Kent u het bericht «Veiligheid in Groningen blijft zorgelijk ondanks stoppen gaswinning»?1
Vraag 2
Herkent u zich in de uitspraak van de inspecteur-generaal van het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM): «Ik maak mij zorgen om de gezondheid en het welzijn van de mensen in Groningen. Het lange wachten sloopt mensen. Het is nu niet de tijd om achterover te leunen omdat de gaswinning gestopt is»? Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 3
Het SodM concludeert wederom dat de versterkingsoperatie achterloopt op schema en dat versnelling noodzakelijk is, deelt u deze conclusie?
Vraag 4
Is de conclusie van het SodM juist dat op het huidige tempo de versterking nog tot 2034 duurt?
Vraag 5
Hoe strookt dat met de voorspelling van de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) dat de versterkingsoperatie in 2028 grotendeels afgerond zou zijn?
Vraag 6
Erkent u dat de doorlooptijd voor bewoners in de versterking toeneemt? Onderschrijft u de conclusie van het SodM dat de doorlooptijd is opgelopen naar 6,3 jaar? Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 7
Het SodM komt met vier aanbevelingen, kunt u per aanbeveling aangeven of en hoe u deze overneemt?
Vraag 8
Erkent u de conclusie van «Gronings perspectief» dat «het hebben van meerdere keren schade over de hele linie een punt van zorg blijft»? Neemt u de aanbeveling van de onderzoekers over om bij de afhandeling mensen met meervoudige schade voorrang te geven en passende ondersteuning te bieden?2
Vraag 9
Wilt u, overwegende dat de groep respondenten met meerdere keren schade een chronische gezondheidsachterstand heeft, gezondheid prioriteren en de gezondheidsschade terugdringen? Zo ja, welke stappen wilt u hiervoor zetten?
Vraag 10
De conclusie van de onderzoekers is, opnieuw, dat de groep met meervoudige schade structureel minder vertrouwen heeft in instanties, welke stappen wilt u zetten om dit tegen te gaan?
Vraag 11
Bent u bereid de aanbeveling van «Gronings Perspectief» over te nemen om «al vroeg in het versterkingstraject te voorzien in een vast aanspreekpunt, aangezien dit bepalend is voor de mate waarin mensen zich voldoende ondersteund voelen»?
Vraag 12
Deelt u de conclusie van «Gronings Perspectief» dat «de versterkingsoperatie een ontwrichtend effect op de sociale samenhang: 27 procent van de respondenten die met versterking te maken heeft ervaart meer conflicten in de eigen buurt; 40 procent geeft zelfs aan dat het mensen in hun dorp of buurt uit elkaar drijft»?
Vraag 13
Trekt u het zich aan dat respondenten overwegend negatief oordelen over het huidige kabinet en minder vertrouwen hebben in de afhandeling van schade en versterking sinds de komst van het kabinet? Kunt u uw antwoord toelichten en daarbij ingaan op maatregelen die u wilt nemen om dit vertrouwen te herwinnen?
Vraag 14
Bent u geschrokken van de conclusie van hoogleraar Tom Postmes dat het aantal mensen met psychische problemen stijgt? Deelt u zijn conclusie dat er wel aandacht is voor preventie, hulp en ondersteuning, maar te weinig voor zorg?3
Vraag 15
Neemt u het advies van hoogleraar Postmes over om Nij Begun op dit punt te herzien zodat er, aanvullend op de bestaande punten, meer aandacht komt voor zorg?
Vraag 16
Kent u het bericht «Het huis van Guido veranderde door de versterking in een ruïne: «Mijn woning is een stortplaats»?4
Vraag 17
Hoe kan het dat de versterking van deze woning al een jaar stilligt door een conflict van de NCG met de aannemer? Hoe kan het dat er niet wordt geluisterd naar de bewoner en zijn advocaat en de door hen aangedragen oplossingen? Klopt het dat het hele proces nu opnieuw moet beginnen?
Vraag 18
Hoe vaak komt het voor dat er conflicten zijn tussen de NCG en aannemers waardoor de bouw stil komt te liggen? Wie kan in zo’n situatie knopen doorhakken zodat gedupeerden hier niet de dupe van worden?
