekker. Indien er alternatieve zorg (in natura of in pgb) wordt geregeld, kan in overleg met de gemeente zorg direct starten en de financiering wordt met terugwerkende kracht geregeld. De continuïteit van deze (alternatieve) dienstverlening zal niet worden beperkt door een gebrek aan financiële middelen.
Is het mogelijk voor budgethouders om direct naturazorg te ontvangen indien het door (de maatregelen aangaande) het coronavirus niet mogelijk is om zorg te ontvangen via een pgb? Zo nee, bent u bereid actie te ondernemen om dit wel mogelijk te maken?
Zorgcontinuïteit staat voorop. Als de noodzakelijke zorg en ondersteuning wegvalt, moet er een alternatief worden gevonden. In het geval budgethouders en hun zorgverleners het zelf niet georganiseerd krijgen, nemen zij contact op met hun verstrekker of verzekeraar om de mogelijkheden te bespreken. De verstrekker kent wellicht oplossingen (bijvoorbeeld lokale initiatieven) waar de budgethouder gebruik van kan maken. Zo nodig kan de verstrekker de budgethouder verder op weg helpen naar naturazorg. De leveringsvorm (ZiN/pgb) is niet leidend voor welke zorg kan worden ingezet.
Hoe wordt er in deze situatie omgegaan met (her)indicatieprocedures van ouders met kinderen met een intensieve zorgvraag? Wordt er voldoende rekening gehouden met een ook voor hen moeilijke situatie, zodat zij niet onnodig (administratief) worden belast?
V&VN, ZN, ActiZ, BINKZ en Zorgthuis.nl hebben afspraken gemaakt over hoe om te gaan met indicatiestellingen voor wijkverpleging tijdens de coronacrisis. Deze afspraken zijn vastgelegd in een door V&VN gepubliceerd advies2. Dit geldt ook voor de (her)indicatieprocedures van ouders met kinderen met een intensieve zorgvraag.
In het advies staat beschreven hoe te werk te gaan wanneer een (her)indicatie nodig is. Het blijft namelijk belangrijk dat wanneer de zorgvraag verandert er een nieuwe indicatie gesteld kan worden, zodat het budget kan worden aangepast. Afgesproken is dat de professional de ruimte krijgt om te bepalen of een herindicatie via (beeld)bellen kan, of achter de voordeur moet plaatsvinden. Verpleegkundigen gaan hier uiteraard zeer zorgvuldig mee om. Ik krijg signalen dat verpleegkundigen momenteel überhaupt zo min mogelijk fysiek achter de voordeuren proberen te komen om verspreiding van het coronavirus te voorkomen.
Over herindicatie wanneer de zorginzet niet gewijzigd is, is kort samengevat door de betrokken partijen afgesproken dat de huidige indicatie met drie maanden verlengd kan worden of zoveel korter als van toepassing is.
Ik ben blij dat bovenstaande afspraken zijn gemaakt, omdat ouders die al in een moeilijke situatie zitten op deze manier niet onnodig worden belast.
Bent u bereid tot tijdelijke administratieve (ambtshalve) verlengingen als tijdelijke oplossing om deze groep ouders te ontlasten?
Zie antwoord vraag 9.
De gevolgen van de coronacrisis voor mensen in de prostitutie |
|
Jan de Graaf (CDA), Eppo Bruins (CU) |
|
Wouter Koolmees (minister sociale zaken en werkgelegenheid, viceminister-president ) (D66), Ankie Broekers-Knol (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD) |
|
Kunt u een overzicht geven van de richtlijnen voor mensen die werken in de:
Iedere veiligheidsregio heeft op aanwijzing van de Minister voor Medische Zorg en Sport, mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid, een noodverordening vastgesteld die ziet op de sluiting van een aantal inrichtingen. Die noodverordening gebiedt ook de sluiting van inrichtingen waar bedrijfsmatig gelegenheid wordt gegeven tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling of bedrijfsmatig vertoningen van erotisch-pornografische aard worden aangeboden. Dat betekent dat het bij noodverordening niet toegestaan is om prostitutieramen, seksclubs, bordelen, privéhuizen en sekstheaters open te houden. Massagesalons zijn te beschouwen als een seksinrichting als er sprake is van seksuele handelingen tegen betaling; voor die inrichtingen geldt de verordening. De noodverordening ziet niet op de tippelzones, escortbranche, thuisprostitutie en de porno-industrie.
Het RIVM heeft daarnaast algemeen geldende adviezen en gedragsrichtlijnen opgesteld. Gezien de ernst van de omstandigheden en de consequenties voor een ieders gezondheid ga ik er vanuit dat exploitanten en sekswerkers hun maximale verantwoordelijkheid nemen in de toepassing van de richtlijnen en bij de afweging of de dienstverlening in de huidige situatie wel zou moeten plaatsvinden.
Zijn er hierin ook verschillen tussen gemeenten?
De noodverordening die door de voorzitter van een veiligheidsregio is vastgesteld, geldt onverkort in elke gemeente die deel uitmaakt van de veiligheidsregio. De richtlijnen van het RIVM gelden voor heel Nederland.
Deelt u de opvatting dat veel van de mensen die in de prostitutie, of daaraan verwante beroepen, werkzaam zijn, vaak in een sociaaleconomisch kwetsbare situatie zitten, bijvoorbeeld vanwege hoge maandlasten, een klein sociaal netwerk, weinig perspectief op vervangend werk en/of een afhankelijkheidsrelatie van een pooier?
Ja. Het WODC-onderzoek Maatschappelijke Positie Sekswerkers (2018) laat zien dat mensen die in de prostitutie werken vaak in een sociaaleconomisch kwetsbare situatie zitten. Ook is bekend dat het voor sekswerkers vaak moeilijk is een overstap te maken naar ander werk. Het stigma dat rust op sekswerk speelt hierbij een belangrijke rol.
Bent u ermee bekend dat een substantieel aandeel van deze groep niet staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel of, waar het EU-burgers betreft, uit angst voor mogelijke uitzetting geen beroep kan doen op een uitkering?
Ik ben ermee bekend dat sommige zelfstandig werkende sekswerkers er voor kiezen te werken zonder zich in te schrijven bij de Kamer van Koophandel.
ZZP’ers komen wellicht in aanmerking voor de regeling, zie het antwoord op vraag 5. Werknemers met arbeidscontract komen mogelijk in aanmerking voor WW. En werkgevers wellicht voor de NOW. Anderen komen in aanmerking voor algemene bijstand als ze aan de voorwaarden daarvoor voldoen.
Voor EU-burgers is dit onder meer afhankelijk van de duur van het verblijf in Nederland en de kans op werk. Hiermee wordt een onredelijk beroep op het sociale bijstandsstandsstelsel van het gastland voorkomen. Een beroep op bijstand kan gevolgen hebben voor het verblijfsrecht.
Ziet u mogelijkheden om deze groep in aanmerking te laten komen voor inkomensondersteuning middels het reeds aangekondigde maatregelenpakket of op een andere termijn in een vangnet te voorzien? Op welke termijn zou dit kunnen?
Onderdeel van het pakket van maatregelen is een tijdelijke voorziening van drie maanden voor het levensonderhoud van zzp’ers tot maximaal circa 1.500 euro per maand netto. De regeling wordt uitgevoerd door gemeenten. De contouren zijn al bekend, maar de regeling en toelatingsvoorwaarden worden nog in samenspraak met VNG en Divosa uitgewerkt, opdat die op korte termijn kan worden uitgevoerd. Veel sekswerkers zijn zelfstandig. Het is dus zeker mogelijk dat deze groep in aanmerking komt, afhankelijk van de voorwaarden. Voor de inwerkingtreding is het verstandig de websites van VNG en Divosa in de gaten te houden waarop dit zal worden gecommuniceerd. Mensen die in de prostitutie werken en EU-burger zijn kunnen mogelijk aanspraak maken op de bijstand.
Zijn er mogelijkheden om de Regeling Uitstapprogramma's Prostitutie (RUPS)-regeling tijdelijk uit te breiden zodat hulpverleners ondersteuning kunnen bieden bij vrouwen en mannen waarvoor dat acuut nodig is? Op welke termijn zou dit kunnen en hoe kan bureaucratische rompslomp voor RUPS-partijen hierbij zoveel mogelijk worden voorkomen?
De Rups is bedoeld voor mannen en vrouwen in de prostitutie die langdurig willen uitstappen en een ander bestaan willen opbouwen. Hoewel de regeling zelf niet bedoeld is voor acute zorg, hebben veel organisaties wel een netwerk opgebouwd rond prostituees, waardoor zij prostituees die acute hulpverlening en/of opvang nodig hebben kunnen doorverwijzen. Voor acute hulp en/of opvang kan contact op worden genomen met de daarvoor bestemde voorzieningen in de lokale gemeente. Denk hierbij aan Maatschappelijk Werk, de Vrouwenopvang, de Maatschappelijke Opvang en Veilig Thuis. Daarnaast zullen we na afloop van de crisis bezien of er een grotere behoefte bestaat aan ondersteuning bij duurzaam uitstappen en of de bestaande programma’s voldoende middelen hebben om in een eventuele grotere behoefte te voorzien.
Wilt u er bij gemeenten in het hele land op aandringen om bij de toekenning van inkomensondersteuning in het bijzonder oog te hebben voor deze doelgroep en voor snelle ondersteuning?
Als de zelfstandige sekswerkers voldoen aan de specifieke voorwaarden, ligt het voor de hand dat zij aanspraak kunnen maken op snelle ondersteuning onder deze tijdelijke regeling.
Bent u bereid met exploitanten en verhuurders in gesprek te gaan over het tijdelijk opschorten van de huur van ramen en kamers waar geen gebruik van kan worden gemaakt?
De prostitutiebranche is een van de vele sectoren die momenteel gedwongen of vrijwillig gesloten blijft. Mensen werkzaam in de prostitutiebranche maken zelfstandig keuzes hoe met deze situatie om te gaan. Wij hebben als kabinet opgeroepen om in de gehele keten elkaar te helpen en ik spreek nadrukkelijk de hoop en verwachting uit dat ook in deze branche voor een empathische handelwijze zal worden gekozen.
Bent u bereid verder in gesprek te gaan met hulpverleningsorganisaties en gemeenten om te bezien wat er nodig is om mensen in de prostitutie veiligheid en zekerheid te bieden?
De coronacrisis heeft grote gevolgen voor iedere burger in Nederland, en zeker ook voor kwetsbare groepen en ZZP’ers. De mensen die in de prostitutiebranche werken zijn wat dat betreft geen uitzondering en kunnen een beroep doen op de noodmaatregelen die er genomen zijn. Uiteraard zal ik alert blijven op signalen van gemeenten en hulporganisaties.
Bent u bekend met de signalen van hulpverleners die aangeven dat een aantal mensen in de prostitutie de huidige situatie wenst aan te grijpen om uit te stappen maar dat het juist op dit moment ontzettend lastig is om vervangend werk te vinden te vinden?
De gemeente Groningen heeft gesignaleerd dat er een toename is van vrouwen die willen uitstappen omdat er op dit moment weinig werk is in de prostitutie. Het is een bekend fenomeen dat het in crisistijd moeilijker is om vervangend werk te vinden.
Op dit moment is het vooral van belang dat prostituees die in acute nood verkeren, de hulp krijgen die nodig is, via de ondersteuning die reeds beschikbaar is en de aanvullende noodmaatregelen die aangekondigd zijn. Wanneer de crisis voorbij is, kunnen deze vrouwen en mannen dan alsnog een weloverwogen besluit nemen al dan niet uit te stappen en kunnen zij gebruik maken van het aanbod aan uitstapprogramma’s. Ik ben bereid na de piek van de coronacrisis te bezien of er significant hogere toestroom van cliënten bij de uitstapprogramma’s is, en of er meer middelen nodig zijn en beschikbaar kunnen komen om aan een eventueel toegenomen vraag gehoor te kunnen geven.
Welke mogelijkheden ziet u om hulpverleningsorganisaties en gemeenten te ondersteunen bij vervangend werk, en daarbij ook te kijken naar mogelijke werkgelegenheid bij het Rijk en bij gemeenten zelf, bijvoorbeeld in de facilitaire dienstverlening?
Deze tijden vragen om creativiteit. Er zijn ook al verschillende initiatieven waarbij mensen die nu tijdelijk geen werk hebben, helpen in de sectoren waar op dit moment tekorten zijn. Het kabinet vindt dit heel positief en roept ook zeker gemeenten en hulpverleningsorganisaties op om iedereen die dit wil en kan te laten helpen in sectoren die juist nu hulp kunnen gebruiken.
Welke mogelijkheid ziet u om te ondersteunen bij het vinden van vervangende huisvesting, bijvoorbeeld door, in samenspraak met gemeenten, mensen die uit de prostitutie willen stappen, al dan niet tijdelijk, met voorrang in aanmerking te laten komen voor een sociale huurwoning?
Het is de bevoegdheid van gemeenten om een afweging te maken wie met voorrang in aanmerking komt voor een sociale huurwoning.
Kunt u, gelet op de urgentie, deze vragen uiterlijk volgende week maandag d.d. 23 maart beantwoorden?
Een snellere beantwoording dan vandaag was niet mogelijk.
De gevolgen van de coronacrisis voor mensen in armoede, voedselbanken en sociale werkvoorzieningen |
|
Jasper van Dijk |
|
Tamara van Ark (staatssecretaris sociale zaken en werkgelegenheid) (VVD), Wouter Koolmees (minister sociale zaken en werkgelegenheid, viceminister-president ) (D66) |
|
Wat is uw reactie op het bericht dat voedselbanken als gevolg van de coronacrisis in nood verkeren door gebrek aan vrijwilligers en voedsel, mede vanwege hamstergedrag?1
Een aantal voedselbanken kampt door het coronavirus met problemen, variërend van een gebrek aan ervaren personeel, te weinig aanvoer van voedsel, maar ook locaties die vanwege het coronavirus niet langer geschikt zijn voor de uitgifte van voedselpakketten. Voedselbanken proberen eerst lokaal een oplossing te zoeken. Een actieteam van de Ministeries van SZW en LNV, VNG en Voedselbanken Nederland is geformeerd om knelpunten te helpen oplossen. Is deze steun niet afdoende, dan kunnen voedselbanken als tijdelijke noodoplossing een beroep doen op het calamiteitenfonds van Voedselbanken Nederland. Dit wordt gevuld met middelen van Voedselbanken Nederland zelf en uit donaties. Er wordt eenmalig een subsidie van vier miljoen euro als vangnet voor het calamiteitenfonds beschikbaar gesteld door het kabinet. Dit gebeurt in het kader van de corona crisismaatregelen en mede ter invulling van de motie Klaver en Segers en de motie Hijink c.s.2. De noodsteun van het kabinet is een vangnet voor als de middelen in het fonds niet toereikend zijn.
Erkent u dat niet alleen bedrijven financiële steun nodig hebben, maar ook mensen die rechtstreeks getroffen worden door de coronacrisis, zoals mensen die afhankelijk zijn van de voedselbank, flexwerkers en mensen met een nulurencontract?
Ja. Het kabinet zet in op het voorkomen dat er mensen in de knel raken door de gevolgen van het coronavirus. Werkgevers kunnen gebruik maken van de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkbehoud (NOW). Zij kunnen daarmee werknemers (onder wie flexwerkers en mensen met een nulurencontract) makkelijker doorbetalen. Voor zelfstandig ondernemers, waaronder zzp’ers, is de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) in het leven geroepen, waarbij een uitkering beschikbaar is tot het sociaal minimum. De regeling is gebaseerd op het al bestaande Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz), maar de voorziening wordt sneller behandeld en verstrekt. Deze tijdelijke voorziening heeft soepele voorwaarden vanwege de bijzondere situatie waarin Nederland verkeert. De inkomensondersteuning voor levensonderhoud kent bijvoorbeeld geen partnertoets en geen vermogenstoets. Daarnaast kan er een lening voor bedrijfskapitaal aangevraagd worden.
