Ingediend | 6 februari 2025 |
---|---|
Beantwoord | 27 februari 2025 (na 21 dagen) |
Indieners | Derk Boswijk (CDA), Jan Paternotte (D66) |
Beantwoord door | Caspar Veldkamp (NSC) |
Onderwerpen | bestuur economie parlement transport |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2025Z02134.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20242025-1426.html |
Het is bijzonder zorgelijk dat Westerse scheepseigenaren miljarden hebben verdiend met de verkoop van olietankers aan de Russische schaduwvloot. Daartoe geldt sinds het 12e sanctiepakket tegen Rusland van december 2023 een verbod. De schaduwvloot ondermijnt de effectiviteit van sancties en het kabinet zet hard in op de bestrijding daarvan, daarom neem ik de inhoud van dit artikel zeer serieus en zal ik binnen de EU pleiten voor aanvullende maatregelen om deze verkoop te stoppen.
Met de aanname van het 16e sanctiepakket tegen Rusland op 24 februari 2025 heeft de EU in totaal 153 schepen gesanctioneerd. 130 hiervan zijn olietankers die tot de schaduwvloot worden gerekend. De overige twintig betreffen onder andere schepen die betrokken zijn bij wapenleveranties aan Rusland uit Noord-Korea of de export van gestolen Oekraïens graan. Voor ieder schip geldt dat er een gedegen bewijspakket moet worden samengesteld dat ook stand kan houden bij de rechter. Nederland geldt binnen de EU als aanjager door bewijspakketten te leveren, kennis en ervaring te delen met andere lidstaten en te coördineren met G7-partners. Mede dankzij de inspanningen van Nederland zal er naar verwachting in het zeventiende pakket weer een stap in de goede richting wordt gezet.
Op dit moment zijn 19 van deze schepen door de EU gesanctioneerd.
De EU-sanctieverordening tegen Rusland bevat sinds het 12e sanctiepakket van december 2023 een duidelijk verbod om tankers te verkopen als bekend is dat die gebruikt gaan worden in Rusland. In de praktijk blijkt het lastig om dit vooraf te bewijzen, mede omdat de schaduwvloot gebruikt maakt van complexe eigendomsstructuren. Het is aan de relevante handhavingsentiteiten om vast te stellen of bedrijven voldoende due-dilligence hebben uitgevoerd.
Het niet voldoen aan deze verplichting staat gelijk aan het overtreden van de EU-sanctieverordening en betreft daarmee een economisch delict. Strafmaat hiervoor is vastgelegd in de Wet economische delicten, en omvat een gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren, een taakstraf of een geldboete van de vijfde categorie. Onder bepaalde omstandigheden kan ook een geldboete van de zesde categorie worden opgelegd. Daarnaast kan wederrechtelijk verkregen voordeel worden ontnomen.
Het kabinet wil dat er EU-breed meer tegen wordt gedaan en roept daar ook toe op. Het is uiteindelijk aan de Europese Commissie om lidstaten aan te spreken op de nationale naleving van de sanctiemaatregelen.
Zie antwoord vraag 4.
De Nederlandse inzet is om de lijst met gesanctioneerde schepen van de schaduwvloot voortdurend te updaten en hier actief aan bij te dragen. Voor Nederland is het leidend dat de schepen die aangedragen worden veel impact hebben, juridische houdbaar zijn en dat er consensus over bereikt kan worden onder EU lidstaten. Binnen de kaders van deze principes zet Nederland zich – conform de motie Dassen c.s. (21 501-02, nr. 3010) in voor het synchroniseren van gesanctioneerde schepen van de schaduwvloot met G7-partners.
Indien er signalen zijn dat bedrijven sancties overtreden wordt hier altijd onderzoek naar gedaan en waar nodig wordt er handhavend opgetreden. Dergelijk optreden is aan het OM.
Het kabinet voert over het verder bestrijden van de Russische schaduwvloot een voortdurende dialoog met EU-instellingen en -lidstaten en blijft dit met volle inzet doen.