Vraag 19
Welke stappen heeft u gezet om de aangenomen motie-Beckerman c.s. over bouwfouten voorkomen en aanpakken uit te voeren?5
Vraag 20
Herkent u dat Damsters in zogenaamde pilotwoningen in Opwierde-Zuid, waar steenstrips zijn aangebracht die ondeugdelijk blijken, al jaren in ellende zitten en nu alsnog jaren dreigen te moeten wachten? Wat gaat u, mede in het licht van voornoemde motie, voor hen doen?6
Vraag 21
Herkent u de conclusie van SodM dat «de kwaliteitsborging van NCG nog onvoldoende op orde is doordat de benodigde procesmatige kwaliteitscontrole voor enkele processen nog niet bestaat, niet goed is opgezet of dat de werking daarvan onbekend of onvoldoende is»?7
Vraag 22
Herkent u dat gedupeerden zorgen en twijfels hebben over of het Besluit versterking gebouwen Groningen, dat tussen 2019 en 2023 van kracht was, wel juist is opgevolgd en uitgevoerd? Kunt u garanderen dat de uitvoering altijd juist en overeenkomstig het bepaalde in het Besluit versterking gebouwen Groningen en de Tijdelijke wet Groningen (artikel 21) heeft plaatsgevonden?
Vraag 23
Kunt u aangeven via welk(e) besluit(en) de deelcommissies zoals genoemd in artikel 15, eerste lid, onder a en b van het Besluit versterking gebouwen Groningen zijn vastgesteld en/of ingesteld?
Vraag 24
Kunt u aangeven wanneer, door wie en op welke wijze de leden van de commissies als genoemd in de vorige vraag zijn benoemd (zoals beschreven in artikel 16 van het Besluit) en in functie zijn getreden?
Vraag 25
Kunt u aangeven hoe de onafhankelijkheid en/of de benodigde expertise van de leden van de in vraag 24 genoemde commissies kan worden aangetoond en is geborgd?
Vraag 26
Hebben deze deelcommissies altijd alle hen toebedeelde taken en activiteiten (waaronder werkwijze en vaststellingen) naast de te nemen besluiten zoals ge- en benoemd in het Besluit versterking gebouwen Groningen uitgevoerd respectievelijk genomen? Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 27
Erkent u dat gedupeerden een «wachtbrief» krijgen wanneer ze een nieuwe schademelding doen wanneer er nog een schademelding loopt bij het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG)?
Vraag 28
Erkent u dat er geen juridische grondslag is om de beslistermijn niet te laten beginnen? Welke stappen wilt u zetten om te voorkomen dat gedupeerden niet op deze manier hun recht wordt ontzegd?
Vraag 29
De Tweede Kamer heeft via aangenomen moties vaak gevraagd om de trillingstool niet in te zetten in individuele schadezaken; kunt u garanderen dat deze trillingstool in geen enkele individuele zaak meer wordt ingezet?
Vraag 30
In uw brief van 24 januari jl. geeft u aan dat de trillingstool nooit meer kan leiden tot het afwijzen van schades, waarom blijft u deze tool dan, tegen de wens van de Tweede Kamer in, nog wel inzetten?8
Vraag 31
Deelt u de mening dat het voor gedupeerden een ongelijke strijd wordt wanneer het IMG een lange reeks deskundigen kan inzetten? Kent u verhalen van gedupeerden die meer dan vijf keer inspectie krijgen en waar een nog groter aantal deskundigen wordt ingezet?
Vraag 32
Welke stappen heeft u gezet om de met algemene stemmen aangenomen motie-Beckerman/Bushoff over in gesprek gaan met het IMG om terughoudendheid te betrachten bij het inzetten van deskundigen tegen gedupeerden uit te voeren?9
Vraag 33
Deelt u de mening dat het uiterst onwenselijk is dat, nu – na jaren wachten – schades rondom de gasopslagen bij Norg en Grijpskerk eindelijk afgehandeld zouden worden, het IMG weer schades op onterechte gronden afwijst? Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 34
Staat u nog achter uw uitspraak in het commissiedebat Herstel Groningen van 19 maart jl., waarbij u over schades als gevolg van diepe bodemdaling zei: «bij de beoordeling van deze schades wordt überhaupt niet naar het bouwjaar gekeken»?