Bent u bereid de voedselbanken noodsteun te geven nu zij in de problemen komen? Komt u over de brug met 9 miljoen euro, zoals door hen gevraagd?
Zie het antwoord op vraag 1.
Gaat u ervoor zorgen dat mensen in armoede fatsoenlijk rond kunnen komen, bijvoorbeeld door het uitgeven van voedselbonnen waarmee mensen bij de supermarkten terecht kunnen?
Zie het antwoord op vraag 1.
Bent u bereid tot een herinvoering van de bijzondere bijstand voor groepen mensen die anders niet rond kunnen komen?
De huidige bepalingen voor het toekennen van bijzondere bijstand bieden gemeenten voldoende mogelijkheden om te voorzien in situaties waarbij door bijzondere omstandigheden in het individuele geval het op het huishouden toepasselijke sociaal minimum niet volledig toereikend is om te voorzien in bepaalde noodzakelijke kosten. Een individuele beoordeling van aanvragen voor bijzondere bijstand is nodig om ervoor te zorgen dat de bijzondere bijstand alleen terecht komt bij de mensen die deze financiële ondersteuning echt nodig hebben om daarmee te kunnen voorzien in de – uit individuele bijzondere omstandigheden voortvloeiende – noodzakelijke kosten van het bestaan.
Wilt u voor flexwerkers en mensen met een nulurencontract – zolang de coronacrisis voortduurt – een inkomen ter hoogte van het wettelijk minimumloon garanderen?
Werkgevers kunnen gebruik maken van de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkbehoud (NOW). Zij kunnen daarmee werknemers (waaronder flexwerkers en mensen met een nulurencontract) makkelijker doorbetalen. Het kabinet roept werkgevers op dit te doen met het oog op behoud van werkgelegenheid.
Gaat u gevolg geven aan de oproep van de Landelijke Armoedecoalitie om een coulante houding aan te nemen jegens kwetsbare mensen? Zo ja, op welke wijze gaat u dat doen?2
Het kabinet neemt de oproep van de Landelijke Armoedecoalitie zeer serieus. Door de uitbraak van het coronavirus en de gevolgen hiervan voor onder andere de werkgelegenheid kunnen mensen in ernstige financiële problemen raken. Veel partijen hebben een verantwoordelijkheid om te voorkomen dat mensen onnodig (nog verder) in de problemen komen. Het kabinet heeft inmiddels een noodpakket banen en economie gepresenteerd, gericht op behoud van werkgelegenheid. Voor mensen die acuut in financiële problemen zijn geraakt en rekeningen niet kunnen betalen, is een coulante opstelling van schuldeisers, gerechtsdeurwaarders en incassodienstverleners nodig. Deze moeilijke periode vraagt om begrip en bereidheid om gezamenlijk tot oplossingen te komen. Alle partijen stellen zich in deze bijzondere situatie waarin we verkeren bereidwillig en constructief op om gezamenlijk naar oplossingen te zoeken en zo nodig verdergaande stappen te zetten. Zo heeft het kabinet met verhuurdersorganisaties en brancheverenigingen afgesproken gedurende de crisisperiode geen huisuitzettingen te doen, tenzij er evidente redenen zijn, zoals criminele activiteiten of extreme overlast. Graag verwijs ik u voor een uitgebreidere reactie naar de brief aan de Landelijke Armoedecoalitie die ik uw Kamer op 26 maart jl. in afschrift heb gezonden.
Kunt u reageren op de voorgestelde maatregelen van de Landelijke Armoedecoalitie? Bent u bereid om tijdens de coronacrisis onder andere geen invorderingsmaatregelen te nemen zoals beslaglegging op inkomen, bankrekening of inboedel? Bent u tevens bereid geen verhogingen, boetes en rente op betaalachterstanden te rekenen?
Voor een reactie op de voorstellen van de Landelijke Armoedecoalitie, waaronder het voorstel om af te zien van dwanginvordering, verwijs ik u graag naar de brief aan de Landelijke Armoedecoalitie die ik uw Kamer op 26 maart jl. in afschrift heb gezonden.
Gelden de aangekondigde steunmaatregelen voor het bedrijfsleven ook voor sociale werkvoorzieningen?3
Ja, ik ben in overleg met Cedris over een praktische uitvoering van deze maatregelen.
Begrijpt u de onrust onder werknemers van sociale werkvoorzieningen (zoals Scalabor) over het openhouden van de vestigingen? Wat onderneemt u om ook hier maximale veiligheid te waarborgen?
Ik begrijp de onrust die de huidige Coronacrisis oproept. Het plaatselijk management van de sociale ontwikkelbedrijven bepaalt wanneer het noodzakelijk is bepaalde werkzaamheden te stoppen en/of afdelingen te sluiten met het oog op de veiligheid van de werknemers. Uiteraard volgt men daarbij de voorschriften van de rijksoverheid.
Deelt u de mening dat de tekortschietende huisvesting van veel arbeidsmigranten onaanvaardbaar is, helemaal in tijden van corona? Wat onderneemt u om de risico’s op besmetting te verkleinen en de toegang tot de zorg te garanderen?4
Ik deel de mening dat tekortschietende huisvesting voor arbeidsmigranten onaanvaardbaar is. Dat is niet alleen nu het geval, maar dat is ook het geval wanneer er geen corona-uitbraak zou zijn. Daarom werkt de Minister van SZW met zijn collega van BZK aan de uitwerking van de aanpak misstanden arbeidsmigranten. In deze aanpak wordt ingezet op het verbeteren van de huisvesting voor arbeidsmigranten. Vanuit SZW zijn de signalen en vragen die binnenkomen over dit onderwerp gebundeld in een lijst van vragen en antwoorden. Hiermee kunnen werkgevers en werknemers gericht kijken wat er nodig is om arbeidsmigranten veilig te laten werken en wonen. De vragen en antwoorden zijn door veel partijen overgenomen op hun eigen websites om werkgevers, werknemers en gemeenten te informeren. Tevens is de Nederlandse aanpak van Corona vertaald naar het Engels, Pools en Spaans om arbeidsmigranten voor te lichten. Ondertussen blijft de Minister van SZW met werkgevers in contact om vragen te beantwoorden. Arbeidsmigranten zijn in veel gevallen verzekerd via de werkgever. Zij hebben dan uiteraard recht op zorg. Als een arbeidsmigrant door omstandigheden geen zorgverzekering heeft en dringende zorg nodig heeft, zal die ook geboden worden.
De gezondheidszorg in Afrikaanse landen om een uitbraak van het coronavirus het hoofd te bieden |
|
Arne Weverling (VVD), Sven Koopmans (VVD) |
|
Stef Blok (minister buitenlandse zaken) (VVD), Sigrid Kaag (minister zonder portefeuille buitenlandse zaken) (D66) |
|
Hoe beoordeelt u de capaciteit van de gezondheidszorg in Afrikaanse landen om een uitbraak van het coronavirus het hoofd te bieden? Kunt u daarbij ook aangeven of, en zo ja, in welke landen er een gevaar is dat zij onvoldoende stappen (kunnen) nemen om uitbraken op te sporen en in te dammen, of niet in staat zijn besmette personen medische zorg te bieden?
Het gezondheidssysteem is in veel Afrikaanse landen zwak – medicijnen en elementaire medische voorzieningen schieten tekort, kwaliteit en kwantiteit van medisch personeel laat te wensen over, toegang tot zorg is ongelijk, en de financiële middelen schieten tekort om aan deze uitdagingen het hoofd te bieden. Mocht COVID-19 lokale epidemieën tot gevolg hebben in Afrikaanse landen, dan zal de medische en sociaaleconomische impact daarvan vele malen dramatischer zijn dan in Europa, en zal bestrijding het uiterste vergen van een zwakke medische infrastructuur.
Zoals op nationaal niveau het RIVM de autoriteit is, is op internationaal niveau de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) de autoriteit die informatie van alle landen monitort en analyseert. Regelmatige WHO briefings zijn de basis voor onze beleidsbeslissingen. Steeds meer landen delen data over hun situatie en noden, zodat de WHO een overzicht heeft als basis voor internationale besluitvorming. Op basis van de financieringsbehoefte en de robuustheid van het gezondheidssysteem worden landen ingedeeld in risico categorieën.1
Hoe beoordeelt u de analyse dat het coronavirus in Afrika niet alleen voor grote gezondheidsproblemen kan zorgen, maar landen ook economisch hard kan raken of de politiek kan ontwrichten?1
Afrikaanse landen worden naar verwachting fors geraakt door het coronavirus. Dit is de grootste crisis buiten oorlogstijd. De Verenigde Naties voorspellen dat het virus minstens de helft van alle banen in Afrikaanse landen op de tocht zal zetten.
Maatregelen om de verspreiding tegen te gaan, inclusief steeds meer lockdowns van landen, raken vooral de informele economie. Daar is 85% van de bevolking in Afrika werkzaam. Tientallen miljoenen mensen kunnen ’s avonds alleen eten op tafel zetten van het geld dat ze dezelfde dag verdienen. Niet kunnen werken heeft dan rampzalige gevolgen. Voor dagloners betekent de lockdown geen inkomen, honger en wordt toegang tot medische zorg nog moeilijker. Het ontbreekt overheden in veel Afrikaanse landen aan de middelen om sociale vangnetten te creëren om de effecten te verzachten. Naarmate de lockdowns langer duren kan dit sociale cohesie alsook de economie ontwrichten, en politieke stabiliteit bedreigen. Mondiale solidariteit is van doorslaggevend belang om deze pandemie en de gevolgen ervan het hoofd te kunnen bieden.
Deze crisis komt bovenop een al zorgwekkende schuldensituatie in veel Afrikaanse landen. De recente enorme kapitaalvlucht (nu al ruim 83 miljard dollar) betekent dat landen hun schuld moeilijk kunnen herfinancieren. De grote tekorten aan buitenlandse valuta zullen voor veel Afrikaanse landen de import van goederen bovendien moeilijk of onmogelijk maken. Het continent Afrika is een netto-voedselimporteur. Bij dalende buitenlandse valuta ontstaat het risico van voedseltekorten, maar ook tekorten in andere essentiële producten, zoals benzine en diesel. Ook lokale, regionale en internationale markten worden sterk geraakt, waardoor ondernemers hun afzetmarkten sterk zien krimpen. Een aantal Afrikaanse economieën is bovendien zeer afhankelijk van de inkomsten van toerisme – een sector die volledig stil is komen te liggen. Tot slot, zullen de remittances naar verwachting dalen als gevolg van deze crisis. De Wereldbank heeft in eerdere studies laten zien hoe remittances bijdragen aan armoede verlichting, tegengaan van ondervoeding en toegang tot gezondheidszorg in lage en middeninkomens landen. In een land als Somalie bijvoorbeeld bedragen remittances een kwart van het BNP. Het wegvallen daarvan heeft gevolgen op macro-economisch en huishoudniveau.
Welke ruimte is er binnen de budgetten voor ontwikkelingssamenwerking van Nederland, andere lidstaten van de Europese Unie, en van de EU zelf om Afrika hulp te bieden?
Huidige programma’s binnen alle OS-thema’s zijn gericht op het bereiken van de SDGs en dus grotendeels relevant voor ondersteuning in het kader van de pandemie. Daarnaast heeft Nederland een bedrag van EUR 100 miljoen gealloceerd voor het bestrijden van de corona crisis. De Nederlandse bijdrage gaat voornamelijk via de multilaterale organisaties die krachten kunnen bundelen en direct slagkracht hebben. Deze bijdragen zijn bedoeld voor:
Maatschappelijke organisaties krijgen binnen de bestaande subsidiebeschikking ruimte om hun programma’s aan te passen aan de nieuwe realiteit van de corona crisis.
Het kabinet heeft op dit moment nog geen compleet beeld van beschikbare middelen van andere EU-lidstaten; de Europese Commissie werkt aan een overzicht. Op 8 april heeft de Europese Commissie in een Mededeling de mondiale inzet op COVID-19 gedeeld, waaronder een financieel steunpakket van EUR 15,6 mrd. De Commissie focust in hun aanpak op de meest getroffen landen met kwetsbare gezondheidssystemen en sociaaleconomische stabiliteit. Voor een toelichting van de EU inzet verwijs ik u graag naar het verslag van de Raad Buitenlandse Zaken / Ontwikkelingssamenwerking van 8 april3.
De Verenigde Naties heeft op 25 maart een geaggregeerd plan uitgebracht4 om juist de allerarmste landen en meest kwetsbare mensen te ondersteunen.
Nederland draagt daarnaast ongeoormerkt bij aan meerdere internationale organisaties, voor zowel humanitaire als ontwikkelingsactiviteiten. Deze bijdragen kunnen ook worden ingezet voor de COVID-19 response in lage- en middeninkomenslanden. De organisaties maken daarvoor zelf een afweging.
Welke stappen wilt u zetten om van deze ruimte gebruik te maken?
Zie antwoord vraag 3.
Deelt u de analyse dat Europese landen hun initiatieven voor hulp maximaal moeten coördineren, en zo ja, bent u bereid daar bij uw collega’s voor te pleiten?
Het gezamenlijk optreden van de internationale gemeenschap is noodzakelijk, ook omdat problemen van vandaag niet in of door één land kunnen worden opgelost (mondiale SDG’s). Het kabinet zet erop in op de Europese Unie internationaal leiderschap en coördinatie toont.
Wij zijn in nauw contact met de Europese Commissie en EU lidstaten. Er wordt gestreefd naar een gezamenlijke aanpak, de Team Europe benadering,waarbij creatief en efficiënt moet worden omgegaan met de beschikbare financiële middelen. Nauwe samenwerking binnen de EU is ook van groot belang gezien de beperkte lokale capaciteit van partnerlanden en de noodzaak tot afstemming met de lokale behoeften.
Bent u bereid om, gezien de ernst van de coronacrisis, ontwikkelingssamenwerkingsfondsen voor andere doeleinden tegen het licht te houden om te bezien of van hieruit geld richting de aanpak van corona geschoven kan worden? Is het mogelijk om hiervoor naast de noodhulpfondsen ook gelden voor andere programma’s in te zetten?
We verwachten dat de impact van de pandemie in Afrikaanse landen groot zal zijn. De thematische focus in de BHOS nota maakt de huidige Nederlandse OS-programmering relevant in deze crisis. Ook de ongeoormerkte bijdragen via multilaterale kanalen kunnen snel en effectief worden ingezet waar de noden het hoogst zijn. Door de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking is binnen de begroting reeds nu ruimte gemaakt voor een effectieve respons op de corona crisis van EUR 100 miljoen. Het betreft hier een breed palet aan programma’s dat slechts deels uit noodhulpfondsen komt. Naast humanitaire hulp zet Nederland in op preventie en de versterking van gezondheidssystemen. Daarnaast is het bestrijden van de sociaaleconomische gevolgen van de crisis een prioriteit, met aandacht voor werkgelegenheid, sociale zekerheid en private sector ontwikkeling.
Homeopathische behandelingen van Covid-19 en het coronavirus |
|
Antje Diertens (D66) |
|
Paul Blokhuis (staatssecretaris volksgezondheid, welzijn en sport) (CU), Bruno Bruins (VVD) |
|
Bent u bekend met het bericht «Homeopathisch profylaxe tegen Wuhan Coronavirus»?1
Ja.
Is bekend hoe Homeopathische Profylaxe (HP) gemaakt wordt?
Nee, dat is niet bekend.
Deelt u de mening dat de claim dat men zich kan beschermen tegen infectieziekten met behulp van homeopathische profylaxe schadelijk en verwerpelijk is?
Ik deel deze mening. Het is niet toegestaan om onbewezen medische claims te maken voor geneesmiddelen en dus ook niet voor homeopathische producten. Zorgaanbieders mogen dus niet stellen dat de door hen gebruikte producten aantoonbaar werken als dat niet zo is. Ook mogen zij niet suggereren dat de door hen gebruikte producten beter zijn dan andere geneesmiddelen als daar geen bewijs voor is.
Welke middelen heeft u tot uw beschikking om op te treden tegen particulieren en bedrijven die beweren dat homeopathische middelen helpen in de bestrijding (en voorkoming) van ziektes en infecties zonder een evidente wetenschappelijke basis?
Ik vind het belangrijk om me uit te spreken tegen dit soort acties.
Het aanbieden van homeopathische profylaxe is op zich niet verboden, maar alternatieve zorgaanbieders mogen geen onterechte claims doen ten aanzien van de werkzaamheid van hun producten. De IGJ kan onderzoek doen naar aanbieders waar zij meldingen of signalen over ontvangt.
Welke rol heeft de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) hierin?
Zie antwoord bij vraag 4.
Bent u ervan op de hoogte dat dergelijke homeopaten niet in het bezit zijn van een Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (BIG)-registratie?
Ik ben ervan op de hoogte dat er homeopatische artsen zijn die in het bezit zijn van de BIG-registratie en ook dat er homeopaten zonder BIG-registratie zijn.
Bent u in dit specifieke geval bereid op te treden tegen particulieren en bedrijven die beweren dat homeopathische middelen helpen in de bestrijding (en voorkoming) van het coronavirus zonder een evidente wetenschappelijke basis?
Ik vind de verspreiding van misvattingen over (homeopathische) middelen tegen het coronavirus onwenselijk. Ik heb een en ander onder de aandacht van de IGJ gebracht.
De risico’s voor en van nieuwe asielzoekers |
|
Attje Kuiken (PvdA) |
|
Paul Blokhuis (staatssecretaris volksgezondheid, welzijn en sport) (CU) |
|
Herinnert zich de brief van u en uw medebewindspersonen van Justitie en Veiligheid over maatregelen tegen corona1 en kent u het bericht «Geen opvang meer voor nieuwe asielzoekers»2?
Ja.
Is het waar dat asielzoekers die nu naar ons land komen daadwerkelijk op geen enkele manier nog door de Immigratie en Naturalisatiedienst(IND) of het Centrum Opvang Asielzoekers (COA) worden geholpen? Zo ja, wat gebeurt er dan wel met deze mensen? En zo ja, waarom kan deze groep niet ten minste de meest elementaire vorm van humanitaire hulp ontvangen? Zo nee, wat is er dan niet waar?
De asielprocedure zoals wij die kennen is een procedure die gepaard gaat met een groot aantal contactmomenten met veel personen van verschillende organisaties en ook nog eens met een behoorlijk aantal verplaatsingen van personen door het hele land, waar de asielzoekerscentra gelegen zijn. Dit, afgezet tegen de absolute noodzaak om de verspreiding van het virus maximaal te controleren, maakte het onmogelijk het asielproces na afgelopen zondag in stand te houden. Het besluit dat is genomen is dat voor asielzoekers die zich nieuw aanmelden de asielprocedure wordt opgeschort. Gezien het contact-intensieve karakter van het asielproces is een andere keuze niet verantwoord geacht. Er zal nog wel registratie plaatsvinden van personen die zich melden voor asiel, maar die beperkt zich tot het noodzakelijke, zoals het afnemen van vingerafdrukken en op basis daarvan doorzoeken van de Nederlandse en Europese systemen, fouilleren, doorzoeken van bagage en innemen van documenten. We doen wat nodig is in het kader van de openbare orde en de volksgezondheid, maar starten niet de stappen van de asielprocedure.
Tegelijk wordt gewerkt aan de inrichting van een noodonderdaklocatie waar mensen, die nu niet kunnen instromen in het asielproces, onderdak en basale voorzieningen kunnen vinden. Tot die noodonderdaklocatie gereed is wordt deze personen op andere wijze sober onderdak geboden. Opvang in de opvangcentra van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) is voor nieuwe asielzoekers echter niet aan de orde tot 6 april. Evenmin zal tot 6 april opvang worden beëindigd van personen die reeds bij het COA worden opgevangen.
Acht u het mogelijk of zelfs waarschijnlijk dat er onder deze groep mensen zijn die vanwege erbarmelijke of gevaarlijke omstandigheden hun eigen land hebben moeten ontvluchten? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
Ja, ik acht dat mogelijk.
Acht u het mogelijk dat door deze groep op straat te laten rondzwerven zij het risico van besmetting op corona kunnen verspreiden? Zo ja, is het dan niet ook vanuit gezondheidsoogpunt beter om deze groep op enige manier in kaart te brengen en te begeleiden? Zo nee, waarom niet en hoe is de afweging van de gezondheidsrisico’s precies gemaakt?
Het genoemde risico en het genoemde belang van hulp aan kwetsbaren vormt de aanleiding om het hiervoor beschreven onderdak te realiseren.
Deelt u de mening dat ook of juist in deze tijd waarin het bestrijden van corona van groot belang is, er toch hulp aan ten minste de meest kwetsbaren onder de asielzoekers moet worden geboden? Zo ja, hoe gaat u hier alsnog voor zorgen? Zo nee, waarom niet?
Zie antwoord vraag 4.
Kunt u deze vragen voor het debat van aanstaande woensdagmiddag 18 maart beantwoorden?
Ja.
Het bericht dat asielzoekers niet welkom zijn in Ter Apel vanwege het Coronavirus |
|
Jasper van Dijk |
|
Ankie Broekers-Knol (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD) |
|
Is het juist dat nieuwe asielzoekers niet welkom zijn in Ter Apel vanwege het Coronavirus?1
De asielprocedure zoals wij die kennen is een procedure die gepaard gaat met een groot aantal contactmomenten met veel personen van verschillende organisaties en ook nog eens met een behoorlijk aantal verplaatsingen van personen door het hele land, waar de asielzoekerscentra gelegen zijn. Dit, afgezet tegen de absolute noodzaak om de verspreiding van het virus maximaal te controleren, maakte het onmogelijk het asielproces na afgelopen zondag in stand te houden. Het besluit dat is genomen is dat voor asielzoekers die zich nieuw aanmelden de asielprocedure wordt opgeschort. Gezien het contact-intensieve karakter van de asielproces is een andere keuze niet verantwoord geacht. Tegelijk wordt gewerkt aan de inrichting van een noodonderdaklocatie waar mensen, die nu niet kunnen instromen in de asielproces, onderdak en basale voorzieningen kunnen vinden. Opvang in de opvangcentra van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) is voor nieuwe asielzoekers echter niet aan de orde tot 6 april.
Klopt het dat nieuwe asielzoekers in een noodopvang worden ondergebracht? Is al bekend waar deze opvang zich bevindt en hoeveel capaciteit deze opvang heeft?2
Zie antwoord vraag 1.
In hoeverre kan een tweede aanmeldcentrum een oplossing zijn, zoals geopperd door de burgemeester van Westerwolde?
Zoals hiervoor aangegeven is het noodzakelijk alle stappen van de asielproces op te schorten. Voor het openen van een tweede aanmeldcentrum bestaat dan ook geen aanleiding.
Is het juist dat de terugkeergesprekken met asielzoekers zijn geschrapt? In hoeverre worden ook andere gesprekken, data en termijnen voor vluchtelingen aangepast dan wel stopgezet?
Alle activiteiten die niet noodzakelijk zijn voor de openbare orde en de volksgezondheid en waar menselijk contact voor nodig is, worden zoveel als mogelijk opgeschort. Terugkeergesprekken kunnen enkel in bijzondere situaties doorgang vinden. Dat wordt op individueel niveau van dag tot dag bekeken. Gedacht kan worden aan een terugkeergesprek met een vreemdeling die na een strafrechtelijk traject in vreemdelingenbewaring is gesteld.
In hoeverre onderzoekt u de mogelijkheden om asielzoekers te ondervragen zonder risico op besmetting?
Zie antwoord vraag 4.
Wat doet u nog meer om personeel van de Immigratie en Naturalisatie dienst (IND) en het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) alsmede bewoners van Asielzoekers Centra (AZC) te beschermen tegen besmetting met het Coronavirus?
Binnen de gehele migratieketen wordt het advies zoals het RIVM dit heeft afgegeven gecommuniceerd en opgevolgd.
Het COA heeft medewerkers en bewoners geïnformeerd over de noodzaak om verspreiding van het virus te voorkomen, waaronder contacten te beperken tot alleen de noodzakelijke contacten. In het Protocol Infectieziekten staat informatie over hoe je moet handelen bij (een vermoeden van) besmetting en welke preventieve richtlijnen er zijn om je te beschermen. Op opvanglocaties in het land werkt het COA nauw samen met de GGD. Bewoners met gezondheidsklachten worden verwezen naar Gezondheidszorg Asielzoekers (GZA). Informatie is in meerdere talen beschikbaar. Voor gevallen waarin sprake is van besmetting zijn scenario’s opgesteld. In die gevallen zal altijd lokaal worden samengewerkt en afgestemd met de GGD. Wat de scenario’s inhouden kan per locatie verschillen, maar zal tevens in de loop van de tijd verschillen.
Het opvangen en begeleiden van asielzoekers door het COA wordt beschouwd als een vitale functie. Andere medewerkers worden verzocht zoveel als mogelijk thuis te werken.
De kabinetsbrief Vervolgmaatregelen aanpak coronavirus |
|
Maarten Groothuizen (D66), Joël Voordewind (CU) |
|
Paul Blokhuis (staatssecretaris volksgezondheid, welzijn en sport) (CU) |
|
Betekenen deze maatregelen dat de mogelijkheid om asiel in Nederland aan te vragen tot 6 april is opgeschort?1 Zo nee, wat betekenen de maatregelen dan concreet voor de mogelijkheid om asiel aan te vragen in Nederland?
De asielprocedure zoals wij die kennen is een procedure die gepaard gaat met een groot aantal contactmomenten met veel personen van verschillende organisaties en ook nog eens met een behoorlijk aantal verplaatsingen van personen door het hele land, waar de asielzoekerscentra gelegen zijn. Dit, afgezet tegen de absolute noodzaak om de verspreiding van het virus maximaal te controleren, maakte het onmogelijk het asielproces na afgelopen zondag in stand te houden. Het besluit dat is genomen is dat voor asielzoekers die zich nieuw aanmelden de asielprocedure wordt opgeschort». Gezien het contact-intensieve karakter van het asielproces is een andere keuze niet verantwoord geacht. Er zal nog wel registratie plaatsvinden van personen die zich melden voor asiel, maar die beperkt zich tot het noodzakelijke, zoals het afnemen van vingerafdrukken en op basis daarvan doorzoeken van de Nederlandse en Europese systemen, fouilleren, doorzoeken van bagage en innemen van documenten. We doen wat nodig is in het kader van de openbare orde en de volksgezondheid, maar starten niet de stappen van de asielprocedure.
Tegelijk wordt gewerkt aan de inrichting van een noodonderdaklocatie waar mensen, die nu niet kunnen instromen in het asielproces, onderdak en basale voorzieningen kunnen vinden. Tot die noodonderdaklocatie gereed is wordt deze personen op andere wijze sober onderdak geboden. Opvang in de opvangcentra van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) is voor nieuwe asielzoekers echter niet aan de orde tot 6 april. Evenmin zal tot 6 april opvang worden beëindigd van personen die reeds bij het COA worden opgevangen.
Klopt het dat als gestopt wordt met identificatie en registratie, wat dus leidt tot het niet kunnen doen van een asielaanvraag, het recht op opvang vervalt? Zo ja, deelt u de mening dat dit niet het geval mag zijn en dat ook deze mensen recht op opvang moeten houden? Zo nee, waarom niet?
Zie antwoord vraag 1.
Waar zullen vreemdelingen die na 15 maart 2020 in Nederland aankomen, en dus niet tot het COA worden toegelaten, verblijven? Deelt u de mening dat ook voor deze mensen een gepaste alternatieve opvang gevonden moet worden, zeker in het geval van kwetsbare mensen, zoals kinderen, gezinnen en ouderen?
Zie antwoord vraag 1.
Kunt u toelichten wat wordt bedoeld met de zinsnede dat «in beginsel» terugkeergesprekken geen doorgang zullen vinden? Wanneer vinden terugkeergesprekken wel doorgang?
Daarmee wordt bedoeld dat enkel in bijzondere situaties terugkeergesprekken doorgaan. Dat wordt op individueel niveau van dag tot dag bekeken. Gedacht kan worden aan een terugkeergesprek met een vreemdeling die na een strafrechtelijk traject in vreemdelingenbewaring is gesteld.
Wat valt er concreet onder spoedzaken?
In de genoemde brief aan uw Kamer is aangegeven dat de loketfunctie van de IND wordt beperkt tot spoedzaken. Hierbij gaat het om zaken die redelijkerwijs geen uitstel kunnen dulden en die niet evident een risico vormen op het verdere verspreiding van het virus. Gedacht kan bijvoorbeeld worden aan niet uitstelbare verblijfskwesties ten behoeve van personen die juist kunnen helpen bij de beheersing van het virus of medisch personeel.
Welke zaken en onderdelen van het proces vinden nog wel doorgang als het gaat om de asielprocedure? In hoeverre is het mogelijk om bijvoorbeeld een deel van de gesprekken via Skype of een ander online communicatiemiddel te laten verlopen?
De inrichting van het asielproces middels Skype of andere online communicatiemiddelen is niet goed mogelijk. De asielzoeker zal daarbij immers altijd begeleid moeten worden. Van personen die de Nederlandse taal en samenleving niet kennen, kan niet worden verwacht dat zij dit zelf organiseren. Juist die begeleiding zal altijd een menselijk contact vergen en is op dit moment niet gewenst.
Wat is het verwachte effect van de genomen maatregelen op de wacht- en doorlooptijden bij de Immigratie en Naturalisatie dienst (IND)?
Daarover is op dit moment nog weinig te zeggen. Zeker zullen de nu noodzakelijke maatregelen een negatief effect hebben op de doorlooptijden van de personen die nu in procedure zijn. Hoe het verloop van de verdere noodzakelijke maatregelen voor de aanpak van het coronavirus zal zijn is nu nog niet te zeggen. Evenmin kan daarvoor een tijdpad gegeven worden.
Wat wordt in de Asielzoekerscentra (AZC) gedaan om een (mogelijke) uitbraak en verspreiding van het Coronavirus in te dammen? Hoe worden de bewoners, in het bijzonder kwetsbare bewoners zoals ouderen, beschermd tegen een Corona-uitbraak? Zijn er voldoende testen beschikbaar om op het Coronavirus te testen? Ligt er een plan klaar indien het Coronavirus uitbreekt in één van de AZC’s? Zo ja, wat houdt dit noodplan in? Zo nee, acht u het niet verstandig een dergelijk plan op te stellen? Zo nee, waarom niet?
Het COA heeft medewerkers en bewoners geïnformeerd over de noodzaak om verspreiding van het virus te voorkomen, waaronder contacten te beperken tot alleen de noodzakelijke contacten In het Protocol Infectieziekten staat informatie over hoe je moet handelen bij (een vermoeden van) besmetting en welke preventieve richtlijnen er zijn om je te beschermen. Op opvanglocaties in het land werkt het COA nauw samen met de GGD. Bewoners met gezondheidsklachten worden verwezen naar Gezondheidszorg Asielzoekers (GZA). Informatie is in meerdere talen beschikbaar. Voor gevallen waarin sprake is van besmetting zijn scenario’s opgesteld. In die gevallen zal altijd lokaal worden samengewerkt en afgestemd met de GGD. Wat de scenario’s inhouden kan per locatie verschillen, maar zal tevens in de loop van de tijd verschillen.
Worden bewoners van de ACZ’s proactief geïnformeerd over het Coronavirus en hoe zij zichzelf hiertegen kunnen beschermen? Zo nee, waarom niet?
Zie antwoord vraag 8.
Kunt u deze vragen zo snel mogelijk beantwoorden?
Ja.