Vraag 35
Herkent u dat uw uitspraak haaks staat op het beleid van het IMG dat schades uitsluit wanneer woningen gebouwd zijn na 2012? Welke stappen gaat u zetten om te zorgen dat het IMG de schades rondom gasopslagen wel allemaal netjes afhandelt?
Vraag 36
Het rapportcijfer dat het IMG krijgt voor de beoordeling van immateriële schade is gemiddeld een 4,9; erkent u dat het zeer pijnlijk is dat een regeling bedoeld als erkenning voor het aangedane leed niet voelt als erkenning?
Vraag 37
Deelt u de mening dat het erkennen van immateriële schade te vaak zeer juridisch wordt bekeken, waardoor het voor gedupeerden niet als erkenning voelt? Zo ja, wat wilt u hieraan doen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 38
Erkent u dat er onrecht bestaat doordat de Nederlandse Aardoliemaatschappij (NAM) te weinig of niet betaalde voor schades en onveiligheid die wel het gevolg zijn van mijnbouw? Deelt u de mening dat we dit onrecht alsnog moeten aanpakken?
Vraag 39
Wilt u alsnog de motie-Beckerman/Nijboer volledig uitvoeren en door de NAM onterecht afgewezen B- en C-schades herzien?10 Kunt u deze vraag met een simpel ja of nee beantwoorden?
Vraag 40
U heeft eerder aangegeven niet alle schades bedoeld in de motie-Beckerman/Nijboer te willen rechtzetten, klopt dit nog steeds?11 Welk deel wel en welk deel niet?
Vraag 41
Wanneer en hoe wilt u starten met het rechtzetten van dit historische onrecht? Hoeveel budget is daarvoor beschikbaar?
Vraag 42
Erkent u dat gedupeerden die een vaststellingsovereenkomst (VOK) met de NAM tekenden nu vaak structureel uitgesloten worden van verschillende IMG- en NCG-regelingen, waardoor het onrecht verder wordt vergroot? Zo ja, wat wilt u hieraan doen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 43
Kunnen gedupeerden die eerder een VOK met de NAM sloten gebruikmaken van de regelingen voor juridische, technische en financiële bijstand? Zo nee, wat wilt u hieraan doen? Zo ja, wilt u zorgen dat deze gedupeerden ook weten dat ze deze ondersteuning kunnen krijgen?
Vraag 44
Klopt het dat er vertraging is ontstaan bij de uitbetaling van de huurders in nieuwe postcodes die € 750,– krijgen? Wanneer zal deze vergoeding wel uitbetaald worden?
Vraag 45
Klopt het dat er vertraging is ontstaan bij de uitbetaling van de compensatie voor het lange wachten? Deelt u de mening dat een regeling, bedoeld ter compensatie voor lang wachten, die weer lang op zich laat wachten een triest symbool is voor de bureaucratische stroperigheid?
Vraag 46
Wanneer zal deze vergoeding wel uitbetaald worden? Kunt u hiervoor een harde datum noemen en aangeven of u hiervoor op schema ligt?
Vraag 47
Met Nij Begun zijn er nog meer regelingen gekomen om gedupeerden te compenseren, klopt het dat nog meer van die regelingen zijn vertraagd? Kunt u per vertraagde regeling aangeven wanneer alle gedupeerden die er recht op hebben de compensatie ook gehad zullen hebben?
Vraag 48
Erkent u dat met nieuwe regelingen ook nieuwe onuitlegbare verschillen ontstaan? Klopt het dat bewoners die moeten thuisblijven voor een opname bij de versterking daar compensatie voor krijgen, maar diezelfde compensatie er niet is als je thuis moet blijven voor een opname bij duurzaam herstel? Kunt u dit uitleggen? Kunt u dit gelijktrekken en zorgen dat gedupeerden altijd gecompenseerd worden als ze thuis moeten blijven?
Vraag 49
Maatregel 1 van Nij Begun is «het kabinet legt jaarlijks verantwoording af over de Staat van Groningen»; waarom kiest u ervoor om dit op een moment te doen waarop Tweede Kamerleden niet aanwezig kunnen zijn?
Vraag 50
Kunt u deze vragen binnen de daarvoor gestelde termijn van drie weken beantwoorden?
Kamervraag document nummer: kv-tk-2025Z07626
Volledige titel: De vertraging bij de versterking en problemen met de schadeafhandeling en de psychosociale problemen als gevolg daarvan