Het bericht dat Tata Steel onveilig omgaat met gevaarlijke stoffen en inspecteurs probeert te omzeilen |
|
Eva van Esch (PvdD) |
|
Wouter Koolmees (minister sociale zaken en werkgelegenheid, viceminister-president ) (D66), Stientje van Veldhoven (staatssecretaris infrastructuur en waterstaat) (D66) |
|
Kent u het bericht «Tata verdeeld arbeidsinspectie»?1
Ja.
Klopt het dat medewerkers van de Inspectie SZW in een interne notitie stellen «Het is bij Tata Steel niet veilig als het gaat om gevaarlijke stoffen.»?
Normaliter ben ik terughoudend ten aanzien van uitspraken over individuele bedrijven. In dit geval betreft het stukken die openbaar zijn gemaakt op grond van de Wet openbaarheid van bestuur. Ik heb de Inspectie SZW op dit punt om nadere informatie gevraagd. De Inspectie SZW geeft daarop het volgende aan. «De zin is ontleend aan een interne notitie uit juli 20182. Inspecteurs van de Inspectie SZW komen bij het bedrijf voor toezicht op de naleving van meerdere onderdelen van het SZW beleid. In dit geval gaat het om drie invalshoeken met betrekking tot de arbeidsomstandigheden:
Voorkomen dat werknemers gezondheidsschade oplopen als gevolg van blootstelling aan gevaarlijke stoffen;
Procesveiligheid en de beheersing van de risico’s op zware ongevallen met gevaarlijke stoffen;
Het onderzoeken van arbeidsongevallen.
Tata Steel is een groot bedrijf. Om een indruk te geven, gemiddeld bezoekt de Inspectie SZW Tata Steel maandelijks. De tekortkomingen bij Tata Steel worden in de notitie door de inspecteurs vanuit de drie invalshoeken aangevoerd als «gemeenschappelijke deler» en reden om elkaar op te zoeken. Dit om te zorgen voor de nodige coördinatie in het optreden vanuit de Inspectie SZW richting het bedrijf.»
Klopt het dat het gebruik en beheer van gevaarlijke stoffen bij Tata Steel niet op orde is?
Daarover geeft de Inspectie SZW het volgende aan. «Het beheer en het gebruik van gevaarlijke stoffen waren in 2018 niet op orde. Het bedrijf heeft sindsdien verbetering laten zien. De afgelopen jaren heeft de Inspectie SZW overtredingen geconstateerd en passende handhaving ingezet overeenkomstig wet- en regelgeving. Het bedrijf staat onder intensief toezicht van Inspectie SZW en andere Brzo-toezichthouders, waaronder de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied, om te zorgen dat het bedrijf zijn verantwoordelijkheid neemt voor werkenden, omwonenden en het milieu. Ook mag gezegd worden dat het bedrijf haar verantwoordelijkheid inmiddels beter neemt. Er is een omslag te zien bij Tata Steel, waarbij het bedrijf via meerdere acties en programma’s de nodige verbeteringen van de werkomstandigheden en veiligheid van de werknemers aan het realiseren is. Dit betekent echter nog niet dat het intensieve toezicht al kan worden afgeschaald. De Inspectie SZW controleert zeer regelmatig de voortgang en zet (vervolg)handhaving in waar nodig. Het optreden van de Inspectie SZW vanuit de verschillende invalshoeken wordt intern gecoördineerd vanuit het Programma Bedrijven met Gevaarlijke Stoffen. Het gezamenlijke optreden met de omgevingsdienst en andere Brzo-toezichthouders is geborgd via de BRZO+ samenwerking. Er is intensief onderling contact over (de vorderingen van) het bedrijf.»
Welke maatregelen neemt u om de veiligheid te garanderen zolang Tata Steel nog niet aan de veiligheidsregels voldoet?
In de Arbeidsomstandighedenwet is bepaald dat werkgevers en werknemers samen verantwoordelijk zijn voor het gezond en veilig werken. Een werkgever moet zorgen voor veilige en gezonde arbeidsomstandigheden voor werkenden en een werknemer voert zijn werk veilig uit. De werkgever bepaalt op welke manier het werk gezond en veilig uitgevoerd kan worden en neemt de maatregelen die hiervoor nodig zijn. Inspectie SZW houdt risico-gestuurd en effectgericht toezicht op de naleving van de wetgeving en treedt zo nodig handhavend op.
Klopt het dat inspecteurs zich onvoldoende gesteund voelen door hun management? Bent u bereid hierover navraag te laten doen onder de inspecteurs?
Tata Steel is een groot bedrijf, waar veel inspecties plaatsvinden met verschillende invalshoeken. De Inspectie SZW geeft het volgende aan. «De interne notitie waaraan het NoordHollands Dagblad refereert, betreft een verslag voor en door inspecteurs vanuit de verschillende invalshoeken. Zij hebben elkaar in 2018 opgezocht, om een gezamenlijke lijn te kunnen uitdragen richting Tata Steel. Het is van belang dat niet alleen de inspecteurs, maar ook de directie in zijn rol richting Tata Steel de gezamenlijke lijn ondersteunt en uitdraagt. En dat is ook gebeurd. Dat gaat vooral over professionaliteit. In antwoord op de vragen van het NoordHollands Dagblad heeft de Inspectie SZW overigens laten weten dat navraag is gedaan bij de inspecteurs.» Het feit dat dit binnen de Inspectie SZW bespreekbaar is, ook het feit dat het management bij de Inspectie SZW wordt aangesproken op het geven van goede terugkoppeling om het gezamenlijke effect op het bedrijf te vergroten, en het inzicht dat aan het Noord Hollands dagblad is gegeven, juich ik toe. Dat getuigt van professionaliteit.
Kunt u zich de frustratie van de inspecteurs voorstellen over het feit dat Tata Steel zich telkens direct tot hun leidinggevende wendt als zij zich kritisch opstellen? Acht u het wenselijk dat Tata Steel dat doet?
Uit het bewuste artikel blijkt dat dit niet aan de orde is. De Inspectie SZW geeft het volgende aan. «Juist doordat in 2018 inspecteurs constateerden dat het bedrijf probeerde hen uit elkaar te spelen, zijn ze gekomen tot afspraken om dat niet te laten gebeuren. Daarbij werd ook kritisch gekeken naar de eigen afspraken over vaste contactpersonen, naar het vermijden van dubbeling in de handhaving en naar de afstemming over interventies van het management van de Inspectie SZW bij het bedrijf. Naar die afspraken wordt gehandeld.»
Deelt u de mening van de inspecteurs dat het management een andere koers lijkt te varen dan de inspecteurs zelf?
Zie antwoord vraag 6.
Klopt het dat werkbezoeken van de ambtelijke top niet met inspecteurs gedeeld worden? Zo ja, waarom is dat?
De Inspectie SZW heeft een uitgebreid pallet aan handhavingsinstrumenten tot haar beschikking om te zorgen dat bedrijven de wet- en regelgeving naleven. In het meerjarenplan van de Inspectie, haar jaarplannen en het handhavingsbeleid is beschreven hoe de interventiemix die de Inspectie SZW tot haar beschikking heeft, wordt ingezet om maximaal maatschappelijk effect te bereiken[1]. Onderdeel van deze interventiemix zijn naast inspecties en handhaving ook gesprekken op directieniveau, of met de raad van bestuur, ondersteuning van branches, het zetten van druk op ketens en communicatie. Naast inspectiebezoeken door inspecteurs dragen dus ook projectleiders, programmamanagers of de ambtelijke top, dat wil zeggen de toezichtdirecteuren, van de Inspectie SZW bij aan het effect. Door middel van de strategische en tactische programmering en bijvoorbeeld ook door bedrijven aan te spreken als er sprake is van ontwijkgedrag, intimidatie, een overmatige juridische reflex etc. Of omgekeerd, door bedrijven te antwoorden indien zij kritisch zijn over het optreden van de inspectie. Uitgangspunt is dat dit intern afgestemd plaatsvindt. Veelal is het contact met een bedrijf ook gezamenlijk: een programmamanager met een of enkele inspecteurs, een directeur met een inspecteur of een projectleider etc.
Klopt het dat de ambtelijke top direct contact heeft met de top van Tata Steel? Zo ja, waarom is dat?
Zie antwoord vraag 8.
Hoe is het voor u te rijmen dat Tata Steel stelt: «Veiligheid is bij Tata Steel kernwaarde nummer 1 en heeft onze hoogste aandacht en prioriteit» en dat inspecteurs gelijktijdig opmerken dat bij pogingen tot handhaving, Tata Steel direct juristen inzet om hen tegen te werken en dat Tata Steel navraag doet om er zeker van te zijn dat een pilot arbeidsongevallen niet tot extra handhavingsacties gaat leiden?
De gezondheid en veiligheid van de werkenden is voor mij belangrijk. Bedrijven zijn er voor verantwoordelijk dat hun werknemers een veilige en gezonde werkplek hebben. De juridificering die in onze samenleving plaatsvindt, is een ontwikkeling die ook bij het toezicht steeds zichtbaarder wordt. Tegelijk is Nederland een rechtstaat en staat het bedrijven en burgers vrij om het handelen van de overheid in rechte te betwisten.
Bent u het eens met de opmerking uit de interne memo dat het nodig is dat de directie achter de inspecteurs blijft staan en zelf ook druk op Tata Steel houdt om ervoor te zorgen dat naleving van de regels bewerkstelligd wordt? Zo ja, hoe gaat u daarvoor zorgen?
Ja en dit is ook het geval, zie ook antwoord 9.
Kan het zijn dat de directie van de inspectiedienst bij haar contacten met Tata Steel andere belangen dan handhaving van de veiligheidsregels laat meewegen?
De maatschappelijke belangen waar de gehele Inspectie SZW gezamenlijk voor staat, omvatten het hele terrein van gezond, veilig en eerlijk werk. In die zin spelen er dus meer maatschappelijke belangen dan alleen de veiligheidsregels.
Bent u van mening dat het de veiligheid bevordert wanneer de top van de inspectie over de hoofden van haar inspecteurs communiceert met de top van Tata Steel? Zo ja, waarom?
Het is aan Inspectie SZW om te bepalen op welke wijze zij haar toezichtstaken invult. Inspectie SZW hanteert daarbij een uitgebreid pallet aan interventiemogelijkheden en handhavingsinstrumenten. In deze interventiemix hebben naast inspecteurs ook analisten, specialisten, programmaleiding en directieleden een rol om het juiste effect te bewerkstelligen. In het organisatie-, mandaat- en volmachtsbesluit SZW 2009 is bepaald welke taken, verantwoordelijkheden en rollen onder meer de inspecteur en de directie hebben. Dat er, om de programmadoelen, de handhavingsinzet en het beoogde effect te bepalen, binnen de inspectie een open, kritisch en constructief gesprek plaatsvindt en dat de leiding daartoe ook uitnodigt en in overleg naar handelt, juich ik toe.
Bent u bereid de top van de Inspectie SZW te vragen niet langer direct te communiceren met Tata Steel over de hoofden van de betrokken inspecteurs?
Zie antwoord vraag 13.
Bent u ook van mening dat een bedrijf dat reeds veelvuldig de wet heeft overtreden, op geen enkele coulance zou mogen rekenen als het aankomt op het naleven van de veiligheidsregels?
Ja, voor zover dit in overeenstemming is met de wet- en regelgeving.
Het artikel ‘Overleg over mogelijk tekort aan medicijnen’ |
|
Maarten Hijink , Henk van Gerven |
|
Bruno Bruins (VVD) |
|
Is het bericht waar dat u overweegt de invoering van de nieuwe Wet geneesmiddelenprijzen per 1 april 2020 uit te stellen naar aanleiding van een brandbrief van farmaceutische bedrijven waarin wordt gesteld dat de prijzen van geneesmiddelen te laag zijn zodat geneesmiddelentekorten ontstaan en deze door de coronacrisis nog dreigen toe te nemen? Zo ja, kunt u toelichten wat hiervan de redenen zijn?1 en2
Ik bekijk nu alle mogelijkheden om partijen in de markt ruimte te bieden die nodig is om tekorten te voorkomen, voldoende voorraad te behouden en aan te leggen.
Gekeken wordt naar alle mogelijke opties, onder andere naar welke ruimte ik kan bieden in de Wet geneesmiddelenprijzen (Wgp). Het contact met partijen is geïntensiveerd omdat het belangrijk is dat we samen optrekken.
Ik verwacht hier volgende week meer inzicht in te kunnen geven, ik zal u daarover separaat per brief informeren.
Wat vindt u van het oordeel een farmaceutisch adviseur van zorgverzekeraar Menzis die stelt «dat er voldoende ruimte is voor prijsverlagingen, omdat de Nederlandse prijzen hoger liggen dan die in Frankrijk, België, het Verenigd Koninkrijk en Noorwegen»?
Het is correct als Menzis refereert aan het feit dat de gemiddelde prijzen voor spécialités in Nederland voor de wijziging van de Wet geneesmiddelenprijzen (Wgp) – ruim – boven het Europees gemiddelde lagen. Dit was (mede) aanleiding om de referentielanden te herzien, en Duitsland als referentieland te vervangen door Noorwegen, waarmee de gemiddelde prijzen voor spécialités rond of op het Europees gemiddelde komen te liggen. Geredeneerd vanuit het doel van de Wgp – Nederlandse geneesmiddelen dichter bij het Europees gemiddelde brengen – is er nog ruimte voor prijsdalingen bij spécialités.
Voor generieke geneesmiddelen geldt dat gemiddelde prijzen voor de wetswijziging (en na de wetswijziging) onder het Europees gemiddelde lagen. Voor het merendeel van generieke middelen geldt dat de prijsmaximering door de Wet geneesmiddelenprijzen een beperkte rol speelt, omdat werkelijke inkoopprijzen lager liggen door onder meer contractering. Het is echter niet uitgesloten dat met de wetswijziging voor specifieke generieke producten meer prijsdruk ontstaat door de nieuwe maximumprijzen, voor andere producten ontstaat juist weer ruimte om prijzen te verhogen.
De uitbraak van het Coronavirus heeft vooralsnog nog niet geleid tot een tekort aan geneesmiddelen. Het is belangrijk dat mensen die medicijnen gebruiken de gebruikelijke hoeveelheden medicijnen meekrijgen, maar ze mogen niet extra bijbestellen. Dit is zo afgesproken met partijen. Ook zijn er afspraken gemaakt over de verkoop van paracetamol bij de drogist en supermarkt, zodat het voor iedereen beschikbaar blijft. Deze voorzorgsmaatregelen zijn genomen zodat andere mensen niet met lege handen komen te staan.
Onderschrijft u ook zijn mening dat met hun brandbrief de farmaceutische industrie juist de tekorten en het hamstergedrag van mensen aanwakkeren? Zo nee, waarom niet?
Zie antwoord vraag 2.
Deelt u de mening dat het immoreel is dat de farmaceutische bedrijven de coronacrisis aangrijpen door met tekorten te dreigen om de prijzen zo op een te hoog peil te houden?
Ik lees in de brandbrief dat firma’s en leveranciers hun bezorgdheid uiten over dat er door de prijsdalingen als gevolg van de aanpassing van de Wgp onvoldoende ruimte zou zijn voor marktpartijen om maatregelen te nemen om eventuele tekorten te voorkomen.
Er zijn op dit moment geen signalen van corona gerelateerde tekorten. Ik ben wel beducht op mogelijke tekorten op wat langere termijn (maanden) – ook naar aanleiding van de bezorgdheid van deze partijen – en bekijk daarom nu alle mogelijkheden om partijen in de markt ruimte te bieden die nodig is om tekorten te voorkomen. Ik kijk daarbij naar alle mogelijke opties, ook naar welke ruimte de wet geneesmiddelenprijzen kan bieden. Zie ook het antwoord op vraag 1, ik verwacht volgende week hier meer inzicht in te kunnen geven en zal u daarover berichten.
In hoeverre kunnen maatregelen die u eerder heeft aangekondigd ter voorkoming van tekorten, zoals de ijzeren voorraad, de problematiek opvangen?
Het aanleggen van een ijzeren voorraad van vijf maanden heeft tijd nodig, de inschatting was 1,5 tot 2 jaar. Ik verwacht dat de opbouw van de ijzeren voorraad langer gaat duren door de uitbraak van het Coronavirus, omdat de productie in China en India is gestagneerd.
Welke medicijnen komen in de gevarenzone als de coronacrisis aanhoudt?
Veldpartijen geven aan dat er nog geen concrete signalen zijn over mogelijke geneesmiddelentekorten op dit moment. Bestellingen worden namelijk al maanden van tevoren gedaan. Het is echter niet uit te sluiten dat er leveringsproblemen zouden kunnen ontstaan als het handelsverkeer met China en India langere tijd wordt belemmerd. Het is niet bekend voor welke geneesmiddelen op termijn een tekort zou kunnen ontstaan.
In hoeverre is het prijsniveau in Nederland hier de oorzaak van?
Bij de meeste meldingen van leveringsonderbrekingen bij het Meldpunt Geneesmiddelentekorten wordt in het algemeen als reden aangegeven dat dit het gevolg is van een vertraging in de productie of het distributieproces van een geneesmiddel.3 Lage prijzen kunnen mogelijk wel een rol spelen bij tekorten op het moment dat een firma na een productieprobleem de productie weer opstart en bij de herverdeling van de beperkte nieuwe voorraad voorrang geeft aan de landen met hogere prijzen.
In hoeverre zal een uitgestelde herziening van het Geneesmiddelenvergoedingssysteem de problematiek oplossen?
Zie ook het antwoord op vraag 1. De herziening van het Geneesmiddelenvergoedingssysteem die ik in februari heb aangekondigd, is voorzien in de tweede helft van 2021. Er is daarom nu geen aanleiding om over een uitstel van deze herziening te spreken, maar ik hou de situatie nauwlettend in de gaten.
Bent u bereid om op Europees en internationaal niveau afspraken te maken met andere landen alsook met farmaceuten om medicijntekorten als gevolg van de coronacrisis te voorkomen, en zo nodig hierbij noodmaatregelen te gebruiken? Kunt u uw antwoord toelichten?
Het Europees Medicijnagentschap (EMA) heeft samen met de Europese Commissie een Coronavirus stuurgroep opgezet. Deze stuurgroep heeft een coördinerende rol in Europa bij het aanpakken van eventuele medicijntekorten door het nieuwe Coronavirus. Medicijnautoriteiten hebben verschillende maatregelen getroffen en wisselen informatie uit, de EMA onderhoudt contacten met de farmaceutische koepels. Zo nodig kunnen aanvullende noodmaatregelen genomen worden. Het is belangrijk dat lidstaten gezamenlijk optrekken om te voorkomen dat ze elkaar gaan beconcurreren.
Wilt u deze vragen voor het komende plenair debat over over de actuele ontwikkelingen rondom het coronavirus beantwoorden?
Ja.
De noodzaak van het uitbreiden van de lijst met vitale beroepen met dierenartsen en dierverzorgers |
|
Frank Wassenberg (PvdD) |
|
Ferdinand Grapperhaus (minister justitie en veiligheid) (CDA), Carola Schouten (viceminister-president , minister landbouw, natuur en voedselkwaliteit) (CU) |
|
Vallen dierenartsen onder de beroepsgroep zorg op de huidige lijst van vitale beroepen en processen?1 Zo ja, kunt u dit specificeren op de lijst? Zo nee, kunt u ze alsnog aan de lijst toevoegen?
De lijst van cruciale beroepsgroepen is opgesteld om noodopvang te kunnen bieden voor kinderen van ouders/verzorgers in cruciale beroepsgroepen. Het gaat hier om beroepsgroepen die in de huidige omstandigheden vragen om continue bezetting. Ook als je een onmisbare functie vervult ten behoeve van een van deze cruciale beroepsgroepen of vitale processen val je binnen het bereik van de lijst. De lijst vormt tevens de basis voor de uitzondering op de maatregel dat huisgenoten van iemand met luchtwegklachten met koorts en/of benauwdheid ook thuis moeten blijven. Om de verspreiding van COVID-19 zo veel mogelijk te kunnen beperken is het natuurlijk van groot belang dat er zo min mogelijk uitzonderingen worden gemaakt op de maatregelen. De lijst is daarom beperkt gehouden. In de lijst is het volgende opgenomen:
Dat betekent dat veterinaire taken of diensten ten behoeve van de voedselketen binnen het bereik van de lijst vallen. Het is aan ondernemers, werkgevers en werknemers om hierin juiste keuzes te maken.
Wist u dat de beroepsgroep dierverzorgers in het hele land verantwoordelijk is voor het voorzien in de eerste levensbehoeften van dieren, zoals bijvoorbeeld bij asielen, (wild)opvangcentra en pensions?
Het is mij bekend dat veel mensen zich in Nederland zowel vrijwillig als beroepsmatig inzetten voor de zorg voor verschillende soorten dieren.
Wist u dat veel van deze organisaties op dit moment aanlopen tegen een tekort aan werknemers en vrijwilligers, vanwege de maatregelen in het kader van de bestrijding van het nieuwe coronavirus?
Het is mij bekend dat de COVID-19 maatregelen ook invloed hebben op de beschikbaarheid van werknemers en vrijwilligers voor de zorg voor dieren. Het is per branche en beroepsgroep verschillend wat die gevolgen precies zijn. Van de verschillende organisaties die zich met verzorging van dieren bezighouden heb ik inderdaad begrepen dat het door de maatregelen lastig is om de zorg voor dieren in bepaalde gevallen te organiseren. Ik ben in goed overleg met vertegenwoordigende organisaties in deze sector en monitor de situatie.
Is bij de totstandkoming van de lijst met vitale beroepen en processen overwogen om dierverzorgers op de lijst te plaatsen? Zo ja, waarom is besloten deze beroepsgroep niet op de lijst te plaatsen? Zo nee, kunt u dierverzorgers zo snel mogelijk op de lijst plaatsen?
De lijst met cruciale beroepen en vitale processen is beperkt gehouden om de verspreiding van COVID-19 zo veel mogelijk te beperken. Voor verdere toelichting op de lijst verwijs ik u naar het hierboven geformuleerde antwoord op vraag 1.
Dat bepaalde beroepen, zoals dierverzorgers, niet expliciet op de lijst staan doet niets af aan het grote belang van deze beroepen. Van veel beroepen en dus ook van dierverzorgers wordt zoveel als mogelijk gevraagd om zelf oplossingen te vinden om, binnen de kaders van de COVID-19 maatregelen die gelden, activiteiten toch doorgang te laten vinden. Bij knelpunten is het advies om lokaal oplossingen te zoeken, mede in overleg met werkgever, school en kinderopvang.
Kunt u deze vragen zo snel mogelijk beantwoorden?
Ja, ik heb me ingespannen om deze antwoorden zo spoedig mogelijk te beantwoorden.
Corona en de vele andere levensbedreigende risico’s in vluchtelingenkampen op Griekse eilanden |
|
Attje Kuiken (PvdA), Kirsten van den Hul (PvdA) |
|
Ankie Broekers-Knol (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD) |
|
Kent u de berichten «Kind komt om bij brand in vluchtelingenkamp op Griekse eiland Lesbos»1 en «Stampvol vluchtelingenkamp Lesbos kansloos bij besmetting coronavirus»?2
Ja.
Deelt u de mening van de in het tweede artikel genoemde tropenarts dat «als wij die mensen niet snel fatsoenlijke leef- en woonomstandigheden bieden, het mis [gaat]» omdat anders corona en andere virussen in de omstandigheden waarin mensen zich bevinden, zich snel verspreiden? Zo ja, welke conclusies verbindt u hieraan? Zo nee, waarom niet?
Het kabinet deelt de zorgen over de mogelijke gevolgen van de verspreiding van het coronavirus in de opvangkampen op de Griekse eilanden. Griekenland is, net als andere Europese lidstaten, bezig om passende maatregelen te treffen in de strijd tegen het coronavirus. Hierbij zijn de opvangfaciliteiten op de Griekse eilanden een aandachtspunt. De Griekse autoriteiten hebben specifieke maatregelen getroffen om een uitbraak daar te voorkomen. Zo worden nieuwe aankomsten niet toegelaten tot de hotspots; zijn asielprocedures, registratie en beroep tijdelijk opgeschort; is er actieve bewustwording en informatievoorziening aan migranten en vluchtelingen; zijn gezamenlijke ruimtes gesloten en worden activiteiten tijdelijk gestaakt; is er een avondklok ingesteld en zijn er speciale «medical units» opgezet. Niettemin is de situatie kwetsbaar, in het bijzonder vanwege het gebrek aan gezondheidszorg en ondermaatse sanitaire voorzieningen en hygiëne in de overvolle opvanglocaties. De Europese Commissie, UNHCR, IOM en hulporganisaties ondersteunen waar mogelijk om de gezondheidszorg te versterken en preventie te bevorderen onder vluchtelingen en migranten. Indien een migrant in één van de opvangfaciliteiten positief wordt gestest, wordt de patiënt overgeplaatst naar het lokale ziekenhuis, en wordt haar of zijn directe omgeving in quarantaine geplaatst. De capaciteit van de ziekenhuizen op de eilanden is een punt van zorg.
De Europese Commissie en de Griekse autoriteiten werken samen aan een noodplan om de risico’s op een COVID-19 uitbraak zo ver mogelijk te verkleinen in de opvanglocaties op de Griekse eilanden.
De Europese Commissie heeft op 4 maart jl. een actieplan voor Griekenland aangekondigd. Dit actieplan bestaat uit een door Frontex gecoördineerd terugkeerprogramma, twee ondersteunende grensbewakingsoperaties aan de zee- en landgrens en additionele financiële steun van EUR 700 miljoen. De eerste EUR 350 miljoen heeft de Commissie direct beschikbaar gesteld om grens- en migratiemanagement aan te pakken. Provisioneel wordt voor de direct beschikbare EUR 350 miljoen gekeken naar het vergroten van opvangcapaciteit, vrijwillige terugkeer en de infrastructuur die nodig is voor «screening procedures» voor gezondheid en veiligheid. Daarnaast zal het bedrag worden aangewend om het Europees Ondersteuningsbureau voor Asielzaken (EASO) en Frontex te ondersteunen, om (vrijwillige) terugkeer te bevorderen en lopende activiteiten te continueren. De Commissie heeft op 27 maart een voorstel gedaan voor de additionele EUR 350 miljoen.3 Hier wordt uw Kamer separaat nader over geïnformeerd. Het kabinet acht het van belang dat hierbij voldoende financiële absorptiecapaciteit van Griekenland en een effectieve en efficiënte besteding van de middelen wordt gewaarborgd. Nederland draagt tevens bij aan de steunvraag van Griekenland aan Frontex, de zgn. Rapid Border Intervention voor de landgrens.
Daarnaast helpt Nederland om de meest acute humanitaire noden te verlichten, bijvoorbeeld door humanitaire organisaties in staat te stellen snel en flexibel te reageren in noodsituaties. Nederland verleent bijvoorbeeld ongeoormerkte steun aan diverse organisaties – zoals UNHCR – die een belangrijke rol spelen in de huidige humanitaire respons in Griekenland.
Ook stelt de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking via het Nederlandse Rode Kruis (NRK) EUR 500.000 beschikbaar om het regionale appeal van de Internationale Federatie van Rode Kruis en Rode Halve Maan-bewegingen (IFRC) te ondersteunen. Een deel van dit IFRC-plan betreft humanitaire activiteiten in Griekenland, waaronder in en rondom de opvangfaciliteiten op de eilanden. Dit zal onder meer ingezet worden om de acute noden op het gebied van water- en sanitaire voorzieningen, gezondheidszorg en bescherming te lenigen.
Tenslotte kan Griekenland, net als andere lidstaten, gebruik maken van crisis-mechanismen om acute in-kindassistentie te vragen in geval van een noodsituatie. Dat geldt ook voor extra medische hulp. Momenteel is daar nog geen sprake van. Het kabinet volgt de ontwikkelingen nauwlettend.
Deelt u de mening dat de situatie in het genoemde vluchtelingenkamp, voor zover dat al niet sowieso het geval was, nu helemaal totaal onhoudbaar is geworden? Zo nee, waarom niet?
Zie antwoord vraag 2.
Bent u nog steeds van mening dat het geen «structurele oplossing» 3) is om extra migrantenkinderen van de Griekse eilanden op te nemen? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
Zoals vaker met uw Kamer gewisseld, is het kabinet voorstander van het doorvoeren van structurele verbeteringen, zoals het versnellen van de asielprocedures, het verbeteren van de opvangomstandigheden en het bevorderen van terugkeer. Nederland ondersteunt de Griekse autoriteiten zowel bilateraal als via de EU om deze verbeteringen door te voeren. In dat licht verwelkomt het kabinet het Actieplan van de Europese Commissie om Griekenland hierbij te ondersteunen. Het kabinet vindt dat een substantieel deel van de additionele EUR 350 mln besteed moet worden aan het verbeteren van de omstandigheden van alleenstaande minderjarige vreemdelingen (AMV’s). Daar heb ik ook recentelijk op aangedrongen tijdens de JBZ-Raad op 13 maart jl., conform de motie- Voordewind c.s.5 Daarnaast heeft Nederland de Europese Commissie verzocht om AMV´s te ondersteunen waar mogelijk.
Het ad hoc opnemen van AMV’s vindt het kabinet geen structurele oplossing. Ad hoc relocatie gaat in tegen de essentie van de EU-Turkije Verklaring, die ziet op het breken van het businessmodel van mensensmokkelaars. Herplaatsing naar Europa werkt contraproductief en houdt mensensmokkel in stand. Dat geldt ook voor de herplaatsing van AMV’s. Terugkeer van mensen die geen recht hebben op asiel in Griekenland, is volgens het kabinet de enige manier om de eilanden structureel te ontlasten. Wel erkent het kabinet dat de situatie voor deze kwetsbare groep verbeterd dient te worden.
Meent u werkelijk dat het «leveren [van] experts, juridische bijstand en dekens» enig alternatief is voor het daadwerkelijke redden van kinderen die in grote nood verkeren? Zo ja, dat kunt u toch niet echt menen? En zo ja, waarom meent u dat? Zo nee, waarom niet en welke gevolgen verbindt u daaraan?
Zie antwoord vraag 4.
Deelt u de mening dat het van geen enkel belang is of een oplossing voor deze kinderen al dan niet «structureel» is aangezien ze nu in acuut gevaar en mensonterende omstandigheden verkeren waar zij uit moeten worden gehaald? Zo ja, gaat u dan ervoor zorgen dat een deel van die kinderen, net zoals andere EU-landen doen, een veiliger plek krijgen in Nederland, desnoods na checks op corona en een isolatieperiode? Zo nee, waarom zegt u dan «het grijpt ook mij aan»3 en hoe oprecht is dat dan nog langer?
Zie antwoord vraag 4.
Gemeenten die zich zorgen maken over de sluiting van de Hoenderloo Groep |
|
Maarten Hijink |
|
Hugo de Jonge (viceminister-president , minister volksgezondheid, welzijn en sport) (CDA) |
|
Wat vindt u ervan dat Pluryn de gemeenten met wie zij een contract hebben, gevraagd heeft binnen twee dagen te reageren op hun nieuwe beslisdocument, waarin beschreven staat hoe de Hoenderloo Groep gaat sluiten? Begrijpt u dat gemeenten zich zorgen maken?1
Gemeenten hebben sinds de aankondiging van het voorgenomen besluit tot sluiting van de Hoenderloo Groep zeer regelmatig overleg met de Raad van Bestuur van Pluryn. Coördinerend regio Utrecht stad geeft aan dat gemaakte afspraken naar aanleiding van de voorgenomen sluiting ook invulling hebben gekregen. Op 4 maart 2020 ontvingen stakeholders, waaronder gemeenten, van Pluryn het «beslisdocument ten behoeve van voorgenomen afbouw DHG locaties Hoenderloo en Deelen en gedeeltelijke doorstart binnen Pluryn». Het document betrof een update van een eerdere versie, waarop Pluryn commentaar van stakeholders had verzameld.
Als financier en opdrachtgever zijn gemeenten een belangrijke stakeholder voor Pluryn. Ik vind het daarom belangrijk dat Pluryn hen (maar ook andere stakeholders) goed en tijdig betrekt bij de uitwerking van de plannen voor afbouw van de Hoenderloo Groep en gelijktijdige opbouw van zorg op andere locaties van Pluryn. Het stellen van een deadline van 2 dagen voor een reactie die ook nog tussen vele gemeenten moet worden afgestemd past niet in een dergelijk zorgvuldig proces. Pluryn en gemeenten zijn opnieuw in overleg met de Raad van Bestuur van Pluryn gegaan en op 20 maart is een nieuwe versie van het beslisdocument verspreid. Gemeenten zijn vanwege de corona crisis nog doende met het bepalen van een reactie op deze versie van het beslisdocument.
In hoeverre kunnen gemeenten zich bemoeien met besluitvorming en communicatie over de sluitingsplannen van Pluryn? Kunt u uw antwoord toelichten?
Zie antwoord vraag 1.
Hoe oordeelt u over de signalen die gemeenten uiten dat zij weinig terugzien van afspraken die zij met Pluryn maakten en vastlegden en dat het aanbod van nieuwe plekken binnen Pluryn leidend lijkt te zijn? Kunt u uw antwoord toelichten?
Zie antwoord vraag 1.
Kunt u aangeven welke zorgen de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd heeft over de plannen van Pluryn om de Hoenderloo Groep te sluiten? Zo nee, waarom niet?
In haar rapport van 28 februari 2020 over de uitkomsten van het inspectie-onderzoek bij Pluryn, locatie Hoenderloo en Deelen, heeft de IGJ beschreven welke risico’s zij ziet voor de komende periode. Dit rapport is op 18 maart 2020 openbaar gemaakt op de website van de IGJ.
De IGJ heeft Pluryn na een inspectieonderzoek eind 2018 om verbeteringen gevraagd2. Pluryn heeft vervolgens zelf geconstateerd dat het nog onvoldoende is gelukt om verbeteringen te realiseren. Zo laat het IGJ rapport zien dat een deel van de kwaliteitsproblemen die in 2018 om verbetermaatregelen vroegen, in 2019 ook nog werd aangetroffen. Dit in combinatie met de financiële problematiek van de organisatie waardoor middelen om de zorg te verbeteren ook niet beschikbaar zijn, heeft Pluryn doen besluiten de locaties te sluiten. De IGJ begrijpt dat de Raad van Bestuur van Pluryn genoodzaakt is ingrijpende maatregelen te treffen en vindt de keuze voor sluiting van deze locaties navolgbaar.
De IGJ houdt intensief toezicht op de overdracht van zorg bij De Hoenderloo Groep en ontvangt tweewekelijks van Pluryn de stand van zaken over onder andere de geplande en gerealiseerde vervolgplekken, het leefklimaat en kwaliteit van zorg, de tevredenheid en doorstroom van medewerkers en de bedrijfsvoering.
De IGJ brengt maandelijks bezoeken om de voortgang van bovengenoemde indicatoren te beoordelen en daarnaast kijkt de IGJ of Pluryn voldoende verbetermaatregelen treft en zal, als verbetering uitblijft, ingrijpen. Afhankelijk van de ontwikkelingen met het Coronavirus vormt de IGJ zich ook op alternatieve wijzen een eigen beeld van de situatie. Op basis van deze rapportages en bezoeken zal de IGJ periodiek voortgangsberichten publiceren op haar website. Het eerste voortgangsbericht is inmiddels gepubliceerd. Zoals blijkt uit dat bericht verwacht de IGJ dat Pluryn haar werkwijze op een aantal onderdelen aanpast.
Wanneer komt er meer duidelijkheid voor de jongeren en hun ouders, bijvoorbeeld over de vraag waar zij straks naartoe moeten verhuizen en wanneer komt er meer duidelijkheid voor het personeel over hun baan? Kunt u uw antwoord toelichten?
De meeste jongeren kunnen hun behandeling zoals gepland in de komende 5 maanden afronden voordat de Hoenderloo Groep in augustus sluit. Het voorzien in een passend en duurzaam aanbod voor de groep van zo’n 40 jongeren die niet voor augustus hun behandeling afronden is maatwerk. Wanneer er duidelijkheid komt zal dus van geval tot geval verschillen. Afspraak is dat Pluryn samen met jongeren en hun ouders/voogd, en in overleg met betrokken gemeenten, tot een passend en duurzaam aanbod komt, ook als dit buiten Pluryn gerealiseerd moet worden. Pluryn heeft tweewekelijks contact met een groep bezorgde ouders en stemt daar ook zaken over het te volgen proces en communicatie mee af. Ook is de cliëntenraad actief betrokken. De IGJ brengt tot aan de sluiting meerdere bezoeken aan de Hoenderloo Groep en beoordeelt de zorgcontinuïteit en de zorgvuldigheid van de zorgoverdracht.
Wat de medewerkers betreft geeft Pluryn aan zich maximaal in te spannen om alle medewerkers van de Hoenderloo Groep van werk naar werk te begeleiden, binnen of buiten Pluryn. Pluryn verwacht alle ca. 400 fte medewerkers een plek binnen Pluryn te kunnen bieden. Pluryn heeft inmiddels een overzicht van alle (te verwachten) vacatures binnen de organisatie en brengt momenteel de wensen en vaardigheden van de medewerkers in kaart. De komende tijd zal matching plaatsvinden. Ook dit vergt maatwerk.
De naleving van coronamaatregelen door privéklinieken |
|
Lilianne Ploumen (PvdA) |
|
Bruno Bruins (VVD) |
|
In hoeverre zijn de zelfstandige behandelcentra (ZBC’s) in Nederland in staat eigen regie te houden over het leveren van reguliere, niet-acute zorg?
Ik verwacht van alle zorginstellingen dat ze hun maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen voor de actieve bestrijding van COVID-19. Je ziet dat alle zorginstellingen, zowel publieke ziekenhuizen als zelfstandige behandelcentra dat ook zelf doen.
Gisteren heeft de koepelorganisatie van de zelfstandige klinieken aangekondigd dat niet urgente ingrepen als het vervangen van een heup of cosmetische behandelingen worden uitgesteld. In geval van acute noodzaak gaan de ingrepen nog wel door. Ook stellen de zelfstandige klinieken daar waar nodig personeel, persoonlijke beschermingsmiddelen en apparatuur beschikbaar voor de behandeling van coronapatiënten in het ziekenhuis.
In ROAZ verband, waar de zelfstandige klinieken ook zijn aangesloten, bespreken partijen waar extra capaciteit of materiaal het hardst nodig is.
Zijn de zorgverleners die zowel in een publieke zorginstelling als in een private zorginstelling werken, voldoende beschermd als zij tevens elders worden blootgesteld aan besmettingsrisico's? Zijn zij in staat gehoor te geven aan het beroep dat op hen wordt gedaan vanuit de publieke zorg ondanks hun werkzaamheden in de private zorg?
Private zorginstellingen hebben zich ook te houden aan de richtlijnen van het RIVM en de IGJ. Medewerkers zijn daar dus niet minder beschermd dan in ziekenhuizen. Koepelorganisatie ZKN geeft (ten overvloede) aan dat zelfstandige klinieken strikt de richtlijnen van het RIVM en andere overheidsinstanties voor de uitvoering van zorg volgen.
Wordt er een beroep gedaan op ZBC’s om bij te dragen aan de beschikbare zorg en het aantal bedden zoals ook gebeurt in Italië?
Er wordt een beroep gedaan op zelfstandige klinieken om daar waar nodig bij te dragen aan de beschikbare zorg. Je ziet dat de klinieken dit ook doen. Zij stellen niet urgente behandelingen uit en stellen daar waar nodig personeel, beschermingsmiddelen en apparatuur beschikbaar voor de behandeling van COVID-19. In ROAZ verband, waar de zelfstandige klinieken ook zijn aangesloten, bespreken partijen waar extra capaciteit of materiaal het hardst nodig is.
De behandeling van COVID-19 patiënten vindt in de ziekenhuizen plaats. Die zijn er het best op toegerust. Er zijn momenteel voldoende IC-bedden en ziekenhuizen nemen maatregelen om het aantal IC-bedden uit te breiden. Zo levert het afschalen van planbare zorg ruimte op. Dit maakt dat er vooralsnog geen beroep hoeft te worden gedaan op het aantal beschikbare bedden van zelfstandige klinieken. Mocht dit veranderen, dan zal dit tijdig in ROAZ verband worden overlegd.
Houden de ZBC’s zich aan de richtlijnen van het RIVM? Hoe wordt hierop toezicht gehouden?
Ik ga ervan uit dat iedereen zich houdt aan de richtlijnen van het RIVM, ook de ZBC’s. De IGJ houdt toezicht op de kwaliteit van de zorg, zoals de IGJ dat altijd doet.
Kunt u deze vragen zo spoedig mogelijk beantwoorden, nog voor dinsdag 17 maart?
Ik heb gepoogd de vragen zo spoedig mogelijk, en nog voor het debat van 18 maart te beantwoorden.
De gevolgen van het coronavirus voor de culturele sector |
|
Antje Diertens (D66), Salima Belhaj (D66) |
|
Ingrid van Engelshoven (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (D66), Wouter Koolmees (minister sociale zaken en werkgelegenheid, viceminister-president ) (D66) |
|
Welke maatregelen en scenario’s zijn er beschikbaar om de gevolgen van de coronacrisis voor de culturele sector op te vangen?1 Kunt u schetsen wat deze maatregelen en scenario’s precies inhouden, op basis waarvan wordt besloten of ze worden ingezet en in hoeverre ze al in werking zijn getreden?
De maatregelen en scenario’s voor de cultuursector voor de korte termijn zijn als volgt. U heeft inmiddels de brief van het kabinet ontvangen met maatregelen om de economische effecten op te vangen voor ondernemingen en werkenden van Nederland2. Van deze generieke maatregelen kan de culturele en creatieve sector gebruik maken, ook de zelfstandigen. Samen met hen wordt inzichtelijk gemaakt hoe deze maatregelen uitwerken in die sectoren. In de kabinetsbrief is aangegeven hoe en wanneer deze maatregelen in werking zullen treden.
Daarnaast wordt er ruimte gemaakt voor liquiditeit bij gesubsidieerde instellingen en makers door een aantal zogeheten coulancemaatregelen te nemen. Zo is met het Rijksvastgoedbedrijf overeengekomen om de musea die hun panden huren van het Rijksvastgoedbedrijf desgewenst een huuropschorting van drie maanden te geven. Met de coulance maatregelen is beoogd de door het rijk gesubsidieerde instellingen en makers financiële ruimte te geven om zich te richten op de zaken die nu belangrijk zijn voor de voortzetting van hun praktijk. Dit geldt niet alleen voor instellingen gesubsidieerd in de basisinfrastructuur maar ook voor instellingen en makers ondersteund door de zes rijkscultuurfondsen. Gemeenten, provincies en private fondsen hebben toegezegd ook coulant om te gaan met de subsidiëring en ondersteuning van instellingen, makers en projecten in de culturele en creatieve sector.
Met dit noodpakket aan maatregelen doen we het maximale om banen te behouden en gevolgen voor de economie te beperken. De maatregelen die we nu nemen zijn fors en nadrukkelijk voor de komende weken en maanden. Het kabinet is volledig doordrongen van de moeilijke periode waar we nu in zitten. Afhankelijk van de ontwikkelingen, zal het kabinet noodzakelijke en passende vervolgmaatregelen treffen indien de situatie daartoe noopt. Uiteraard zal daarbij zeker ook aandacht zijn voor de culturele sector.
Deelt u de mening dat de culturele sector extra kwetsbaar is voor de economische gevolgen van het coronavirus, gelet op het hoge aantal zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) en freelancers dat werkzaam is in de sector? Welke mogelijkheden ziet u zelf om de sector op dit punt te ondersteunen en dan met name de kunstenaars die plots zonder inkomen zitten?
Wij zijn ons zeer bewust van de kwetsbaarheid van zzp’ers in het algemeen en in de culturele en creatieve sector in het bijzonder. Voor de rest verwijzen wij naar ons antwoord op vraag 1.
Hoe verlopen de gesprekken die u met de sector voert over het opvangen van de gevolgen van het coronavirus?
De gesprekken met de sector onder aanvoering van de taskforce die is ingesteld door Kunsten ’92 zijn constructief, en zijn maandag 16 maart jl. gestart. Ook de komende tijd zal er veelvuldig overleg plaatsvinden in dit verband, waarbij ook de zes rijkscultuurfondsen, private fondsen, gemeenten en provincies worden betrokken.
Wat vindt u van de mogelijkheid om het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen (Bbz), (tijdelijk) te verruimen voor zzp'ers in de cultuursector, zoals geopperd door de Kunstenbond?2 In hoeverre is dit een mogelijkheid die u onderzoekt om de culturele sector tijdelijk tegemoet te komen? Welke andere mogelijkheden ziet u nog?
Het kabinet zet voor zelfstandigen een nieuwe regeling op, die een uitkering verstrekt ter hoogte van de bedragen uit de Participatiewet (max. ongeveer 1.500 euro) zonder de toets op vermogen en partnerinkomen die gebruikelijk zijn in de BBZ. Tevens kent deze regeling geen toets op levensvatbaarheid. Binnen deze regeling hebben zelfstandigen ook toegang tot bedrijfskrediet. Hiervan kunnen ook zelfstandigen in de cultuursector gebruik maken.
Voor wat betreft de andere mogelijkheden verwijzen wij u naar ons antwoord op vraag 1.
Wanneer verwacht u meer duidelijkheid te hebben over het steunpakket om de culturele sector tegemoet te komen, zoals het kabinet gevraagd is in de aangenomen motie-Jetten c.s.?3 In hoeverre is de sector zelf ook een gesprekspartner bij de uitwerking van dit steunpakket?
Zie voor het antwoord de antwoorden op vraag 1 en op vraag 3.
Op welke wijze en door wie kunnen freelancers in de sector zich het beste laten informeren over de consequenties van alle annuleringen en de gevolgen daarvan voor hun persoonlijke situatie?
De informatie en maatregelen zoals kabinetsbreed worden getroffen worden gecommuniceerd via rijksoverheid.nl en de betreffende uitvoeringsorganisaties die de uitvoering van de maatregelen ter hand nemen. Daarnaast wordt de sector afzonderlijk geïnformeerd, zodat Kunsten ’92, de Kunstenbond, de brancheorganisaties en Platform ACCT ook een rol kunnen vervullen richting hun leden of aangeslotenen.
Maatregelen tegen het Coronavirus in mbo-instellingen |
|
Wim-Jan Renkema (GL), Niels van den Berge (GL) |
|
Bruno Bruins (minister volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD), Ingrid van Engelshoven (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (D66) |
|
Kunt u toelichten waarom u er niet voor gekozen heeft mbo-instellingen te adviseren alle niet strikt noodzakelijke activiteiten op afstand aan te bieden of af te gelasten?
De ontwikkelingen met betrekking tot het nieuwe coronavirus volgen elkaar in hoog tempo op. Het kabinet heeft daarom op 15 maart jl. in een ministeriële commissie crisisbeheersing (MCCB) besloten tot aanvullende maatregelen. Deze aanvullende maatregelen worden toegelicht in de Kamerbrief van 15 maart jl. Tot en met maandag 6 april wordt er geen les gegeven op locatie in het primair onderwijs, voortgezet onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs en hoger onderwijs. Waar mogelijk wordt gebruik gemaakt van onderwijs op afstand.
Bent u ervan op de hoogte dat de Minister-President in het debat gisteravond (12 maart) aangaf dat het sluiten van scholen grote maatschappelijke gevolgen zou hebben, omdat de ouders van kinderen dan ook thuis zouden blijven? Vindt u ook dat mbo-studenten oud genoeg zijn om alleen thuis te blijven? Zo ja, waarom is er dan toch niet voor gekozen mbo-instellingen te adviseren het zekere voor het onzekere te nemen?
Zie antwoord vraag 1.
Is in de besluitvorming over maatregelen in het mbo meegewogen dat veel mbo-studenten als stagiair (BOL) of medewerker (BBL) in zorginstellingen werken?
Zie antwoord vraag 1.
Is advies van deskundigen ingewonnen over de vraag of het met het oog op het indammen van de verspreiding van het virus, verstandig is dat mbo-studenten die in de zorg werken, daarnaast ook nog lessen volgen in gebouwen waar duizenden studenten tegelijkertijd kunnen verblijven? Zo ja, wat was het advies? Zo nee, wilt u dit alsnog op zo kort mogelijke termijn doen?
Zie antwoord vraag 1.
Krijgt u ook bezorgde vragen en reacties binnen van studenten en docenten in het mbo? Begrijpt u dat zij zich afvragen waarom activiteiten in het hoger en wetenschappelijk onderwijs wel op een laag pitje zijn gezet, maar in het mbo niet? Begrijpt u hun zorgen en wat is uw antwoord op deze vraag?
Zie antwoord vraag 1.
Klopt het dat mbo-studenten studievertraging op zouden kunnen lopen doordat ze niet meer naar hun leer-werkbedrijven toe kunnen gaan of omdat culturele activiteiten die meetellen voor de examinering, zoals bezoeken aan culturele instellingen, worden afgelast? Hoe wordt hiermee omgegaan? Kunt u garanderen dat studenten geen financiële gevolgen zullen ondervinden van eventuele studievertraging als gevolg van het coronavirus?
Culturele activiteiten en een groot aantal leerbedrijven zullen de aankomende weken gesloten zijn vanwege de maatregelen die het kabinet op 15 maart jl. heeft afgekondigd. Mbo-scholen zijn gevraagd het onderwijs zoveel mogelijk via afstandsonderwijs aan te bieden en daarbij prioriteit te geven aan studenten die dit studiejaar hun diploma verwachten te behalen. Dit om eventuele vertraging zoveel als mogelijk te beperken. Momenteel inventariseert het kabinet de verdere gevolgen van COVID-19, waaronder de gevolgen voor individuele studenten.
Zou u deze vragen zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk dinsdag 17 maart 2020 om 12 uur kunnen beantwoorden?
Ja.
Het bericht dat Leeuwarden stopt met inkoop van specialistische hulp voor vrouwen in opvang voor 43 gemeenten |
|
Attje Kuiken (PvdA), Kirsten van den Hul (PvdA) |
|
Hugo de Jonge (viceminister-president , minister volksgezondheid, welzijn en sport) (CDA) |
|
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Vrouwenopvang: Leeuwarden wil geen risico’s meer»?1
Ja.
Deelt u de mening dat organisaties zoals Fier bijzonder goed werk doen voor vrouwen die complexe trauma’s hebben opgelopen?
Ja.
Deelt u de mening dat de hoog-complexe zorg die Fier biedt niet binnen een week elders kan worden geboden? Zo ja, bent u het eens dat het belangrijk is dat de zorg geboden door Fier in stand moet worden gehouden? Zo nee, waarom niet?
Het is van belang dat specialistische zorg beschikbaar is en geboden kan worden aan de mensen die dat nodig hebben. De verantwoordelijkheid voor het organiseren van het benodigde aanbod en de toegankelijkheid van deze specialistische zorg ligt op basis van de Wmo2015 bij gemeenten. Het is daarmee aan gemeenten om eisen te stellen aan de kwaliteit van deze voorziening en – op basis van deze eisen – te beslissen bij welke organisatie zij deze zorg beleggen.
Voor de inkoop van dergelijke specialistische vrouwenopvang hebben de 35 centrumgemeenten Vrouwenopvang afspraken gemaakt over gezamenlijke inkoop. De gemeenten Leeuwarden en Tilburg hebben in dat kader, mede namens de andere centrumgemeenten, contracten afgesloten met instellingen die deze specialistische zorg kunnen bieden. Nu de gemeente Leeuwarden heeft aangegeven de huidige rol van landelijk inkoper van deze specialistische vrouwenopvang na afloop van het contract met Fier niet langer te willen vervullen, zijn Leeuwarden, de VNG en de andere centrumgemeenten in goed overleg met elkaar over tijdige overdracht van deze rol. Het huidige contract tussen de gemeente Leeuwarden en Fier loopt tot en met 31 december 2020. De huidige zorg kan en hoeft dus niet binnen een week elders te worden geboden.
Heeft u contact gehad met de regio naar aanleiding van het nieuws dat Leeuwarden niet langer deze zorg landelijk zal inkopen? Zo nee, bent u van plan dit te doen?
Ja, ik heb contact gehad met de regio naar aanleiding van het nieuws. Daarbij heb ik ook overleg met de VNG over deze situatie.
Is het naar uw mening een positieve ontwikkeling dat de landelijk inkoop van specialistische zorg voor kwetsbare mensen – zoals u eerder voor heeft gepleit – stokt doordat de financiële positie van een gemeente dermate penibel wordt?
Ik vind het positief dat gemeenten het gezamenlijk mogelijk maken dat specialistische zorg voor kwetsbare mensen beschikbaar is. De financiering van deze zorg vindt plaats via een uitname uit de Decentrale Uitkering Vrouwenopvang (DUVO). Door deze constructie dragen alle centrumgemeenten Vrouwenopvang bij aan de kosten en zijn de kosten dus niet specifiek voor de gemeente Leeuwarden. De gemeente Leeuwarden ontvangt aanvullend een vergoeding voor interne administratieve lasten. De financiële positie van een individuele gemeente heeft dan ook geen invloed op de landelijke inkoop van specialistische zorg. Wanneer een gemeente reden ziet om een dergelijke landelijke taak niet langer uit te voeren dan kan die gemeente de taak afronden en in goed overleg overdragen.
Bent u van mening dat de overgang van zorginkoop zal verlopen zonder dat cliënten hier onder lijden? Kunt u bevestigen dat de zorginkoop ook pas vanaf 2021 wordt afgestoten door de gemeente Leeuwarden?
Het contract dat de gemeente Leeuwarden heeft met Fier voor deze specialistische zorg eindigt 31 december 2020. De gemeente Leeuwarden heeft aangegeven de zorginkoop te blijven uitvoeren tot 1 januari 2021 en er alles aan te doen om de overdracht naar een andere inkopende partij zorgvuldig uit te voeren. De VNG geeft aan samen met gemeenten en Fier te werken aan een oplossing voor de ontstane situatie en dat continuïteit van zorg onderdeel van deze oplossing is.
Vindt u het zorgwekkend dat een regio dergelijke zorginkoop niet langer voor zijn rekening kan nemen vanwege financiële problemen? Denkt u dat dit een teken is van een onhoudbaar systeem? Zo nee, welke met welke verergerende situatie heeft Leeuwarden te maken dat dit geen teken aan de wand is voor andere regio’s?
De reden dat de gemeente Leeuwarden de hier relevante specialistische zorginkoop niet langer voor zijn rekening neemt, is omdat de direct betrokken organisaties niet tot overeenstemming zijn gekomen over hoe deze inkoop te organiseren. De reden is niet primair gelegen in financiële problemen van de gemeente Leeuwarden. Ik ga er van uit dat de VNG en de centrumgemeenten zorgdragen voor tijdige overdracht van de landelijke inkopersrol en voor een zorgvuldige aanbestedingsprocedure met oog voor continuïteit van zorg. Ik zie een dergelijke overdracht niet als een teken van een onhoudbaar systeem.
Welke stappen gaat u zetten om te verzekeren dat Fier de zorg aan haar cliënten kan blijven garanderen en kwetsbare mensen niet de dupe worden?
Op het moment dat bekend werd dat de gemeente Leeuwarden niet langer wil fungeren als landelijk zorginkoper voor deze vorm van opvang, heeft de VNG mij hiervan op de hoogte gebracht. De VNG heeft aangegeven zich in te zetten samen met de centrumgemeenten tot een oplossing te komen. Ik volg de ontwikkelingen nauwgezet en zie op dit moment geen aanleiding voor het nemen van stappen vanuit het Rijk.
De informatievoorziening aan Nederlanders in het buitenland rond de ontwikkelingen van COVID-19 |
|
Sjoerd Sjoerdsma (D66) |
|
Stef Blok (minister buitenlandse zaken) (VVD) |
|
Welke maatregelen heeft u genomen, naast het aanpassen van reisadviezen, omtrent de informatievoorziening aan Nederlanders in het buitenland rond de ontwikkelingen van COVID-19, zowel lokaal in het doelland als internationaal?
Op de website van de BZ-reisadviezen zijn verwijzingen opgenomen naar nationale en internationale organisaties die nadere informatie bieden over COVID-19 en de gevolgen ervan voor onder meer de (volks-)gezondheid, reisrechten, reisbeperkingen en reisverzekeringen.
Nederlanders die zich geregistreerd hebben via de BZ-Informatieservice zijn door de ambassades in de landen van hun interesse op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen in dat land. Daarnaast hebben de ambassades en consulaten-generaal zoveel mogelijk de beschikbare informatie van lokale overheden beschikbaar gesteld via hun kanalen op sociale media.
Het 24/7-Contactcenter heeft per telefoon en Whatsapp tienduizenden vragen over de gevolgen van COVID-19 beantwoord en via de afdeling communicatie van het ministerie zijn wijzigingen van de reisadviezen actief onder aandacht gebracht en vragen van media beantwoord.
Heeft u maatregelen genomen om de continuïteit van de consulaire dienstverlening op de posten alsmede via externe dienstverleners te waarborgen? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?
Het Nederlandse netwerk van ambassades en consulaten en het Ministerie van Buitenlandse Zaken blijven 24 uur per dag klaar staan om zo goed mogelijk consulaire bijstand te bieden, binnen de grenzen van datgene wat praktisch uitvoerbaar is in de huidige omstandigheden.
De ontwikkelingen rond COVID-19 zullen in voorkomend geval er evenwel toe leiden dat de mogelijkheden om consulaire bijstand te verlenen beperkter zijn dan onder normale omstandigheden. Voor de impact op de dienstverlening verwijs ik graag naar mijn brief aan uw kamer van 16 maart 2020.
In navolging van de richtlijnen voor cruciale beroepsgroepen, werkt het consulaire netwerk volgens een crisisstructuur om de continuïteit van de informatievoorziening te waarborgen en de hulpverleningstaken van de posten te blijven ondersteunen.
Heeft u maatregelen genomen om de gezondheid van de Nederlandse diplomaten in het buitenland te beschermen? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?
Conform de Arbowet en vanuit goed werkgeverschap zijn er meteen heldere instructies naar alle posten gegaan ten aanzien van te nemen maatregelen: hygiëne, afstand houden, schoonmaak etc. Conform de instructies van de rijksoverheid, op basis van de kennis en adviezen van onder meer het RIVM, werkt het ministerie waar mogelijk vanuit huis, in ploegendiensten en met in achtneming van de regels die in Nederland en/of op de standplaats van kracht zijn. Dit geldt zowel voor uitgezonden, als voor lokale medewerkers.
Vervolgens is geïnventariseerd waar mensen zitten die mogelijk kwetsbaar zijn voor een ernstig verloop van een corona-infectie; vooral daar waar de lokale gezondheidszorg – waar zij dan afhankelijk van zouden zijn – mogelijk ontoereikend is. Deze mensen worden ten sterkste aangespoord om terug te keren naar Nederland.
Heeft u specifieke maatregelen genomen voor Nederlandse diplomaten die op ambassades werken in landen waar een (grote) uitbraak plaatsvindt? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?
Met de posten is zeer regelmatig contact over de situatie in hun land en daar waar specifieke mensen risico lopen, worden ook specifieke maatregelen genomen, zoals bij antwoord 3 beschreven.
Heeft u specifieke maatregelen genomen voor Nederlandse diplomaten op posten in landen waar de gezondheidszorg ondermaats is? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?
Zie het antwoord op vraag 3
Heeft u maatregelen genomen om de gezondheid van de lokale staf op uw ambassades te beschermen? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?
De voorlichting en informatie is voor alle medewerkers op de posten gelijk, dus ook uiteraard ter beschikking van de lokale staf. Voorzorgsmaatregelen, zoals mond-neus maskers (in Zuidoost Azië), handschoenen (bij consulaire werkzaamheden) en zeep/alcohol/gel, zijn waar nodig aan eenieder ter beschikking gesteld.
Hoe verzorgt u de informatievoorziening aan deze Nederlandse diplomaten omtrent de ontwikkeling van dit virus en de lokale gezondheidszorg, dan wel het beleid voor eventuele terugkeer naar Nederland, met name in landen waar de informatievoorziening omtrent de uitbraak van het virus minder goed geregeld is?
Nederlandse diplomaten volgen nieuwsberichten op hun standplaats en de aanwijzingen van de lokale autoriteiten. Daarnaast krijgen zij dezelfde instructies als de medewerkers in Den Haag over voorkomen van en omgaan met de gevolgen van COVID-19 op hun werk. De bedrijfsarts volgt hierin de richtlijnen van het RIVM.
Werkt u samen met uw collega-ministers van Buitenlandse Zaken in EU-verband om dit beleid te coördineren? Zo ja, op wat voor wijze? Zo nee, waarom niet?
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken werkt in het kader van consulaire dienstverlening nauw samen met de andere EU-lidstaten. Informatiedeling, afstemming en -waar mogelijk en effectief- gezamenlijk optreden staan centraal in de dagelijkse samenwerking zowel op de posten, als in de hoofdsteden. Daarbij wordt in Europees verband ook gepleit voor een actieve inzet van de EU richting derde landen om reisbewegingen gericht op terugkeer van EU-burgers toe te blijven staan.
Kunt u deze vragen binnen een week (uiterlijk vrijdag 20 maart 2020) aan de Kamer sturen?
Deze vragen zijn zo spoedig mogelijk beantwoord.
De berichten ‘Royal Floraholland: sierteeltsector ongekend hard geraakt’ en ‘Coronavirus treft vooral logistiek en sierteelt hard’ |
|
Arne Weverling (VVD) |
|
Wopke Hoekstra (minister financiën) (CDA), Carola Schouten (viceminister-president , minister landbouw, natuur en voedselkwaliteit) (CU) |
|
Bent u bekend met het bericht «Royal Floraholland: sierteeltsector ongekend hard geraakt» en «Coronavirus treft vooral logistiek en sierteelt hard»?1, 2
Ja.
Op welke wijze heeft u tot dusver uitvoering gegeven aan de in het tweede artikel aangehaalde motie-Weverling c.s. (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2123) om te inventariseren wat de handelsimpact van het coronavirus is en in overleg te gaan met de meest getroffen sectoren over te nemen maatregelen?
Er is vanuit het inisterie van LNV dagelijks contact met vertegenwoordigers van de verschillende landbouwsectoren, zowel plantaardig als dierlijk. Er is veel onzekerheid over de vraag in de markt naar verschillende producten, zowel op korte als de langere termijn. Dit maakt het plannen van de productie moeilijk en leidt tot zorgen over inkomsten, ook op de langere termijn. In deze overleggen worden problemen en mogelijke oplossingen besproken. Ik houd constant een vinger aan de pols om te bezien welke gevolgen er zijn en wat de meest geëigende maatregelen zijn. Hierbij wordt ook de informatie betrokken die verzameld is door de Europese Commissie.
Op welke termijn is er meer duidelijkheid over de beschikbaarheid en uitbreiding van de mogelijkheid tot borgstelling voor MKB-ondernemers?
De Minister van LNV heeft met ingang van 18 maart de regeling Borgstelling MKB-Landbouwkredieten (BL) tijdelijk verruimd met een faciliteit, looptijd maximaal twee jaar, voor kortlopende kredieten. Hiermee kunnen acute liquiditeitsproblemen van in de kern gezonde land- of tuinbouwbouwondernemingen die negatieve economische gevolgen van het coronavirus ondervinden, opgevangen worden. Onder de BL kan de agrarisch ondernemer (boeren en tuinders) tot maximaal € 1,2 miljoen borgstellingskrediet krijgen (maximaal € 2,5 miljoen indien er borgstelling-plus investeringen in het bedrijf zijn gedaan). Voor een agrarische onderneming die door de al lopende borgstellingskredieten nu geen of weinig borgstellingskrediet voor werkkapitaal zou kunnen krijgen, voorziet de regeling verder in een verruiming van die maxima met borgstellingskredieten voor liquiditeit/werkkapitaal van maximaal € 300.000. Het bedrijfsleven zal de komende weken steeds meer zicht krijgen op wat de reële liquiditeitsbehoefte bij verschillende scenario’s zal zijn. Op basis van deze informatie zal LNV nauwkeuriger inschattingen kunnen maken of de huidige inzet passend is. De verruimde BL is tot 1 april 2021 opengesteld.
Welke maatregelen worden getroffen om de aanvragen voor ondersteuning aan getroffen bedrijven, bijvoorbeeld in de vorm van werktijdverkorting en het uitstellen van belastingbetalingen, zo snel en soepel mogelijk te beoordelen en te verwerken?
Het kabinet ziet in dat ondernemers behoefte hebben aan ondersteuning die op korte termijn effect sorteert. Daarom zet het kabinet stappen om het proces voor ondernemers om hun liquiditeit te versterken zo eenvoudig mogelijk te maken met zo min mogelijk administratie, zie hiervoor de brief van 17 maart jl.3 Zo kunnen ondernemers met een brief uitstel van betaling aanvragen bij de Belastingdienst. Vanaf het moment dat de ondernemer zich meldt, wordt de invordering van zijn belastingschulden voor de inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, omzetbelasting/btw en loonbelasting direct stopgezet. Dat betekent dat de ondernemer feitelijk meteen uitstel van betaling krijgt. Zie ook de brief van de Staatssecretaris van Fiscaliteit en Belastingdienst van 19 maart jl.4
Het kabinet werkt daarnaast onder meer aan de invoering en openstelling van een nieuwe tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor werkbehoud (NOW). Deze tegemoetkomingsregeling maakt het mogelijk om meer werkgevers financieel tegemoet te komen en dit bovendien sneller te doen dan binnen de ingetrokken werktijdverkorting (wtv)-regeling. Deze regeling geldt voor bedrijven van alle omvang. Bovendien is het aanvraagproces door loskoppeling van de WW sterk vereenvoudigd, en worden geen WW-rechten van werknemers opgesoupeerd.
Vanuit het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat is in nauwe afstemming met banken en bedrijfsleven gewerkt aan een versnelde verruiming van de Borgstelling MKB-kredieten (BMKB). Vanwege de urgentie van de coronaproblematiek en na consultatie met de markt, is de tijdelijke maatregel al sinds maandag 16 maart jl. effectief. De aangepaste BMKB-regeling is per 20 maart 2020 gepubliceerd, zal dan een terugwerkende kracht hebben en gelden met ingang van 16 maart 2020. Tot het moment van publicatie in de Staatscourant kunnen financiers al via een voormelding bij RVO de kredieten met deze extra gunstige voorwaarden onder de tijdelijke faciliteit brengen. Bedrijven hebben dus al meteen profijt van deze gunstige voorwaarden. Voor boeren en tuinders is zoals aangegeven in antwoord 3 de BL verruimd. Voor een nadere toelichting op deze en andere maatregelen verwijs ik naar genoemde brief van 17 maart jl.
De banken zullen aflossingen op lopende leningen, ook aan bedrijven binnen de landbouwsector, opschorten. RVO werkt daaraan mee, ook indien aan die lening(en) een borgstelling is verleend en de regulier mogelijke opschortingen al verbruikt zijn. De reguliere melding door de bank bij RVO volstaat om hiervoor in aanmerking te komen.
Welke maatregelen heeft u tot dusver genomen of overweegt u op korte termijn te nemen om bedrijven in de sierteeltsector te ondersteunen?
In de brief van 17 maart jl. heeft het kabinet een noodpakket banen en economie gepresenteerd. Het kabinet heeft gekozen voor een massief en breed pakket dat door de potentiele inzet van miljarden per maand het doel heeft banen te behouden en de economische gevolgen te beperken. De maatregelen betreffen onder meer reeds genoemde mogelijkheid tot belastinguitstel, de BMKB, de BL, en de NOW. Deze maatregelen zijn toegankelijk voor alle bedrijven die voldoen aan de voorwaarden (er is geen plafond), de sierteeltsector daarbij inbegrepen. Ik volg de ontwikkelingen nauwlettend en ben daarbij voortdurend in gesprek met vertegenwoordigers van de sierteeltsector om de noodzakelijke aanpassingen te kunnen doen als de situatie daarom vraagt. Zo wordt samen met de sierteeltsector in kaart gebracht wat de knelpunten zijn en welke nationale of Europese maatregelen eventueel aanvullend nodig zijn.
Ook maak ik mij in Europees verband hard voor maximaal gebruik voor de sierteeltsector van EU steun. Vanwege de urgente en grote problematiek zal ik de Europese Commissie vragen om te voorzien in maatregelen zoals die reeds bestaan voor de groenten- en fruitsector. Ik denk daarbij aan compensatie voor geleden schade zoals steun voor het doordraaien dan wel het uit de markt nemen van sierteeltproducten (vergoedingen voor niet-afgezette producten).
Overweegt u op korte termijn maatregelen, naast de maatregelen die de overheid voor ondernemers in andere sectoren beschikbaar stelt, om bedrijven in de sierteeltsector te ondersteunen, gezien de sectorspecifieke impact van het coronavirus?
Zoals omschreven in die brief wil het kabinet de heffing van de energiebelasting en/of de heffing van Opslag Duurzame Energie (ODE) voor bedrijven in de tweede, derde en vierde belastingschijf tijdelijk uitstellen, aanvullend op de reeds mogelijke uitstel voor betaling van inkomstenbelasting, loonbelasting, omzetbelasting en vennootschapsbelasting. Dit is specifiek voor afnemers van elektriciteit en aardgas, waaronder de sierteeltsector, relevant. Ik blijf in nauw contact met vertegenwoordigers van de sector om te bekijken of aanvullende maatregelen noodzakelijk zijn.
Hoe kunnen betalingsproblemen voor bedrijven in de sierteeltsector op korte termijn worden verholpen, gezien bijvoorbeeld de naderende energierekening? Op welke wijze wordt omgegaan met dergelijke betalingsverplichtingen die gezien de plotseling weggevallen inkomsten steeds moeilijker voldaan kunnen worden?
Zie het antwoord op vraag 6.
Kunt u deze vragen, gezien de actuele ontwikkeling, zo spoedig mogelijk beantwoorden?
Ja.
Het bericht ‘Stampvol vluchtelingenkamp Lesbos kansloos bij besmetting coronavirus’ |
|
Maarten Groothuizen (D66) |
|
Ankie Broekers-Knol (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD), Stef Blok (minister buitenlandse zaken) (VVD) |
|
Bent u bekend met het bericht «Stampvol vluchtelingenkamp Lesbos kansloos bij besmetting coronavirus»?1
Ja.
Zijn er, voor zover u weet, bewoners van kamp Moria positief getest op het Coronavirus? Hoe is de situatie in andere kampen en op de andere Griekse eilanden?
Voor zover bij het kabinet bekend zijn er momenteel geen migranten in Moria positief getest op het coronavirus. Dit geldt ook voor de overige opvangkampen op de Griekse eilanden. Vooralsnog zijn acht inwoners van het eiland Lesbos en één inwoner op Chios, één op Kos, en één op Samos positief getest op het coronavirus, dit betreffen geen migranten.
Op 1 april is bekend geworden dat een vrouw in het vluchtelingenkamp Ritsona (75 km van Athene) besmet is met het coronavirus. In het kamp zijn ondertussen 63 mensen getest op COVID-19, waarvan 23 mensen positief. Geen van deze 23 migranten vertoont symptomen, en allen zijn in quarantaine geplaatst. De komende dagen zullen nog meer mensen in Ritsona worden getest. Op 5 april werd bekend dat een man van 53, dat in kamp Malakasa verblijft, het virus heeft opgelopen. Dezelfde test- en quarantainemaatregelen als in Ritsona zijn van kracht.
Wat wordt in de Griekse opvangkampen gedaan om een (mogelijke) uitbraak en verspreiding van het Coronavirus in te dammen? Hoe worden de bewoners, in het bijzonder kwetsbare bewoners zoals ouderen, beschermd tegen een Corona-uitbraak? Zijn er voldoende testen beschikbaar om op het Coronavirus te testen? Is er voldoende medische expertise, apparatuur en verpleging om een grootschalig uitbraak het hoofd te bieden? Zo nee, welke maatregelen is de Griekse overheid van plan te ondernemen? Kan de Europese Commissie daarbij ondersteuning bieden? Heeft de Griekse overheid bij de lidstaten of de Europese Commissie verzocht om bijstand?
Griekenland is, net als andere Europese lidstaten, bezig om passende maatregelen te treffen in de strijd tegen het coronavirus. Hierbij zijn de opvangfaciliteiten op de Griekse eilanden een aandachtspunt. De Griekse autoriteiten hebben specifieke maatregelen getroffen om de kans op een uitbraak aldaar te verkleinen. Zo worden nieuwe aankomsten niet toegelaten tot de hotspots; zijn asielprocedures, registratie en beroep tijdelijk opgeschort; is er actieve bewustwording en informatievoorziening aan migranten en vluchtelingen; zijn gezamenlijke ruimtes gesloten en worden activiteiten tijdelijk gestaakt; is er een avondklok ingesteld en zijn er speciale «medical units» opgezet. Niettemin is de situatie kwetsbaar, in het bijzonder vanwege het gebrek aan gezondheidszorg en ondermaatse sanitaire voorzieningen en hygiëne in de overvolle opvanglocaties. De Europese Commissie, UNHCR, IOM en hulporganisaties ondersteunen waar mogelijk om de gezondheidszorg te versterken en preventie te bevorderen onder vluchtelingen en migranten. Indien een migrant in één van de opvangfaciliteiten positief wordt getest, wordt de patiënt overgeplaatst naar het lokale ziekenhuis, en wordt haar of zijn directe omgeving in quarantaine geplaatst. De capaciteit van de ziekenhuizen op de eilanden is een punt van zorg.
De Europese Commissie en de Griekse autoriteiten werken samen aan een noodplan om de risico’s op een COVID-19 uitbraak zo ver mogelijk te verkleinen in de opvanglocaties op de Griekse eilanden.
De Europese Commissie heeft op 4 maart jl. een actieplan voor Griekenland aangekondigd. Dit actieplan bestaat uit een door Frontex gecoördineerd terugkeerprogramma, twee ondersteunende grensbewakingsoperaties aan de zee- en landgrens en additionele financiële steun van EUR 700 miljoen. De eerste EUR 350 miljoen heeft de Commissie direct beschikbaar gesteld om grens- en migratiemanagement aan te pakken. Provisioneel wordt voor de direct beschikbare EUR 350 miljoen gekeken naar het vergroten van opvangcapaciteit, vrijwillige terugkeer en de infrastructuur die nodig is voor «screening procedures» voor gezondheid en veiligheid. Daarnaast zal het bedrag worden aangewend om het Europees Ondersteuningsbureau voor Asielzaken (EASO) en Frontex te ondersteunen, om (vrijwillige) terugkeer te bevorderen en lopende activiteiten te continueren. De Commissie heeft op 27 maart een voorstel gedaan voor de additionele EUR 350 miljoen. 2 Hier wordt uw Kamer separaat nader over geïnformeerd.Het kabinet acht het van belang dat hierbij voldoende financiële absorptiecapaciteit van Griekenland en een effectieve en efficiënte besteding van de middelen wordt gewaarborgd Nederland draagt tevens bij aan de steunvraag van Griekenland aan Frontex, de zgn. Rapid Border Intervention voor de landgrens.
Daarnaast helpt Nederland om de meest acute humanitaire noden te verlichten, bijvoorbeeld door humanitaire organisaties in staat te stellen snel en flexibel te reageren in noodsituaties. Nederland verleent bijvoorbeeld ongeoormerkte steun aan diverse organisaties – zoals UNHCR – die een belangrijke rol spelen in de huidige humanitaire respons in Griekenland.
Ook stelt de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking via het Nederlandse Rode Kruis (NRK) EUR 500.000 beschikbaar om het regionale appeal van de Internationale Federatie van Rode Kruis en Rode Halve Maan-bewegingen (IFRC) te ondersteunen. Een deel van dit IFRC-plan betreft humanitaire activiteiten in Griekenland, waaronder in en rondom de opvangfaciliteiten op de eilanden. Dit zal onder meer ingezet worden om de acute noden op het gebied van water- en sanitaire voorzieningen, gezondheidszorg en bescherming te lenigen.
In geval van calamiteiten kunnen lidstaten overigens gebruik maken van Europese crisismechanismen, waarmee om acute in-kindassistentie kan worden verzocht. Op deze manier zou door Griekenland ook om extra medische hulp kunnen worden gevraagd. Momenteel is daar in relatie tot COVID-19 nog geen sprake van. Het kabinet volgt de ontwikkelingen nauwlettend.
Worden bewoners van de Griekse opvangkampen proactief geïnformeerd over het Coronavirus en hoe zij zichzelf hiertegen kunnen beschermen? Zo nee, waarom niet?
Zie antwoord vraag 3.
Ligt er een noodplan klaar indien het Coronavirus uitbreekt in kamp Moria of een van de andere Griekse opvangkampen? Zo ja, wat houdt dit noodplan in? Zo nee, bent u bereid daarop aan te dringen bij de Griekse overheid en de Europese Commissie? Is de Europese Commissie betrokken bij het opstellen van noodscenario’s?
Zie antwoord vraag 3.
Deelt u de mening dat zelfquarantaine in geval van een uitbraak in een (tenten)kamp waar meerdere mensen in één tent leven, nagenoeg onmogelijk is en dat er dus alles aan gedaan moet worden om een uitbraak te voorkomen? Wat doet u samen met uw Europese collega’s om dit te voorkomen?
Zie antwoord vraag 3.
Hoe beoordeelt u de oproep van Artsen Zonder Grenzen om kamp Moria per direct te evacueren, gelet op het feit dat de simpelste maatregelen om het virus niet te verspreiden, zoals het wassen van handen, nauwelijks uit te voeren zijn door gebrek aan water en zeep?2
Het kabinet deelt de zorgen van Artsen Zonder Grenzen over de mogelijke gevolgen van de verspreiding van het coronavirus in de opvangkampen op de Griekse eilanden. De verantwoordelijkheid voor de beslissing over een evacuatie van migranten op de Griekse eilanden ligt in beginsel bij Griekenland. Zoals aangegeven kunnen zij een beroep doen op operationele en medische ondersteuning via de EU-noodmechanismen. Hier is momenteel nog geen sprake van.
In hoeverre is het evacueren van de bewoners van kamp Moria een optie die u bespreekt met uw Europese collega’s? Welke scenario’s liggen op tafel?
Zie antwoord vraag 7.
In hoeverre wordt een deel van de extra 700 miljoen euro die recent door de Europese Commissie is toegezegd om Griekenland te ondersteunen, ingezet om een Corona-uitbraak in de Griekse opvangkampen te voorkomen en een eventuele uitbraak aan te pakken?
Nederland verwelkomt het actieplan van de Commissie van 4 maart jl, waaronder additionele financiële steun van EUR 700 miljoen. Een deel van dit bedrag kan worden ingezet om de gezondheidszorg voor vluchtelingen en migranten te versterken. De Europese Commissie werkt momenteel de details van de financiering en het actieplan nader uit.
Wilt u deze vragen zo snel mogelijk beantwoorden?
Ja.